Verslag algemeen overleg van 27 november 2003, over brief minister LNV van 9 oktober 2003 over instelling agentschap Dienst regelingen LNV - Agentschap Dienst Regelingen LNV (DLR)

Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29246 - Agentschap Dienst Regelingen LNV (DRL).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Agentschap Dienst Regelingen LNV (DLR); Verslag algemeen overleg van 27 november 2003, over brief minister LNV van 9 oktober 2003 over instelling agentschap Dienst regelingen LNV 
Document­datum 11-12-2003
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST73353
Kenmerk 29246, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 246

Agentschap Dienst Regelingen LNV (DRL)

Nr. 2

Ter griffie van de Tweede Kamer ontvangen op 11 december 2003.

De Kamer kan zich tegen het voorgenomen besluit uitspreken uiterlijk op 26 januari 2004.

Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), voorzitter, Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Van den Brand (GroenLinks), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Van Loon-Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Verdaas (PvdA) en Kruijsen (PvdA). Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Örgü (VVD), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Van Miltenburg (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Eerdmans (LPF), Lazrak (SP), Vos (GroenLinks), Van As (LPF), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA) enDub-belboer (PvdA).

VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 11 december 2003

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft op 27 november 2003 overleg gevoerd met minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 9 oktober 2003 van de minister van LNV over de instelling agentschap Dienst regelingen LNV (29 246, nr. 1). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Van Loon-Koomen (CDA) heeft met enige verbazing de brief van 10 oktober van de minister gelezen waarin het voornemen is opgenomen om per 1 januari 2004 een tijdelijk agentschap Dienst regelingen LNV (DRL) in te stellen. Tijdens het AO van 7 oktober 2003 over de instelling van de DLG (Dienst landelijke gebieden) heeft de CDA-fractie grote bezwaren geuit tegen de vorming van agentschappen. In het rapportBerenschot over agentschapsvorming wordt aangetoond dat het vormen van een agentschap allerminst een garantie is voor professioneler en doelmatiger werken. Er dient dan ook pas op de plaats gemaakt te worden.

LASER en het Bureau heffingen, twee van de vier te fuseren diensten, hebben al de agentschapstatus. Er zijn serieuze signalen dat zij niet naar behoren functioneren. Uit de brief van de minister blijkt onvoldoende waarom er een nieuw agentschap Dienst regelingen LNV moet worden ingevoerd. Een van de redenen zou vermindering van administratieve lasten zijn. Dit wordt echter niet kwantitatief onderbouwd. Daarnaast ziet men mogelijkheden voor het behalen van efficiencyvoordelen bij ondersteuning en egalisatie van de workflow. Kan dit met concrete voorbeelden worden onderbouwd?

Het CDA pleit al langer voor het rijksbreed instellen van een baten-lastenstelsel, mede gelet op het grote aantal – 50 à 60 – agentschappen dat de regering wil vormen. Het CDA is bereid om bij hoge uitzondering hiermee in te stemmen als de minister beargumenteerd kan aantonen dat er ongelukken gebeuren als er geen agentschap wordt gevormd.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) acht het van groot belang dat na de fusie sprake is van één loket. De VVD-fractie kan op zichzelf instemmen

met de vorming van een agentschap. Er is veel kritiek op LASER en het Bureau heffingen. Kan de minister via meer sturing verbetering daarin aanbrengen, ook in het lopende traject naar de vorming van één agentschap, zodat er daadwerkelijk een efficiencyslag gemaakt kan worden? Dat is een voorwaarde voor de fusie.

De heer Waalkens (PvdA) juicht invoering van het baten-lastenstelsel toe. Heeft de kostprijs van de te verrichten diensten consequenties voor de toedeling van de kosten? Welke rol heeft het ministerie daarin? In hoeverre komt het publieke aandeel in de kostprijs voor rekening van het Rijk? Vindt bij de introductie van de baten-lastensystematiek ook benchmarking plaats? Dus wordt de werkwijze vergeleken met rijksdienstfinanciering?

De ministeriële verantwoordelijkheid blijft ook met een agentschapstructuur onverkort gelden. Bij de VBTB-beoordeling vormen de agentschappen een integraal, herkenbaar onderdeel van de begroting, rekening en verantwoording. Zij nemen daarin een eigen plaats in. Kunnen de synergievoordelen enerzijds door vermindering van lastendruk en anderzijds door efficiencyverbetering vanwege een betere afstemming van interne processen, worden gekwantificeerd?

Is een punt van discussie dat LASER ook andere diensten levert? Of heeft LASER, op basis van de Europese beschrijving van een betaalorgaan, een aparte status?

Als wordt overgegaan tot de instelling van één loket, dient de nieuwe structuur op enig moment geëvalueerd te worden. Wil de minister een overzicht verstrekken van ministeriële diensten en de te behalen efficiencywinst? Het ministerie moet in staat worden gesteld om haar diensten zo efficiënt mogelijk te organiseren. Het functioneren van diensten staat of valt niet met de vorm, maar met de aansturing. De minister kan op onderdelen van de nieuwe dienst worden aangesproken.

De heer Van den Brink (LPF) vindt de term «agentschappen» ouderwets. Een andere aanduiding is op haar plaats. Er wordt gestreefd naar een effectieve werkwijze, waarin een goed onderscheid mogelijk is tussen kosten en baten, waardoor doelen beter kunnen worden gehaald. Het ministerie dient het gereedschap te leveren dat nodig is voor een goed functionerende dienst. Het moet nagaan wat het beste is, in dit geval een kosten-batensysteem, productbegroting en een prestatietoets achteraf, waaruit blijkt of de doelen zijn bereikt.

Het is de vraag of wel de juiste vier diensten fuseren, want een goed functionerend ministerie zal klantgericht willen zijn. Boeren hebben echter niets op met het Bureau heffingen.

Op welke wijze wordt bestuurlijk zicht op het agentschap gehouden? Het staat meer op afstand en voorkomen moet worden dat het in de bureaula verdwijnt. De bestuurlijke invalshoek moet meer over het voetlicht worden gebracht. Op zich heeft de LPF-fractie echter niets tegen de vorming van een agentschap.

Het woord «mestbeleid» dient vervangen te worden door «mineralen-beleid».

Het antwoord van de minister

De minister heeft geen andere term voor «agentschap». Er is zeker geen relatie tussen die term en het meer op afstand staan van het ministerie, want dat is niet het geval. De wijze waarop met financiële stromen wordt omgegaan, wordt anders gestructureerd, waardoor de kosten en de uitgaven inzichtelijk worden. Het is daardoor mogelijk om de interne efficiency te vergroten en de externe kostenberekening te legitimeren. Het gaat om een fusie van vier organisaties, waarvan LASER en het Bureau heffingen – gezamenlijk 80% van de omzet – een agentschapstatus

hebben. Een fusie vereist één beheersregime. Er worden tevoren afspraken gemaakt over de te leveren prestaties en de daarbijbehorende prijs, waardoor de sturing en de verantwoording worden verbeterd. Daarnaast worden de vier diensten bijeengebracht om de overeenkomstige werkprocessen te bundelen. Er is sprake van een indeling in processtappen: het inwinnen van gegevens, het registreren van gegevens, de beschikking en de effectuering. Van de ondersteuning wordt door de samengevoegde diensten gebruikgemaakt. Een groot voordeel is dat de werkprocessen minder regelinggebonden worden. De werkprocessen worden generiek opgezet, zodat verschillende regelingen grotendeels met dezelfde werkprocessen uitgevoerd kunnen worden. Ook de terugkoppeling naar de afnemers kan efficiencyvoordelen opleveren. Daarnaast zullen regelingen in de komende tijd worden gewijzigd en ook afgeschaft. In het voorjaar zal de Kamer hierover een voorstel ontvangen. LASER is al jaren een erkend, goed functionerend betaalorgaan, waar door de Europese Unie strenge eisen aan worden gesteld. Het is begrijpelijk dat de boeren het niet zo op hebben met het Bureau heffingen. De mestwetgeving zal de komende tijd drastisch worden gewijzigd. Het Bureau heffingen wordt daartoe aangepast. Een erkend betaalorgaan zoals LASER kan ook andere diensten leveren.

Kwantificering van efficiencywinst is lastig, onder andere omdat voorzichtigheid betracht moet worden bij het in een kasstelsel zichtbaar maken van sommige zaken. De fusiekosten zullen binnen de bestaande budgetten worden opgevangen door interne efficiencyverbetering. De bezuinigingstaakstelling is al opgenomen in de begroting. Voor de salariëring van de directeur gelden de ambtelijke schalen. Uiteindelijk zullen er niet meer, maar minder directeuren zijn.

Ook na de fusie blijft de minister volledig verantwoordelijk. De publieke verantwoordelijkheid blijft dus onverlet. Het agentschap is onderdeel van de begroting. De minister zal een oog daarop blijven houden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van den Brink (LPF) acht het van belang om, gezien het beeld dat boeren van het Bureau heffingen hebben, daarover goede informatie te geven. Een Kamerlid moet zich als bestuurder niet bemoeien met het gereedschap van een ministerie. Er is niets tegen de vorming van het agentschap als aan de daarbij gestelde voorwaarden wordt voldaan. De naam blijft voor de heer Van den Brink een probleem.

De heer Waalkens (PvdA) merkt op dat het baten-lastenstelsel impliceert dat de kosten duidelijk worden genoteerd. Hoe hoog zijn de fusiekosten? Als diensten worden samengevoegd, nemen vergelijkingsmogelijkheden af. Op welke wijze wordt de benchmarking vormgegeven, met name ten aanzien van het publieke deel van de kostprijs?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) wijst op de kritiek in het veld op LASER en het Bureau heffingen. Heeft de minister in het komende traject voldoende greep daarop? Zal sprake zijn van verbetering, of gaat de minister ervan uit dat door de efficiencyslag sowieso verbetering optreedt?

Mevrouw Van Loon-Koomen (CDA) herhaalt haar bezwaar tegen de instelling van agentschappen. De minister blijft eindverantwoordelijk, maar de controle van de Kamer staat er toch iets verder vanaf. Kunnen de kosten van de fusie, de vermindering van de administratieve lasten en het toenemen van de efficiency worden gekwantificeerd? Alleen op basis van goede argumenten is de CDA-fractie bereid om haar standpunt te wijzigen. De tijdelijke agentschapstatus geldt tot 2005. Als de voorhangprocedure start voor het instellen van een definitief agentschap is aanvul-

lend onderzoek van de Algemene Rekenkamer gewenst, zodat in beeld wordt gebracht of de geschetste verwachtingen uitkomen.

De minister wijst op het belang van goede communicatie. Deze zal met name via de doelgroepen verlopen, zodat van meet af aan een goede start wordt gemaakt.

Fusiekosten betreffen met name interne kosten, onder andere voor overleg met werknemers en de opstelling en uitvoering van de strategische ondernemersvisie. Deze kosten moeten uit de efficiencyverbetering worden opgebracht. De minister zegt toe, de inschatting van de fusie-kosten schriftelijk aan de Kamer te doen toekomen. Ook over de vormgeving van de benchmarking zal de Kamer nader worden bericht. Een van de redenen voor de invoering van een kosten-batenstelsel is juist om te kunnen vergelijken.

De minister is op de hoogte van de kritiek op de uitvoering. Alles is gericht op verbetering. De sleutel ligt in het samenbrengen van de organisaties, klantgerichtheid en hantering van dezelfde werkprocessen, die goed moeten aansluiten op de regelgeving.

Het agentschap komt niet wat verder van de Kamer af te staan. Het blijft onderdeel van de begroting en de minister blijft volledig verantwoordelijk. Er wordt alleen overgegaan op een andere kosten-batentoerekening; een bedrijfseconomisch regime waarin men op een andere wijze tot kostprijsbepalingen komt. Daaruit zal ook de synergie moeten blijken. In de vaste procedure bij agentschapsvorming is een screening door Binnenlandse Zaken en Financiën voorzien. Het is dan ook overbodig om de Rekenkamer daarmee te belasten. 80% van de werkzaamheden valt al onder twee agentschappen.

De voorzitter wijst erop dat de Kamer altijd de gelegenheid heeft om de Rekenkamer verzoeken te doen. Hij concludeert dat de meerderheid van de Kamer de minister groen licht geeft voor de vorming van een nieuw agentschap. Voor de CDA-fractie is dit een groen knipperlicht. Als het agentschap definitief vorm krijgt, zal zij daarop terugkomen. De minister heeft de Kamer een brief toegezegd waarin een overzicht wordt gegeven van de kosten van de fusie. Begin maart zal de minister een overzicht verstrekken van de regelingen die geschrapt kunnen worden.

De voorzitter van de vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Atsma

De wnd griffier van de vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en

Voedselkwaliteit,

Van Leiden

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.