Motie Tony van Dijck/De Jong over meer inzetten op lastenverlichting - Najaarsnota 2017

Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 34845 - Najaarsnota 2017.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Najaarsnota 2017; Motie; Motie van de leden Tony van Dijck en De Jong over meer inzetten op lastenverlichting
Document­datum 20-12-2017
Publicatie­datum 20-12-2017
Nummer KST348453
Kenmerk 34845, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2017-

2018

34 845

Najaarsnota 2017

Nr. 3

MOTIE VAN DE LEDEN TONY VAN DIJK EN DE JONG

Voorgesteld 20 december 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de economie dit jaar en volgend jaar met meer dan 3% groeit;

constaterende dat de koopkracht van burgers in Nederland nauwelijks stijgt, waardoor ze nauwelijks meeprofiteren van deze groei;

constaterende dat de overheidsuitgaven wel substantieel groeien in 2018 met 3,6%;

erzoekt de regering, meer in te zetten op lastenverlichting voor de burgers, zodat zij ook gaan merken in hun portemonnee dat het economisch beter gaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

Tony van Dijck De Jong

kst-34845-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2017

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 845, nr. 3


  • origineel bericht: 'Najaarsnota 2017; Motie; Motie van de leden Tony v...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 34845 - Najaarsnota 2017
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.