Verbeteren doe je voor de bewoners!

Met dank overgenomen van H.C.M. (Henk) Krol i, gepubliceerd op donderdag 17 november 2016.

Er zijn door staatssecretaris Van Rijn verbeteringen in verpleeghuizen met een slechte beoordeling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg toegezegd. Maar hoe komen de verbeteringen in de haarvaten van de organisatie terecht? Verbeteren doe je immers niet in de eerste plaats om de Inspectie tevreden te stellen. Verbeteren doe je voor de bewoners!

Mijn inbreng in het debat over de verpleeghuiszorg met staatssecretaris Van Rijn:

“Laat ik vandaag eens, anders dan u van mij gewend bent, beginnen met drie grote complimenten. Allereerst voor alle medewerkers van verpleeghuizen die dag in, dag uit de benen uit hun lijf rennen om onze ouderen zo goed mogelijk te verzorgen!

Maar ook een compliment aan het adres van het Algemeen Dagblad dat vandaag toegeeft dat de reactie op 27 oktober van staatssecretaris Van Rijn op het manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers niet helemaal koosjer was. Het werd gepresenteerd als een reactie, maar - zo staat er letterlijk - ‘Dat laatste was maar ten dele waar. Bovendien werden er uitspraken aan hem toegeschreven die hij niet zo had gezegd’. Journalisten die hun ongelijk durven te bekennen, dat zie je niet elke dag. Een compliment daarvoor. Vandaag laat het AD de staatssecretaris uitgebreid, zowel op de voorpagina als binnenin, aan het woord om zijn hart te luchten.

Dat brengt me meteen bij het derde compliment, aan staatssecretaris Van Rijn zelf. Hij laat merken dat hij duidelijk persoonlijk betrokken is. En hij geeft toe dat veel van de klachten waar wij hier over spreken het gevolg zijn van het feit dat er op de zorg bezuinigd moest worden. Dat ook hem niet alles lukt, dat er betrokken bestuurders nodig zijn die weten wat er speelt op de werkvloer en dat er iets moet gebeuren aan de papier- en registratielast. Dat er geluisterd moet worden naar cliëntenraden en dat het aantrekken van goed opgeleid personeel tijd kost, net als het schrappen van regels.

Staatssecretaris Van Rijn gaf al eerder aan dat er verbeteringen zijn doorgevoerd en dat er wat bezuinigingen zijn geschrapt. Ongetwijfeld heeft het manifest bijgedragen aan al die kniebuigingen. Blijft natuurlijk de vraag of men niet beter eerst was kunnen gaan werken aan kwaliteit en randvoorwaarden en dat pas daarna was bezuinigd.

Tekenend voor de situatie is het onderzoek naar werkdruk dat CBS en TNO gisteren publiceerden. Medewerkers in de zorg, met name in de intramurale zorg, ervaren de hoogste werkdruk. Er is weinig ruimte voor autonomie en het werktempo ligt hoog. Dit toont aan dat we in een neerwaartse spiraal terechtgekomen zijn: er is gesneden in de hoeveelheid personeel, waardoor degenen die er nog wel zijn al het werk op hun schouders krijgen. Maar door hoge werkdruk worden mensen ziek en is er nog minder vast personeel op de vloer. Dat verhoogt de werkdruk opnieuw en zorgt ervoor dat er teveel verschillende gezichten op de vloer rondlopen. Terwijl stabiliteit en vertrouwdheid juist zo belangrijk zijn voor bewoners, zeker voor hen die dementeren. Zorgwekkend!

De situatie bij Careyn is zodanig uit de hand gelopen dat er een interventieteam is ingezet. Heel erg dat dit nodig was, maar veiligheid voor alles. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor de uitvoer van de maatregelen. Dat is in tegenstelling tot onze aangenomen motie hierover; daarin werd verzocht om volledige bevoegdheden betreffende de bedrijfsvoering. Waarom is ervoor gekozen de bevoegdheden tijdelijk niet geheel over te dragen? Er is immers al een traject aan vooraf gegaan waarin men niet in staat is gebleken het tij te keren. De toenmalige bestuurder is nu afgetreden, maar is het niet goed om de touwtjes even uit handen te geven?

Daarbij vraag ik staatssecretaris Van Rijn nadrukkelijk of er genoeg aandacht is voor borging van verbeteringen in verpleeghuizen die een slechte beoordeling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kregen. Met andere woorden: hoe komen de verbeteringen in de haarvaten van de organisatie terecht? Verbeteren zou je immers niet in de eerste plaats moeten doen om de Inspectie tevreden te stellen. Verbeteren doe je voor de bewoners!

Organisaties die door de cliëntenraad ingediende, goedgekeurde plannen hebben ingediend, krijgen een opslag op hun ZZP-tarieven om te besteden aan dagbesteding en opleiding van het personeel. We ontvangen in de komende voortgangsrapportage een eerste beeld, maar graag vraag ik staatssecretaris Van Rijn nu al om zijn bevindingen met ons te delen. Goed opgeleid personeel en persoonlijke aandacht zijn immers beide van levensbelang voor kwalitatief goede zorg! Zo bereik je een mooie balans tussen ervaren kwaliteit (liefdevolle aandacht) en meer objectieve kwaliteit.

50PLUS is blij dat onze motie samen met collega Bergkamp over verbetering van de beeldvorming van het beroep verpleegkundige in de ouderenzorg is aangenomen. Maar dit strekt zich natuurlijk verder, tot verzorgenden, activiteitenbegeleiders en ga zo maar door. Het is tijd voor herwaardering van het werken in de ouderenzorg, zodat studenten er graag gaan werken. Want een Leidraad Verantwoorde Personeelssamenstelling, in welke vorm dan ook, is niet uitvoerbaar als er te weinig goede mensen te vinden zijn! Hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat er ook voldoende verzorgenden en ander personeel beschikbaar zijn en blijven, op korte én lange termijn?

Ondanks enkele maatregelen zijn er nog steeds rotte appels onder zorgbestuurders. Wanneer komt de nieuwe code Goed bestuur beschikbaar? Op welke wijze gaat de IGZ hierop scherper handhaven? En is staatssecretaris Van Rijn bereid zich sterk te maken om te voorkomen dat vertrekkende bestuurders, zeker zij die slecht functioneren, een grote som geld meekrijgen of ergens anders toch weer aan de slag komen?

Tot slot: laat niemand vergeten dat we allen hetzelfde doel hebben: een goede, liefdevolle zorg voor onze ouderen. Alle neuzen staan dezelfde kant op!”

© 17 november 2016