Verslag schriftelijk overleg over uitspraak minister-president Balkenende over het homohuwelijk, gedaan tijdens bezoek aan Islamitische Staatsuniversiteit te Jakarta - Homo-emancipatiebeleid - Hoofdinhoud

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. 24 toegevoegd aan dossier 27017 - Homo-emancipatiebeleid.

Officiële titel	Homo-emancipatiebeleid; Verslag schriftelijk overleg over uitspraak minister-president Balkenende over het homohuwelijk, gedaan tijdens bezoek aan Islamitische Staatsuniversiteit te Jakarta
Document­datum	13-04-2006
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST96566
Kenmerk	27017, nr. 24
Van	Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

27 017

Homo-emancipatiebeleid

Nr. 24

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 april 2006

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport¹ bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen ter beantwoording voor te leggen aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over zijn uitspraak over het homohuwelijk, gedaan tijdens het bezoek aan de Islamitische Staatsuniversiteit te Djakarta op 7 april 2006 in een debat over normen en waarden.

De op 11 april 2006 toegezonden vragen zijn met de door de ministerpresident, minister van Algemene Zaken bij brief van 11 april 2006 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Blok

De griffier van de commissie, Teunissen

¹ Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kalsbeek (PvdA), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), voorzitter, Smits (PvdA), Örgü (VVD), Verbeet (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), ondervoorzitter, Vergeer (SP), Vietsch (CDA), Joldersma (CDA), Varela (LPF), Van Heteren (PvdA), Smilde (CDA), Nawijn (Groep Nawijn), Van Dijken (PvdA), Timmer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Azough (GL), Koşer Kaya (D66), Van der Sande (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Verdaas (PvdA), Ferrier (CDA), Cqörüz (CDA), Blom (PvdA), Halsema (GL), Gerkens (SP), Veenendaal (VVD), Hamer (PvdA), Weekers (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Vacature (algemeen), Ormel (CDA), Koomen (CDA), Van As (LPF), Waalkens (PvdA), Mosterd (CDA), Bussemaker (PvdA), Heemskerk (PvdA), Oplaat (VVD), Hermans (LPF), Hirsi Ali (VVD), Eski (CDA), Van Gent (GL), Bakker (D66), Nijs (VVD).

1

Is het opportuun om, als minister-president van een land waar het homohuwelijk bij wet is toegestaan, in een debat over normen en waarden afstand te nemen van het homohuwelijk?

De aanleiding van mijn opmerking was een vraag van een student hoe «een betoog over waarden en normen zich verhoudt tot een land waar prostitutie en het homohuwelijk legaal zijn». Ik heb daarop gesteld dat in Nederland via democratische besluitvorming is gekozen voor opheffing van het bordeelverbod en de introductie van het homohuwelijk. De eerste beslissing was gebaseerd op de wens de positie van betrokken vrouwen aanzienlijk te verbeteren, het tweede (het homohuwelijk) om de gelijke rechten voor alle burgers ook op dit punt tot uitdrukking te brengen. Ik heb daarbij gesteld en verdedigd dat dit soort zaken in onze parlementaire democratie bij meerderheid worden bepaald. In dat licht heb ik aangegeven dat ik destijds als kamerlid zelf tegen de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht heb gestemd. Als minister-president sta ik vanzelfsprekend pal voor deze democratisch tot stand gekomen norm. Die is nadrukkelijk één van de uitgangspunten van het kabinetsbeleid zoals dat ook is verwoord in de kabinetsbrief Homoemancipatie en zoals deze bijvoorbeeld ook uitgedragen wordt op de op het buitenland gerichte websites van de Nederlandse overheid (BuiZa, Justitie en VWS) en tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap.

2

In hoeverre achtuhet homohuwelijk in strijd met normen en waarden?

De gelijkstelling voor de wet van homoseksuele paren met heteroseksuele paren is in Nederland wettelijk geregeld. Daarmee is het onderdeel van de democratische rechtsstaat waarin gelijke rechten voor burgers worden gewaarborgd.

3

Wat heeftuondernomen om het homohuwelijk in deze discussie in positieve zin onder de aandacht te brengen?

Ik heb gesteld dat het homohuwelijk voortvloeit uit de werking van de democratie en de in Nederland voor alle burgers gelijk geldende rechten.

4

Bentubekend met de mensenrechtenschendingen van met name homoseksuelen in Indonesië? Zo ja, op welke wijze heeftuhiervoor in het debat te Jakarta aandacht gevraagd?

Het thema mensenrechten is in vrijwel alle gesprekken in Jakarta aan de orde geweest, zoals te doen gebruikelijk in mijn contacten met buitenlandse vertegenwoordigers.