Geleidende brief - Voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot intrekking van de Zondagswet

Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 34464 - Initiatiefvoorstel Intrekking van de Zondagswet2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot intrekking van de Zondagswet; Geleidende brief; Geleidende brief
Document­datum 28-04-2016
Publicatie­datum 28-04-2016
Nummer KST344641
Kenmerk 34464, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

34 464 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot intrekking van de Zondagswet

Nr. 1 GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 april 2016

Hierbij doe ik u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot intrekking van de Zondagswet.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

Koşer Kaya


  • origineel bericht: 'Voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot intrek...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 34464 - Initiatiefvoorstel Intrekking van de Zondagswet
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
     
  • 2. 
    Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het niet tot de taken van de overheid behoort om met het oog op de viering van de zondag maatregelen te nemen ter verzekering van de zondagsrust.