Verdere ontwikkeling van de strategische agenda - 18-maandenprogramma van de Raad (1 januari 2016 - 30 juni 2017) - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 03-12-2015 |
---|---|
Publicatiedatum | 04-12-2015 |
Kenmerk | 12396/15 |
Van | The future Netherlands, Slovak and Maltese Presidencies |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 3 december 2015 (OR. en)
12396/15
POLGEN 142
NOTA van: De komende voorzitterschappen (Nederland, Slowakije en Malta) aan: de delegaties Betreft: Verdere ontwikkeling van de strategische agenda
-
-18-maandenprogramma van de Raad (1 januari 2016 - 30 juni 2017)
Voor de delegaties gaat hierbij het 18-maandenprogramma van de Raad, dat door de komende voorzitterschappen (Nederland, Slowakije en Malta) en de hoge vertegenwoordiger, als voorzitter van de Raad Buitenlandse zaken, is opgesteld.
INLEIDING
Dit document bevat het werkprogramma van de Raad voor de periode januari 2016 - juni 2017, dat door de komende voorzitterschappen (Nederland, Slowakije en Malta) is opgesteld.
Nu de economie tekenen van herstel laat zien, moet de Unie zich richten op de verwezenlijking van een sterke economische groei. Tegelijkertijd moet ze het hoofd bieden aan ongekende uitdagingen, met name op het stuk van veiligheid en als gevolg van de migratie. Dat vereist een fundamentele heroverweging van meerdere beleidsdomeinen. De drie voorzitterschappen hebben echter ook de kans nieuwe beleidsvormen te ontwikkelen in domeinen waar handelen op Europees niveau een duidelijke meerwaarde kan bieden.
Bij het opstellen van het werkprogramma van de Raad hebben de drie voorzitterschappen zich laten leiden door de prioritaire punten van de strategische agenda en de recente conclusies van de Europese Raad. Ze hebben bijzondere nadruk gelegd op de eerste pijler van de strategische agenda, aangezien een inclusieve, slimme en duurzame groei, banen en concurrentievermogen topprioriteiten blijven voor de komende achttien maanden.
Bij de uitvoering van dat programma zullen de drie voorzitterschappen rekening houden met het belang van de beginselen die ten grondslag liggen aan een betere regelgeving. De Raad draagt als medewetgever een bijzondere verantwoordelijkheid om te garanderen dat de EU-regelgeving van de hoogst mogelijke kwaliteit is en geheel in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit, eenvoud, transparantie, coherentie en grondrechten. Een betere regelgeving zal bijdragen tot de verwezenlijking van de in de strategische agenda opgenomen doelstellingen. En een vermindering van de administratieve rompslomp zal een belangrijke drijvende kracht vormen voor economische groei en concurrentievermogen. De drie voorzitterschappen wijzen ook op het voornemen van de Commissie om een beraad op te zetten over een grotere rol voor de nationale parlementen bij de voorbereiding van de besluitvorming van de EU.
Dit programma wordt in een nieuwe vorm gepresenteerd. Het is operationeel en beoogt een kader te bieden voor de organisatie en programmering van het werk van de Raad in het komende anderhalf jaar. De - op vijf pijlers steunende - structuur ervan spoort met die van de strategische agenda. Het programma legt voor elke pijler de nadruk op de belangrijkste dossiers en aandachtspunten die de Raad tijdens genoemde periode moet aanpakken. Voorts wil het programma niet exhaustief zijn; de drie voorzitterschappen zullen ervoor zorgen dat de Raad flexibel blijft en op nieuwe ontwikkelingen kan inspelen, en dat hij snel uitdagingen opvangt die zich kunnen voordoen.
De voorzitterschappen wijzen erop dat veel van de aandachtspunten die in dit programma zijn opgenomen, met elkaar verweven zijn. Daarom zullen ze ervoor zorgen dat bij de behandeling van alle aandachtspunten rekening wordt gehouden met de ruimere context en met de mogelijke invloed op andere sectoren. Elk onderdeel van het programma kan betrekking hebben op het werk van verscheidene Raadsformaties. De voorzitterschappen zullen elke kans benutten om de werkmethoden van de Raad te verbeteren met het oog op betere discussies en betere resultaten. Ze zullen ook nauw met het Europees Parlement samenwerken vanwege zijn cruciale rol als medewetgever samen met de Raad.
Het is belangrijk dat de prioriteiten tussen beleidsdomeinen en instellingen op elkaar zijn afgestemd. Derhalve hebben de voorzitterschappen met de voorzitter van de Europese Raad overlegd, en ervoor gezorgd dat dit werkprogramma met het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie van 2016 overeenstemt. Dit programma zal de drie voorzitterschappen ook als leidraad dienen bij hun samenwerking met andere instellingen voor de jaar- en meerjarenplanning.
I. EEN UNIE VAN BANEN, GROEI EN CONCURRENTIEVERMOGEN
Europa heeft de onmiddellijke gevolgen van de crisis opgevangen, en moet er nu voor zorgen dat zijn toekomst op een stevigere leest geschoeid is. De Unie heeft zich recentelijk vooral gericht op het verwezenlijken van economische groei en het creëren van banen. Dat zal het uitgangspunt blijven op alle beleidsdomeinen, totdat er een effect op de echte economie en in onze samenlevingen zichtbaar wordt, met een krachtig en duurzaam herstel, waarbij tegelijkertijd een hoog niveau van sociale bescherming, gezondheids- en milieubescherming tot stand kan worden gebracht. Alle instellingen beschouwen dit als hun hoogste prioriteit. De vijf domeinen die in de strategische agenda van juni 2014 zijn omschreven, zullen tijdens de drie voorzitterschappen terug te vinden zijn in het werkprogramma van de Raad. Die domeinen hebben betrekking op de volledige benutting van het potentieel van de eengemaakte markt, onder meer in de digitale omgeving. Daaronder valt het aanmoedigen van een klimaat van ondernemerschap en het scheppen van werkgelegenheid, het investeren in de toekomst, het versterken van de mondiale aantrekkingskracht van de Unie en het verdiepen van de economische en monetaire unie.
De drie voorzitterschappen zullen zich ook richten op milieukwesties zoals het ontwikkelen van een circulaire economie via oproepen tot beter beheer van hulpbronnen op het gebied van afval, water, lucht en biodiversiteit, en op het scheppen van nieuwe groene banen en het ontwikkelen van een concurrerender hulpbronnenefficiënte economie.
EENGEMAAKTE MARKT
De eengemaakte markt is de belangrijkste verwezenlijking van de Unie en het meest doeltreffende instrument om banen te scheppen. Het verdiepen van de eengemaakte markt moet een prioriteit zijn, vooral wat betreft de digitale omgeving en de diensten. De handhaving, uitvoering, vereenvoudiging en consistentie van bestaande instrumenten staan ook hoog op de agenda. In aansluiting op de publicatie van de Strategie voor de digitale eengemaakte markt, zal het werk over de voornaamste elementen ervan worden voortgezet, met bijzondere aandacht voor de hervorming van het kader voor elektronische communicatie, de evaluatie van de wetgeving inzake audiovisuele media en het auteursrecht, de regels voor grensoverschrijdende e-handel, e-overheid alsook de digitale economie, startende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf.
Dit prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
-
-De follow-up van de nieuwe strategie voor de eengemaakte markt voor goederen en diensten, met name wetgevingsinitiatieven om grensoverschrijdende dienstverlening te
vergemakkelijken en om discriminatie op grond van nationaliteit aan te pakken, de verbetering van de wederzijdse erkenning, op zakelijke dienstverlening en de bouwsector gerichte sectorale initiatieven, harmoniserings- en standaardiseringsmaatregelen, een initiatief op het gebied van insolventierecht en betere handhaving
-
-Een betere follow-up van de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester, met nadruk op structurele hervormingen van de interne markt
-
-Initiatieven die volgen uit het maatregelenpakket voor de digitale interne markt, onder meer op het gebied van de regelgevingskaders voor elektronische communicatie, het auteursrecht en de portabiliteit, en met betrekking tot geoblocking, digitale contracten, audiovisuele media, e-handel, de kabel- en satellietrichtlijn en de samenwerking inzake consumentenbescherming
-
-Initiatieven voor een Europese onderzoeks-cloud, gegevenseigendom, vrij verkeer van gegevens en een actieplan inzake e-overheid
-
-De voltooiing van de evaluatie van de wholesaleroamingmarkt
-
-Nog niet aangenomen voorstellen over gegevensbescherming, webtoegankelijkheid en
netwerk- en informatiebeveiliging 1
1 Onder voorbehoud van de lopende werkzaamheden.
-
-Richtlijn betreffende een eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid
-
-Toekomstige richtlijn die voorziet in een kader voor grensoverschrijdende splitsingen van ondernemingen
-
-Het "blauwe gordel"-initiatief
-
-Vereenvoudiging van het uitvoeringskader voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid
-
-Versterking van de positie van de landbouwer in de leveringsketen
-
-Pakket circulaire economie, met inbegrip van een wetgevingsvoorstel over afval
-
-Richtlijn betreffende het bevorderen van de betrokkenheid van aandeelhouders
ONDERNEMERSCHAP EN HET SCHEPPEN VAN WERKGELEGENHEID
Het stimuleren van een klimaat waarin het midden- en kleinbedrijf goed gedijt, zal het potentieel van de Unie om verdere groei te genereren en werkgelegenheid te scheppen helpen vrijmaken. Het creëren van de vereiste randvoorwaarden is een prioriteit. Dat zou onder meer betrekking hebben op verdere werkzaamheden rond gezonde regelgeving, met name het verminderen van de administratieve en reguleringslast, en het verleggen van de belasting van arbeid naar elders (zie ook hoofdstuk III hieronder).
Werkloosheid is een groot probleem in de meeste lidstaten. Voorstellen die de werkloosheid helpen bestrijden en die nieuwe kansen scheppen voor de Europese burgers, zullen een topprioriteit zijn. Er zal vooral aandacht uitgaan naar initiatieven op het gebied van jeugdwerkloosheid, langdurige en structurele werkloosheid, alsook naar volledige toegang tot de arbeidsmarkt. De jaarlijkse analyse in het kader van het Europees semester biedt gelegenheid tot een politiek debat over de hoofdkwesties.
De drie voorzitterschappen zijn vastbesloten om samen te werken aan het toekomstige pakket arbeidsmobiliteit en het wegnemen van de resterende obstakels voor de EU-mobiliteit, ten einde de gevolgen van toekomstige economische schokken te verzachten, waarbij eerlijke concurrentie en billijke arbeidsvoorwaarden worden ondersteund en zodoende wordt bijgedragen aan de gemeenschappelijke doelstelling van fatsoenlijk werk. De drie voorzitterschappen willen werk maken van inclusieve arbeidsmarkten op grond van het beginsel "werk lonend maken".
Dit prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
-
-Uitvoering van de agenda voor betere regelgeving, met name de follow-up van het Refitprogramma en het nog robuuster maken daarvan, in het bijzonder ten behoeve van het
midden- en kleinbedrijf
-
-Follow-up van het derde onderdeel van het investeringsplan om te zorgen voor gecoördineerde inspanningen voor een duidelijk, voorspelbaar en stabiel regelgevingskader voor investeringen op Europees en nationaal niveau, met name voor investeringsprojecten op lange termijn alsook lagere kosten bij het oprichten en het voeren van een bedrijf, voornamelijk voor het midden- en kleinbedrijf
-
-Mainstreaming van het concurrentievermogen van de industrie, met onder meer jaarverslagen over het concurrentievermogen
-
-Een actieplan voor de Europese defensie-industrie
-
-Tussentijdse evaluatie van het Cosme-programma
-
-Nieuwe strategie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen
-
-Pakket arbeidsmobiliteit, onder meer de herziening van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels (Verordeningen 883/2004 i en 987/2009), in het bijzonder met betrekking tot werkloosheidsuitkeringen en langdurige zorg, en de gerichte herziening van Richtlijn 86/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten
-
-Verordening inzake een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures)
-
-Besluit tot oprichting van een Europees platform voor zwartwerk
-
-Vereenvoudiging van EU-wetgeving betreffende de voorlichting en raadpleging van werknemers
-
-Werkgelegenheidsrichtsnoeren
-
-Werkgelegenheid voor jongeren, onder meer de evaluatie van de uitvoering van de initiatieven inzake jongerengarantie en werkgelegenheid voor jongeren
-
-Voorstel voor een aanbeveling van de Raad over de integratie van langdurig werklozen op de arbeidsmarkt.
INVESTEREN IN DE TOEKOMST
Na een daling van de investeringen in de afgelopen jaren is het van cruciaal belang dat het investeringspeil wordt hersteld, wil de economie opnieuw groeien. Het is belangrijk dat het investeringsklimaat wordt verbeterd en knelpunten worden weggewerkt. De drie voorzitterschappen zullen daarom aandringen op de verdere uitvoering van het investeringsplan voor Europa. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de volledige uitvoering en werking van en financiering uit het Europees Fonds voor strategische investeringen.
De begroting van de Unie, met name de Europese structuur- en investeringsfondsen, is het belangrijkste investeringsinstrument. Er zullen sectorale programma's worden uitgevoerd die vallen onder het meerjarig financieel kader (MFK). Die programma's bevatten instrumenten voor investeringen in infrastructuur, technologie en onderzoek, zoals de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-V) of het Horizon 2020- programma. Tegelijkertijd wordt het regelgevingskader voor deze sectors geëvalueerd en verder verbeterd. Vervoer, logistiek en mobiliteit zijn van essentieel belang voor een sterke Europese economie en een dynamische samenleving. De partners van het voorzitterschapstrio zullen zich richten op het behoud en de verbetering van het concurrentievermogen van onze vervoersector om regionale en mondiale connectiviteit te verbeteren, banen te scheppen en groei te stimuleren. De Raad zal streven naar een maximale bijdrage van het cohesiebeleid aan groei en banen. Ook investeringen in menselijk kapitaal, onderwijs en vaardigheden, prestatie en innovatie, die van essentieel belang zijn voor een concurrerende kenniseconomie, zullen een prioriteit vormen.
De drie voorzitterschappen zullen nauw met alle instellingen en andere belanghebbenden samenwerken om de begrotingsprocedure van de EU verder te verbeteren en verder te gaan met de herziening van het MFK met het oog op een spoedig akkoord. De Raad zal een vervolg geven aan de werkzaamheden van de Groep op hoog niveau Eigen middelen, met onder meer de deelname aan een interinstitutionele conferentie met de nationale parlementen.
Het prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- Begrotingsaangelegenheden, waaronder:
-
*Jaarlijkse kwijtingsprocedure voor 2014 en 2015
-
*EU-begroting 2017 en het lopende toezicht van betalingen en de vaststelling van
gewijzigde begrotingen voor 2016 en 2017 en overschrijvingen
-
*Herziening van het meerjarig financieel kader
- Implementering van het Europees Fonds voor strategische investeringen
- Implementering van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en het TEN-V- programma
- Evaluatie, in het kader van het cohesiebeleid, van de medefinancieringspercentages voor Cyprus, van de aanvulling van medefinanciering voor de programmalanden en van de macroeconomische conditionaliteitsbepalingen
- Follow-up van het verslag van de Commissie over de uitkomst van de onderhandelingen inzake de partnerschapsovereenkomsten en operationele programma's voor 2014-2020, de financiële instrumenten, en de programma's van de Europese structuur- en investeringsfondsen
en de bijdrage ervan aan de doelstellingen van Europa 2020
- Follow-up van de uitvoeringsproblemen in verband met de ex-anteconditionaliteit
- Stedelijke Agenda
- Uitvoering van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) door middel van meerjarenplannen voor het beheer van de visserij en de herziening van de flankerende
wetgeving, alsook in het kader van de externe dimensie van het GVB
- Biologische landbouw 2
-
-Verordening betreffende officiële controles 3
- Verordening havendiensten
- Follow-up van de geschiktheidscontrole van het regelgevingskader voor de veiligheid van EU-passagiersschepen
2 Onder voorbehoud van de lopende werkzaamheden.
3 Onder voorbehoud van de lopende werkzaamheden.
- Herziening van de richtlijn inzake havenontvangstvoorzieningen
- Pakket voor een gemeenschappelijk Europees luchtruim (SES II+), de slotsverordening, de verordening passagiersrechten, de nieuwe luchtvaartstrategie - met inbegrip van een
herziening van de verordening over het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart en een kader voor op afstand bestuurde luchtvaartuigen - en onderhandelingsmandaten voor luchtvaartovereenkomsten
- Tijdige aanneming van het vierde spoorwegpakket 4
- Herziening van de adviesstructuren voor de Europese Onderzoeksruimte
- Ex-postevaluatie van het zevende kaderprogramma voor onderzoek
- Tussentijdse evaluatie van het Horizon 2020-programma
- Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden binnen Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie
- Maatregelen ter ondersteuning van jonge onderzoekers, de aantrekkelijkheid van een wetenschappelijke loopbaan, ondersteuning van de mobiliteit
- Stroomlijnen van monitoring en rapportage met betrekking tot onderzoek en innovatie
- Stappenplan 2016 Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren (Esfri)
- Europese agenda voor open wetenschap
- Randvoorwaarden voor onderzoek en innovatie
- Initiatieven van artikel 185 betreffende het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (Prima) en het gemeenschappelijk onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor de Oostzee (Bonus 2)
- Voortzetting, sluiting en tenuitvoerlegging, in voorkomend geval, van internationale overeenkomsten inzake wetenschap en technologie, alsook steun aan relevante initiatieven op het vlak van wetenschapsdiplomatie.
4 Onder voorbehoud van de lopende werkzaamheden.
- Follow-up van de komende ruimtevaartstrategie voor Europa en verdere ontwikkeling van de betrekkingen van de EU met het Europees Ruimteagentschap
- Tussentijdse evaluatie van het programma Creatief Europa.
MONDIALE AANTREKKINGSKRACHT
Het verbeteren van het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven moet de Unie in staat stellen het potentieel van de handel als hefboom voor groei ten volle te benutten. De drie voorzitterschappen willen snel vooruitgang boeken met betrekking tot alle maatregelen die onder de bevoegdheid van de Raad vallen voor het sluiten van bilaterale, regionale en multilaterale handelsovereenkomsten, waaronder het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP). De drie voorzitterschappen zullen ook vrijhandelsakkoorden stimuleren en nauwere relaties met de buurlanden van Europa aanmoedigen. Zij zullen streven naar een betere integratie van duurzame ontwikkeling in bestaande EU-instrumenten voor extern beleid en in nieuwe mogelijkheden voor handelsbeleid.
Het prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- Follow-up en tenuitvoerlegging van de overeenkomsten in het kader van de WTO- Ontwikkelingsagenda van Doha
- Voortzetting en afronding van de onderhandelingen voor multi- en plurilaterale WTO- overeenkomsten op het vlak van informatietechnologie, dienstverlening en groene goederen, en eventueel de uitvoering ervan
- Beraad over het verlenen van de status van markteconomie in de WTO aan China
- Vrijhandelsakkoorden met Canada en Singapore: voltooiing van de werkzaamheden van de Raad voor de ondertekening na het verwachte advies van het Hof van Justitie van de EU
- Trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen: voortzetting en afronding van de onderhandelingen, met name inzake de bescherming van investeringen
- Voortzetting en afronding van de onderhandelingen inzake de vrijhandelsovereenkomst EU-Japan
- Afronding van de onderhandelingen inzake de vrijhandelsovereenkomst met Vietnam - Voortzetting en eventueel afronding van andere onderhandelingen voor bilaterale en/of regionale vrijhandelsakkoorden zoals met de ASEAN-landen, India, de Mercosur-landen en de landen van het zuidelijk nabuurschap. Voorbereiding van onderhandelingen over de modernisering van de vrijhandelsakkoorden met Mexico en Chili en over nieuwe vrijhandelsakkoorden met Australië en Nieuw-Zeeland
- Afronding van de onderhandelingen tussen de EU en China over een investeringsovereenkomst
- Streven naar de ontwikkeling van een succesvolle commerciële dimensie van het oostelijk en het zuidelijke nabuurschap van de EU en de mogelijkheden voor verdere samenwerking
bespreken
- Beraad over het moderniseren van de douane-unie met Turkije
- Inspanningen van de EU om de BRIC-landen in de exportkredietregulering op te nemen
EMU
Naar aanleiding van het aan de Europese Raad van juni 2015 voorgelegde verslag van de vijf voorzitters zullen de drie voorzitterschappen de besprekingen over de voltooiing van de EMU- architectuur voortzetten. De drie voorzitterschappen zullen streven naar een verbeterde cyclus van economische beleidscoördinatie met inachtneming van de op 21 oktober 2015 gepresenteerde voorstellen over een sterkere sociale dimensie, alsook naar vooruitgang bij de voltooiing van de bankenunie. De Raad beoogt ook vooruitgang te boeken bij het creëren van een kapitaalmarktenunie, die - met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel - zal zorgen voor een betere toegang tot kapitaal voor vennootschappen. De voorzitterschappen van de Raad zullen actief deelnemen aan het overleg ter voorbereiding van het Witboek van de Commissie over voorstellen in fase 2 voor de voltooiing van de EMU, onder meer in de beoogde deskundigengroep op hoog niveau.
Het prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- Follow-up van het verslag van de vijf voorzitters
- Versterking van de sociale dimensie van de EMU
- Nieuwe aanpak van de Europese groei en duurzaamheid, rekening houdend met de evaluatie van de Europa 2020-strategie en de tenuitvoerlegging van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties
- Het vernieuwde Europees semester - Voorbereiding van de G20-bijeenkomsten
- Richtlijn betreffende de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen
- Verordening geldmarktfondsen
- Verordening betreffende de structurele hervorming van banken
- Implementering van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme
- Verwacht voorstel over de afwikkeling van centrale tegenpartijen ("niet-bancaire afwikkeling")
- Evaluatie van de financiering en het bestuur van de structuren van de Europese toezichthoudende autoriteiten
-
-Europees depositogarantiestelsel - Actieplan voor de kapitaalmarktenunie, met name een vermindering van de kapitaaldekking voor infrastructuurinvesteringen
- Securitisatievoorstel
- Evaluatie van de prospectusrichtlijn
II. EEN UNIE DIE AL HAAR BURGERS STERK MAAKT EN BESCHERMT
Onze samenlevingen zitten nog steeds met de gevolgen van de crisis, wat significante uitdagingen voor het sociale weefsel van de Unie heeft gecreëerd. De drie voorzitterschappen zullen zich inzetten voor het behoud van het Europese sociale model in zijn verschillende verschijningsvormen, waarbij wordt geïnvesteerd in menselijk kapitaal om onze samenlevingen toe te rusten voor de toekomst, armoede en sociale uitsluiting worden bestreden en alle Europese burgers worden beschermd, met volledige eerbied voor de nationale bevoegdheden en het subsidiariteitsbeginsel.
De drie voorzitterschappen zullen streven naar gelijke behandeling, met name gendergelijkheid, en economische onafhankelijkheid. Er zullen snel maatregelen worden genomen om de onderwijsstelsels te moderniseren en opleidingen en werkgelegenheid voor jongeren te bevorderen, alsook een leven lang leren te ontwikkelen. De voorzitterschappen zullen zich ook richten op de rol van inclusief kwaliteitsonderwijs voor iedereen bij het bevorderen van sociale billijkheid, sociale insluiting, burgerschap en gedeelde Europese waarden.
Socialebeschermingsstelsels die in passende beschermingsniveaus voorzien en tegelijkertijd op een doeltreffende manier bijdragen tot sociale en professionele inclusie, vormen een prioritaire doelstelling. De huidige demografische ontwikkelingen vergen een gecoördineerde aanpak om onze socialezekerheidsstelsels en arbeidsmarkten beter uit te rusten om grote sociale veranderingen het hoofd te bieden.
De bescherming van de gezondheid van de EU-burgers blijft een hoofddoelstelling.
De drie voorzitterschappen zullen voortgaan met de besprekingen over mogelijkheden ter verbetering van de gezondheidstoestand van de EU-bevolking, door niet-overdraagbare ziekten tegen te gaan, van de beschikbaarheid van en toegang tot innovatieve en betaalbare geneesmiddelen voor patiënten alsook van de samenwerking tussen de gezondheidsstelsels van de lidstaten. Er zal naar behoren aandacht worden besteed aan gezondheidsbescherming, aan de paraatheid van de EU in het geval van grensoverschrijdende gezondheidsgevaren en aan antimicrobiële resistentie. Er zal werk worden gemaakt van voorstellen in verband met gezondheid en veiligheid op het werk en de kwaliteit van het milieu.
De ruimere doelstelling sociale rechtvaardigheid te waarborgen geldt ook het gebied van belastingen, waar de werkzaamheden zullen worden voortgezet. Tegen deze achtergrond zal alles in het werk worden gesteld om belastingfraude, -ontduiking en -ontwijking tegen te gaan, om de uitholling van de belastinggrondslag en winstverschuiving tegen te gaan, en om de informatieuitwisseling te verbeteren.
Dit prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- Richtlijn inzake de verbetering van het genderevenwicht in het bestuur van ondernemingen
- Richtlijn betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid
- Strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2014-2020 en amendementen bij gerelateerde wetgeving, onder meer op het gebied van kankerverwekkende stoffen
- Aangekondigde initiatieven om de problemen voor werkende gezinnen bij het combineren van werk en gezin aan te pakken en de participatie van vrouwen aan de arbeidsmarkt te
ondersteunen
- Betere toegang tot goederen en diensten voor mensen met een handicap
- Agenda voor nieuwe vaardigheden voor Europa, met inbegrip van de wederzijdse erkenning van kwalificaties en andere mogelijke initiatieven voor de modernisering van het hoger
onderwijs
- Tussentijdse evaluatie van het programma Erasmus+
- Uitvoering van het vernieuwde kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken, om alle jongeren in staat te stellen deel te nemen aan een divers, intern verbonden en solidair Europa
- Voortbouwend op goed bestuur, sociale insluiting en onderwijs in en door de sportsector met bijzondere aandacht voor grote internationale sportevenementen, sportdiplomatie en
vrijwilligerswerk
- Pakket Medische hulpmiddelen en medische in-vitro-hulpmiddelen
- Verordening nieuwe voedingsmiddelen
- Voorbereiding van de EU-standpunten voor het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging COP 7 en de uitvoering van de richtlijn inzake tabaksproducten
- Herzien voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting
- Follow-up van een pakket voorstellen voor de vennootschapsbelasting, waaronder de uitvoering van de conclusies van de Raad in verband met de werkzaamheden van de OESO inzake grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS)
- Herziening van de rente- en royaltyrichtlijn
- Rapportage aan de Europese Raad over belastingaangelegenheden
- Gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen) - rapportage aan de Raad Ecofin
- Een actieplan voor een doeltreffende en fraudebestendige definitieve regeling voor belasting over de toegevoegde waarde (btw)
III. NAAR EEN ENERGIE-UNIE MET EEN TOEKOMSTGERICHT KLIMAATBELEID
Progressie boeken op de weg naar een energie-unie met een toekomstgericht klimaatbeleid zal, zoals in de strategische agenda vermeld, één van de belangrijkste prioriteiten van de drie voorzitterschappen zijn. Het werk zal worden voortgezet conform de kaderstrategie voor de energie-unie en de Europa 2020-strategie, waarin wordt erkend dat de overgang naar een groene, koolstofarme, energie- en hulpbronnenefficiënte economie - door het scheppen van nieuwe groene banen en dankzij technologische knowhow van wereldklasse - essentieel is om slimme, duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen.
Een voltooide en volledig functionerende interne energiemarkt blijft ook in de komende periode een belangrijk doel van de Unie. De voorzitterschappen zullen overeenkomstig de door de Europese Raad gestelde doelen verder werken aan de interconnectie van infrastructuur op energiegebied, onder meer door de regionale en internationale samenwerking te versterken. Het verhogen van de energiezekerheid door middel van de diversificatie van leveranciers, bronnen en routes blijft een van de hoofddoelstellingen. Er zal verder worden gewerkt aan de opzet van het governancesysteem van de energie-unie. Energie-efficiëntie, energieprijzen en hernieuwbare energie zullen ook in het kader van het concurrentievermogen als belangrijke elementen worden behandeld.
Op klimaatgebied zullen de drie voorzitterschappen zorg dragen voor een passende follow-up van de uitkomsten van de VN-conferentie over klimaatverandering COP-21 in december 2015 in Parijs. De nodige aandacht zal worden besteed aan de uitvoering van het klimaat- en energiepakket 2030, waaronder het voorstel inzake het emissiehandelssysteem (ETS) en het te verwachten voorstel inzake emissiereductie in andere ("non-ETS") sectoren. De drie voorzitterschappen streven ernaar om tijdens hun termijn aanzienlijke vorderingen te maken met de onderhandelingen.
De drie voorzitterschappen zullen zoeken naar innovatieve methoden en manieren om kennis en beste praktijken nog meer te delen. Zij zullen blijven werken aan betere regelgeving om voor meer consistentie te zorgen tussen EU-richtlijnen en de integratie, betere handhaving en modernisering van het EU-beleid. De drie voorzitterschappen zullen ook werk maken van een governancesysteem voor de energie-unie dat alle bovengenoemde inspanningen op het gebied van energie- en klimaatbeleid bestrijkt. Met het oog op een efficiëntere voorbereiding van internationale bijeenkomsten, zullen de voorzitterschappen - waar dit opportuun wordt geacht - voor de gehele duur van hun termijn gezamenlijke teams instellen.
Dit prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- Evaluatie van het energie-efficiëntiekader voor producten (richtlijn energie-etikettering)
- Herziening van de verordeningen inzake de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de zekerheid van de gasvoorziening
- Evaluatie van Besluit 994/2012 tot instelling van een mechanisme voor informatieuitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied
- Pakket maatregelen inzake hernieuwbare energie, met inbegrip van duurzaamheidscriteria voor biomassa
- Energie-efficiëntiepakket, met inbegrip van de herziening van de richtlijn energieprestatie van gebouwen
- Het pakket voor de opzet van de elektriciteitsmarkt, met de voorstellen voor de herstructurering van de elektriciteitsmarkt, de evaluatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en regionale samenwerking
- Consumenten mondiger maken, met name door de invoering van vraagrespons en het gebruik van slimme technologie
- Externe dimensie (de energiegemeenschap, de Euromediterrane samenwerking in de energiesector, het Energiehandvest, het actieplan van de EU voor energiediplomatie,...)
- Strategie voor vloeibaar aardgas en aardgasopslag
- Voltooiing van de energie-infrastructuur en maatregelen om het 15%-streefcijfer voor interconnectie van elektriciteit in 2030 te halen, onder meer door de tenuitvoerlegging van het TEN-E-programma
- Energieprijzen en -kosten
- Geïntegreerde strategie voor onderzoek, innovatie en concurrentievermogen in de energie-unie
- 2e verslag van de staat van de energie-unie
- Governance van de energie-unie
- Richtlijn inzake nationale emissieplafonds
- Evaluatie van de ETS-richtlijn
- Besluit over non-ETS (verdeling van de inspanningen)
- Andere uitvoeringswetgeving in het pakket 2030, zoals bijvoorbeeld de opname van landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) in het 2030-pakket
- Evaluatie van verordeningen om de emissienormen voor auto's en bestelwagens voor de periode na 2020 vast te leggen
- Follow-up van UNFCCC COP 21 en de voorbereiding en follow-up van COP 22
- ETS-richtlijn over luchtvaart: follow-up van de vergadering van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) in 2016
IV. EEN UNIE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT
De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zal verder worden ontwikkeld op basis van de strategische richtsnoeren van de Europese Raad van juni 2014. In de loop van de termijn zal - op basis van wederzijds vertrouwen - met name op de tenuitvoerlegging worden gelet, evenals op de samenhang tussen alle relevante beleidsmaatregelen en instrumenten, met inbegrip van de externe aspecten.
Irreguliere migratie en internationale bescherming zijn onderwerpen die hoog op de agenda blijven staan en die vragen om solidariteit en verantwoordelijkheid van alle lidstaten. De voorzitterschappen zullen zich richten op het vaststellen van tekortkomingen en op het vinden van nieuwe manieren om deze te bestrijden. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het "slimmegrenzenpakket" en de uitvoering van de acties in de mededeling van de Commissie over een Europese agenda inzake migratie van mei 2015 en in de conclusies van de Europese Raad van juni en oktober 2015, waaronder de werkzaamheden voor de toekomstige ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, inspanningen op het gebied van herplaatsing en hervestiging, terugkeer en overname, grensbeheer, krachtiger bestrijding van mensensmokkel en de voortgang van het werk inzake legale migratie. Voorts zullen de drie voorzitterschappen zich inzetten voor betere samenhang tussen migratie, veiligheid en buitenlands beleid. De drie voorzitterschappen stellen zich ten doel vorderingen te maken met de lopende wetgevingswerkzaamheden inzake het nieuwe beheer van de buitengrenzen en de nieuwe visumcode.
Op het gebied van veiligheid is - in aansluiting op de mededeling van de Commissie over een
Europese veiligheidsagenda - de tenuitvoerlegging van de vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de EU van cruciaal belang. De drie voorzitterschappen streven naar een brede, geïntegreerde aanpak van cyberveiligheid en cybercriminaliteit, corruptie, zware en georganiseerde misdaad en mensenhandel (en onder meer arbeidsuitbuiting). Terrorismebestrijding blijft een van de speerpunten van de Raad.
Op het gebied van justitie zal de nadruk liggen op consolidatie en de doeltreffendheid van bestaande instrumenten in de praktijk. De drie voorzitterschappen zullen zich inzetten voor de verbetering van de kwaliteit van de wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van burgers, overheden en juristen. Zij zullen aandacht besteden aan het boeken van vooruitgang inzake procedurele rechten in strafzaken en aan de niet aflatende strijd tegen fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt, onder meer met de werkzaamheden inzake het Europees Openbaar Ministerie. Wat het burgerlijk recht betreft, zal het familierecht centraal staan in de werkzaamheden. De drie voorzitterschappen zullen een impuls geven aan e-justitieoplossingen. Bescherming van de mensenrechten is een algemene doelstelling en de drie voorzitterschappen zullen trachten de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de rechten van de mens naderbij te brengen. Het boeken van vooruitgang inzake het gegevensbeschermingspakket zal een
van de prioriteiten vormen 5 .
Dit prioritaire gebied omvat onder meer het volgende:
- De Europese migratieagenda, met inbegrip van:
-
*De evaluatie van de richtlijn inzake de blauwe kaart en een nieuwe aanpak op het
gebied van legale migratie
-
*De evaluatie van - en eventuele wijzigingen op - de Dublin-verordening
-
*Werkzaamheden aan een EU-overbrengingsmechanisme
-
*Verdere inspanningen ter verbetering van de mogelijkheden voor hervestiging
-
*Voorstellen ter versterking van de rol van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken
-
*Effectiviteit van het Schengengebied
-
*Voorstel tot wijziging van de richtlijn asielprocedures (Richtlijn 2013/32 i/EU) om de bepalingen onder "veilig land van herkomst" te versterken
-
*Werkzaamheden in verband met irreguliere immigratie, met inbegrip van terugkeer en overname
-
*Werkzaamheden die voortvloeien uit het actieplan inzake het smokkelen van migranten
-
*Voorstellen voor versterkte bescherming in de nabijheid van de EU
-
*Actieplan inzake migratie met Turkije
-
- Versterking van Frontex, onder meer in het kader van de besprekingen over de ontwikkeling van een Europees grens- en kustbewakingssysteem
5 Controleer de geboekte vooruitgang onder het Luxemburgse voorzitterschap.
- Voorstellen inzake slimme grenzen, met inbegrip van het inreis/uitreissysteem en het programma voor geregistreerde reizigers
- Toepassing van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van regelgeving inzake de internationale bescherming van niet-begeleide minderjarigen
- Verordeningen inzake een vereenvoudigde EU-visumcode en betreffende rondreisvisum
- Overeenkomsten inzake visumfacilitering en -liberalisering
- Uitbreiding van het Schengengebied
- Europol-verordening
- Richtlijn inzake persoonsgegevens van passagiers en overeenkomsten daaromtrent
- Operationele samenwerking tussen de wetshandhavingsdiensten
- Wetgevingsvoorstel over vuurwapens
- Collegiale toetsing op het gebied van cybercriminaliteit
- De Europese veiligheidsagenda, waaronder:
-
*Follow-up van de hernieuwde interneveiligheidsstrategie van de EU, met name de
toekomstige initiatieven van de Commissie betreffende de herziening van het
kaderbesluit inzake terrorisme, betere regels inzake vuurwapens, uitbreiding van het
Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) tot onderdanen van derde landen en
fraude met betalingen anders dan in contanten
-
*Hernieuwde EU-strategie inzake mensenhandel
-
*Evalueren van de belemmeringen voor strafrechtelijk onderzoek naar cybercriminaliteit,
met name wat betreft de bevoegde rechtsmacht en de regels inzake toegang tot
bewijsmateriaal en informatie
-
*Nieuwe EU-beleidscyclus inzake georganiseerde en zware internationale criminaliteit
- Ondersteuning van de totstandbrenging van een Europees netwerk voor de rechten van slachtoffers
- Pakket gegevensbescherming
- Kaderovereenkomst betreffende gegevensbescherming tussen de EU en de VS
- Verordening betreffende Eurojust
- Verordening betreffende het Europees openbaar ministerie
- Routekaart voor de versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures, waaronder met name de voorstellen betreffende procedurele waarborgen voor kinderen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel
- Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de rechten van de mens
- Familierecht: huwelijksvermogensregime en vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
- E-justitie
- Verordening ter bevordering van het vrije verkeer van burgers en bedrijven door vereenvoudigde ontvangst van openbare akten
- Dialoog over de rechtsstaat
- Herziening van de verordening "Brussel II" betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid
- Wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie
V. DE UNIE ALS EEN STERKE MONDIALE SPELER
De strategische context van de EU is door de globalisering en de groeiende instabiliteit rondom de EU veranderd, waardoor onze Europese waarden en onze veiligheid worden bedreigd. Meer connectiviteit, meer concurrentie en toegenomen complexiteit in onze mondiale context bieden de EU kansen, maar brengen ook uitdagingen met zich mee. De EU zal het hoofd moeten bieden aan dit onzekere toekomstperspectief, die zowel bedreigingen als uitdagingen en kansen inhoudt en waarin interne en externe veiligheid steeds meer met elkaar vervlochten raken. Met name in het nabuurschap van de EU heeft inherente instabiliteit tot verhoogd risico geleid. In het oosten heeft het negeren van de beginselen van het internationale recht de Europese veiligheidsorde ondermijnd en tot geopolitieke spanningen geleid. In het zuiden zijn conflicten en mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag, en zij hebben gezorgd voor hardnekkige humanitaire, sociaaleconomische en veiligheidsproblemen. Tegen de achtergrond van deze explosieve situaties in de ons omringende regio's is de geloofwaardigheid van het uitbreidingsproces en van daadwerkelijke voortgang in de toenadering van de Westelijke Balkan tot de EU nog steeds van strategisch belang.
Een "golf van instabiliteit" die zich uitstrekt van Oost-Europa tot de Sahel heeft gevolgen voor de veiligheidssituatie in de EU en vormt een bedreiging voor de gezamenlijke Europese waarden en belangen. De EU moet nieuwe bedreigingen zoals hybride bedreigingen - terroristische groeperingen met enorme financiële middelen zoals ISIS/Da'esh - en cyberaanvallen het hoofd bieden, evenals permanente bedreigingen zoals proliferatie, piraterij, extremisme en terrorisme. Een grotere mobiliteit van mensen heeft geleid tot problemen als gevolg van irreguliere migratie, mensenhandel en mensensmokkel. De universele mensenrechten en democratische waarden worden belaagd door vijandige ideologieën en propaganda.
Migratie zal ongetwijfeld hoog op de internationale agenda blijven staan. De agenda van het voorzitterschapstrio met betrekking tot de externe aspecten van migratie zal essentieel bestaan uit: de uitvoering van de Europese agenda op het gebied van migratie; de conclusies van de Europese Raad van april, juni en oktober 2015; de uitkomst van de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van september 2015; de uitkomst van de top van Valletta van 11 en 12 november 2015; en de conferentie op hoog niveau over de route via het oostelijke Middellandse Zeegebied/Westelijke Balkan van 8 oktober 2015. De afgesproken maatregelen inzake migratie moeten in 2016 en 2017 worden uitgevoerd en geëvalueerd, daar sommige maatregelen een middellangtot langetermijnperspectief hebben. Dit geldt met name voor maatregelen om de irreguliere migratiestroom in te dammen en voor de aanpak van dieperliggende oorzaken door op een samenhangende manier de samenwerking met de landen van herkomst en doorreis te versterken.
De ambitieuze conclusies over terrorismebestrijding van de Raad Buitenlandse Zaken van februari 2015 zullen verder moeten worden uitgevoerd, in het bijzonder met betrekking tot de externe werkzaamheden van de EU inzake terrorismebestrijding, met name een nauwere politieke dialoog met de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika over terrorismebestrijding, de actieplannen en de projecten voor capaciteitsopbouw.
De reactie van de EU moet mede gebaseerd zijn op een naar buiten gerichte en gecoördineerde benadering van veiligheid en diplomatie. Relevant beleid en relevante instrumenten van de EU moeten op een meer strategische manier worden ingezet voor de bescherming en bevordering van de waarden en belangen van de EU. In dit verband zal de komende algehele EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid een cruciale rol spelen bij het bepalen van onze politieke ambities, doelstellingen en instrumenten om deze te verwezenlijken. De evaluatie van het Europees nabuurschapsbeleid en de evaluatie halverwege van het Europese nabuurschapsinstrument zullen een belangrijke rol spelen bij het omschrijven van een nieuwe benadering van onze buurlanden. Differentiatie zal van cruciaal belang zijn om ervoor te zorgen dat in de benaderingen van de EU rekening wordt gehouden met de specifieke situaties in de partnerlanden. Doeltreffende en coherente toepassing van het EU-beleid op het gebied van extern optreden is van essentieel belang, uitgaande van een brede aanpak die onder andere diplomatie, handel, energie, ontwikkeling, migratie, mensenrechten en veiligheid en defensie met elkaar verbindt.
Dit omvat onder meer de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), omdat GVDB-missies en -operaties een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de internationale vrede en stabiliteit. De civiele en militaire vermogens van de EU moeten worden versterkt en het GVDB moet beter worden afgestemd op huidige en toekomstige uitdagingen, waaronder mensenrechtenkwesties. Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van juni 2015 moet de EU de samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie - ook op internationaal vlak - in nauwe samenwerking met internationale partners (zoals de VN en de NAVO) en de Europese defensie-industrie verder uitbouwen. Een ondersteunende rol is weggelegd voor het Europees Defensieagentschap. Intensievere samenwerking met partnerorganisaties, meer complementariteit en wederzijdse uitwisseling van informatie zijn van essentieel belang - in het bijzonder met de VN, de OVSE, de NAVO en de Afrikaanse Unie op gebieden als hybride bedreigingen, maritieme beveiliging, snelle reactie en cyberveiligheid. Bijdragen van partners aan het GVDB zullen verder worden aangemoedigd. Daarnaast zijn gepland de invoering van geografisch flexibele capaciteitsopbouw ter ondersteuning van veiligheid en ontwikkeling, en de ontwikkeling van een EU-breed strategisch kader voor de hervorming van de veiligheidssector vanuit het GVDB en het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.
Buiten onze buurlanden om is het versterken van partnerschappen van cruciaal belang - vooral met gelijkgestemde actoren, maar ook met partners die toenemende mondiale en regionale invloed hebben en met multilaterale organisaties en andere fora. Om genoeg gewicht in de schaal te kunnen leggen, moet de EU met één stem opkomen voor de Europese waarden en belangen, waarbij respect voor de mensenrechten een kernwaarde blijft die de interne en externe acties van de EU drijft en richting geeft.
In Noord- en Zuid-Amerika liggen er kansen die volledig moeten worden benut. Al met al beschikt de EU over vele troeven om op een positieve manier naar buiten te treden en invloed uit te oefenen. Hechte en effectieve strategische betrekkingen met de Verenigde Staten maken nauwe samenwerking op een groot aantal dossiers inzake buitenlands en veiligheidsbeleid mogelijk. De EU zal zich inzetten voor een intensivering van de samenwerking op het gebied van handel, energiezekerheid, het GVDB en gegevensbescherming.
In Azië zijn er spanningen tussen regionale spelers die wedijveren om invloed. De EU heeft een reëel strategisch belang bij het bevorderen van stabiliteit in Azië en zal een krachtig signaal afgeven van haar toewijding aan Azië en de regionale integratie aldaar, onder meer op de 11e topconferentie Azië-Europa (ASEM) die in juli 2016 zal worden gehouden. De EU zal haar betrokkenheid bij de landen in Centraal-Azië blijven onderhouden en de EU-strategie voor Centraal-Azië, die in juni 2015 is geëvalueerd, uitvoeren.
In nauwe samenwerking met Afrikaanse landen zal de EU verder werken aan de uitvoering van het EU-Afrika-stappenplan dat tijdens de top in 2014 is aangenomen, evenals aan de voorbereiding van de volgende top. De blijvende betrokkenheid van de EU heeft als doel crisissituaties te voorkomen en het hoofd te bieden, bij te dragen tot vrede en stabiliteit, de toenemende stroom van irreguliere migratie in te perken en terrorisme te bestrijden - in nauwe samenwerking met de Afrikaanse Unie, regionale organisaties en internationale partners. De EU zal de regionale strategieën en begeleidende actieplannen blijven uitvoeren om bij te dragen aan de veiligheid en ontwikkeling in de regio's van de Sahel, de Golf van Guinee en de Hoorn van Afrika.
Het aanpassen van de EU-betrekkingen met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille
Oceaan (ACS) na 2020 (post-Cotonou) tegen de achtergrond van deze nieuwe mondiale werkelijkheid en de daarmee gepaard gaande uitdagingen zal in, deze politieke overwegingen worden meegenomen.
Mondiale uitdagingen blijven ook in 2016 en 2017 een belangrijke plaats innemen op de internationale agenda. De EU heeft zich tot doel gesteld om tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering (COP 21) in Parijs een ambitieuze en bindende overeenkomst voor klimaatbescherming te sluiten, die door zowel de EU als haar partners moet worden uitgevoerd. Het opstellen van een tweede actieplan voor klimaatdiplomatie dient te worden overwogen in het licht van de internationale gevolgen van de overeenkomst van Parijs. Wat betreft het bevorderen van de energiezekerheid van de EU is het van belang de uitvoering van de externe aspecten van de door de Europese Raad onderschreven mededeling over de energie-unie van maart 2015 te evalueren, met name wat betreft de ondersteuning van de diversificatie-inspanningen van de EU met instrumenten van het buitenlands beleid.
Ontwikkelingsbeleid en -samenwerking blijven centrale elementen in het externe optreden van de EU. De EU zal doorgaan met haar werkzaamheden om ontwikkelingshulp doeltreffender en gerichter te maken. Als onderdeel daarvan zal de EU ook haar inspanningen intensiveren om de ontwikkelingssamenwerkingsprogramma's van de EU en de lidstaten middels gezamenlijke programmering op elkaar af te stemmen. De EU en haar lidstaten zullen zich ook blijven inspannen voor een betere onderlinge afstemming van hun middelen en instrumenten op het gebied van externe betrekkingen, in overeenstemming met de beginselen van de brede aanpak van de EU.
De agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling waarover in New York overeenstemming is bereikt, biedt een nieuw mondiaal raamwerk voor duurzame ontwikkeling. Daarom zal het voorzitterschapstrio zich richten op de uitvoering van deze agenda, en, in de daarvoor geëigende fora, op de interne uitvoering ervan in de EU.
Het EU-beleid moet aan de nieuwe doelstellingen voor duurzame ontwikkeling - uitgaande van een multistakeholderaanpak - worden getoetst. Ook het bevorderen van beleidscoherentie voor ontwikkeling blijft een belangrijk element voor de verwezenlijking van de ambities in de agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de EU. In dit verband zijn de evaluaties van de instrumenten voor ontwikkeling en de besprekingen over de betrekkingen tussen de EU en de ACS na 2020 (post- Cotonou) eveneens van belang.
Tegen de achtergrond van veelvuldige en aanslepende crises met ongekende aantallen ontheemden zal de EU blijven bijdragen aan de efficiënte verlening van humanitaire hulp aan slachtoffers van conflicten, instabiliteit en natuurrampen. De eerste humanitaire wereldtop in mei 2016 zal een impuls geven aan innovatieve benaderingen en de collectieve verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap op dit gebied nieuw leven inblazen.
Nederland, Slowakije en Malta zullen ter ondersteuning van de werkzaamheden van de hoge vertegenwoordiger en de Commissie in de Raad van de Europese Unie werken aan een gezamenlijke inzet die vooral gericht is op landen met uitzicht op lidmaatschap, op de naburige landen en de aangrenzende regio's, alsook op de strategische partners van de EU.