Ondanks Trump gaan we Parijs halen

Met dank overgenomen van B.A.W. (Bart) Snels i, gepubliceerd op maandag 28 november 2016, 8:30.

Het klimaatakkoord dat een jaar geleden in Parijs werd gesloten, zorgde voor veel optimisme. De wereld bewees samen te kunnen werken om één van de grootste uitdagingen van onze generatie aan te pakken. De verkiezing van Donald Trump heeft dat optimisme getemperd. Trump wil naar olie boren en kolenmijnen openen. Hij beloofde zijn kiezers zich terug te trekken uit het klimaatakkoord.

Moeten we ons zorgen maken? Het politieke antwoord is: ja. Ja, we moeten ons zorgen maken als het machtigste land ter wereld met een enorm aandeel in de CO2-uitstoot zich niets aantrekt van de afspraken die in Parijs zijn gemaakt.

Toch is dat geen reden om wanhopig te worden. Er is namelijk ook een economisch en een maatschappelijk antwoord.

Het economisch antwoord

Het economische antwoord gaf het weekblad The Economist afgelopen week. Trump kan wel willen dat in de Verenigde Staten de kolenmijnen weer opengaan en dat er nieuwe oliebronnen worden aangeboord, maar als dat economisch niet rendabel is, gaat geen bedrijf dat doen.

Het gaat bij energieprojecten om hele grote investeringen. Die moeten op lange termijn geld opleveren. De ontwikkeling van duurzame energie gaat echter zo snel dat de prijzen razendsnel dalen. De prijs van off-shore windenergie is gehalveerd de afgelopen jaren. De prijs van zonne-energie komt dicht in de buurt van gas en kolen als goedkope energiebronnen. De prijs van batterijen daalt heel hard. Welke oliebaron of kolenboer gaat dan nog miljarden investeren in nieuwe projecten voor oude energie als duurzame energie steeds goedkoper wordt? Zelfs Amerikanen zijn niet zo dom.

Het maatschappelijk antwoord

Dit koele economische optimisme wordt aangevuld met het maatschappelijk antwoord. In veel landen zien we dat landelijke overheden achterlopen bij lokale initiatieven. Gemeenten en samenwerkingsverbanden van burgers en kleinere bedrijven nemen zelf het initiatief tot klimaatbeleid. Ze investeren bijvoorbeeld in schoon vervoer, lokale opwekking van duurzame energie en innovatieve, klimaatneutrale woningbouwprojecten. Net als in de Verenigde Staten loopt de samenleving harder dan de nationale regering. Burgers en bedrijven wachten niet op het geruzie in Den Haag of Washington, ze nemen zelf het initiatief. Ze doen dat niet alleen vanuit economische, maar vooral vanuit maatschappelijke motieven. Dat is hoopvol en stemt optimistisch.

Hoeven we ons dan echt geen zorgen te maken? Nee, zo gemakkelijk is het ook niet.

Den Haag kan behoorlijk dwars liggen

De landelijke overheid kan behoorlijk dwars liggen bij ontwikkelingen in de samenleving. Nederland is niet voor niets internationaal vergeleken een achterblijver bij de terugdringing van CO2-uitstoot en de toepassing van duurzame energie.

In Den Haag wordt er op de rem getrapt als het gaat om het vastleggen van heldere doelstellingen en het voeren van voorspelbaar beleid. Den Haag luistert teveel naar de lobbyisten van het ouderwetse grootbedrijf. Teveel bedrijven en politieke partijen willen zolang het kan de kolencentrales openhouden, net als de kranen van goedkope olie en gas uit Groningen. Het wispelturige beleid uit Den Haag remt de samenleving. Die wil van het gas af. Die wil kolencentrales sluiten. Die wil minder olie en meer duurzame elektriciteit. Maar zolang de ouderwetse energiebronnen stiekem gesubsidieerd worden met belastingkortingen en een te lage prijs voor CO2, is het lastig voor burgers en bedrijven om nieuwe grote investeringen en uitgaven te doen die duurzaamheid bevorderen.

De Klimaatwet

Daarom is het politieke gevecht ook op nationaal niveau hard en fel en moet die door groene coalities gevoerd worden, in Washington, maar ook in Den Haag. Het belang van de Klimaatwet van Jesse Klaver en Diederik Samsom mag niet onderschat worden. Die geeft de nationale overheid harde doelstellingen voor het klimaat- en energiebeleid waardoor er voor de samenleving, voor burgers, bedrijven en lokale overheden, een voorspelbaar investeringsklimaat ontstaat.

Investeringen in duurzame energie en energiebesparing worden dan nog sneller rendabel, waardoor ons land de achterstand op andere landen snel kan inhalen. Het is bemoedigend dat veertig grote bedrijven onlangs verklaarden dat er snel een klimaatwet moet komen.

De kans is groot dat ondanks de klimaatsceptici van VVD en PVV deze wet een meerderheid gaat krijgen in de Tweede Kamer. Het is te hopen dat ook in de Verenigde Staten een coalitie van koplopers op lokaal niveau en grote bedrijven met oog voor de toekomst Donald Trump op andere gedachten kunnen brengen. Om allerlei redenen hadden wij graag gezien dat de Amerikanen een andere president hadden gekozen, maar laten we als het om klimaat- en energiebeleid gaat niet wanhopen, maar het gevecht aangaan.