Vragen over fiscale compensatieregeling Koninklijk Huis

Met dank overgenomen van H.C.M. (Henk) Krol i, gepubliceerd op dinsdag 11 oktober 2016.

Hoeveel financieel voordeel heeft het Koninklijk Huis mogelijk genoten door een vermeende geheime fiscale compensatieregeling?, vroeg ik aan de ministers Plasterk en Dijsselbloem.

Over een vermeende geheime fiscale compensatieregeling voor het Koninklijk Huis stelde ik vandaag de volgende vragen aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Dijsselbloem van Financiën:

  • 1. 
    Heeft u kennisgenomen van het bericht naar aanleiding van onderzoek van RTL dat in de jaren 70 in het diepste geheim afspraken zijn gemaakt om de Oranjes te compenseren voor de vermogensbelasting die ze vanaf die tijd moesten gaan betalen, en dat die compensatie nog steeds verweven zit in de uitkering die de koning ontvangt?
  • 2. 
    In hoeverre is de inhoud van dit bericht en de daarin genoemde feiten en omstandigheden juist?
  • 3. 
    In hoeverre is het betalen van vermogensbelasting over het privévermogen van leden van het Koninklijk Huis te zien als compensatie of tegenprestatie voor het feit dat de staat alle kosten op zich neemt die samenhangen met de uitoefening van de koninklijke functie? Welke samenhang is er tussen het betalen van vermogensbelasting over privévermogen en bekostiging door de staat van kosten die samenhangen met de uitoefening van de koninklijke functie?
  • 4. 
    In hoeverre kan de tot stand gekomen compensatieregeling gezien worden als het op gecamoufleerde wijze ongedaan maken van de opheffing van belastingvrijdom voor het Koninklijk Huis?
  • 5. 
    In hoeverre is de Kamer indertijd direct of indirect, gedeeltelijk of volledig op de hoogte geweest van afspraken over compensatie van betaalde vermogensbelasting, of heeft zij hiermee ingestemd? Acht u de democratische legitimatie van de uiteindelijk tot stand gekomen compensatieregeling voldoende?
  • 6. 
    Heeft deze compensatieafspraak die mogelijk strijdig is met (de geest van) het sinds 1973 van kracht zijnde Financieel Statuut van het Koninklijk Huis en mogelijk zonder toereikende democratische legitimatie tot stand is gekomen rechtsgeldigheid? Acht u deze afspraak, en de wijze waarop deze tot stand is gekomen, met de kennis van nu rechtstatelijk en moreel aanvaardbaar?
  • 7. 
    Kan exact aangegeven worden welke personen indertijd direct betrokken zijn geweest bij het tot stand komen van bedoelde geheime compensatieafspraak?
  • 8. 
    Kan aangegeven worden hoeveel financieel voordeel het Koninklijk Huis door deze compensatieregeling mogelijk heeft genoten?
  • 9. 
    In hoeverre acht u terugvordering van mogelijk niet voldoende democratisch gelegitimeerd en mogelijk wederrechtelijk genoten financieel voordeel op dit moment haalbaar en te rechtvaardigen?
  • 10. 
    Bestaan er verder - buiten de Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis om - géén ('geheime') fiscale afspraken met het Koninklijk Huis of andere leden van de koninklijke familie in ruime zin?