Overige EU-actoren

Met dank overgenomen van Europa Nu.

De Europese Unie kent een aantal bestuursorganen die zijn opgericht om een bepaalde taak op zich te nemen. Het enige dat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze via een Europees besluit zijn opgericht. In die oprichtingsbesluiten staat de taak van het orgaan, aan wie het verantwoording moet afleggen en wie het financiert. Verder is het een diverse groep bestuursorganen met heel verschillende takenpakketten en middelen.

Deze bestuursorganen vertonen veel overeenkomsten met agentschappen1, maar passen niet in het organisatiemodel van een agentschap. Ze vallen formeel niet direct onder de Europese Commissie2, vandaar dat het ook geen directoraat-generaal of diensten3 zijn. Een overzicht van alle 'overige' instellingen van de EU:

  • - 
    Het Europees Stabiliteitsmechanisme4 (ESM) en de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit5 (EFSF) zijn het permanente en tijdelijke noodfonds die leningen faciliteren voor lidstaten die in financiële nood verkeren.
  • - 
    Het Europees Comité voor systeemrisico's6 (ESRB) dat kijkt waar er risico's ontstaan die de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar kunnen brengen. Dit wordt in nauwe samenwerking met de Europese Centrale Bank7 gedaan.
  • - 
    De Dienst voor Extern Optreden8 (EDEO) was voorheen een dienst van de Commissie maar bestaat nu ambtenaren van de Commissie, Raad en lidstaten die samen de diplomatieke dienst van de EU vormen.
  • - 
    De Europese toezichthouder bescherming persoonsgegevens9 (EDPS) die toeziet op het naleven van regels op het gebied van privacy en de bescherming van het verwerken van persoonsgegevens door de instellingen van de EU, en de EU op dit gebied adviseert.
  • - 
    De Raad voor Regelgevingstoetsing10 (RSB) bekijkt of nieuwe regelgeving niet al overlapt met bestaande regelgeving en of het niet beter op nationaal of lager niveau kan worden geregeld (een zogeheten subsidiariteitstoets11).
  • - 
    Alle gemeenschappelijke ondernemingen12. Deze worden opgericht wanneer het nodig is om voor het uitvoeren van een bepaald onderzoeksprogramma een eigen juridische entiteit te creëren. Dit maakt bijvoorbeeld publiek-private samenwerking en allerlei vormen van financiering mogelijk.

Een instelling die niet is opgericht door een Europees besluit maar niet mag ontbreken is IPEX13, het systeem waar opmerkingen en bezwaren van nationale parlementen op nieuwe Commissievoorstellen worden gedeeld en gepubliceerd.


  • 1. 
    Een Europees agentschap is een instantie die zich bezighoudt met de ondersteuning en uitvoering van specifieke juridische, technische of wetenschappelijke overheidstaken. Hierbij werken zij nauw samen met de Europese Commissie en de nationale overheden van de EU-lidstaten, zonder direct deel uit te maken van nationale ministeries of de Europese instellingen. Daarnaast onderhouden zij ook banden met maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstituten uit de lidstaten.
     
  • 2. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 3. 
    Directoraten-generaal (DG's) zijn de grootste zelfstandige eenheden binnen het ondersteunend apparaat van de Europese Commissie. De directoraten-generaal zijn onderverdeeld in directoraten, die weer zijn onderverdeeld in administratieve eenheden. Daarnaast zijn er nog een aantal diensten, zoals de Juridische dienst.
     
  • 4. 
    Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.
     
  • 5. 
    De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) was een tijdelijk noodfonds, dat inmiddels is vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het EFSF werd opgericht in 2010, toen sprake was van het dieptepunt van de crisis. Het doel was de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaren. Eurolanden die in financiële problemen verkeerden, konden bij het EFSF een lening aanvragen. Sinds 1 juli 2013 kan er geen aanspraak meer worden gedaan op het EFSF. Steun loopt sindsdien altijd via het permanente ESM. Het ESM is sinds oktober 2012 operationeel.
     
  • 6. 
    Het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board - ESRB) is een van de financiële toezichthouders die in 2010 zijn ingesteld naar aanleiding van de economische crisis als gevolg van grote begrotingstekorten van een aantal lidstaten. Het maakt deel uit van een nieuw raamwerk voor financieel toezicht binnen de Europese Unie.
     
  • 7. 
    De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
     
  • 8. 
    Deze dienst ondersteunt het optreden van de EU naar andere landen toe en fungeert tevens als diplomatieke dienst. De EDEO is op 1 december 2010 officieel van start gegaan en heeft een aantal taken overgenomen van het oude Directoraat-Generaal Buitenlandse Betrekkingen (RELEX), dat op die datum is opgeheven. De overige taken van RELEX zijn overgegaan naar de Dienst Instrumenten buitenlands beleid. Beide diensten zetelen in het Triangle-gebouw in Brussel.
     
  • 9. 
    De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming ziet erop toe dat alle instellingen en organen van de EU de privacy respecteren bij het verwerken van persoonsgegevens. De Engelse naam is European Data Protection Supervisor (EDPS).
     
  • 10. 
    Deze werkgroep heeft als doel om zowel bestaande als voorgestelde regelgeving van de Europese Commissie te toetsen op begrippen als subsidiariteit, proportionaliteit of overlapping met bestaande wetgeving. De werkgroep bestaat uit drie Commissieambtenaren en drie experts, en wordt voorgezeten door een DG-ambtenaar.
     
  • 11. 
    Dit beginsel beoogt een besluitvorming te garanderen die zo dicht mogelijk bij de burger staat. Een actie mag volgens dit beginsel pas op Europees niveau ondernomen worden als die actie niet net zo goed (of beter) op nationaal, regionaal of lokaal niveau kan plaatsvinden.
     
  • 12. 
    Een Gemeenschappelijke Onderneming van de Europese Unie is een juridische entiteit die is vastgelegd in artikel 187 van het VwEU. De rechtspersoon wordt gebruikt voor activiteiten die zijn opgezet voor de 'efficiënte uitvoering van communautaire onderzoeksprogramma's, technologische ontwikkeling en demonstratieprogramma's.'
     
  • 13. 
    Dit is een platform voor uitwisseling van informatie over de Europese Unie tussen de nationale Parlementen en het Europees Parlement, in het bijzonder in het licht van de bepalingen van het Verdrag van Lissabon. Belangrijk in deze context is de mogelijkheid tot het trekken van een Gele of Oranje kaart bij voorstellen die in meerdere nationale parlementen stuiten op subsidiariteitsbezwaren. IPEX werd opgericht naar aanleiding van een aanbeveling uit 2000 van de Conferentie van Voorzitters van de Parlementen van de Europese Unie.