Kunstenaar moet je kunnen lezen, zien en horen

Met dank overgenomen van F. (Femke) Halsema i, gepubliceerd op vrijdag 2 april 2010, 3:13.

In de Volkskrant van 30 maart reageren Renate Dorrestein e.a. verontwaardigd op het voorstel in ons conceptverkiezingsprogramma om het auteursrecht te verkorten van 70 naar 10 jaar. Helemaal ongelijk hebben ze niet. In de ontwerptekst komt onvoldoende naar voren dat het doel van GroenLinks juist is om de financiële onafhankelijkheid van kunstenaars te versterken. GroenLinks kent een lange traditie van de verdediging van kunstenaars tegen betutteling door de overheid en onderwerping aan commercie. Te fors wordt in de ontwerptekst ook de drastische verkorting van alle auteursrechten bepleit terwijl wij hierover juist in gesprek willen met makers. Wij gaan er van uit dat in de definitieve programmatekst hiermee beter rekening wordt gehouden.Tegelijkertijd vinden wij dat de ondertekenaars het probleem dat wij agenderen miskennen en daarvoor vragen wij hun aandacht.

Als eerste hebben digitale technieken het auteursrecht veranderd. Vanaf de komst van cassette- en videobanden, kopieermachines, CD en DVD-branders tot en met het internet is de controle op intellectueel eigendom lastig geworden. In het dagelijkse leven van miljoenen internetgebruikers is onmiddellijke digitale beschikbaarheid normaal. Ook het huidige auteursrecht biedt daar geen bescherming tegen. Of je zou in Nederland ook Walt Disney-taferelen moeten willen, waarbij tegen tienerfanclubs en kindercrèches wordt geprocedeerd. Even onwenselijk is het dat muziek-industrieën creatieve remixen tegenhouden of dat overheden burgers van het internet afsluiten. Voor het criminaliseren van jongeren, voor beperking van burgerrechten of voor het tegengaan van vernieuwende culturele uitingen is het auteursrecht nooit bedoeld.

Een ander groot probleem is dat in werkelijkheid schrijvers of musici nog geen 10% ontvangen van de opbrengst van hun inspanningen en dat slechts 10% van de artiesten van royalties kan leven. Dat is een effect van de commerciële handel in auteursrechten die door het huidige rechtssysteem in de hand wordt gewerkt. Bij een falende marktordening komt wereldwijd het grootste deel terecht bij enkele commerciële producenten. De ongelijkheid in onderhandelingspositie tussen hen en de onafhankelijke auteur of kunstenaar is bijzonder groot. Filmmakers werken zich voor een schamel honorarium in de rondte voor de gunst uitgezonden te mogen worden; artiesten verliezen het recht om zelf hun toekomstig werk te exploiteren aan platenmaatschappijen; acteurs krijgen bij hun eis voor vergoeding voor herhalingsvertoningen bij de omroepen en kabelaars geen poot aan de grond. Kunstenaarschap levert uitzonderlijk weinig op. Het huidige auteursrecht garandeert niet of nauwelijks een eerlijk honorarium voor makers, noch faciliteert het breed en legaal gebruik van hun werk via internet. Uitbuiting en piraterij ontstaan omdat de markt faalt, en de overheid archaische wetgeving verdedigt, de oren laat hangen naar commerciele lobbyisten en met symbolische (download)verboden schermt.

Wij bepleiten modernisering van het auteursrecht waardoor digitale technieken kunnen bloeien, vernieuwende kunstenaars worden omarmd en alle makers eerlijke en handhaafbare vergoedingen ontvangen. Wij stellen drie oplossingen voor.

Als eerste moet er onderscheid kunnen worden gemaakt in de mate van auteursrechtelijke bescherming, afhankelijk van het soort gebruik door derden: commercieel, privé, kunstzinnig, wetenschappelijk of amateuristisch. Ten tweede is het goed om de duur van de auteursrechten te verkorten aangezien gemiddeld 97% van de royalties in de eerste zeven jaren na verschijning van een werk worden geïncasseerd - het enkele meesterwerk daargelaten. Korter, maar meer transparant en beter controleerbaar auteursrecht is effectiever te handhaven dan de langlopende auteursrechten die nu door tientallen verschillende belangen- en commerciële organisaties worden beheerd. Bij de huidige duur komen films traag op de Europese markt of verschijnen niet vaker herhalingen via nieuwe kanalen. Daarom kan een prachtige digitale bewerking als alleen tot stand komen met klassieke romans waarvan de termijnen zijn verstreken. Voorstellen, naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek, variëren van vijf tot veertien jaar, met de mogelijkheid van verlenging voor bijzondere werken. Ten derde moeten de inkomens en contracten worden verbeterd door in de wet individuele schrijvers, artiesten en makers een sterkere onderhandelingspositie te geven tegenover hun uitgevers, omroepen of producenten. Ook zijn wij voorstander van de opheffing van het kartelverbod voor zelfstandige kunstenaars, naar Duits voorbeeld.

Wij willen de financiële en economische onafhankelijkheid van kunstenaars vergroten. Wij willen ook de vrije toegang van burgers tot artistiek werk verbeteren; in de echte en in de virtuele samenleving. In het huidige rechtssysteem staan intellectueel eigendom en vrije toegang tot kunst dikwijls op gespannen voet met elkaar, niet in de laatste plaats door de tussenkomst van grote commerciële belangenorganisaties. Kunstenaars willen gelezen, gezien en gehoord worden, burgers willen er toegang toe hebben: dat moet gemakkelijker en rechtvaardiger geregeld kunnen worden dan nu het geval is.

Femke Halsema en Mariko Peters

(zie ook de samenvatting van het artikel van Renate Dorresteijn e.a. op PCMweb en het conceptverkiezingsprogramma van GroenLinks.)