Hedy mocht niet naar Brussel én Den Haag

De vernieuwingsgezinde PvdA-voorzitter Felix Rottenberg1 wilde minister Hedy d'Ancona2 een belangrijke rol laten spelen bij de verkiezingen in 1994. Hij gaf haar in 1993 aanvankelijk de keuze uit het lijsttrekkerschap van de PvdA bij de Europese verkiezingen of een plek als eerste vrouw op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer.

Tot verwondering van d'Ancona vroeg Rottenberg enige tijd later Karin Adelmund3, toen vicevoorzitter van de FNV, lijsttrekker bij de Europese verkiezingen te worden. D'Ancona moest toch maar naar Den Haag. Partijleider Wim Kok4 besloot echter anders. Hij vond het lijsttrekkerschap van Adelmund geen goed idee en stelde voor alsnog Hedy d'Ancona voor die positie te vragen. Daarover was PvdA-fractieleider Jacques Wallage5 weer niet enthousiast, want hij had d'Ancona graag als lid van zijn nieuwe fractie.

De uiteindelijk gekozen oplossing was een dubbelmandaat voor d'Ancona. Zij moest zowel lijsttrekker als nummer drie op de Tweede Kamerlijst worden. Ter verdediging daarvan voerde het PvdA-partijbestuur aan dat een dubbelmandaat goed was voor de uitwisseling van ervaringen tussen beide parlementen, dat de wederzijdse contacten tussen 'Brussel' en 'Den Haag' werden bevorderd en dat het zou leiden tot grotere herkenbaarheid van 'Europa' in Den Haag.

Tot 1979 kwamen alle Europarlementariërs uit de nationale parlementen en was dus als vanzelf sprake van dubbelmandaten. Daaraan kwam na de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement in 1979 spoedig een einde. Alleen Piet Dankert6 (PvdA) en Aart Geurtsen7 (VVD) combineerden tot en met 1981 'het Binnenhof' met het Europese Parlement.

Vier zittende Europarlementariërs, Jan Willem Bertens8 (D66), Nel van Dijk9 (GroenLinks), Maxime Verhagen10 (CDA) en Florus Wijsenbeek11 (VVD) keerden zich op 23 november 1993 in een ingezonden stuk in NRC Handelsblad tegen het mogelijke dubbelmandaat van d'Ancona. Zij betoogden dat beide functies een fulltime baan waren - zeker als je beide goed wilde uitvoeren. Invloed in Straatsburg hing volgens hen af van inzet en aanwezigheid en van (tijdrovend) voorbereidend werk in de commissies van het Europees Parlement. Dat kon niet bij een combinatie met de Haagse politiek.

Het lidmaatschap van de Tweede Kamer maakte volgens de briefschrijvers iemand niet per definitie tot een 'aansprekend politicus'. Ook zonder dat was d'Ancona volgens hen al aansprekend genoeg. Met dubbelmandaten waren er bovendien - met name bij de Franse afgevaardigden - slechte ervaringen. Ten slotte vreesden zij voor 'renationalisatie' van het Europees Parlement, omdat nationale en Europese politiek te zeer vermengd zouden raken.

Het PvdA-congres van 10 en 11 december 1993 deelde de visie van de briefschrijvers. Het dubbelmandaat werd door de congresafgevaardigden afgewezen. Partijvoorzitter Rottenberg en het partijbestuur leden een gevoelige nederlaag. Hedy d'Ancona werd gedwongen te kiezen. Zij koos voor het lijsttrekkerschap bij de Europese verkiezingen. Karin Adelmund werd als nummer vier eerste vrouw en eerste nieuweling op de Tweede Kamerlijst.

Van het dubbelmandaat is nadien niets meer vernomen en sinds de Europese verkiezingen van 2004 is het dubbelmandaat bij Besluit van de Raad van de EU zelfs niet meer toegestaan. Alleen voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland werd tot 2009 nog een uitzondering gemaakt.

Toen twee jaar geleden Wim van de Camp12, Hans van Baalen13 en Barry Madlener14 in het Europees Parlement werden gekozen, moesten zij de Tweede Kamer verlaten. Omgekeerd gold hetzelfde voor Europarlementariër Louis Bontes15 (PVV) in 2010, nadat hij tot Tweede Kamerlid was gekozen.

PVV'ster Laurence Stassen16 combineert wel het Europees Parlement met de Limburgse Staten.


Deze bijdrage verscheen in de Hofvijver van 19 december 2011.

  • Lees het december-nummer van de Hofvijver

  • 1. 
    Intelligente, spreekvaardige en vrijgevochte Amsterdamse sociaaldemocraat, die al op jonge leeftijd actief was in de PvdA. Als voorzitter van de Jonge Socialisten lid van het partijbestuur ten tijde van Den Uyl. Bekleedde later functies op cultureel en journalistiek gebied en werd in 1992 samen met Ruud Vreeman voorzitter van de PvdA. Stuurde aan op partijvernieuwing, hetgeen onder meer leidde tot grote wijzigingen op de kandidatenlijst. Gooide regelmatig de knuppel in het hoenderhok en was voorstander van openlijke debatten. Een ziekte dwong hem zijn voorzitterschap neer te leggen. Keerde later terug in de journalistiek als programmamaker.
     
  • 2. 
    Belangrijk feministe en vooraanstaand PvdA-politica. Werkte bij de VARA en was universitair onderzoeker. Leidde vanaf 1975 een bureau op het gebied van beleidsonderzoek. Politiek actief als Eerste Kamerlid. Daarnaast vooral bekend als oprichtster van Man-Vrouw-Maatschappij en redactrice van 'Opzij'. In het tweede kabinet-Van Agt staatssecretaris van emancipatie en in het kabinet-Lubbers III minister van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur. Kwam met een Deltaplan voor het cultuurbehoud. Was daarna lijsttrekker bij de Europese verkiezingen en zat enige jaren in het Europees Parlement. Uitbundige, actieve vrouw die in staat was mensen te enthousiasmeren.
     
  • 3. 
    Strijdbare vakbondsbestuurder en PvdA-politica die zich er niet voor schaamde emoties te tonen in het debat. Rotterdamse, dochter van een bijstandsmoeder. Volgde na de mulo en de Sociale Academie een academische opleiding en ging toen bij de vakbond werken. Bij de FNV werd zij spoedig als voorzitter van de Vrouwenbond en later als vicevoorzitter een bekend actievoerster. In 1994 kwam zij als hoogste nieuweling op de PvdA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamer en in de Kamer was zij fractiewoordvoerster sociale zekerheid. Combineerde anderhalf jaar het partijvoorzitterschap met het Kamerlidmaatschap en werd vervolgens staatssecretaris van Onderwijs in het kabinet-Kok II. Na haar terugkeer in de Tweede Kamer voorzitter van de commissie voor het integratiebeleid. Overleed op 56-jarige leeftijd.
     
  • 4. 
    Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
     
  • 5. 
    PvdA-bestuurder en politicus die van jongs af aan politiek actief was. Socioloog uit een joods middenstandsgezin. Werd al op jonge leeftijd wethouder van Groningen. In de Tweede Kamer aanvankelijk onderwijsspecialist en woordvoerder Zuid-Afrikabeleid. Goed, spreekvaardig debater. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers, eerst van onderwijs en daarna van sociale zaken, bracht hij belangrijke wetgeving in het Staatsblad, zoals de Wet op de basisvorming en de Wet voorzieningen gehandicapten. Onderhandelde in 1994 over de vorming van het eerste paarse kabinet. Na een vierjarige periode fractievoorzitter te zijn geweest, werd hij burgemeester van Groningen. Stond als zodanig ruim tien jaar goed aangeschreven. Is nu honorair hoogleraar.
     
  • 6. 
    Vooraanstaande Europeaan van PvdA-huize. Na functies in het onderwijs en bij het opleidingsinstituut van de PvdA en na het voorzitterschap van de jongerenorganisatie te hebben bekleed internationaal secretaris van zijn partij. In de Kamer al snel een toonaangevende buitenland- en defensiewoordvoerder. Pleitbezorger van Europese samenwerking. Tien jaar lid van het Europees Parlement en daarvan enige jaren (1982-1984) voorzitter. Zette zich in voor versterking van de rechten van dat parlement. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers minder gelukkig bij de onderhandelingen over verdere Europese samenwerking. Keerde in 1994 terug in het Europees Parlement.
     
  • 7. 
    Aimabele Rotterdamse advocaat; sluw jurist, veelzijdige volksvertegenwoordiger, met ongekende werkkracht. Was woordvoeder justitie en middenstand van de VVD-Tweede Kamerfractie. Dwong in 1972 alom respect af toen hij als voorzitter van de Kamercommissie Justitie met veel empathie leiding gaf aan de uiterst emotionele hoorzitting over de voorgenomen vrijlating van de Drie van Breda. Bracht met de KVP'er Van Schaik een wet tot stand over legalisering van casino's en diende met zijn fractiegenote Veder-Smit een initiatiefvoorstel in over abortus. Dat voorstel, later gecombineerd met een voorstel van de PvdA'ers Lamberts en Roethof, strandde in de Senaat. Werd in 1979 Europarlementariër en had daardoor twee jaar een dubbelmandaat. Nadien de eerste voorzitter van het Commissariaat voor de Media.
     
  • 8. 
    Flamboyante diplomaat en Europarlementariër van nimmer verloochende Limburgse afkomst. Gaf zijn loopbaan als carrièrediplomaat op om voor D66 lid te worden van het Europees Parlement. Sloot zich in 1989 als enig gekozen D66-lid aan bij de Europese Liberale en Democratische fractie (ELDR), waarvan hij later, opererend op de linkervleugel, woordvoerder buitenlandse zaken werd. Begon zijn diplomatieke loopbaan als ambassadesecretaris in Uruguay en sloot deze af als ambassadeur voor Midden-Amerika met standplaats Costa Rica. Was voordien gedurende vijf jaar de, om zijn openheid gewaardeerde, woordvoerder van de minister van Buitenlandse Zaken. Man met grote aandacht voor de mensenrechten, vooral in het hem zeer vertrouwde Latijns Amerika.
     
  • 9. 
    Voormalig CPN-lid die elf jaar het gezicht van GroenLinks in het Europees Parlement was. Strijdbaar voor vrouwenrechten, voor vervoer, voor natuur en milieu. Schreef strengere Europese regels op haar naam voor het vervoer van dieren over grote afstanden en droeg beslissend bij aan legalisering van abortus. Maar meer nog werd zij, in en buiten het parlement, bekend om haar niet aflatend gevecht tegen fraude en bedrog, te luxe regelingen en voorzieningen voor parlementariërs en voor openheid van het parlement. Daarbij schuwde zij niet het werken met een verborgen camera en het speuren, tot in ambtelijke prullenmanden toe, naar vertrouwelijke stukken. Zij was plaatsvervangend directeur van ProDemos.
     
  • 10. 
    CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
     
  • 11. 
    VVD'er met drie decennia Europese ambtenarij en politiek achter zich, in wie Europa in het bloed zit. De Leidse rechtenstudent - dat verleden bleef hij altijd een beetje uitstralen - ontwikkelde zich tot een overenthousiast pleitbezorger van de Europese zaak. Een ambtelijke loopbaan bij de Europese Commissie, uiteenlopende activiteiten bij de liberale fractie in het parlement en het secretariaat-generaal van de federatie van Europese liberale partijen, gingen vooraf aan vijftien jaar lidmaatschap van het EP. Hield zich vooral bezig met juridische zaken en transport. Niet altijd tot genoegen van eurosceptische partijgenoten, die hem té Europees vonden, zo niet een Don Quichotte. Zette zich met verve in voor de rechtspositie van de parlementariërs.
     
  • 12. 
    Brabants CDA-politicus, die met drieëntwintig jaren in de Tweede Kamer en tien jaar in het Europees Parlement een parlementariër pur sang was. Begon zijn loopbaan als juridisch medewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar werd in 1986 al op jonge leeftijd, als representant van het CDJA, Kamerlid. Lange tijd woordvoerder onderwijs en daarna voor justitie, waaronder vreemdelingenbeleid en veiligheid. Was voorzitter van de Kamercommissies van Onderwijs en Justitie. Enige jaren secretaris van de CDA-fractie en lid van het Kamerpresidium. Bij de Europese verkiezingen van 2009 was hij lijsttrekker van het CDA en in het Europees Parlement hield hij zich onder meer met vervoer bezig. Opgewekte debater, die zijn zaken goed kende. Stond bekend als motorliefhebber.
     
  • 13. 
    Internationaal georiënteerde liberaal, die namens de VVD negen jaar Tweede Kamerlid en tien jaar lid van het Europees Parlement was. Voor zijn Kamerlidmaatschap directeur van Public Affairs Consultants bij Deloitte en internationaal secretaris van de VVD. Zijn komst in de Kamer werd vertraagd vanwege geruchten over extreemrechtse sympathieën als student, die echter onbewezen bleven. Ontwikkelde zich snel tot een gedegen Kamerlid, dat helder en scherp formuleerde. Woordvoerder Europese zaken en als voorzitter van de commissie voor Defensie nauw betrokken bij de krijgsmacht. Was in 2009 en 2014 lijsttrekker bij de Europese verkiezingen. Baarde opzien met zijn steun aan de Oekraïense democratiseringsbeweging. Aimabele, toegankelijke volksvertegenwoordiger, die grossierde in buitenlandse onderscheidingen.
     
  • 14. 
    Barry Madlener (1969) was van 2 juli 2024 tot en met 3 juni 2025 minister van Infrastructuur en Water in het kabinet-Schoof. Hij is actief voor de PVV. Hij was van 30 november 2006 tot 14 juli 2009 en van 20 september 2012 tot 2 juli 2024 Tweede Kamerlid. Ook was hij van 14 juli 2009 tot 20 september 2012 lid van het Europees Parlement. De heer Madlener is makelaar en was in de periode 2002-2007 gemeenteraadslid van Leefbaar Rotterdam. Bij de Europese verkiezingen van 2009 was hij lijsttrekker van de PVV. In de Tweede Kamer was hij sinds het aantreden van het kabinet-Rutte III de woordvoerder landbouw. Hij hield zich lang bezig met verkeer en volkshuisvesting.
     
  • 15. 
    Politicus op de rechtervleugel, die zich liet typeren als 'politieman in hart en nieren'. Zat een jaar voor de PVV in het Europees Parlement en was daarna (sinds 2010) vier jaar lid van de PVV-Tweede Kamerfractie. Na een breuk vormde hij in april 2014 de fractie-Bontes/Van Klaveren, waarvan hij voorzitter was. Werkte aanvankelijk bij scheepswerven, maar was vervolgens geruime tijd in dienst bij de politie. De laatste periode was hij districtscommandant haven in de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. In de Kamer een lid dat in ronde bewoordingen, met Rotterdamse tongval, aandacht vroeg voor veiligheid en bestrijding van criminaliteit, maar dat zich tevens roerde in debatten over de nasleep van het drama met de MH17.
     
  • 16. 
    Laurence Stassen (1971) was van 14 juli 2009 tot 1 juli 2014 lid van het Europees Parlement. Zij was delegatieleider voor de PVV, maar stapte in maart 2014 uit die partij. Mevrouw Stassen was presentatrice van enkele regionaal programma's bij TV Limburg. In 2011 was zij lijsttrekker van de PVV bij de Statenverkiezingen in Limburg. In het Europees Parlement hield zij zich bezig met buitenlandse betrekkingen. In haar vragen richtte mevrouw Stassen zich met name op vrouwenrechten en islam gerelateerde zaken. Zij was voorzitter van de partij VNL.