Verloren generatie

Met dank overgenomen van T. (Tofik) Dibi i, gepubliceerd op zondag 2 september 2012.

Onlangs verscheen er een artikel van voorzitter van FNV Jong Dennis Wiersma en mijzelf in de Volkskrant om aandacht te vragen voor een groeiend leger aan jeugdwerklozen in Europa. Via #stopjwl proberen we dit thema hoger op de politieke agenda te krijgen. Alle hulp is daarbij welkom, omdat ‘de prijs die wij als samenleving zullen betalen voor een verloren generatie hoger is dan welk miljardenprijskaartje voor welke bank dan ook.’

alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Tofik Dibi

Terwijl alle Europese ogen zich richten op reddingsacties van banken en landen, voltrekt zich in Europa een maatschappelijk drama dat minstens evenzeer een onmiddellijke reddingsactie rechtvaardigt: de torenhoge jeugdwerkloosheid.

Met een EU-gemiddelde van 22,8 procent is het aandeel werklozen onder de 25 jaar meer dan het dubbele van het aandeel oudere werklozen. 18 van de 27 lidstaten kampen met een jeugdwerkloosheid boven de 20 procent. Op dit moment telt Europa 5,5 miljoen werkloze jongeren. Dit zijn enkel jongeren die meer dan 12 uur per week willen werken en voor hun inkomen afhankelijk zijn van werk. Jongeren op zoek naar een bijbaan vallen hier niet onder.

Ondertussen stijgt ook het aantal langdurig werkloze jongeren. Noordelijke lidstaten scoren aanzienlijk beter dan zuidelijke en oostelijke lidstaten, maar ook in Noord-Europa is sprake van een stijgende trend van jeugdwerkloosheid. In Nederland is het aantal jonge werkzoekenden gestegen tot ruim 12 procent. Ten opzichte van vorig jaar is de werkloosheid met meer dan 25 procent gestegen. Terwijl een minder hoog aantal jonge werklozen in 2009 nog leidde tot een actieplan, leidt elke stijging de afgelopen maanden tot meer verlamming.

Naast het aantal werkloze jongeren is er sprake van 7,5 miljoen jonge Europeanen die noch werken noch studeren. Ook in de leeftijdscategorie 20 tot 34 jaar zien we in Europa percentages variërend van 8,3 procent tot zelfs 27 procent zonder werk of opleiding. De groep jongeren die zich niet meer meldt als werkzoekend wordt alsmaar groter. Door een versobering van voorzieningen voor reïntegratie wordt de prikkel voor jongeren om zich te laten registreren steeds kleiner. Overheden verliezen het zicht op deze groep. In Nederland werd dit duidelijk na het afschaffen van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Deze wet van 2010 had als doel om jongeren onder 27 te helpen aan een werk- of leeraanbod. Met resultaat. Uit de evaluatie bleek dat steeds meer jongeren niet in de werkloosheidsval vielen. Desondanks is de wet inmiddels afgeschaft. Het is volledig aan jongeren zelf. Daar komt bij dat je tot je 27ste een zoektermijn hebt van vier weken voor er recht is op bijstand. De prikkel voor jongeren om zich te melden blijkt nu nihil. De schatting is dat ruim 100.000 jongeren zich niet melden in Nederland.

Voor jongeren met werk zijn de vooruitzichten ook niet rooskleurig. Onder de 25 jaar werkt 42 procent op basis van tijdelijke contracten tegenover 13,9 procent in hogere leeftijdscategorieën. Daarnaast werkt 30 procent in deeltijdwerk tegenover 18,5 procent in andere leeftijdscategorieën. De keuze voor tijdelijke contracten en parttime werk met weinig rechten op bijvoorbeeld scholing, opbouw van pensioen of een sociaal vangnet is dikwijls onvrijwillig.

Gelijktijdig met het groeiende aantal jeugdwerklozen zien we dat de Europese recessie investeringen in lager, middelbaar, en hoger onderwijs bedreigt. Ook Nederland snijdt in het budget voor onderwijs. Dit resulteert in een alsmaar hogere bijdrage van jongeren aan hun opleiding, waarbij schulden maken vaak de enige optie is. Dit werkt ontmoedigend voor het volgen van onderwijs. Tel daarbij op dat maar liefst 12 procent van de Europese jongeren onder de armoedegrens leeft, en een somber toekomstbeeld dringt zich op.

De prijs die wij als samenleving zullen betalen voor een verloren generatie is hoger dan welk miljardenprijskaartje voor welke bank dan ook. Die prijs zal door jongeren zelf, maar ook door Europa als geheel betaald moeten worden. Het zijn juist de jonge Europeanen die Europa een innovatieve concurrentiepositie binnen de nieuwe wereldeconomie moeten bezorgen. We mogen niet toestaan dat hun menselijk kapitaal devalueert en verloren gaat. Daarvoor is onderlinge verbondenheid vereist. Verbondenheid die door de noodzaak tot disciplinaire bezuinigingen verworden is tot toenemende verdeeldheid, een smeulend generatieconflict en een voedingsbodem voor radicalisering. Jongeren die hun toekomstperspectief verliezen worden aangetrokken door anti-sentimenten, wrok en kunnen in de verleiding komen om zondebokken te gaan zoeken.

Op dit moment worstelen alle lidstaten met de toekomst van Europa. Er zijn in de woorden van hoogleraar monetaire economie Lex Hoogduin drie scenario’s: voortmodderen, Europa omarmen of fragmenteren. Van deze drie scenario’s is Europa omarmen de grootste uitdaging. Een absolute voorwaarde voor dit scenario is dat Europa erin slaagt de toekomst van zijn jonge menselijk kapitaal te waarborgen. Alleen op die manier zal Europa de overtuigingskracht ontwikkelen die nodig is om onzekere jongeren te winnen voor vertrouwen in Europese lotsverbondenheid.

Europa kan zijn eigen toekomst verzekeren door op Europees niveau afspraken te maken over de bestrijding van jeugdwerkloosheid door de instelling van een jeugdgarantieplan. Daarbij worden jongeren, naar Fins en Zweeds voorbeeld, in een vroeg stadium als ze nog geen werk hebben intensief begeleid naar een passende baan of opleiding. De Internationale Arbeidsorganisatie, (ILO) pleitbezorger van het jeugdgarantieplan, heeft berekend wat dit de Europese Unie zou kosten: 0,45 procent van de totale overheidsuitgaven binnen de eurozone. Ook de Europese Commissie heeft al gepleit voor jeugdgaranties, maar landen negeren deze oproep nog massaal. Een logisch onderdeel van zo’n jeugdgarantieplan moet een onverdeelde oproep zijn voor een uitzonderingspositie voor onderwijs in de bezuinigingsoperaties van de Europese lidstaten. Het is belangrijk dat de geloofwaardigheid van de jeugdgarantie wordt verhoogd door een goede feitelijke aanpak. Alleen mooie woorden volstaan niet.

Er moet daarom zo snel mogelijk een eurotop komen met een korte en krachtige agenda: het acuut terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Wij vragen onze premier het initiatief te nemen tot een spoedige Eurotop waar hij samen met andere regeringsleiders kan aantonen dat Europa er niet alleen is voor banken, maar ook voor de jonge Europese burger. Niet alleen voor ouderen, maar ook voor jongeren. Niet alleen om fouten uit het verleden te repareren, maar ook om ons te behoeden voor die van de toekomst. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, maar dan moet die jeugd wel een toekomst worden geboden. Daarom lanceren we www.stopjeugdwerkloosheid.nl; het begin van een grootscheepse actie tegen jeugdwerkloosheid.

Dennis Wiersma is voorzitter van FNVJong. Tofik Dibi is Tweede Kamerlid voor GroenLinks. Marcel Bamberg is voorzitter van de Nationale Jeugdraad. Hans de Boer is oud-voorzitter Task Force Jeugdwerkloosheid MKB Nederland. Bas Heijne is schrijver en columnist. Hans Kamps is voorzitter Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). Alfred Kleinknecht is hoogleraar Economie van Innovatie, TU Delft. Sywert van Lienden is initiatiefnemer G500. Jörgen Raymann is presentator en cabaretier. Ton Wilthagen is hoogleraar Arbeidsmarkt, Universiteit van Tilburg.