Brief staatssecretaris met nadere informatie over het Valys-systeem - Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 33 toegevoegd aan dossier 25847 - Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten; Brief staatssecretaris met nadere informatie over het Valys-systeem |
---|---|
Documentdatum | 21-09-2005 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST89911 |
Kenmerk | 25847, nr. 33 |
Van | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2005–2006
25 847
Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten
Nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2005
In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 9 maart 2005, over de evaluatie van het Valys-systeem (25 847, nr. 32), heb ik toegezegd de commissie nader schriftelijk te informeren over een tweetal zaken:
– de mogelijkheid van een hardheidsclausule binnen het Valys-systeem; – een cijfermatig overzicht van de benutting van het Valys-systeem. Deze informatie doe ik u met deze brief toekomen.
Daarnaast wil ik u informeren over de gevolgen van een recente uitspraak in een kort geding dat is aangespannen door een marktpartij.
-
1.De mogelijkheid van een hardheidsclausule binnen het Valys-systeem
Tijdens het overleg van 9 maart 2005 heeft de Kamer gevraagd of ik overweeg om alsnog een hardheidsclausule in te voeren voor mensen die niet voldoende hebben aan het huidige aantal beschikbare taxikilometers met Valys. Ik heb in het AO aangegeven géén aanleiding te zien voor een hardheidsclausule binnen het Valys-systeem. Als een hardheidsclausule op een systeem wordt toegepast dan doet het ten principale afbreuk aan de werking van het systeem. Beredeneerde afwijkingen toelaten op een geldend systeem doet inbreuk op de systematiek waarvoor gekozen is. Deze mening ben ik nog steeds toegedaan.
Daarnaast is er een aantal nadere overwegingen die mijn standpunt ondersteunen.
In 2005 ben ik met de verhogingen van de pkb’s (persoonlijk kilometerbudget), die gebaseerd zijn op de realisaties 2004 en de ramingen voor 2005, in belangrijke mate tegemoet gekomen aan de behoefte van pashouders met een hoog pkb. Het betekent een duidelijke verbetering ten opzichte van de situatie in 2004 en ik verwacht dat dit bij de groep
hoog pkb’ers de belangrijkste negatieve effecten wegneemt. Voor pashouders met een standaard pkb blijft het uitgangspunt dat zij zoveel mogelijk gebruik dienen te maken van de mogelijkheden van het OV. Hun pkb is daarop afgestemd en nog aanzienlijk verhoogd.
Het gerechtshof heeft in een door de Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad Nederland en anderen aangespannen zaak, in een arrest d.d. 31 maart 2005 onder meer overwogen dat het recht op gelijke behandeling, het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het respect voor het privé- en gezinsleven en de bewegingsvrijheid géén verplichting scheppen voor de Staat tot het treffen van een door de Staat gefinancierde voorziening voor bovenregionaal vervoer en de Staat niet verbieden om – binnen of buiten het Valys-systeem – alleen een deel van de kilometers die gehandicapten bovenregionaal sociaal recreatief met de taxi willen reizen financieel te ondersteunen. Het gerechtshof heeft daarnaast overwogen dat het feit dat de regeling géén uitzonderingsmogelijkheden kent, zodat (sommigen van de) gehandicapten door de hoge kosten van vervoer boven het pkb zich gedwongen zien om minder bovenregionale contacten te hebben waarbij zij zelf moeten reizen of om deze contacten met andere hulp te reizen dan met behulp van het taxivervoer van het Valyssysteem, evenmin maakt dat de kilometerlimiet in het Valys-systeem jegens hen onmiskenbaar onrechtmatig is. Hiermee komt het Hof de facto tot de conclusie dat het ontbreken van een hardheidsclausule niet onrechtmatig is.
Ik zie op basis van het bovenstaande dan ook géén aanleiding om mijn oorspronkelijke mening over een hardheidsclausule te herzien.
-
2.Een cijfermatig overzicht van de benutting van het Valys-systeem
In het overleg van 9 maart 2005 heeft de Kamer eveneens verzocht om een cijfermatig overzicht te krijgen van de werkelijke benutting van Valys. In bijgaand overzicht geef ik de relevante cijfermatige informatie per 1 augustus 2005. Daarbij is ter vergelijking ook de stand opgenomen per 1 december 2004, de cijfers die ik heb verstrekt bij mijn brief van 22 december 2004 (vergaderjaar 2004–2005, 5847/29 800, nr. 31).
1 december 2004 |
1 augustus 2005 |
(zie vergaderjaar |
|
2004-2005, |
|
5847/29 800, |
|
nr. 31) |
|
40 081 |
55 812 |
1 398 |
2 632 |
38 683 |
53 180 |
1 139 |
2 141 |
18 839 |
25 930 |
29 |
6 |
2 622 |
393 |
12 445 |
16 988 |
9 669 |
14 516 |
Totaal aantal pashouders
Totaal aantal hoog pkb-pashouders
Totaal aantal standaard pkb-pashouders
Totaal aantal actieve hoog pkb-pashouders Totaal aantal actieve standaard pkb-pashouders Totaal aantal hoog pkb-pashouders dat door hun pkb heen is
Totaal aantal standaard pkb-pashouders dat door hun pkb heen is
Totaal aantal aanvragen voor indicatie hoog pkb Totaal aantal afgehandelde aanvragen voor indicatie hoog pkb
Uit de gegevens blijkt dat het aantal pashouders toeneemt maar dat het daadwerkelijke gebruik van de kilometerbudgetten relatief nog laag is. Over de periode 1 januari 2005 tot 1 augustus 2005 heeft namelijk minder dan de helft van de pashouders met een standaard pkb (namelijk 25 930
van de in totaal 53 180 pashouders) daadwerkelijk (minimaal 1x) gebruik gemaakt van de toegekende taxikilometers. Dit percentage ligt bij de hoog pkb-pashouders wezenlijk anders. Van de in totaal 2 632 pashouders met een hoog pkb heeft een aantal van 2 141 daadwerkelijk (minimaal 1x) gebruik gemaakt van de hen toegekende kilometers. Van deze groep hebben evenwel slechts 6 pashouders oftewel 0,28% hun pkb volledig opgemaakt.
Dat de wens van een aantal pashouders tot ophoging van de pkb’s niet aansluit bij het feitelijke gebruik wordt nog eens onderstreept door de totale uitgaven in 2004 voor het bovenregionaal vervoer als bekend gemaakt in het Jaarverslag 2004 (vergaderjaar 2004–2005, 30 100 XVI, nr. 1). Op het voor bovenregionaal vervoer beschikbare budget is in 2004 ook reeds onderuitputting opgetreden, voornamelijk omdat pashouders de hen toegewezen taxikilometers niet (volledig) hebben opgemaakt. Ter indicatie, van het totaal aantal uitgegeven taxikilometers aan pashouders in 2004 is slechts 39% ook daadwerkelijk verbruikt.
De gepercipieerde reisbehoefte van veel gehandicapten wijkt derhalve af van het daadwerkelijke gebruik van het bovenregionaal vervoer. Dit beeld kwam overigens ook reeds naar voren uit de reisgegevens onder het Traxx-systeem. Zo was onder dit systeem 6% van de pashouders in 2003 verantwoordelijk voor 30% van het totaal aantal verreden kilometers. De helft van het totaal aantal pashouders (60 000) destijds had in 2003 in het geheel géén gebruik gemaakt van Traxx, terwijl van de actieve pashouders meer dan 60% minder dan 600 kilometer per taxi reisde (vergaderjaar 2003–2004, vws0400477).
Op basis van de nu bekende reisgegevens van Valys over de maanden januari tot augustus 2005, ga ik er vanuit dat de verhoging van de pkb’s naar 750 taxikilometers voor een standaard pkb en 2250 voor een hoog pkb in 2005 niet zal leiden tot overschrijding van het oorspronkelijke contract van € 17 miljoen (plus meerwerk). De belangrijkste redenen hiervoor zijn enerzijds het relatief lage percentage pashouders dat actief is gaan reizen en anderzijds het feit dat de pashouders die wel actief reizen, voorzichtig zijn met de inzet van hun taxikilometers. Anders gesteld, indien de huidige trend van het gebruik van de taxikilometers zich doorzet naar de komende maanden van 2005, dan zal in 2005 voor de taxikilometers in het geheel niet worden geput uit het bedrag van € 10 miljoen, dat als gevolg van het amendement Dijksma&Van der Ham is toegevoegd aan de begroting van VWS voor bovenregionaal gehandicaptenvervoer.
Ook voor 2006 verwacht ik, op basis van de huidige trend van het gebruik van de taxikilometers, dat binnen het oorspronkelijke contract van € 17 miljoen (plus meerwerk) zal worden gebleven. Aan het eind van 2005 stel ik wederom de hoogte van de pkb’s voor 2006 vast. Bij de vaststelling van de pkb’s voor 2006 zal ik naast de dan recente gebruikgegevens, ook het oorspronkelijke contract als uitgangspunt meenemen. Mocht door toenemend gebruik van de taxikilometers in de loop van 2006 echter het oorspronkelijke contract worden overschreden dan zal ik daar tijdig op anticiperen door het contract voor bovenregionaal vervoer opnieuw aan te besteden. Daarbij zal op dat moment dan ook de € 10 miljoen uit het amendement Dijksma&Van der Ham worden betrokken, die door achterblijvend gebruik tot dusverre nog niet zijn benut. Voor een verdere toelichting op deze koers verwijs ik u naar punt 3.
De vraag dient zich dan ook aan, op welke wijze omgegaan kan worden met de verwachte onderuitputting over 2005. Het meest wenselijk is uiteraard dat pashouders de hen toegekende pkb’s ook daadwerkelijk gaan gebruiken. De sleutel om de onderuitputting aan te pakken ligt in het
(verder) activeren van pashouders om hun pkb’s te gebruiken. Hierin heb ik de afgelopen periode reeds geïnvesteerd en dat zal ik de komende tijd nadrukkelijk blijven doen. Naast het stimuleren van het gebruik is het tussentijds ophogen van de pkb’s een theoretische mogelijkheid. Deze optie is gezien de huidige onderbenutting aan taxikilometers evenwel naar mijn mening weinig zinvol.
Ik ben dan ook voornemens om, met de verwachte onderuitputting over 2005, de standaard pkb’ers extra te faciliteren door maatregelen/investeringen, die direct bijdragen aan het vergroten van de reismogelijkheden bij bovenregionale reizen met het OV. Het streven van het kabinet is er primair op gericht om de mogelijkheden voor gehandicapten om met het OV te reizen verder te verbeteren. Als de beschikbare middelen gebruikt worden om hier concrete verbeteringen te realiseren dan heeft dat een veel positiever en structureler effect dan alle mensen met een beperking onbeperkt taxivervoer bieden. Het is ook een principiële keuze voor inclusief beleid: iedereen moet zoveel mogelijk gewoon mee kunnen doen. Ik ben, in overleg met de minister van V&W en Pro-Rail, bezig voorstellen te ontwikkelen die leiden tot een aantal extra maatregelen/investeringen op het gebied van toegankelijkheid van stations en de treinen. De intentie is er op gericht om de beschikbare middelen van het amendement Dijksma&Van der Ham maximaal in te zetten voor deze maatregelen. Ik verwacht u over de concrete invulling en de benodigde financiering van de maatregelen, op korte termijn nader te kunnen informeren. Mijn voornemen is ook om in 2006 dergelijke afspraken te maken met de minister van V&W.
-
3.Uitspraak in kort geding
Gelet op de intensieve bemoeienis van uw Kamer met het bovenregionaal vervoer, lijkt het mij goed u te informeren over een juridische procedure. Begin 2005 heeft een marktpartij zich gemeld bij VWS. Deze marktpartij meende dat er sprake was van een wezenlijke wijziging van de indertijd in 2003 aanbestede opdracht, naar aanleiding van de wijzigingen bij Valys per 1 januari 2005 (vergaderjaar 2004–2005, 25 847, nr. 32). Vooral de extra middelen (€ 10 mln.) die met het amendement Dijksma&Van der Ham beschikbaar zijn gekomen voor het bovenregionaal vervoer vormen de directe aanleiding voor het bezwaar.
Op 26 april 2005 heeft de marktpartij een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Den Haag om (her)aanbesteding van het contract juridisch af te dwingen. Bij vonnis van 15 juni 2005 heeft de voorzieningen-rechter van de rechtbank Den Haag geoordeeld dat de verhoging van het budget met € 10 miljoen in samenhang met de verhoging van de pkb’s tot 750 respectievelijk 2250 kilometers moet worden aangemerkt als een niet toelaatbare wijziging van de aanbestede opdracht. Met andere woorden, de extra € 10 miljoen mag op basis van deze uitspraak niet gebruikt worden voor uitbreiding van het contract met Transvision. Op grond hiervan heeft de voorzieningenrechter de Staat verboden de overeenkomst met Transvision inzake Valys ná 1 april 2006 ten uitvoer te leggen en VWS geboden, voorzover VWS de (gewijzigde) opdracht voor het bovenregionaal gehandicaptenvervoer voor de periode vanaf 1 april 2006 (nog steeds) wenst op te dragen, de opdracht opnieuw Europees aan te besteden.
Ik ben het niet met het oordeel van de rechter eens. Het met Transvision gesloten contract is – anders dan de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd – niet gewijzigd. Evenmin is voor 2005 en 2006 zicht op overschrijding van de opdracht aan Transvision. Dit naar aanleiding van het lage
gebruik van taxikilometers door Valys-pashouders (zie punt 2). Gelet hierop heb ik spoedappèl (hoger beroep) ingesteld bij het gerechtshof.
Voor zover mijn maatregelen ter bevordering van het gebruik van toegekende pkb’s dusdanig succesvol zullen zijn, dat de extra € 10 miljoen alsnog dienen te worden benut volgt uit de uitspraak van de voorzie-ningenrechter dat het contract met Transvision daartoe niet kan worden gewijzigd. Zoals reeds gesteld, is er geen sprake van een wijziging van het contract met Transvision en zal deze situatie zich naar verwachting ook niet voordoen in 2005. Ik acht het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook voorbarig, ik vind het prematuur dat het gerechtshof zich thans reeds uitspreekt over de mogelijkheden van een eventuele wijziging van het contract met Transvision in 2006 of later. Anderzijds wens ik de uit de uitspraak van de voorzieningenrechter voortvloeiende onzekerheid over de mogelijkheid om de € 10 miljoen voor taxi-kilometers te gebruiken, niet te verplaatsen naar de toekomst. Ik heb deze beide uitgangspunten als volgt verenigd: voor het geval uit toenemend gebruik van taxikilometers volgt dat in 2006 of in de jaren daarna het huidige contract met Transvision ontoereikend is, dan zal ik het contract tijdig (her)aanbesteden teneinde zekerheid te verkrijgen dat € 10 miljoen ook daadwerkelijk kan worden benut voor taxikilometers. Het is namelijk mijn uitdrukkelijke bedoeling om de € 10 miljoen voor taxikilometers te gebruiken wanneer dat op basis van het toenemende gebruik noodzakelijk zal blijken te zijn. De marktpartij die het kort geding aanhangig heeft gemaakt, heeft op deze basis, afstand gedaan van het recht op (her)aanbesteding per 1 april 2006. Dat is voor mij aanleiding geweest om het spoedappèl in te trekken. Eén en ander leidt ertoe dat ik niet op korte termijn tot (her)aanbesteding zal overgaan en het oorspronkelijke contract met Transvision volledig zal benutten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. I. J. M. Ross-van Dorp
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.