Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de ministers van Financiën, van Economische Zaken en van Justitie over boekhoudfraude. (Ingezonden 16 juli 2002)

Deze vragen;Dit antwoord op vragen i is onder nr. 2010212760 toegevoegd aan .

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de ministers van Financiën, van Economische Zaken en van Justitie over boekhoudfraude. (Ingezonden 16 juli 2002)
Document­datum 09-09-2002
Publicatie­datum 17-03-2009
Nummer KVR16177
Kenmerk vraagnr. 2010212760
Van Financiën (FIN)
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1588

Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de ministers van Financiën, van Economische Zaken en van Justitie overboekhoudfraude.(Ingezonden 16 juli 2002)

1

Kent u de berichten over de voorgestelde aanpak van de Amerikaanse president Bush met betrekking tot boekhoudschandalen in de VS?1

2

Hoe beoordeelt u de door president Bush en senatoren Leahy en Sarbanes voorgestelde maatregelen? Dienen vergelijkbare maatregelen ook in Nederland te worden ingevoerd? Kunt u uw antwoord uitvoerig toelichten?

3

Hoe oordeelt u voor de Nederlandse situatie over het oprichten van een speciaal orgaan ter bestrijding van boekhoudfraude, vergelijkbaar met de door president Bush voorgestelde Corporate Fraude Task Force? Hoe beoordeelt u in dit verband een mogelijke taakverbreding van het FEC of het oprichten van een Rijksaccountantsdienst die zelf de controle verricht? Kunt u uw antwoord uitvoerig toelichten?

4

In hoeverre geven de recente berichten2 rondom de vermeende misleiding door KPNQwest van banken en de beurs aanleiding om uw standpunten ten aanzien van boekhoudfraude in het algemeen en accountantscontrole in het bijzonder, te herzien? Kunt u uw antwoord toelichten?

5

Heeft door de berichtgeving rondom KPNQwest, en met name het forse verschil tussen gepubliceerde en daadwerkelijke winst, de discussie rondom boekhoudfraude een nieuwe dimensie gekregen, in die zin dat de gebeurtenissen in Nederland hebben plaatsgevonden? Zo ja, leidt dit bij u tot een verhoogd probleembewustzijn?

6

Had KPNQwest in februari van dit jaar een winstwaarschuwing moeten afgeven? Welke straf of boete staat er op het nalaten hiervan, zowel voor de vennootschap als voor leden van de raden van bestuur en de Commissarissen? Vindt u dat deze straffen zouden moeten worden verhoogd?

7

Is ook in Nederland een betere coördinatie tussen civiele en strafrechtelijke procedures rondom boekhoudfraudes nodig? Kunt u uw antwoord toelichten?

8

Wat is uw mening om voor boekhoudfraudes van de aard zoals die recentelijk in het nieuws zijn gekomen, zwaardere strafmaatregelen in wetgeving op te nemen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Koenders, ingezonden 5 juli 2002.

1  «Bush kondigt harde aanpak fraude aan»: Financieele Dagblad, 10 juli jl.

RTL-4 Journaal, 9 juli jl. NOS-Journaal, 9 juli jl. Nova, 9 juli jl.

2  «KPNQwest misleidde banken en beurs»: Volkskrant, 10 juli jl.

Antwoord

Antwoord van minister Hoogervorst (Financiën), mede namens de ministers van Economische Zaken en van Justitie. (Ontvangen 2 september 2002), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 1482, vergaderjaar 2001–2002

1 Ja.

2 en 8

Op 30 juli 2002 heeft president Bush de Public Company Accounting Reform and Investor Protection Act (hierna, naar zijn opsteller, de Wet Sarbanes genoemd) ondertekend. In deze wet zijn ook de voorstellen opgenomen die de Amerikaanse president had gedaan tijdens zijn toespraak op 9 juli 2002 over de bestrijding van boekhoudfraude. De bepalingen uit de Wet Sarbanes

KVR16177 2010212760 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, Aanhangsel

3373

kunnen, grofweg, in vier deelterreinen worden onderverdeeld: i) het toezicht op accountants, ii) corporate governance, iii) de financiële verslaggeving en iv) de vervolging en bestraffing van financiële fraude. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste nieuwe regels op de hiervoor genoemde terreinen. Per deelterrein worden de nieuwe Amerikaanse regels telkens beknopt vergeleken met het in Nederland toepasselijke wettelijke en/of toezichtkader.

  • i) 
    Toezicht op accountants De Wet Sarbanes voorziet in de oprichting van een onafhankelijke toezichthouder op accountants. De Public Company Accounting Oversight Board zal a) toezicht houden op de controlerende werkzaamheden van accountants bij beursgenoteerde ondernemingen,
  • b) 
    richtlijnen voor de accountantscontrole ontwikkelen en
  • c) 
    onderzoeken of de publieke accountantskantoren de accountantsregelgeving naleven. Daarnaast is bepaald dat d) een accountantskantoor niet meer gelijktijdig bepaalde advieswerkzaamheden mag verrichten voor de onderneming waarbij hij de controlewerkzaamheden inzake de financiële verslaggeving van de betreffende onderneming verricht. Ad a) t/m d)

Zoals in de beantwoording op de vragen van 5 juli is aangegeven, zal ook in Nederland onafhankelijk publiek toezicht op accountants worden ingesteld. De toezichthouder zal toezicht gaan houden op de deskundigheid, herkenbaarheid en onafhankelijkheid van de certificeringsbevoegde accountants (Kamerstukken II 2001–2002, 28 090, nr. 1). De Tweede Kamer zal in het najaar hierover een notitie ontvangen naar aanleiding van de motie van Van Baalen inzake het kabinetsstandpunt (Kamerstukken II, 2001–2002, 28 090, nr. 3).

  • ii) 
    Corporate governance De Wet Sarbanes schrijft op dit punt voor dat a) bestuurders (de chief executive officer en de chief financial officer) van grote beursgenoteerde ondernemingen schriftelijk dienen te verklaren dat de gepubliceerde financiële cijfers een betrouwbaar beeld geven van de financiële situatie van de onderneming, b) bepaalde bonussen en betalingen aan de chief executive officer en de chief financial officer kunnen worden teruggedraaid wanneer gebleken is dat de gepubliceerde financiële cijfers onjuist zijn en moeten worden aangepast, c) de rechter een bestuurder uit zijn functie kan zetten, wanneer uit zijn gedrag blijkt dat hij niet langer geschikt is om de onderneming te besturen, d) bestuurders gedurende bepaalde perioden niet mogen handelen in effecten van hun onderneming en e) de auditcommissie (in plaats van het bestuur) van de beursgenoteerde onderneming verantwoordelijk wordt gesteld voor de benoeming en honorering van en toezicht op de controlerend accountant. Ad a)

Indien door de jaarrekening of andere cijfers die bekend zijn gemaakt een misleidende voorstelling wordt gegeven van de toestand van de vennootschap, zijn bestuurders en commissarissen van Nederlandse vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk voor de als gevolg van die misleiding geleden schade (artikel 2:139 en 150 BW). Artikel 2:101 BW bepaalt voorts dat bestuurders en commissarissen de jaarrekening van de vennootschap ondertekenen. De ondertekening houdt in, dat de ondertekenaar de jaarrekening als juist aanvaardt en hiervoor de verantwoordelijkheid draagt. Artikel 2:362 BW bepaalt dat de jaarrekening een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie van de rechtspersoon. Ad b)

Bestuurders en commissarissen kunnen strafrechtelijk worden vervolgd wanneer zij opzettelijk onjuiste financiële informatie hebben gepubliceerd. Niet alleen artikel 336 Wetboek van Strafrecht, maar ook artikel 225 Wetboek van Strafrecht kan in dat geval ten laste worden gelegd. Zo zijn balansen in de rechtspraak als geschriften met bewijsbestemming aangemerkt. Is het faillissement gevolgd, dan kan bovendien artikel 341 of artikel 343 Wetboek van Strafrecht ten laste worden gelegd. Bij veroordelingen wegens deze misdrijven kunnen gevangenisstraffen en – hoge – geldboetes worden opgelegd, daarnaast kan het wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen worden (artikel 36e Wetboek van Strafrecht). Ad c)

Artikel 2:161/271 BW bepaalt dat de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam een commissaris van een structuurvennootschap kan ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan handhaving als commissaris redelijkerwijze niet van de vennootschap kan worden verlangd. Het wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling (Kamerstukken II, 28 179, nrs. 1-6) voorziet in de mogelijkheid dat de algemene vergadering van aandeelhouders de gehele raad van commissarissen naar huis kan sturen. Bij niet-structuurvennootschappen kan de algemene vergadering van aandeelhouders ook individuele commissarissen ontslaan. Bestuurders kunnen bij niet-structuurvennootschappen worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders en bij structuurvennootschappen door de raad van commissarissen. In geval van wanbeleid kan de Ondernemingskamer in het kader van een enquête naar het beleid en de gang van zaken van een vennootschap één of meer bestuurders of commissarissen schorsen of ontslaan (artikelen 2:355 en 2:356 BW). Ad d)

Op grond van artikel 46 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) is het een ieder verboden om in effecten te handelen met voorwetenschap. Op grond van artikel 46d Wte 1995 is een beursgenoteerde onderneming verplicht om een reglement vast te stellen waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit van en transacties in op haar betrekking hebbende effecten van onder andere bestuurders en commissarissen. In dit reglement moeten ook regels worden gesteld ten aanzien van de periode waarin geen transacties in de op de onderneming betrekking hebbende effecten mogen worden verricht of bewerkstelligd door onder andere bestuurders en commissarissen (artikel 6 van de Regeling melding en reglementering transacties in effecten 1999). In

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, Aanhangsel

3374

beleidslijn 99-0002 van de Autoriteit Financiële Markten (modelreglement) wordt nadrukkelijk aanbevolen om in ieder geval perioden kort voor publicatie van een jaarbericht, halfjaar- en kwartaalbericht als «gesloten voor handel» aan te merken. Ad e)

Artikel 2:393 BW bepaalt dat de algemene vergadering van aandeelhouders de controlerend accountant aanwijst. In de Nederlandse praktijk gebeurt dit door middel van een voorstel van de raad van commissarissen. De accountant brengt aan de raad van commissarissen en aan het bestuur verslag uit van zijn onderzoek of de jaarrekening het volgens de wet vereiste inzicht geeft. Het is in Nederland niet verplicht om een auditcommissie in te stellen; niettemin stellen steeds meer grote beursgenoteerde ondernemingen een dergelijke commissie in. Uitgangspunt van de Nederlandse wetgeving is dat de raad van commissarissen collectief verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de financiële verslaggeving. Bij de in Nederland bestaande, zogenoemde, duale bestuursstructuur, met een separaat toezichthoudend orgaan (de raad van commissarissen) dat gezamenlijk de verantwoordelijkheid draagt, zien wij geen noodzaak voor een delegatie van taken en verantwoordelijkheden aan een auditcommissie uit de raad van commissarissen. Een dergelijke delegatie ligt meer voor de hand bij een zogenoemde one tier board structuur, waarin toezicht en beleidsuitvoering in één bestuursorgaan zijn vertegenwoordigd.

  • iii) 
    Financiële verslaggeving De Wet Sarbanes bepaalt dat a) beursgenoteerde ondernemingen meer informatie moeten verschaffen over zogenoemde off-balance sheet transacties en verplichtingen, zoals het gebruik van special purpose entities, b) beursgenoteerde ondernemingen geen misleidende «pro forma» financiële informatie mogen publiceren, c) het voor beursgenoteerde ondernemingen verboden is om persoonlijke leningen aan bestuursleden te verstrekken, d) bestuurders wijzigingen in het bezit van effecten in de «eigen»

onderneming binnen twee werkdagen openbaar moeten maken en e) de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC een studie zal verrichten naar de toepassing van een «principle based accounting systeem». Ad a)

De Europese Commissie heeft op 28 mei 2002 een voorstel voor een richtlijn gepubliceerd waarin de Europese jaarrekeningrichtlijnen worden gewijzigd (COM (2002) 259 definitief i 2002/0112 (COD) i; zie hierover ook Kamerstukken II, 2001–2002, 22 112, nr. 240). Hierin wordt onder andere voorgesteld om de zevende richtlijn vennootschapsrecht zodanig te wijzigen dat explicieter wordt gemaakt wanneer een vennootschap een overheersende invloed heeft op een andere vennootschap, bijvoorbeeld een special purpose entity, en deze laatste moet worden meegeconsolideerd (artikel 2 (1)). De International Accounting Standards Board (IASB) werkt momenteel aan een nadere concretisering wat onder «een overheersende invloed» moet worden verstaan. Zoals in de beantwoording van de vragen van 5 juli is gemeld zullen alle Europese beursgenoteerde ondernemingen hun jaarrekening vanaf 2005 moeten opstellen aan de hand van de International Accounting Standards (IAS). Ad b)

In het geval opzettelijk misleidende financiële informatie wordt gepubliceerd kunnen bestuurders en commissarissen zowel civielals strafrechtelijk worden vervolgd. Hierbij wordt verwezen naar hetgeen hierboven is vermeld onder ii b. Ad c)

Artikel 2:383 lid 2 BW bepaalt dat de door de vennootschap en de dochtermaatschappijen verstrekte leningen, voorschotten en garanties aan iedere bestuurder en commissaris in de toelichting op de jaarrekening openbaar moeten worden gemaakt. Ad d)

De Wet van 18 april 2002 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van de bezoldiging en het aandelenbezit van bestuurders en commissarissen (Stb. 225) bepaalt dat elke bestuurder en commissaris

(de wijzigingen in) het aantal aandelen (en het aantal rechten daarop, zoals opties) in de vennootschap waarvan men bestuurder of commissaris is en de aan deze vennootschap gelieerde vennootschappen onverwijld moet melden bij de Autoriteit Financiële Markten, die deze gegevens openbaar maakt. De Nederlandse regelgeving gaat op dit punt een stap verder dan de nieuwe Amerikaanse regelgeving. De hiervoor genoemde wet zal op 1 september 2002 in werking treden (Stb. 422). Ad e)

Binnen de IAS, een «principle base accounting systeem» wordt al getoetst of het geheel een betrouwbaar beeld geeft van de werkelijkheid. Het aangekondigde onderzoek van de SEC brengt een convergentie tussen het Amerikaanse boekhoudsysteem US GAAP en IAS, en aldus de ontwikkeling van een uniforme, mondiale set van regels voor de financiële verslaggeving, wellicht een stap dichterbij. Dit zou de vergelijkbaarheid en transparantie van de financiële cijfers ten goede komen en zou de administratieve lastendruk voor ondernemingen met meerdere beursnoteringen kunnen terugdringen.

  • iv) 
    Vervolging en bestraffing van financiële fraude

De Wet Sarbanes bepaalt dat a) strafrechtelijke vervolging tegen het vernietigen van documenten en obstructie van de rechtsgang kan worden ingesteld, b) de gevangenisstraffen voor financiële fraude worden opgetrokken, c) de begroting van de SEC wordt verhoogd, d) de SEC mag verhinderen dat een bestuurder die zijn macht heeft misbruikt (fraude heeft gepleegd, de financiële cijfers heeft gemanipuleerd of anderszins) aan de slag kan gaan bij een andere beursgenoteerde onderneming en e) de SEC de mogelijkheid krijgt om bijzondere betalingen tijdelijk te blokkeren aan bestuurders van ondernemingen die te maken hebben met onderzoeken naar overtreding van de effectenwetgeving. Ad a) en b)

Het Wetboek van Strafrecht maakt het mogelijk om personen te vervolgen vanwege vernietiging van documenten en obstructie van de rechtsgang (artikel 189 Wetboek van

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, Aanhangsel

3375

Strafrecht). Dergelijke gevallen kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste 4.500. Op valsheid in geschrift staat een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren en een geldboete van de vijfde categorie; voor de faillissementsdelicten verwoord in de artikelen 341 en 343 Wetboek van Strafrecht geldt hetzelfde. Op het misdrijf van artikel 336 Wetboek van Strafrecht tenslotte (het opzettelijk openbaarmaken van onware financiële rapportages) staat een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en een geldboete van de vijfde categorie. Het kabinet wil bevorderen dat de op artikel 336 Wetboek van Strafrecht gestelde maximale gevangenisstraf zal worden verdubbeld. Thans drukt deze gevangenisstraf in onvoldoende mate de ernst van het openbaarmaken van frauduleuze verslaggeving uit. Ad c)

De begroting van de Autoriteit Financiële Markten is de laatste jaren aanzienlijk gestegen als gevolg van de uitbreiding en intensivering van de toezichtstaken. Tussen 1996 en 2002 is de begroting bijna vertienvoudigd. Het aantal medewerkers in dienst van de Autoriteit Financiële Markten nam in deze periode ook sterk toe: van 43 medewerkers in 1997 naar 202 medewerkers in 2002). Zoals aangekondigd in de nota betreffende het toezicht op de financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen (Kamerstukken II, 2001-2002, 28 386, nr. 1) zal de begroting van de Autoriteit Financiële Markten met 2 tot 2,5 miljoen euro worden verhoogd als gevolg van deze nieuwe toezichtstaak. Ad d)

Het is de taak van de vennootschappelijke organen, de raad van commissarissen in het bijzonder, om geschikte bestuurders te benoemen of voor te dragen voor benoeming of herbenoeming. Het ligt in de rede dat daarbij niet alleen wordt gekeken naar de bestuurlijke ervaring van de persoon, maar ook naar feiten of omstandigheden die aan het goed functioneren van - en daarmee het vertrouwen in - de persoon ernstig in de weg staan. Het wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling (Kamerstukken II, 2001-2002, nrs. 1-6), dat momenteel aanhangig is in de Tweede Kamer, heeft mede tot doel de verantwoording over het toezicht van de raad van commissarissen op het beleid van de raad van bestuur te vergroten. Wij verwachten dat met dit wetsvoorstel de corporate governance structuur van ondernemingen wordt versterkt. Het is de verantwoordelijkheid van de algemene vergadering van aandeelhouders om een slecht functionerende raad van commissarissen heen te zenden. In dit systeem past geen rol voor de Nederlandse beurstoezichthouder bij de benoeming of ontslag van bestuurders en commissarissen. Ad e)

In Nederland bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om tot inbeslagneming over te gaan. Relevant in dezen is vooral artikel 94a Wetboek van Strafvordering, waarin de mogelijkheid van beslag tot bewaring van het recht tot verhaal van nog op te leggen geldboetes en ontnemingsmaatregelen geregeld is. Dit beslag kan worden gelegd op «alle zaken en alle vermogensrechten», zo bepaalt het derde lid. Indien sprake is van lucratieve strafbare feiten die als misdrijf strafbaar zijn gesteld in de toezichtswetgeving kan op deze grond inbeslagneming plaatsvinden, zo volgt uit de artikelen 1 en 6, eerste lid, onder 2o en laatste volzin van de Wet op de economische delicten. Beslag op vorderingen wordt in dat geval ingevolge artikel 94b Wetboek van Strafvordering gelegd door een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar.

Concluderend: ondernemingen en beleggers hebben een eigen verantwoordelijkheid om goede financiële informatie te verschaffen, respectievelijk te verwerven. De overheid moet heldere regels stellen en toezicht houden op de naleving. De Nederlandse wetgeving bevat instrumenten om misleidende financiële informatie aan te pakken. Voorts wordt zowel op Nederlands als op Europees niveau een aantal initiatieven genomen die kunnen bijdragen aan een herstel van vertrouwen in de financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen. Sommige regels die de Verenigde Staten recentelijk hebben ingevoerd, bestonden al in Nederland. Dit neemt niet weg dat, waar mogelijk, initiatieven zullen worden ontplooid om het vertrouwen in de financiële verslaggeving te bevorderen. Wanneer ondernemingen in de financiële verslaggeving geen getrouw beeld van de werkelijkheid geven en bestuurders daarmee grote financiële voordelen behalen, ontstaat gemakkelijk wantrouwen tegen de financiële verslaggeving in zijn algemeenheid. Uit het oogpunt van signaalwerking is daarbij ook de eerdergenoemde verhoging van de maximale gevangenisstraf, gesteld op het misdrijf van artikel 336 Wetboek van Strafrecht van belang.

3 en 7

Eén van de voorstellen van de Amerikaanse president Bush betreft de oprichting van een Corporate Fraude Task Force, onder voorzitterschap van de Minister van Justitie van de Verenigde Staten en waarin onder andere het Federal Bureau of Investigation (FBI), het Ministerie van Financiën, de SEC en de Commodities Futures Trading Commission samenwerken. In Nederland is de strafrechtelijke rechtshandhaving in geval van boekhoudfraude voorbehouden aan het Openbaar Ministerie. Daarnaast is er een samenwerkingsverband van het Openbaar Ministerie/arrondissementsparket Amsterdam, de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank, de Pensioen- en Verzekeringskamer, de FIOD-ECD, de Belastingdienst/Grote Ondernemingen Amsterdam, de regiopolitie Amsterdam/Amstelland, de Koninklijke Landelijke Politiediensten (KLPD) en het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT), genaamd het Financieel Expertise Centrum (FEC). De taken van het FEC omvatten a) het onderling uitwisselen van informatie over onderzoeksmethoden, fraudeprofielen, trends en marktontwikkelingen, alsmede het bevorderen dat mogelijk strafbare feiten die door elke instantie afzonderlijk onvolledig worden onderkend, beter in beeld kunnen worden gebracht. Daarnaast wordt deskundigheid ontwikkeld ten behoeve van de uitvoering van en bijstand aan opsporingsonderzoeken. De participanten werken binnen het FEC vanuit hun eigen taken en wettelijke bevoegdheden samen, het FEC zelf heeft geen (uitvoerende) bevoegdheden. Omdat de participanten binnen het doel van het FEC – het maatschappelijk belang van een integere financiële sector en het belang van een adequaat toezicht op en een goede bestuursrechtelijke en

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, Aanhangsel

3376

strafrechtelijke rechtshandhaving in de financiële sector – aan de orde kunnen stellen wat zij vanuit hun eigen taakgebied belangrijk vinden, is een taakverbreding van het FEC niet nodig. Bestrijding van boekhoudfraude valt binnen de taken van de diverse participanten. Het FEC zal aan het vraagstuk van de boekhoudfraude gepaste aandacht geven.

Ook bij de relatie tussen civiele en strafrechtelijke procedures kan het FEC een rol spelen door aandacht te schenken aan de uitspraken van de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam die in een civiele procedure oordeelt over de vordering van een belanghebbende tot herziening van de jaarrekening van een rechtspersoon als deze niet is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke voorschriften (artikel 999 en volgende Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Het feit dat de jaarrekening niet in overeenstemming is met de civielrechtelijke voorschriften, behoeft overigens niet tot de conclusie te leiden dat sprake is geweest van frauduleuze of anderszins strafbare handelingen.

4 en 5

Zoals gemeld in de beantwoording van de vragen van 5 juli loopt er momenteel een onderzoek door Euronext Amsterdam naar mogelijke overtreding van artikel 26 en 28h van het Fondsenreglement door KPNQwest NV. Dit onderzoek zal moeten uitwijzen of KPNQwest NV te laat een winstwaarschuwing heeft gepubliceerd.

De voorlopige en niet-vastgestelde jaarrekening 2001 van KPNQwest NV was niet voorzien van de handtekening van de certificerende accountant. In dit licht zien wij geen direct verband tussen de gang van zaken bij KPNQwest NV en ons oordeel over de accountantswetgeving. In de evaluatie over de accountantswetgeving is onder andere aangekondigd dat publiek toezicht door een zelfstandig bestuursorgaan wordt geïntroduceerd op de certificeringsbevoegde accountants (Kamerstukken II, 28 090, nr. 1).

6

Zoals hiervoor al is aangegeven, doet Euronext Amsterdam momenteel onder andere onderzoek naar de mogelijke overtreding van artikel 28h (onverwijlde publicatie van koersgevoelige informatie) van het Fondsenreglement door KPNQwest NV, i.c. of KPNQwest NV te laat met een winstwaarschuwing naar buiten is getreden. Indien Euronext Amsterdam vermoedt dat de vennootschap het Fondsenreglement heeft overtreden, kan zij de Adviescommissie Fondsenreglement advies vragen omtrent de overtreding. De Adviescommissie kan Euronext Amsterdam adviseren maatregelen te treffen tegen de vennootschap. Tot de maatregelen behoren onder meer schorsing van de officiële notering en vervallen uit de notering.

Met de in voorbereiding zijnde wijzigingen van het toezicht op het effectenverkeer met het oog op de implementatie van de Europese richtlijnen betreffende prospectus en marktmisbruik en de introductie van publiek toezicht op de financiële verslaggeving zullen ook de corrigerende en sanctionerende maatregelen mede in het effectendomein worden ondergebracht. Dit heeft tot gevolg dat in ieder geval het huidige toezichtinstrumentarium dat de Autoriteit Financiële Markten ter beschikking staat, zoals boeten en dwangsommen, zal kunnen worden toegepast. Daarnaast zal het na implementatie van de conceptrichtlijn marktmisbruik eenvoudiger worden om marktmanipulatie, zoals het verspreiden van onjuiste of misleidende financiële informatie, strafrechtelijk aan te pakken.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, Aanhangsel

3377

 
 
 
 

3.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.