Gedelegeerde richtlijn

Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat uitgewerkte doelstellingen waar alle lidstaten1 van de Europese Unie2 aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Zo kunnen ze rekening houden met de specifieke situatie in hun eigen land. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie3 van gedelegeerde richtlijnen.

Gedelegeerde richtlijnen hebben een beperking hoeveel er mee geregeld kan worden. Een gedelegeerde richtlijn wordt gebruikt om eerder vastgestelde kaderwetgeving aan te vullen en uit te werken. Er mag niets worden vastgesteld dat buiten het kader van dat bestaande stuk wetgeving valt.

Inhoudsopgave

  1. Gedelegeerde richtlijn in detail
  2. Juridisch kader
  3. Meer informatie

1.

Gedelegeerde richtlijn in detail

Toepassingsgebied

Gedelegeerde richtlijnen zijn niet direct toepasbaar, omdat ze eerst moeten worden omgezet in nationale wetgeving. De gedelegeerde richtlijn geeft aan wat voor soort maatregelen er nodig zijn om bepaalde doelen te realiseren, maar het is aan de lidstaten om ze toe te passen in hun nationale wetgeving.

De ruimte voor de lidstaten om de regels naar eigen inzicht te interpreteren is echter beperkt; voor gedelegeerde richtlijnen geldt dat ze vaak al tot in detail zijn uitgewerkt. Het gaat bij gedelegeerde richtlijnen meer om de vraag hoe ze wetstechnisch en juridisch passend gemaakt kunnen worden, enkele nationale accenten en nuanceringen daargelaten.

Om er voor te zorgen dat de doelen van een gedelegeerde richtlijn worden bereikt, moeten lidstaten gedelegeerde richtlijnen op tijd omzetten in nationale wetgeving. Een lidstaat kan voor het Europees Hof van Justitie4 worden gedaagd als hij dat niet op tijd heeft gedaan, of als de nationale wetgeving niet bijdraagt aan het behalen van de gestelde doelen in de gedelegeerde richtlijn.

Voorbeeld:

De EU heeft in 2014 een nieuw kader opgesteld waar de handel in financiële instrumenten aan zou moeten voldoen. Gezien de complexiteit van de handel in financiële producten moest de Commissie dat kader middels een reeks technische regelingen verder invullen. Eén van deze regelingen gaat in op hoe de belangen van investeerders in investeringsfondsen beter gewaarborgd kunnen worden. Vervolgens moesten de lidstaten deze waarborgen inpassen in het bestaande nationale toezicht en regelgeving met betrekking tot investeringsfondsen.

Een gedelegeerde richtlijn geldt niet rechtstreeks voor burgers. Wanneer een nationale overheid te laat is met het implementeren van een gedelegeerde richtlijn, mogen particulieren zich wel op de bepalingen uit een gedelegeerde richtlijn beroepen tegenover elk nationaal voorschrift dat niet met de gedelegeerde richtlijn in overeenstemming is. Ze kunnen ook aanspraak maken op de hun op grond daarvan toekomende rechten en deze rechten eventueel voor de nationale rechter geldend maken.

Dit heet het principe van rechtstreekse werking. Een voorwaarde is wel dat de bepalingen van de gedelegeerde richtlijn voldoende nauwkeurig zijn.

Vaststellen gedelegeerde richtlijnen

De procedure voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen5 wordt mede gebruikt voor het vaststellen van gedelegeerde richtlijnen.

Op basis van een bestaande Europese wet mag de Europese Commissie gedelegeerde richtlijnen opstellen. Experts beoordelen de voorstellen, en het Europees Parlement en de Raad van Ministers kunnen vooraf en/of achteraf bezwaar maken.

2.

Juridisch kader

Gedelegeerde handelingen, waar de gedelegeerde richtlijn een mogelijke vorm van is, vinden hun basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie6 (VwEU).

  • - 
    instrument: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 2907

3.

Meer informatie

  • Overzicht van alle rechtsinstrumenten van de EU8

  • 1. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 2. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 3. 
    Europese regels en wetten moeten soms omgezet (geïmplementeerd) worden in Nederlandse wetgeving voordat ze in Nederland geldig zijn.
     
  • 4. 
    Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
     
  • 5. 
    In Europese wetgeving bestaat de mogelijkheid om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om delen van een wet verder uit te werken. Voorwaarde is dat het de kern van de wetgeving ongemoeid laat. De grenzen waar binnen de Commissie een wet mag uitwerken, worden al in de wet vastgelegd.
     
  • 6. 
    Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 7. 
    1. In een wetgevingshandeling kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling.
     
  • 8. 
    De Europese Unie gebruikt verschillende instrumenten om Europese wet- en regelgeving mee vast te leggen, om beleid van de lidstaten mee te coördineren of de lidstaten mee te adviseren. Rechtsinstrumenten zijn onder te verdelen in twee categorieën, bindende en niet-bindende rechtsinstrumenten. Uitvoerende rechtsinstrumenten vallen onder de bindende instrumenten, maar zijn als aparte categorie opgenomen.