Brief regering; Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen - Beleidsnota Biotechnologie

Deze brief is onder nr. 316 toegevoegd aan dossier 27428 - Beleidsnota Biotechnologie.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Beleidsnota Biotechnologie; Brief regering; Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen
Document­datum 12-10-2015
Publicatie­datum 12-10-2015
Nummer KST27428316
Kenmerk 27428, nr. 316
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 316 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2015

In de beleidsbrief biotechnologie van 4 april 20141 is toegezegd dat de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) en de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) advies zal worden gevraagd over mogelijke ethische en maatschappelijke aspecten die verbonden zijn aan het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s). Daarbij is aangegeven dat op basis van deze adviezen een beleidsaanpak zal worden voorgesteld, waarbij bezien zal worden of daarvoor een juridische grondslag in de Wet Dieren (Wd) gevonden kan worden. Zoals bekend is het «nee, tenzij»-principe het uitgangspunt van de Wd ten aanzien van genetische modificatie van dieren. Dit is de bovengenoemde beleidsbrief biotechnologie van 4 april 2014 uitgelegd.

In deze brief treft u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu, de bevindingen van de RDA en COGEM evenals de beleidsaanpak.

De aanleiding voor de adviesaanvragen is dat het tentoonstellen van ggo’s sinds 2013 in de belangstelling staat door enkele vergunningsaanvragen voor kunstprojecten met ggo’s. Het huidige (wettelijke) beoordelingskader voor de toepassing van ggo’s ziet uitsluitend toe op milieuveiligheid, en houdt geen rekening met bijvoorbeeld de wenselijkheid om ggo’s tentoon te stellen. Om te onderzoeken of, en zo ja, hoe rekening gehouden zou kunnen worden met eventuele ethische aspecten, verbonden aan het tentoonstellen van ggo’s is aan de COGEM en de RDA gevraagd hierover te adviseren. De COGEM en de RDA hebben hun adviezen afgerond. Deze zijn als bijlage bij deze brief meegezonden2.

Bevindingen RDA en COGEM

RDA en COGEM constateren dat er diverse wettelijke kaders van toepassing zijn op handelingen met ggo’s en dieren of combinaties daarvan.

Voor alle activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van genetische modificatie, geldt een vergunningplicht op grond van de ggo-regelgeving (Besluit en regeling ggo 20133) waarbij getoetst wordt op risico’s voor mens en milieu.

Voor genetische modificatie bij dieren geldt daarnaast een vergunningplicht op basis van de Wet dieren met een verplichte ethische toetsing. Het genetisch modificeren van dieren voor sportprestaties of vermaak is verboden.

Voor dierproeven geldt ook een vergunningplicht op grond van de Wet op de dierproeven (Wod), echter bij een tentoonstelling zal vrijwel nooit sprake zijn van dierproeven zoals in de wet omschreven.

De intrinsieke waarde van het dier is in de Wd en de Wod het uitgangspunt voor de omgang met dieren. Volgens de RDA en de COGEM is dat een breed gedragen opvatting, maar omvat dit niet de volle breedte van maatschappelijke visies op de beschermwaardigheid van dieren en embryo’s. Daaruit verklaren zij dat er een steeds voortdurende maatschappelijk-ethische discussie over de positie en beschermwaardigheid van dieren plaats vindt. De COGEM constateert dat de betrokkenheid van dieren of embryo’s bij biokunst, ook zonder genetische modificatie, maatschappelijke bezwaren lijkt op te roepen.

De RDA en de COGEM hebben bezien of er voldoende juridische basis is voor een zorgvuldige afweging bij tentoonstellingen met of van gg-dieren.

Zij komen tot de conclusie dat een aanpassing van de regelgeving, specifiek voor het tentoonstellen van ggo’s, inclusief gg-dieren, niet nodig is. Ze benoemen hiervoor de volgende redenen:

    • • 
      Het huidige wettelijke kader (zoals neergelegd in de Wd en de Wod) biedt voldoende mogelijkheden voor een zorgvuldige afweging en beoordeling van de zorgen die men kan hebben over biokunst waarbij genetisch gemodificeerde dieren of dierlijke embryo’s4 worden gebruikt.
    • • 
      (Aanpassing van) regelgeving is alleen op zijn plaats als er publieke waarden in het geding zijn. Voor zover dit het geval is, bijvoorbeeld volksgezondheid, milieu of dierenwelzijn, is dit al in wetgeving geformuleerd. In gevallen waar het niet gaat om publieke waarden is er in Nederland een traditie om als overheid met regelgeving terughoudend te zijn.
    • • 
      Er ook op andere vlakken buiten de biokunst mens-dier interacties bestaan waarvoor de mens morele verplichtingen heeft ten aanzien van het dier, maar die ook niet in wetgeving zijn (of behoeven te worden) gedefinieerd. Aanpassing van de regelgeving zou daarmee ook van invloed zijn op andere mens-dier interacties, terwijl het ontbreken van regelgeving in andere situaties als niet problematisch wordt ervaren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om training, extra verzorging, etc.

De COGEM signaleert bovendien dat wettelijke aanpassingen voor toepassingen van levende (al dan niet genetisch gemodificeerde) organismen generiek zullen zijn. Aanpassing van regelgeving heeft daardoor vrijwel altijd een doorwerking naar mogelijk wél wenselijke wetenschappelijke of economische toepassingen van ggo’s, waardoor nieuwe (ethische) dilemma’s kunnen worden opgeroepen.

De COGEM geeft aan dat voor toepassingen (bv. tentoonstellen) van ggo’s waarbij maatschappelijke bezwaren worden verwacht, en waar de bestaande wetgeving niet of onvoldoende op ziet, bezien zou kunnen worden in hoeverre de gedragsregels die gelden binnen het werkveld van musea hierop toegepast zouden kunnen worden. Een organisatie als de Ethische Codecommissie voor Musea zou hier een rol kunnen spelen.

De RDA beveelt aan om bij een vergunningaanvraag in het kader van het hoofdstuk biotechnologie bij dieren van de Wd voor het toepassen van genetische modificatie op dieren voor andere toepassingen dan medisch of wetenschappelijk onderzoek, een reflectie op en verantwoording te vragen over de ethische overwegingen en deze openbaar te maken bij vergunningverlening. Een dergelijke explicitering dwingt een aanvrager ertoe om na te denken over de mogelijke ethische overwegingen en mogelijke alternatieven om hetzelfde doel te bereiken.

Daarnaast beveelt de RDA aan om meer duidelijkheid te geven voor welke maatschappelijk geaccepteerde toepassingen dieren genetisch gemodificeerd zouden mogen worden zodat potentiele aanvragers hiermee rekening kunnen houden.

Beleidsaanpak

De Staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu en ik onderschrijven de conclusies van de COGEM en de RDA. Aanpassing van de vigerende regelgeving ligt niet voor de hand om redenen die door de COGEM en de RDA zijn aangegeven.

Verder acht ik het van belang dat aanvragers van vergunningen voor activiteiten met ggo’s, waaronder kunstenaars en musea, zich vooraf de vraag stellen of alles wat kan, ook daadwerkelijk moet plaatsvinden, zelfs als het zou worden toegestaan. Het is dus belangrijk dat zij bij het aanvragen van een Wd-vergunning aangeven waarom ze kiezen voor de door hen gewenste vorm van tentoonstellen in het licht van een bepaald project of doelstelling. Voor de aanvragen in het kader van de Wd (vergunning biotechnologie bij dieren) en de Wod (vergunning dierproeven) geldt dat de bestaande aanvraagformulieren hiervoor voldoende basis bieden en derhalve niet aangepast hoeven te worden.

Het is dan aan de vergunningverleners op grond van de Wd en de Wod om te beoordelen of de aanvragen voor een vergunning voldoende ethisch onderbouwd zijn. Aangezien de Wd en de Wod onder mijn verantwoordelijkheid worden uitgevoerd, zal ik er op toe zien dat dit ook gebeurt. Daarbij acht ik het van belang dat de aanvrager van een vergunning in het kader van de Wd vooraf nadenkt of er alternatieven bestaan, bijvoorbeeld zonder dieren. Ook verwacht ik van deze aanvrager dat hij in voorkomende gevallen expliciet beargumenteert waarom een tentoonstelling met gg-dieren niet zou moeten worden gezien als «vermaak» of «sport», aangezien genetische modificatie voor dergelijke toepassingen is verboden.

Voor wat betreft de aanbeveling van de RDA om vooraf aan te geven voor welke toepassingen genetische modificatie maatschappelijk acceptabel is, constateer ik dat de systematiek van de Wd hier niet in voorziet. De systematiek van de Wd gaat er vanuit dat iedere aanvraag uniek van karakter zal zijn en conform de Wd apart beoordeeld moet worden (de zogenaamde case by case benadering).

De Wet milieubeheer (Wm) en het daarop gebaseerde Besluit ggo 2013 en de Regeling ggo 2013 voorzien op toereikende wijze in de beoordeling van de veiligheid van toepassingen van genetische modificaties voor mens en milieu en kunnen uit hoofde van de reikwijdte van de Wm niet uitgebreid worden met ethische afwegingen. Bovendien wordt aanpassing van de Wm niet nodig geacht, omdat, conform de COGEM stelt, een ethische afweging vooral relevant is voor tentoonstellingen met dieren en embryo’s. Op grond van de Wd en Wod geldt daarvoor een vergunningplicht met een verplichte ethische toetsing die een dergelijke ethische afweging afdoende mogelijk maakt.

De aanbeveling van de COGEM om te bezien in hoeverre de gedragsregels die gelden binnen het werkveld van musea rekening houden met deze ethische aspecten, zal ik aanreiken aan de Ethische Codecommissie voor Musea.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Noot 1

Kamerstuk 27 428, nr. 270

Noot 2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Noot 3

Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 en Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013.

Noot 4

Ingevolge art. 2.23 van de Wd valt het volledige stadium van de embryonale ontwikkeling, vanaf de bevruchting, onder de reikwijdte van die wet.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.