Brief regering; Aanbieding verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 1 oktober 2015 in Luxemburg - Raad voor Concurrentievermogen

Deze brief is onder nr. 357 toegevoegd aan dossier 21501-30 - Raad voor Concurrentievermogen i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Raad voor Concurrentievermogen; Brief regering; Aanbieding verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 1 oktober 2015 in Luxemburg
Document­datum 27-10-2015
Publicatie­datum 27-10-2015
Nummer KST2150130357
Kenmerk 21501-30, nr. 357
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 357 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen (RvC) van 1 oktober 2015 te Luxemburg. De Raad bestond deze keer alleen uit een deel over interne markt en industrie.

De Raad besprak de zogenaamde «check-up» van het concurrentievermogen. Het agendapunt betere regelgeving werd tijdens de Raad geschrapt vanwege een gebrek aan tijd. Tijdens de informele lunchdiscussie werd gesproken over het EU Emissions Trading System («EU ETS») en de recente ontwikkelingen op het terrein van de emissiecontroles in de auto-industrie.

Onder het agendapunt diversen informeerde het voorzitterschap de Raad over de informele Ruimtevaartraad die 30 november 2015 te Brussel zal plaatsvinden en lichtte de Commissie de stand van zaken toe over de (implementatie van) het unitair octrooi. Op verzoek van Nederland heeft de Commissie de Raad geïnformeerd over de inspanningen om het gelijke speelveld tussen de EU en de VS op het terrein van transparantievereisten, afkomstig uit de jaarrekeningrichtlijn, te herstellen.

En marge van de Raad hebben lidstaten die deelnemen aan het unitair octrooi goedkeuring gegeven aan een zogenaamd «protocol van voorlopige toepassing», dan wel door ondertekening van het protocol dan wel door het afleggen van en verklaring. Met dit protocol worden enkele institutionele, organisatorische en financiële bepalingen met betrekking tot het Eengemaakt octrooigerecht voorlopig toegepast, waarna in een later stadium het volledige Rechtspraakverdrag in werking zal treden en partijen zich tot het Eengemaakt octrooigerecht kunnen wenden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Bijlage: Verslag Raad voor Concurrentievermogen 1 oktober 2015

INDUSTRIE EN INTERNE MARKT

Check-up van het concurrentievermogen

De Raad startte met de zogenaamde «competitiveness check-up». Het Luxemburgs voorzitterschap gaf aan met dit agendapunt de Raad voor Concurrentievermogen een meer actieve rol te willen geven bij het monitoren van de Europese concurrentiekracht en er zo voor te zorgen dat aspecten van concurrentievermogen beter worden meegenomen in de ontwikkeling van nieuwe EU-regels (mainstreaming). Het voorzitterschap noemde beleidsterreinen als energie en milieu, internationale handel en de (digitale) interne markt als dossiers die potentieel een grote impact hebben op de Europese concurrentiekracht en waar de Raad voor Concurrentievermogen aandacht voor moet hebben.

Commissaris Bieńkowska presenteerde een aantal kernindicatoren, waarbij ze inzoomde op aspecten van concurrentiekracht die sterk door regulering worden beïnvloed. Ze markeerde de trage voortgang op het terrein van handelsintegratie binnen de interne markt en de forse verschillen die tussen lidstaten onderling bestaan in de hervorming van hun markten en het moderniseren van het regelgevend kader. Verder stipte de Commissaris de onvrede aan onder Europese bedrijven over de kwaliteit van het openbaar bestuur, waarbij ze lidstaten aanspoorde de voorspelbaarheid van hun wetgevend kader te versterken om zo de lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. Vervolgens ging de Commissaris in op milieubeleid, waarbij ze toonde dat sommige lidstaten er in slagen ambitieus te zijn op milieubeleid tegen relatief lage kosten voor bedrijven. Nederland scoort hier relatief goed. De verschillen tussen de lidstaten geven volgens de Commissaris aanleiding tot wederzijds leren en een debat over effectief en efficiënt implementeren van EU-wetgeving.

Veel lidstaten beaamden de horizontale rol van de Raad om de impact van beleidsvelden en beleidsvoorstellen op het concurrentievermogen te bezien, zoals ETS, internationale handel, industriebeleid, de (digitale) interne markt en toegang tot financiering voor het mkb. Tevens gaven veel lidstaten aan hier een rol te zien voor de High Level Group on Competitiveness, een hoogambtelijk voorportaal van de Raad, die een belangrijke taak heeft in het voorbereiden van de debatten op dit punt, maar ook in de follow up hiervan. Verder zagen lidstaten het voordeel van het uitwisselen van best practices. Nederland bevestigde het belang van de rol van de Raad in het mainstreamen van het concurrentievermogen en noemde het Nederlandse Energie Akkoord als voorbeeld van een best practice.

LUNCHDEBAT

Tijdens de informele lunchdiscussie is gesproken over het EU Emissions Trading System («EU ETS»), als concreet voorbeeld van de check-up van het concurrentievermogen. In de discussie werd benadrukt dat de internationale industrie relatief meer in China en de Verenigde Staten investeert en steeds minder in Europa. Diverse lidstaten gaven aan dat het goed is dat Europa voorop loopt in de klimaatambities, maar ervoor moet waken dat andere landen niet te veel achterblijven.

Nederland gaf in de discussie aan dat het van groot belang is het systeem te blijven verbeteren en dat de herziening van de richtlijn gelegenheid biedt een betere balans te brengen in het aanscherpen van het emissieplafond, de borging van de internationale concurrentiepositie van de industrie die gevoelig is voor koolstoflekkage en vereenvoudiging van het ETS. Nederland onderstreepte dan ook het belang om afdoende bescherming te bieden door middel van 100% gratis emissierechten voor de industrie die gevoelig is voor koolstoflekkage, voor aanscherping van de criteria voor de lijst met bedrijven die gevoelig zijn voor koolstoflekkage en het uitfaseren van gratis emissierechten voor bedrijven die niet op de lijst staan.

Nederland heeft aangegeven de suggestie van de Commissie op het terrein van meer dynamische toewijzing van emissierechten te steunen, maar ervoor te pleiten dit reeds toe te staan bij een relatief lage groeidrempel van ongeveer 10%. Daarmee ontstaat volgens Nederland een betere aansluiting tussen daadwerkelijke behoefte en toewijzing.

Daarnaast informeerde de Commissaris de Raad tijdens de informele lunchdiscussie over de recente ontwikkelingen op het terrein van de emissiecontroles in de auto-industrie. Commissaris Bieńkowska gaf aan dat zij de kwestie hoog opneemt en riep de lidstaten op om nieuwe, betrouwbare emissietesten snel in te voeren. Nederland pleitte voor het snel Europees invoeren van deze zogenaamde RDE-test en die vanaf het begin effectief te laten zijn.

DIVERSEN

Informele Ruimtevaartraad

Het voorzitterschap informeerde de Raad over haar voornemen om op 30 november 2015 na afloop van de Raad voor Concurrentievermogen te Brussel een informele «Ruimtevaartraad» te organiseren, een zogenaamde «Space Council». Bij deze informele bijeenkomst komen zowel de Commissie, ESA en de lidstaten van de EU en ESA bijeen. Onderwerpen van gesprek zijn de rol van de Ruimtevaartraad, de institutionele markt voor draagraketten en de mogelijkheden van het gebruik van ruimtevaarttechnologie buiten de sector. Het voorzitterschap heeft uitdrukkelijk aangegeven niet van plan te zijn om bevoegdheid gerelateerde discussies te voeren tijdens deze informele bijeenkomst.

Het unitair octrooi

Commissaris Bieńkowska bracht verslag uit over de voortgang met betrekking tot de vorming van het unitair octrooi en verwelkomde Italië als 26e land dat deelneemt aan de versterkte samenwerking op dit terrein. Positief noemde zij dat er vooruitgang wordt geboekt bij het vaststellen van de tarieven voor het unitair octrooi en dat deze, naar het zich laat aanzien, een gematigd niveau zullen hebben. Ook de voorbereidingen om het Eengemaakt octrooigerecht op te richten, verlopen voorspoedig.

Een groot aantal lidstaten toonde zich tevreden over de geboekte voortgang en gaf aan dat de EU onverminderd ambitieus moet zijn in dit dossier. De verwachting is dat het nieuwe systeem eind 2016/begin 2017 van start zal kunnen gaan.

Gelijk speelveld in transparantievereisten

Op verzoek van Nederland informeerde Commissaris Bieńkowska de Raad over de inspanningen om het gelijke speelveld tussen de EU en de VS op het terrein van transparantievereisten, afkomstig uit de jaarrekeningrichtlijn, te herstellen. De Commissie gaf aan dat Commissaris Hill eerder dit jaar in de VS het belang van het gelijk speelveld heeft benadrukt en dat het van belang is dat de EU en de VS samenwerken op dit punt. Het verzoek van Nederland werd gesteund door het Verenigd Koninkrijk, Italië, Duitsland, Frankrijk en Polen.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.