Brief minister en staatssecretaris over uitwerking kabinetsplan voor SZW - Kabinetsplan aanpak administratieve lasten

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 29515 - Aanpak regeldruk en administratieve lasten.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Brief minister en staatssecretaris over uitwerking kabinetsplan voor SZW 
Document­datum 08-04-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST75653
Kenmerk 29515, nr. 3
Van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 515

Kabinetsplan aanpak administratieve lasten

Nr. 3

BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 april 2004

Inleiding

In het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd dat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in deze kabinetsperiode met een kwart moeten afnemen. In de toelichting bij de begroting 2004 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is aangegeven dat ik mij tot taak heb gesteld op zijn minst een evenredige bijdrage te leveren aan het behalen van deze doelstelling, ondanks het feit dat SZW in de periode 1995–2002 reeds een reductie van 13 procent heeft weten te realiseren1. De minister van Financiën informeert u met de kabinetsbrief van heden (Meer ruimte voor ondernemers door minder lasten) over het totaal van de inspanningen van de rijksoverheid om genoemde lastenvermindering te kunnen realiseren. In de onderhavige brieftreft u een overzicht aan van de acties die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in gang heeft gezet om samen met de gemengde commissie van SZW te komen tot substantiële reductievoorstellen.

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Vermindering administratieve lasten; Jaarrapportage 2002(Bijlage bij TK 2002–2003, 24 036, nr. 283).

Met de reductievoorstellen die onderstaand zijn vermeld, wordt – rekening houdend met de sterke internationale bepaaldheid van de regelgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden en met de omvangrijke externe effecten op het terrein van andere departementen die worden gerealiseerd met de WALVIS-operatie – een forse inspanning geleverd. Ze tellen op tot ongeveer 19 procent van de administratieve lasten die de regelgeving van SZW eind 2002 nog met zich meebracht. Een verdere bijdrage van SZW zal in de komende jaren nog concreet moeten worden ingevuld; deze is mede afhankelijk van verdere gezamenlijke inspanningen op het sociaal-fiscale terrein. Mijn ministerie zal een uiterste inspanning leveren om een reductiepercentage van 25 nog deze kabinetsperiode te realiseren.

In onderstaande tabel zijn de administratieve lasten voor de vier beleidsterreinen van SZW en de omvang van de thans geïnventariseerde reductiemogelijkheden samengevat.

 

Beleidsterreinen

Omvang AL (x € 1 mln)

Omvang

reductie

(x € 1 mln)

Percentage reductie

Werknemersverzekeringen Arbeidsomstandigheden Arbeidsverhoudingen Arbeidsmarkt & Bijstand

979

1 150

341

63

209

206

26

31

21

18

8

49

Totaal

2 533

472

19

Nulmetingen

In bijlage 10 van de Miljoenennota 2004 zijn de «Spelregels administratieve lasten» vastgelegd. Op grond van deze spelregels moet ieder departement eind 2003 een volledig beeld hebben van de administratieve lasten die voor het bedrijfsleven voortkomen uit de regelgeving van dat departement. Het ministerie van SZW heeft aan een onderzoeksbureau de opdracht verstrekt om de al beschikbare standaardkostenmodellen voor de vier beleidsterreinen van SZW te actualiseren tot de situatie per ultimo 2002. Dat betekent dat de modellen thans de relevante regelgeving op dat moment bevatten (inclusiefde in de eerdere modellen nog ontbrekende regelgeving voor de kinderopvang), dat de aantallen bedrijven, berichten e.d. zijn geactualiseerd en dat de administratieve lasten zijn uitgedrukt in het prijsniveau 2002. De meting die met behulp van de herziene modellen is uitgevoerd, heeft als uitkomst dat de administratieve lasten als gevolg van SZW-regelgeving per ultimo 2002 in totaal € 2,533 miljard omvatten.

Op grond van de spelregels in de Miljoenennota 2004 moeten de administratieve lasten ook worden ingedeeld naar nationale ofinternationale herkomst. De uitkomst is dat 64 procent van de door SZW veroorzaakte administratieve lasten een nagenoeg volledig nationaal karakter heeft, 28 procent is aan te merken als nagenoeg volledig veroorzaakt door internationale regelgeving en 8 procent als gedeeltelijk internationaal bepaald. Bij SZW is met name op het terrein van de arbeidsomstandigheden sprake van een grote mate van internationale bepaaldheid die een beperking oplegt aan het reductiepotentieel op korte termijn.

Onderstaand treft u een overzicht aan van deze drie categorieën naar beleidsterrein.

 

Categorie

Werkn.

Arbeids-

Arbeids-

Arbeids-

Totaal AL

 

verz.

omstand.

verhoud.

markt & Bijstand

 

A Geheel internationaal

0

675

27

0

702

B Gedeeltelijk internationaal

0

179

11

1

5 206

C Geheel nationaal bepaald

979

295

303

48

1 625

Totaal

979

1 150

341

63

2 533

Aanpak van de reductie op SZW-terrein

In de Miljoenennota 2004 is vastgelegd dat alle departementen inzicht dienen te verschaffen in de mogelijkheden om de administratieve lasten voor bedrijven als gevolg van hun regelgeving te reduceren. Het instellen van een gemengde commissie met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven wordt aangegeven als de geëigende procedure is voor de totstandkoming van reductievoorstellen met een voldoende maatschappelijk draagvlak. Ook wordt inzicht gevraagd in de consequenties van de voorgestelde maatregelen voor de oorspronkelijke beleidsdoelstelling van de desbetreffende wetgeving.

Het ministerie van SZW bevindt zich voor wat betreft de totstandkoming van reductievoorstellen in een bijzondere positie. Al in september 2000 heeft de toenmalige staatssecretaris Hoogervorst de Commissie Kuipers ingesteld die werd belast met de opdracht om de administratieve lasten op het terrein van de werknemersverzekeringen te inventariseren en reductievoorstellen te doen. Deze commissie heeft vervolgens in het kader van het departementale project vermindering administratieve lasten in 2002 en de eerste helft van 2003 ook een integrale doorlichting verzorgd van de andere drie beleidsterreinen van SZW.

De in de Commissie Kuipers besproken voorstellen verkeren inmiddels in verschillende fasen van implementatie. De voorstellen voor vermindering van de administratieve lasten in de sociale verzekeringen (WALVIS) zijn al in behandeling bij de Tweede Kamer1, de aanvullende voorstellen voor de overdracht van de premieheffing naar de Belastingdienst zullen binnenkort worden ingediend (Wet financiering sociale verzekeringen). Voorstellen waardoor (volgens het bureau dat de nulmeting heeft uitgevoerd) de pensioenfondsen de administratieve lasten op het terrein van de aanvullende pensioenen wellicht kunnen verminderen, zijn medio 2003 voor advies voorgelegd aan de pensioenpartners in de Stichting van de Arbeid.

Op het terrein van de arbeidsomstandigheden is recent een substantiële lastenverlichting gerealiseerd (afschaffing van het verplichte werkover-leg)2. Over aanvullende voorstellen om de regels rond de risicoinventarisatie enevaluatie sterk te flexibiliseren, vooral voor kleine ondernemers, heeft de Sociaal Economische Raad recent een advies uitgebracht3. Over de voorstellen voor een vereenvoudiging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de besluiten op grond van de Warenwet bent u reeds geïnformeerd door middel van de voortgangsrapportages over het Actieplan Vereenvoudiging SZW-regelgeving4. Een onderzoek naar de mogelijkheden om de informatievoorziening voor en de communicatie met het MKB te verbeteren, is in november 2003 aan u aangeboden5. De voorstellen worden inmiddels geïmplementeerd. Gelet op deze stand van zaken heb ik er vanafgezien om de gemengde commissie opnieuw bijeen te roepen. In plaats daarvan zijn binnen het departement nog een aantal nieuwe voorstellen geïnventariseerd.

Onderstaand treft u het beeld aan per beleidsterrein. In de laatste kolom van de tabellen is aangegeven ofimplementatie al zeker is (Z), ofsprake is van een concreet voorstel ofvoornemen (V), ofdat sprake is van een te overwegen actie (O).

Geïnventariseerde reductiemogelijkheden

Arbeidsmarkt&Bijstand

1  TK 28 219.

2  Staatsblad 2004/104.

3  Sociaal-Economische raad. Advies arbo-dienstverlening. Den Haag 20 februari 2004.

4  Briefvan 15 oktober 2003 (SZW 0300705).

5  TK 25 883, nr. 19.

Het beleidsterrein van Arbeidsmarkt & Bijstand is uit oogpunt van administratieve lasten voor het bedrijfsleven van weinig betekenis. Eind 2002 bedroeg het totaal van de AL € 63 miljoen. Voor dit terrein zijn de in de volgende tabel opgenomen verminderingen van AL reeds gerealiseerd of voorgenomen. De thans geïnventariseerde maatregelen voor (mogelijke) reductie op dit terrein tellen op tot bruto € 31 miljoen, waarvan € 12 miljoen reeds gerealiseerd in 2003/4. De resterende voorstellen voor de komende jaren vloeien voort uit de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand waardoor op termijn de regels over het aanbestedingsregime voor reïntegratietrajecten kunnen worden beperkt.

 

Maatregel

Vermindering

Verwacht jaar

Status

 

(x € 1 mln)

implementatie

 

Vereenvoudiging WAADI

1,4

2003

Z

Vereenvoudiging Wet arbeid

     

vreemdelingen

2,0

2003/4

Z/V

Expiratie Wet SAMEN

7,5

2004

Z

Intrekken Wiw

1,6

2004

Z

Beperking regels aanbestedings-

     

regime reïntegratie gemeenten

18,5

2007

V

Totaal

31

   

Arbeidsverhoudingen

Op het terrein van de arbeidsverhoudingen bedragen ultimo 2002 de administratieve lasten in totaal € 341 mln. Het grootste deel van deze lasten (€ 195 mln ) slaat neer in de sector van de aanvullende pensioenen. Het leeuwendeel van de kosten – € 146 mln – komt voort uit het gegevensverkeer tussen werkgevers en pensioenuitvoerders. Gezien de noodzaak van de waarborging van de pensioenaanspraken bestaat er geen reële ruimte de informatieverplichtingen als zodanig terug te dringen. Dat geldt zowel voor de individuele aanspraken als voor het toezicht op de uitvoering van de pensioenregelingen.

Een vermindering van de administratieve lasten zal vooral gerealiseerd moeten worden door te bezien ofer mogelijkheden zijn de informatiestromen efficiënter in te richten. Aangezien de sociale partners een belangrijke rol spelen bij de afspraken over de aanvullende pensioenen, is de Stichting van de Arbeid op 15 juli 2003 verzocht een oordeel te geven over de mogelijkheden om op dit terrein tot een reductie van de administratieve lasten te komen. Zodra de nog dit voorjaar te verwachten zienswijze van de Stichting van de Arbeid bekend is, kan worden aangegeven ofhier inderdaad acties kunnen worden overwogen en, zo ja, welke reducties daarmee zouden kunnen worden bereikt en op welke termijn.

Verreweg het grootste deel van de administratieve lasten op het terrein van de Arbeidstijdenwet wordt veroorzaakt door de wettelijke verplichting het arbeidstijdpatroon (dienstrooster) ofwijzigingen daarin ten minste 28 dagen van te voren aan de werknemer kenbaar te maken. Met de kanttekening dat deze verplichting materieel geen administratieve lasten met zich brengt omdat de werkgever immers vanuit de bedrijfsvoering te allen tijde wijzigingen in het arbeidspatroon aan de werknemer zal moeten meedelen, wordt overwogen in het kader van de aangekondigde vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet1 deze verplichting te laten vervallen. Daarmee zou een reductie worden bereikt van € 15,6 miljoen.

Op het terrein van de individuele arbeidsovereenkomsten vloeien de administratieve lasten voor het grootste deel voort uit de procedures rond ontslag. Op twee punten lijken hierbij reducties mogelijk. Een standaardisering van de gegevens die bedrijven dienen te verstrekken bij de toetsing van de bedrijfseconomische noodzaak van ontslag zou kunnen leiden tot een besparing aan administratieve lasten van naar schatting € 3,7 mln. Momenteel vindt een concrete uitwerking plaats, waarbij CWI en Nivra betrokken zijn. Bezien wordt ofook de preventieve toets voor ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid kan worden vereenvoudigd.

De Wet basisvoorziening kinderopvang beoogt door deregulering mede een vermindering van administratieve lasten. Met het vervangen van de bestaande regelgeving op SZW-terrein door de nieuwe wet wordt een TK 29 376.                                                  reductie gerealiseerd van bijna € 7 miljoen. Daarnaast vervalt bij het

ministerie van Financiën nog de fiscale werkgeversaftrek voor kinderopvang (circa € 3 miljoen).

 

Maatregel

Vermindering (x 1 mln)

Verwacht jaar implementatie

Status

Mededeling arbeidstijdspatroon Ontslag bedrijfseconomische redenen Ontslag langdurige arbeidsongeschiktheid Wet basisvoorziening kinderopvang

15,6 3,7 PM 6,9

2005/2006 2005 2006 2005

V V O V

Totaal

26,2

   

Arbeidsomstandigheden

In de periode 1995–2002 is op het terrein van de arbeidsomstandigheden al een lastenverlichting gerealiseerd van 12 procent. Per ultimo 2002 bedragen de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in verband met de arboregelgeving nog € 1150 miljoen. Bepalend voor dit beleidsterrein is dat de administratieve lasten voor het grootste deel Europees bepaald zijn. Dat beperkt in aanzienlijke mate de mogelijkheden om eenzijdig en op korte termijn te komen tot een vermindering van administratieve lasten via het schrappen van verplichtingen. Verbeteringen in de efficiency van de uitvoering zijn natuurlijk wel te realiseren.

Zoals aangegeven, is op het arboterrein al een omvangrijk pakket aan acties ingezet met als uitgangspunt het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden tegen zo laag mogelijke kosten. De acties betreffen concreet de volgende onderdelen.

Deregulering waar haalbaar en verantwoord

In vervolg op de acties in de periode 1995 – 2002 die hebben geleid tot een reductie van de AL met 12 procent, wordt systematisch nagegaan welke nationale kop in het verleden op de Europese regelgeving is gezet. Vervolgens worden, onder waarborging van een voldoende kwaliteitsniveau, de mogelijkheden voor vereenvoudiging systematisch bezien, zowel voor de Arbeidsomstandighedenwet en de bijbehorende lagere regelgeving als voor de Warenwetbesluiten.

Verbeterde informatievoorziening

Vermindering van de kosten bij het zoeken naar noodzakelijke arbo-informatie kan naar verwachting eveneens leiden tot lastenvermindering, met name voor het MKB. Op 13 november 2003 is het rapport «Kleine bedrijven en arbo» aan u aangeboden samen met met de beleidsvoornemens van SZW.

Kernpunten:

– Ondernemingen aanspreken op zaken die hen tot actie bewegen,

zoals inzicht in kosten en vooral baten, en het belang van gezond

personeel; – Beschikbaar stellen van betrouwbare en toegankelijke informatie

over hoe dat moet, direct via arbo.nl en via vertrouwde partijen

(brancheorganisaties en administratiekantoren).

Verbeterde efficiency in de uitvoering van arbobeleid

Deels betreft dit het realiseren van een efficiënte implementatie van de risico-inventarisatie en -evaluatie binnen de Europees voorgeschreven kaders, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Anderdeels gaat

het om het scheppen van duidelijkheid in de ervaren «brij» van eisen die van verschillende kanten op de onderneming afkomt, waardoor «arbo» als negatiefwordt gepercipieerd. Voor zover het direct om overheidseisen gaat is dit vooral een kwestie van wegnemen van tegenstrijdigheden in de uitvoering en handhaving. SZW participeert daarom actiefin het EZ-programma «Tegenstrijdige regels».

Vermindering van «ervaren» belasting

Met name in het MKB scoort «arbo» negatiefin de beeldvorming. SZW

speelt in op deze niet meetbare «ervaren lasten», ook met acties

waarvan het effect niet makkelijk – of geheel niet – kwantificeerbaar is

met beschikbare rekenmodellen. Te noemen zijn:

– Het veld goed informeren over wat SZW doet en de redenen daarvoor, en concrete resultaten laten zien, zoals met een PR campagne, gekoppeld aan concrete producten (zoals vernieuwing arbo.nl en belangrijke vereenvoudigingen).

– Producten samen met de doelgroep ontwikkelen zodat producten goed landen en er commitment is op bereikte resultaten. Bijv. door gebruikerstesten in het traject arbo.nl.

– Vereenvoudiging van regels ook doorzetten als effecten op de

administratieve lasten niet meetbaar zijn (Bouwbesluit/Arbobesluit) maar wel de ergernisfactor beïnvloeden.

– Vereenvoudiging van certificering RI&E’s kleine bedrijven door arbodiensten indien gebruik is gemaakt van branche-RI&E.

In onderstaande tabel zijn de effecten van deze acties zoveel als mogelijk geconcretiseerd en gekwantificeerd.

 

Maatregel

Verminde-

Verwacht

Status

 

ring

jaar imple-

 
 

(x € 1 mln)

mentatie

 

Deregulering en vereenvoudiging

     

Arbeidsveiligheidsrapport (ARI&E)

2

2004

Z

Verplicht werkoverleg

89

2004

Z

Drukapparatuur (gebruiksfase)

1

2005

Z

Deskundigheidseisen stralingsbescherming

1

2005

V

Verbetering informatievoorziening

55

2006

Z

Efficiencyverbetering arbobeleid

     

RI&E website

7

2003

Z

Vereenvoudiging certificeringsregeling

28

2004

Z

Digitalisering branche RI&E’s

23

2006

Z

Totaal

206

   

Met de € 206 miljoen aan gekwantificeerde acties wordt een brutoreductie van de AL gerealiseerd van 18 procent van het totaal, bovenop de in de voorgaande jaren reeds gerealiseerde vermindering met 12 procent. Een verdere reductie is op korte termijn minder gemakkelijk te realiseren door de sterke internationale bepaaldheid.

Ofin de toekomst nog een beperkte verdere reductie mogelijk is valt pas te bepalen op het moment dat over een aantal trajecten nadere duidelijkheid is ontstaan. Het betreft onder andere de follow-up van het op 20 februari 2004 uitgebrachte SER-advies «Arbodienstverlening: aansturen op vraag, het onderzoek vereenvoudiging en deregulering», mede in relatie tot de nationale kop (medio 2004) en de evaluatie van de Arbeidsomstandighedenwet (najaar 2004).

Werknemersverzekeringen

In de periode 1995–2002 is op het terrein van de werknemersverzekeringen een verhoudingsgewijs omvangrijke lastenreductie tot stand gekomen van 16%. De omvang van de AL op het terrein van de werknemersverzekeringen per ultimo 2002 bedraagt nog € 979 miljoen.

Op het terrein van de werknemersverzekeringen is een grote operatie in gang gezet, gericht op een harmonisatie van de loonbegrippen, inrichting van één centrale polisadministratie en de overdracht van de premieinning naar de Belastingdienst. Het daartoe strekkende wetsvoorstel WALVIS is al in behandeling bij de Tweede Kamer, het voorstel voor de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) zal binnenkort worden ingediend. De in de tabel weergegeven cijfers over deze operatie zijn gebaseerd op de uit het jaar 2000 daterende cijfers zoals die in de eerdere kamerstukken aan u zijn gemeld (respectievelijk € 196 miljoen en € 80 miljoen) en in overleg met de Belastingdienst verdeeld naar Financiën en SZW. Binnenkort zal een gewijzigde opstelling worden aangeboden waarin uitgaand van het basisjaar 2002 de mutaties worden verwerkt die sindsdien zijn opgetreden en de uitsplitsing naar wetgevingsdomeinen van de twee departementen zal worden geactualiseerd.

De keuze voor een gezamenlijke inning van premies en loonbelasting heeft nog een verder uitstralingseffect doordat ook het ministerie van VWS gebruik maakt van de gecreëerde infrastructuur door ook de heffing van de ziekenfondspremie te laten meelopen. Een en ander leidt tot een lastenvermindering voor bedrijfsleven en ziekenfondsen van € 30 miljoen. Het CBS heeft aangegeven gebruik te willen maken van de gegevens die in de polisadministratie worden opgenomen vanwege de sterke overeenkomst met de digitale enquête Werkgelegenheid en Lonen. Daardoor zouden op termijn de eigen waarnemingen van het CBS bij bedrijven over dit onderwerp gestaakt kunnen worden (€ 4,5 miljoen).

Naast deze grote operatie is ook het WAO-complex van belang. Zeker is dat de verlenging van de loondoorbetaling bij ziekte en de afschaffing van de WAZ leiden tot een zekere vermindering van administratieve lasten. Voor het overige worden de effecten in een wat later stadium bepaald. Datzelfde geldt voor de deregulering van de Werkloosheidswet en de uitkomst van de toekomstverkenning Werkloosheidswet, inclusiefde herbezinning op de kring van verzekerden. In combinatie met de invoering van de door het kabinet gewenst eerstedagmelding wordt verder het afschaffen van de melding sociale verzekeringen overwogen.

Een vierde terrein dat kwantitatiefvan groot belang is zijn de vrijlatingsbepalingen in het kader van de premieheffing van de werknemersverzekeringen. SZW volgt hier echter het beleid van de Belastingdienst zodat eventuele winst in termen van AL geheel afhankelijk is van het beleid van het ministerie van Financiën.

Het beeld voor het totaal van de werknemersverzekeringen is op dit moment als volgt:

 

Maatregel

Verminde-

Verwacht

Status

 

ring

jaar imple-

 
 

(x € 1 mln)

mentatie

 

Vereenvoudiging premieheffing

     

Afschaffen feestgeschenkenregeling

34

2003

Z

Vereenvoudiging woon-werkverkeer

25

2004

Z

WAO-complex

     

Verlenging loondoorbetaling

8

2004

Z

Intrekken WAZ

19

2004

V

WA LVIS-SUB

     

WALVIS

76

2005/7

V

Wet financiering SV

20

2006

V

Overige

     

Vervallen melding SV

27

2006

V

Werkloosheidswet

P.M.

P.M.

O

Totaal

209

   

Verwachte toenames van administratieve lasten

De in de voorgaande paragrafen vermelde reducties van administratieve lasten zijn brutoreducties. Daarnaast is op een aantal onderdelen onvermijdelijk ook sprake van toename van administratieve lasten die noodzakelijk is om een adequaat beschermings- ofvoorzieningenniveau te waarborgen. In onderstaande tabel zijn deze intensiveringen samengevat en waar mogelijk gekwantificeerd. De thans reeds te kwantificeren toenames bedragen tenminste € 14 miljoen.

Maatregel

Toename (x € 1 mln)

Verwacht jaar implementatie

Arbeidsverhoudingen

LangdurendzorgverlofPM

Nieuwe pensioenwet                                            PM Werknemersverzekeringen

Kerstpakkettenregeling                                         12

Levensloopregeling                                               PM

Eerste dagsmelding                                              PM Arbeidsomstandigheden

Veiligheidsinformatiebladen WMS                        2

2004 2005/6

2004 2006 2006

2004

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. J. de Geus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.