24105 - Interpellatie-Rosenmöller - Besteding van de belastingmeevaller
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Deze interpellatie werd gehouden op 2 maart 1995 na te zijn aangevraagd door Tweede Kamerlid Paul Rosenmöller1 van de GroenLinks op 1 maart 1995. De interpellatie richtte zich tot minister-president Wim Kok2.
Aanleiding waren uitspraken van de minister-president over de besteding van de belastingmeevaller over 1995. De minister-president had aangegeven dat naar zijn mening de belastingmeevaller niet alleen gebruikt zou moeten worden voor financieringstekortreductie, maar ook voor extra lastenverlichting voor werk en koopkrachtondersteuning voor de laagstbetaalden.
Na de aanvraag van deze interpellatie werd er één motie ingediend door de Kamer. Deze motie is verworpen.
Interpellatie-Rosenmöller over de besteding van de belastingmeevaller
Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend.2 |
2 maart 1995, motie, nr. 1
KST6919 Motie om de scheefgroei in het inkomensbeleid in de begroting van 1996 te corrigeren - De besteding van de belastingmeevaller publicatie: 8 maart 1995 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met alle documenten in dit dossier en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Paul Rosenmöller (1956) is sinds 13 juni 2023 voorzitter van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie en tevens fractievoorzitter. Tussen 1994 en 2002 was hij politiek leider van zijn partij, na in 1989 Tweede Kamerlid te zijn geworden. Eerder was hij vakbondsbestuurder, onder meer in de Rotterdamse haven. Stapte voor de verkiezingen van 2003 vrij onverwacht uit de politiek en werd programmamaker bij de IKON. Was na zijn Kamerlidmaatschap onder meer voorzitter van de VO-raad en bestuurslid van pensioenfonds ABP. Had als Tweede Kamerlid veel belangstelling voor het wel en wee van de Antillen.
- 2.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.