Brief staatssecretaris - Evaluatie Schipholbeleid

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29665 - Evaluatie Schipholbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Evaluatie Schipholbeleid; Brief staatssecretaris  
Document­datum 06-10-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST79968
Kenmerk 29665, nr. 2
Van Verkeer en Waterstaat (VW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

29 665

Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 2

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2004

Deze brief iseen vervolg op het Plan van Aanpak evaluatie Schipholbeleid (kamerstuk 29 665, nr. 1) en het Algemeen Overleg dat wij daarover hadden op 2 september 2004. Om te beginnen wil ik graag opmerken dat ik blij ben met de enthousiaste reactie van zowel Eerste- als TweedeKamerleden over de voorstellen tot nu toe. De evaluatie en de manier waarop we daarmee omgaan vormen een belangrijk middel om het wantrouwen over het Schipholbeleid, dat leeft bij een deel van de betrokkenen, weg te nemen.

In het Algemeen Overleg op 2 september 2004 heb ik u toegezegd op een aantal punten nog aanvullende informatie te sturen. In deze brief geef ik u – mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer – die informatie over de volgende onderwerpen:

  • 1. 
    toetsingskader
  • 2. 
    borging onafhankelijkheid
  • 3. 
    organisatie
  • 4. 
    communicatie
  • 5. 
    planning, verantwoordelijkheden en begroting

Hieronder vindt u een toelichting per punt op hoofdlijnen, voor uitgebreidere informatie verwijsik u naar de bijlagen bij deze brief.1

Daarnaast doet het mij genoegen te zien dat er door individuele fracties reedsisgereageerd op mijn oproep tijdenshet AO om voorstellen te doen over aanvullingen op de evaluatie. In bijlage 1 ga ik hier in hoofdlijnen op in. Ik zou het overigensop prijsstellen alsu, net alsde Eerste Kamer, mij nog een gemeenschappelijke reactie stuurt. Deze reactie ontvang ik graag zo spoedig als mogelijk, doch uiterlijk eind van deze maand.

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

De nadere uitwerking en de aanvullingen in deze brief verwerk ik in het Plan van Aanpak Evaluatie zoalsdat er nu ligt, zodat een definitief document ontstaat, dat onder andere dient voor eenduidige communicatie.

  • 1. 
    Toetsingskader

Voor de verschillende elementen van de evaluatie is een toetsingskader nodig.

  • • 
    Baarda-evaluatie – de toetsingscriteria hiervoor zijn de beschermings-criteria zoals vastgelegd in de overgangsartikelen in de wet. Deze zijn vastgelegd in het Plan van Aanpak.
  • • 
    Toetsing van de effectiviteit – het toetsingskader wordt afgeleid van de achterliggende dubbeldoelstelling van de wet, te weten gelijke of verbeterde kwaliteit van de leefomgeving en de ontwikkeling van de mainport.
  • • 
    Toetsing verbetervoorstellen – Aan de hand van een aantal relevante criteria worden ingediende voorstellen getoetst en beoordeeld.

Meer informatie vindt u in de bijlage.

  • 2. 
    Borging onafhankelijkheid

Op basis van de gevoerde besprekingen met alle partijen (bestuurskundigen, bestuurdersen Tweede Kamer) iseen afweging gemaakt over de rol en verantwoordelijkheid die het rijk heeft in de evaluatie. Omdat ik eindverantwoordelijk ben voor het beleid, procesen planning en daarop afgerekend moet kunnen worden door het parlement, acht ik mijzelf ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de evaluatie. Daarbij vind ik het van groot belang om te zorgen voor een goede borging van het procesen communicatie naar alle betrokkenen. Deze uitgangspunten zijn in de bijlage uitgewerkt.

Eén element licht ik er hier vast uit. Ik ben voornemens in het kader van de onafhankelijkheidsborging een commissie in te stellen die toeziet op de procesgang. Deze procesbegeleidingscommissie heeft maximaal vijf leden die geen binding hebben met het Schipholdossier, boven de partijen staan en in ieder geval kunnen rekenen op vertrouwen bij publiek, bestuurders, Eerste en Tweede Kamer en andere betrokkenen.

  • 3. 
    Organisatie

Bij V&W wordt een apart projectbureau ingesteld dat onder mijn verantwoordelijkheid zorg draagt voor de uitvoering van de evaluatie. Daartoe behoort onder meer het uitbrengen van regelmatige voortgangsrapportages over inhoud en proces aan de begeleidingscommissie en aan Tweede en Eerste Kamer. Een kennisbureau maakt deel uit van het projectbureau. Niet alleen V&W-medewerkers(waaronder de Inspectie Verkeer en Waterstaat) zijn hierin werkzaam, het is wenselijk dat ook medewerkersvan andere departementen hierin een rol vervullen. Daarnaast wordt ook kennisbetrokken van andere relevante partijen zoalshet RIVM, het CPB en de Commissie voor de milieueffectrapportage.

Dit kennisbureau is verantwoordelijk voor de effectiviteitstoetsing en behandelt en toetst de ingediende verbetervoorstellen. In dit kader kan het kennisbureau in voorkomende gevallen zijn kennis en deskundigheid beschikbaar stellen aan mensen die hulp nodig hebben bij de invulling en uitwerking van hun idee. Het kennisbureau levert informatie en beantwoordt vragen en kan helpen bij de formulering van een verbetervoorstel. Het isnadrukkelijk niet de bedoeling dat het kennisbureau fungeert als een soort onderzoeksinstituut waar mensen hun globale ideeën kunnen laten uitwerken.

Het projectbureau isdirect benaderbaar voor betrokkenen, zowel fysiek (mensen kunnen een afspraak maken) als telefonisch, schriftelijk en via internet.

  • 4. 
    Communicatie

Iedereen ishet erover eensdat goede communicatie over Schiphol en over de evaluatie van het Schipholbeleid in het bijzonder cruciaal is. Ook ik hecht aan een duidelijk en transparant proces, zodat iedereen precies kan zien en kan volgen wat er gebeurt.

Het projectbureau zoekt naar efficiënte middelen om dat te realiseren, onder meer via internet. Zo wordt geprobeerd om op een speciale evaluatie-website alle informatie voor iedereen beschikbaar te stellen en de mogelijkheid te scheppen om via deze website verbetervoorstellen in te laten dienen. Daarnaast wordt gedacht aan het organiseren van een aantal informatiebijeenkomsten, waar geïnteresseerden worden voorgelicht over het evaluatieproces.

Voortszal ik door middel van periodieke voortgangsrapportagesbetrokkenen en Kamer van de ontwikkelingen op de hoogte houden.

  • 5. 
    Planning, verantwoordelijkheden en begroting

De planning van de evaluatie isuitgewerkt in een schema (zie bijlage 2). In dat schema ziet u ook terug welke partijen op bepaalde momenten een rol hebben in het proces. Daarnaast is een overzicht bijgevoegd van alle partijen en hun rol/verantwoordelijkheid in het proces(bijlage 3). Ten opzichte van het Plan van aanpak isdit rollenoverzicht verder uitgewerkt. Om inzichtelijk te maken wat er gebeurt met ingediende verbeter-voorstellen is ook dit proces in een schema gezet. U vindt dit schema in bijlage 4.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M. H. Schultz van Haegen-MaasGeesteranus

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.