Motie Klaver c.s. over de mogelijkheden voor een flexibele AOW - Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd)

Deze motie1 is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 33290 - Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd2 en wetsvoorstel 33290 - Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd); Motie; Motie van het lid Klaver c.s. over de mogelijkheden voor een flexibele AOW
Document­datum 22-06-2012
Publicatie­datum 22-06-2012
Nummer KST3329014
Kenmerk 33290, nr. 14
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2011–2012

33 290

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd)

Nr. 14

MOTIE VAN HET LID KLAVER C.S.

Voorgesteld 21 juni 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de verhoging van de AOW-leeftijd noodzakelijk en rechtvaardig is;

overwegende dat keuzevrijheid in de AOW belangrijk is en het wenselijk is dat mensen kunnen kiezen op welk moment zij met pensioen gaan;

verzoekt de regering, na invoering van het wetsvoorstel over de verhoging van de AOW-leeftijd de mogelijkheden voor een flexibele AOW in de toekomst, bijvoorbeeld bij een uittreedleeftijd van 66 jaar, in kaart te brengen inclusief de budgettaire gevolgen en de Kamer hierover te informeren;

verzoekt de regering tevens, de mogelijkheden voor deeltijd-AOW hierbij te betrekken en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Klaver Koolmees Lodders Schouten Van Hijum


  • origineel bericht: 'Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet wer...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 33290 - Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd
  • 33290 - Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
     
  • 2. 
    Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het, in verband met de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de noodzaak ook voor toekomstige generaties een solide stelsel van collectieve voorzieningen zeker te stellen, wenselijk is de leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat met ingang van 2013 stapsgewijs te verhogen naar 66 jaar in 2019 en naar 67 jaar in 2023 en vervolgens te koppelen aan de stijging van de levensverwachting en in samenhang daarmee ook de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 aan te passen.