Brief regering; Aankondiging beleidsdoorlichting artikel 37.2 'Toegang, toelating en opvang vreemdelingen' - Beleidsdoorlichting Veiligheid en Justitie - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 16 toegevoegd aan dossier 33199 - Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Beleidsdoorlichting Veiligheid en Justitie; Brief regering; Aankondiging beleidsdoorlichting artikel 37.2 'Toegang, toelating en opvang vreemdelingen' |
---|---|
Documentdatum | 26-09-2016 |
Publicatiedatum | 26-09-2016 |
Nummer | KST3319916 |
Kenmerk | 33199, nr. 16 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
33 199 Beleidsdoorlichting Veiligheid en Justitie
Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2016
Inleiding
Met deze brief informeren wij u over de voorgenomen reikwijdte en aanpak van de voor 2017 voorziene beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 37.2 Toegang, toelating en opvang van vreemdelingen. Hiermee voldoen wij aan de toezegging die de Minister van Financiën heeft gedaan1 ter uitwerking van de motie-Harbers2. De beleidsdoorlichting van artikel 37.2 staat gepland voor 2017.
Vreemdelingenzaken
Artikel 37 betreft de activiteiten met betrekking tot vreemdelingenzaken.
De beleidsdoelstelling van artikel 37 is: «Een op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met internationale verplichtingen gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland van vreemdelingen, alsmede verkrijging van het Nederlanderschap of de intrekking daarvan.»
De Minister van Veiligheid en Justitie ontwikkelt en geeft uitvoering aan het vreemdelingenbeleid. Hij heeft daarbij:
-
-
-
•een uitvoerende rol ten aanzien van de opvang van asielzoekers, de afwikkeling van toelatingsprocedures in Nederland en de terugkeer van vreemdelingen uit Nederland;
-
-
-
-
•verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Vreemdelingenwet en de Rijkswet op het Nederlanderschap door het geheel aan overheidsorganisaties dat zich (primair) met het vreemdelingen- en nationaliteitsbeleid bezighoudt;
-
-
-
-
•verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsorganisaties Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), het zelfstandig bestuursorgaan Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en voor de centra van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de vreemdelingenbewaring en de grensdetentie ten uitvoer wordt gelegd;
-
-
-
-
•een gezagsrelatie met de Koninklijke Marechaussee en de nationale politie voor wat betreft het vreemdelingentoezicht.
-
Reikwijdte beleidsdoorlichting
Artikel 37.2 richt zich op de toegang, toelating en opvang van vreemdelingen. Onder dit artikel staan de bijdrage aan een agentschap (IND), de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s (i.c. COA en Nidos), subsidies (w.o. Vluchtelingenwerk Nederland) en kleinere opdrachten (keteninformatisering en versterking vreemdelingenketen). Onder artikel 37.2 valt niet de terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf (dat is artikel 37.3).
De IND is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid en het beleid ten aanzien van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Dat houdt in dat de IND alle aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden. De bekostiging van de IND vindt plaats door de bijdrage van het Ministerie van VenJ en opbrengsten van derden. De opbrengsten bestaan uit leges die met name vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie en voor een kleiner gedeelte uit opbrengsten uit onderverhuur en bijdragen uit Europese subsidies.
De uitvoerende overheidsinstelling in Nederland inzake de opvang van asielzoekers, is het COA. Om te voldoen aan de doelstelling van begrotingsartikel 37.2 biedt het COA asielzoekers, gedurende hun asielprocedure, huisvesting, middelen van bestaan en begeleiding. Ook vergunninghouders krijgen opvang door het COA totdat zij eigen woonruimte hebben gevonden. De normen voor de opvang van asielzoekers zijn neergelegd in de Opvangrichtlijn van het Europees Parlement en de Raad no 2013/33/EU, de Wet COA en de daaronder liggende Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen. De beleidsdoorlichting van artikel 37.2 richt zich ook op de allocatie van middelen tussen de verschillende actoren actief in de vreemdelingenketen.
37,2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen
2012
2013
2014
2015
2016
Bijdrage Agentschappen
IND
295.861
312.131
323.621
389.717
417.044
Bijdrage ZBO/RWT's
COA
397.910
388.752
740.909
1.267.861
1.191.208
Nidos-opvang1
27.054
26.508
24.738
43.302
161.489
Subsidies
Vluchtelingenwerk Nederland
7.468
5.272
6.260
10.718
10.881
Overig toegang, toelating en opvang vreemdelingen
-
605
458
2.466
1.622
Opdrachten
Keteninformatisering
10.678
13.100
12.009
19.220
14.842
Versterking vreemdelingenketen
6.060
495
592
7.377
939
Totaal
745.031
746.863
1.108.587
1.740.661
1.798.025
Noot 1
Nidos maakt t/m 2014 deel uit van artikel 35 Jeugd.
Zoals blijkt uit bovenstaande tabel hebben de bedragen van artikel 37.2 een budgettair beslag oplopend van circa € 0,75 miljard in 2012 tot circa € 1,75 miljard in 2016. In de tabel staan de bedragen opgesomd welke behoren bij artikel 37.2 afgedragen aan agentschappen, ZBO’s, verstrekte subsidies en verleende specifieke opdrachten.
Met de beleidsdoorlichting wordt beoogd de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid in beeld te brengen. De beleidsdoorlichting steunt zoveel mogelijk op bestaande (deel)onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering.
Aanpak
Het startpunt voor het onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid is de huidige kabinetsperiode vanaf het jaar 2012. In de beleidsdoorlichting komen alle vragen zoals genoemd in Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) aan de orde voor het gehele sub-artikel.
De vraag die centraal staat in het begrotingsartikel is:
In hoeverre was toegang, toelating en opvang van vreemdelingen in de periode 2012-2016 doelmatig en effectief? Met andere woorden; heeft de realisatie van de toegang, toelating en opvang van vreemdelingen in Nederland op doelmatige wijze zijn beslag gekregen? Hierin krijgt de enorme fluctuaties in de asielinstroom in deze periode specifieke aandacht.
Bij de beantwoording van de onderzoeksvraag zal gebruik worden gemaakt van relevante studies die zijn verricht naar het opvangbeleid, waaronder de lopende onderzoeken van de Rekenkamer en van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). In het voorjaar van 2016 is de ACVZ een onderzoek gestart naar opvangmodaliteiten voor asielzoekers. Hun bevindingen zullen wij meenemen bij deze beleidsdoorlichting.
Deze beleidsdoorlichting voert het Ministerie van Veiligheid en Justitie zelf uit. Conform de RPE zal een onafhankelijk deskundige betrokken worden bij deze doorlichting. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is bereid gevonden deze rol op zich te nemen. Eind 2017 zal het eindrapport over de beleidsdoorlichting, samen met het schriftelijk oordeel van het WODC, aan uw Kamer worden aangeboden. Ook zal - zoals voorgeschreven - gekeken worden naar de opties om te komen tot een 20% besparingsdoelstelling.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff
Noot 1
Kamerstuk 34 000, nr. 52.
Noot 2
Kamerstuk 34 000, nr. 36.