Verslag algemeen overleg over de militaire eenheden in Afghanistan - Bestrijding internationaal terrorisme - Hoofdinhoud
Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 89 toegevoegd aan dossier 27925 - Bestrijding internationaal terrorisme.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Bestrijding internationaal terrorisme; Verslag algemeen overleg over de militaire eenheden in Afghanistan |
---|---|
Documentdatum | 10-04-2003 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST67567 |
Kenmerk | 27925, nr. 89 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Commissie(s) | Buitenlandse Zaken (BUZA) en Defensie (DEF) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
27 925
Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 89
1 Samenstelling:
Leden: Terpstra (VVD), De Graaf (D66), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Wilders (VVD), Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), Van Winsen (CDA), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Hirsi Ali (VVD) en Eijsink (PvdA). Plv. leden: Nijs (VVD), Dittrich (D66), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Stuurman (PvdA), Vos (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Sterk (CDA), De Vries (VVD), Rijpstra (VVD), Hoogervorst (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Ross-van Dorp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Balkenende (CDA), Cqörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Waalkens (PvdA) en Geluk (VVD).
2 Samenstelling:
Leden: De Vries (PvdA), Bakker (D66), De Vries (VVD), Kamp (VVD), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Vendrik (GroenLinks), Albayrak (PvdA), voorzitter, Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Herben (LPF), ondervoorzitter, Kortenhorst (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Bruls (CDA), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Straub (PvdA), Blom (PvdA) en Eijsink (PvdA). Plv. leden: Van Dam (PvdA), De Graaf (D66), Rijpstra (VVD), De Grave (VVD), Waalkens (PvdA), Oplaat (VVD), Halsema (GroenLinks),
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 10 april 2003
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 en de vaste commissie voor Defensie2 hebben op 19 maart 2003 overleg gevoerd met minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken en minister Kamp van Defensie over:
– de brief van de minister van Defensie d.d. 20 december 2002 houdende informatie over de stand van zaken inzake de uitgezonden militaire eenheden voor de operatie Enduring Freedom (27 925, nr. 81);
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 7 februari 2003 houdende informatie over de stand van zaken inzake de situatie in Afghanistan in het algemeen en de ISAF in het bijzonder (27 925, nr. 84);
– de brief van de minister van Defensie d.d. 14 februari 2003 inzake de operatie Enduring Freedom (27 925, nr. 85);
– de brief van de minister van Defensie d.d. 21 februari 2003 houdende het verslag van het bezoek van de minister aan Kaboel ter gelegenheid van de overdracht van het commando over de ISAF aan Duitsland en Nederland op 10 februari 2003 (27 925, nr. 87);
– de brief van de minister van Defensie d.d. 28 februari 2003 houdende antwoorden van de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karimi inzake Duitsland, de ISAF en Irak.
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Van Baalen (VVD) vindt dat in de brief van 7 februari terecht wordt aangegeven dat het gezag van de Afghaanse regering buiten Kaboel beperkt is. In hoeverre is de veiligheid in Afghanistan afhankelijk
Fierens (PvdA), De Ruiter (SP), Van den Brand (GroenLinks), Adelmund (PvdA), Cornielje (VVD), Wilders (VVD), De Haan (CDA), Nawijn (LPF), Van der Knaap (CDA), Ferrier (CDA), Hermans (LPF), Ross-van Dorp (CDA), Van der
Staaij (SGP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Wit (SP), Jan de Vries (CDA), Ormel (CDA), Van Heemst (PvdA), Tichelaar (PvdA) en Noorman-den Uyl (PvdA).
van ontwikkelingen buiten die stad en in Irak? Voldoet het extractieplan van de International Security Assistance Force (ISAF) in dit verband nog? Als Duitsland vertrekt, dient Nederland ook te vertrekken, omdat het hoofdkwartier niet kan worden opgesplitst. Besluiten beide landen hierover gezamenlijk? Canada zou beschikbaar zijn voor de ISAF. Geldt dit voor de functie van lead nation? Zijn momenteel reeds andere landen beschikbaar? Het is opvallend dat Duitsland evenals Nederland op eigen wijze voorziet in civiel-militaire samenwerking (CIMIC). Waarom is de CIMIC Group North, waarin een aantal NAVO-landen samenwerken, niet ingezet? Zal dit alsnog gebeuren?
Is Nederland bereid de plaats van de Verenigde Staten in de operatie Enduring Freedom geheel of gedeeltelijk in te nemen als dit land zijn troepen daaruit terugtrekt? De heer Van Baalen stemt in met de verlenging van de deelname van Nederlandse F-16’s aan Enduring Freedom.
De heer Van Bommel (SP) vindt dat de regering in haar brieven zeer realistisch is over de grootschalige criminaliteit in Afghanistan. De brieven zijn echter enigszins gedateerd. Wat is de huidige stand van zaken? Zijn er, aan de vooravond van een oorlog tegen Irak, aanwijzingen dat strijdgroepen in Afghanistan de oorlog willen hervatten tegen de Afghaanse regering of tegen de ISAF? Hoe ontwikkelt het front van Enduring Freedom zich in het algemeen? De afgelopen weken hebben Nederlandse F-16’s enkele malen deelgenomen aan bombardementen. Kan de minister een precies overzicht geven van de daadwerkelijke betrokkenheid van Nederlandse vliegtuigen bij gevechten en van de aard en het verloop van die gevechten? Kan hij verder een actueel overzicht geven van de gehele Nederlandse betrokkenheid bij Enduring Freedom en van aanvullende taken ter vervanging van de Verenigde Staten elders in de wereld? De regering schrijft dat het moeilijk is om in een vroeg stadium te worden geïnformeerd over de inzet van Nederlandse troepen in gevechten. Hoe kan dit? Hebben Nederlandse F-16’s operaties uitgevoerd voordat de regering was ingelicht? Beschikt de regering in dit verband over de informatie die zij wenst?
De gevechten in Spin Boldak maakten deel uit van de bestrijding van Taliban- en Al-Qaida-strijders. Werken volgelingen van krijgsheer Hekma-tyar samen met deze twee groepen? Op gezag van Amerikaanse woordvoerders berichtten kranten tien dagen geleden dat het net rond leden van Al Qaida zich sloot en dat arrestatie-eenheden slechts enkele uren van Osama bin Laden waren verwijderd. Twee van diens zoons zouden inmiddels zijn gearresteerd, evenals een kopstuk van Al Qaida. Wat is de actuele stand van zaken in de jacht op Bin Laden en mullah Omar? Zijn Nederlandse F-16’s daarbij betrokken? De heer Van Bommel is overigens tegen een verlenging van de deelname van Nederlandse F-16’s aan Enduring Freedom. Hoe beoordeelt de minister de aanvallen en de Nederlandse betrokkenheid erbij, gezien de belangrijke positie van de ISAF in Kaboel? De regering hecht terecht groot belang aan de opbouw van nationale veiligheidsstructuren en aan demilitarisering, ontwapening en reïntegratie (DDR) van strijders van de verschillende milities. Uit de brief van de regering blijkt dat tot nu toe slechts 1200 militairen in het nationale leger zijn opgenomen. Welke verwachtingen heeft de regering in dit verband? Van diverse kanten wordt bericht over de armzalige uitrusting en opleiding van de politie. Welke rol speelt dit probleem bij de opbouw van een vertrouwenwekkende staatsstructuur? Heeft de regering de indruk dat hierbij reële vooruitgang wordt geboekt of op korte termijn kan worden geboekt? In de brief van 21 februari wordt gesteld dat Fahim Kahn de Afghaanse minister van Defensie is. Waarschijnlijk is dit dezelfde persoon als Mohammed Fahim, over wie in het algemeen overleg van 25 november 2002 (27 925, nr. 75) vragen zijn gesteld. Is zijn militie al in het nationale leger ondergebracht? Zo nee, zijn er plannen om dit op korte termijn
te doen? Als dat evenmin het geval is, waarom dan niet? Het probleem ligt immers deels bij dergelijke zelfstandig opererende milities. Worden van de Nederlandse ISAF-troepen bijzondere werkzaamheden verwacht voor de verkiezingen in juni 2004? Werken de provinciale reconstructieteams (PRT’s) samen met de plaatselijke krijgsheren? Zo ja, wat is de basis voor de samenwerking? Welke ervaringen heeft Nederland met het laatste opgedaan? Verschillende betrokkenen hebben gewaarschuwd voor problemen met een eventuele terugtrekking na het begin van een oorlog tegen Irak. Eerder werd ook gewaarschuwd voor aanslagen tegen de ISAF. Is Canada een serieuze kandidaat voor de opvolging van Nederland in de ISAF? Zijn er nog andere kandidaten? Aan het eind van de operatie mogen niet dezelfde problemen ontstaan als Nederland in het verleden heeft ervaren.
De situatie in Afghanistan is penibel en onzeker. Zelfs met vele miljarden steun voor de opbouw van de staat blijven de vooruitzichten op een stabiel Afghanistan op middellange termijn mager. Omdat de inmiddels anderhalf jaar durende oorlog tegen de Taliban en Al Qaida zeer moeizaam verloopt, is het de vraag welke voordelen de oorlog heeft; de bevolking heeft het nog steeds zeer zwaar. De jacht op terroristen duurt lang en mag niet met bombardementen op dorpen en steden gevoerd.
Mevrouw Eijsink (PvdA) acht het van belang dat de aanwezigheid van Nederlandse F-16’s in de regio wordt verlengd. Volgens de Nederlandse analyse is het veiligheidsrisico voor de ISAF tot nu toe aanvaardbaar. Blijft de regering hierbij, ook gezien de dreiging van een oorlog in Irak? Kan onder meer uit recente aanslagen worden afgeleid dat het risico van antiwesterse aanslagen groter wordt? In de brief van 21 februari staat dat de lead nations Nederland en Duitsland de noodscenario’s nader onderzoeken. Wat is hiervan de uitslag? Blijft militaire steun van de Verenigde Staten bij een ernstige verslechtering van de veiligheid gewaarborgd?
De heer Bakker (D66) vraagt in hoeverre het nader onderzoek van de noodscenario’s het gevolg is van de oorlogsdreiging in Irak. Niet alleen bevinden zich vaak antiwesterse elementen in Afghanistan, maar ook heeft buurland Pakistan zich meermaals met het land bemoeid. Bovendien wordt nog steeds gejaagd op leden van Al Qaida. Beschikt de ISAF voor de noodscenario’s over voldoende inlichtingen inzake de situatie ter plaatse? Op welke manier is de voorziening ervan geregeld? De Duitse minister Struck heeft gezegd dat zijn land zich terugtrekt als de situatie te gevaarlijk wordt. Gezien de lessen uit het verleden kan Nederland niet alleen achterblijven. Hoe kijkt de regering daartegen aan? Is een inschatting gemaakt van de gevolgen van een gehele of gedeeltelijke terugtrekking van de Verenigde Staten uit Afghanistan? Wat betekent dit vervolgens voor de positie van Duitsland en Nederland? Op voorhand moet niet worden uitgesloten dat Nederland meer militairen inzet als de Verenigde Staten troepen uit Afghanistan terugtrekken. Dit ligt echter anders als Amerika probeert een overeenkomst te sluiten om meer troepen te kunnen inzetten in Irak.
Een paar dagen geleden heeft in Brussel een donorconferentie plaatsgevonden waarbij 2 mld euro is toegezegd voor de wederopbouw. De Europese Unie betaalt 400 mln euro. De Afghaanse minister van wederopbouw waarschuwt voor het verleggen van de aandacht naar Irak. Hoe wordt voorkomen dat dit gebeurt? Op welke manier draagt zowel de ISAF als de Nederlandse regering bij aan de wederopbouw van Afghanistan? Wordt hierover in dat land al gedacht? In dit verband moeten de problemen van de samenwerking tussen politie en Afghaanse militairen worden beschouwd. De laatsten staan onder controle van de minister van Defensie Fahim Kahn, een Tadzjiek, en de Pathaan Abdul Rasul Sayyaf. In de brief staat dat tussen beiden «een zekere verstandhouding» bestaat.
Wat houdt dit in? Is het een typerend verschijnsel in Afghanistan? Voelt men zich betrokken bij het Bonn-proces?
Op 7 maart is bij een aanslag een Afghaanse tolk gedood en is een Nederlander gewond geraakt. Was dit een gerichte aanslag? Kan de minister meer informatie geven over de opvolging van Nederland en Duitsland als lead nations van de ISAF? De heer Bakker stemt in met een verlenging van de aanwezigheid van Nederlandse F-16’s in Manas (Kirgizië).
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) vraagt op welke manier de minister zich voorbereidt op de mogelijke gevolgen van een oorlog in Irak voor de troepen in Afghanistan. Zijn er nieuwe aanwijzingen dat een eventueel militair ingrijpen in Irak een duidelijk effect zal hebben op de veiligheid van de ISAF-militairen? In een vorig overleg is de minister niet duidelijk geweest over de precieze afspraken inzake extractie, omdat ze geheim zijn. Desondanks vraagt mevrouw Huizinga nogmaals wie uiteindelijk besluit tot terugtrekking. Het is verheugend dat Canada belangstelling heeft om eventueel opvolger te zijn in de ISAF en dat de aanwezigheid van Nederland nadrukkelijk niet langer dan zes maanden zal zijn. Zal de vluchtelingenstroom terug naar Afghanistan door de huidige ontwikkelingen afnemen? Zijn deze ontwikkelingen van invloed op de terugkeer-mogelijkheden voor Afghaanse asielzoekers in Nederland? Ook mevrouw Huizinga stemt in met een verlenging van de deelname van Nederlandse F-16’s aan Enduring Freedom.
De heer Van Winsen (CDA) waardeert het dat de Kamer met behoorlijke regelmaat wordt gerapporteerd over de ontwikkelingen in Afghanistan. Wat is de precieze toedracht van het incident op 7 maart? Speculeren over het vertrek van de ISAF is onverstandig, omdat dit potentiële aanvallers juist aanmoedigt. De militairen moeten zich bij hun belangrijke werkzaamheden gesteund voelen door de politiek. Zowel Nederland als Duitsland moet dit standpunt volhouden. De antwoorden van de minister in zijn brief van 28 februari zijn daarom geruststellend; er blijkt uit dat van een mogelijk terugtrekken van Duitsland geen sprake is. Het Duits-Nederlandse legerkorps kan dan ook functioneren overeenkomstig de afspraken.
De wijze waarop het ministerie van Defensie met de situatie in Afghanistan omgaat, is vertrouwenwekkend. Risico’s blijven weliswaar onverminderd aanwezig, maar ze zijn beheersbaar. Welke zijn er op dit moment? Is in de exitstrategie rekening gehouden met de slechtst denkbare omstandigheden? De zes maanden durende periode waarin Nederland lead nation van de ISAF is, moet niet worden verlengd, hoewel de betrokkenheid bij Afghanistan blijft. Is al bekend wie de rol van lead nation te zijner tijd overneemt? Uit een krantenbericht van 27 februari blijkt dat de NAVO een actievere rol wil spelen binnen de ISAF. Klopt dat? Het is verheugend dat Canada zich bereid heeft verklaard om in de tweede helft van 2003 een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de ISAF. Welke bijdragen leveren andere landen?
De heer Van Winsen ondersteunt het besluit van de regering om de aanwezigheid van F-16’s in Enduring Freedom te verlengen, omdat de afspraken over de operationele inzet ervan in principe ongewijzigd blijven. Denemarken heeft hiertoe eveneens besloten. Wat is het definitieve standpunt van Noorwegen? Door het oppakken van het mogelijke brein achter de aanslagen van 11 september 2001 en één of twee zoons van Bin Laden lijkt Enduring Freedom resultaat op te leveren. Kan de minister meer informatie geven over recente ontwikkelingen in de strijd tegen Al Qaida? De heer Van Winsen gaat akkoord met het beschikbaar stellen van €100 000 voor CIMIC-activiteiten bij de Nederlands-Duitse samenwerking in Afghanistan. Het budget voor 2003 uit gelden van de Homogene Groep voor Internationale Samenwerking (HGIS) is helemaal gebruikt voor acht missies. Zijn de huidige vredesmissies en een mogelijke uitbreiding ervan
betaalbaar? Zo ja, op welke manier? De heer Van Winsen vindt dat hiervoor middelen uit de Official Development Assistance (ODA) mogen worden gebruikt.
De heer Herben (LPF) vraagt naar de inlichtingenpositie waarover de ISAF beschikt. Bij een extractie moeten de ISAF-militairen eerst worden getransporteerd uit Kaboel naar een vliegveld. Zijn de hiervoor benodigde Amerikaanse helikopters in voldoende mate aanwezig? Zijn er afspraken gemaakt over de daaropvolgende evacuatie? Op welk niveau wordt bepaald wanneer de ISAF zich terugtrekt? Wat is de geestelijke en lichamelijke toestand van de Nederlandse militair die op 7 maart gewond is geraakt? Hoe is de stemming in de eenheid sinds het incident van die dag? Nederlandse commando’s zijn als backfill toegevoegd aan een verkenningspeloton in Afghanistan. Hebben zij een actieve gevechtstaak? Het budget begint zo langzamerhand op te raken. Op welke manier betaalt Nederland eventuele extra uitgaven? Het gebruik van ODA-gelden hiervoor vindt de heer Herben niet bezwaarlijk, omdat het een operatie betreft die bijdraagt aan de bevordering van vrede en veiligheid, stabiliteit en wederopbouw in een ontwikkelingsland. Dat Al-Qaida- en Taliban-troepen in het zuidoosten aan het hergroeperen zijn, is zorgwekkend. Zijn deze groeperingen ook aangetroffen in de provincie Kaboel? Wat is de stand van zaken in het programma van DDR? Kijkt de minister bij de zoektocht naar een opvolger voor de functie van lead nation in de ISAF ook naar islamitische landen? Het is namelijk heel nuttig als ook zij in Afghanistan troepen hebben. Op 1 april aanstaande wordt het Nederlandse tankervliegtuig uit Enduring Freedom teruggetrokken. Welke gevolgen heeft dit voor de aldaar aanwezige F-16’s? Met de verlenging van de aanwezigheid van deze gevechtsvliegtuigen stemt de heer Herben in.
Het antwoord van de bewindslieden
De minister van Buitenlandse Zaken wijst erop dat in Afghanistan in relatief korte tijd veel is bereikt. Het politieke proces verloopt nog steeds goed. Er is voortgang in de strijd tegen terrorisme. Hoewel de aanzienlijke vergroting van de opiumproductie een enorm probleem vormt in het land en de georganiseerde misdaad tiert, zijn de relaties met de buurlanden verbeterd. Gezien de tevoren bestaande verwachtingen, is dat redelijk tot goed, hoewel nog buitengewoon veel moet gebeuren. De Speciale Vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kaboel, Vendrell, waarschuwt in dit verband voor donormoeheid, waardoor de aandacht dreigt te verschuiven. Donorlanden – Nederland is een van de grootste donoren – moeten niet alleen hun financiële steun aan Afghanistan voortzetten, maar ook kritisch blijven over het politieke proces. Men mag er namelijk niet van uitgaan dat het goed blijft gaan omdat al veel is bereikt. Ofschoon de minister nog niet tevreden is over de resultaten tot nu toe, mogen de ambities dan ook nadrukkelijk niet worden opgegeven. In het politieke proces moeten mensenrechten meer aandacht krijgen. De onafhankelijke Afghaanse mensenrechtencommissie heeft hierbij een belangrijke taak. Voorts is in het Akkoord van Bonn voorzien in een nieuwe grondwet. Daarvoor moet een constitutionele Loya Jirga worden gehouden en moet een groot aantal politieke problemen worden opgelost. De ISAF is bedoeld om zorg te dragen voor de stabiliteit in en rond Kaboel. Voor het vestigen van het gezag van de regering-Karzai buiten die stad werkt de internationale gemeenschap aan de inrichting van PRT’s. De wijze waarop ze moeten optreden en de mandaten die ze moeten krijgen, zijn echter nog te onduidelijk en onvoldoende om in discussie te worden gebracht.
De resultaten van de recente conferentie in Tokio over DDR waren teleurstellend. EU-vertegenwoordiger Vendrell is sceptisch over substantiële resultaten op dat punt. Ook de Speciale Vertegenwoordiger van de
secretaris-generaal van de VN was hierover pessimistisch, omdat serieuze ontwapening internationale militaire verificatie vereist. Verder moeten particuliere milities worden ontmanteld en moet een nieuwe Afghaanse leger- en politiestructuur worden opgebouwd. De militie van Fahim Kahn valt vanwege diens ministerschap van Defensie weliswaar formeel onder het nationale leger, maar ook zij moet bij de herstructurering worden betrokken. De activiteiten voor DDR hangen hiermee samen. Nederland is de leiding van de ISAF aangegaan voor zes maanden. De secretaris-generaal van de NAVO heeft een inspanningsverplichting op zich genomen om te voorzien in een aflossing. Canada kan per medio augustus voor de duur van een jaar ongeveer 1500 militairen leveren aan de ISAF, maar het wil niet als enige land lead nation zijn. Nederland benadert in dit verband samen met Duitsland actief andere landen. Tegelijkertijd wordt gediscussieerd over de vraag of de ondersteunende rol van de NAVO kan worden uitgebreid. Dit betekent nadrukkelijk niet dat de ISAF een NAVO-operatie wordt, hoewel momenteel ongeveer 95% van de ISAF bestaat uit NAVO-landen.
Uit een bericht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat volgens de huidige interpretatie van de ODA-criteria alleen de CIMIC-activiteiten van de ISAF daaronder vallen. De regering zal in het desbetreffende comité van de OESO evenwel een discussie aangaan over de relatie tussen ODA en vrede en veiligheid, omdat zij ruimte ziet voor aanpassing van de criteria. De minister ziet er samen met de staatssecretaris op toe dat de discussie zich zowel in Nederland als bij de OESO beperkt tot de relatie tussen armoedebestrijding en stabiliteit. Het resultaat zal met de Kamer worden besproken. De nog beschikbare ruimte in het HGIS/non-ODA-budget voor 2003 bedraagt € 13 688 000 en een eventuele eindejaarsmarge. Zolang op die post ruimte is, wordt daaruit onder meer Enduring Freedom gefinancierd. Regering en parlement dienen bij voorkeur de verantwoordelijkheid voor post-conflictactiviteiten in Irak op zich te nemen. Als dat gebeurt, ontstaat er echter tevens een financieringsprobleem.
Tot nu toe zijn 1,8 miljoen Afghaanse vluchtelingen teruggekeerd, voornamelijk afkomstig uit Pakistan en Iran. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen verwacht dat in 2003 1,2 miljoen Afghanen zullen terugkeren, grotendeels afkomstig uit Iran. De terugkeer is zo succesvol, dat de Hoge Commissaris een temporisering van de terugkeer voorstelt, omdat het aantal mensen anders onbeheersbaar is. Ook de terugkeer uit andere delen van de wereld is op gang gekomen. In 2002 zijn vanuit Nederland 94 Afghanen vrijwillig naar Afghanistan teruggekeerd, van wie 57 in de laatste vier maanden van het jaar. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft daarbij geassisteerd. De staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking heeft kort geleden met de Afghaanse regering en de UNHCR een memorandum of understanding (MOU) getekend over de terugkeer. Ook andere westerse landen hebben dit gedaan, zodat er één model voor terugkeer ontstaat. Op dit moment hebben de ontwikkelingen in Irak geen negatief effect op de terugkeer, maar of een oorlog zo’n effect zal hebben, is niet helemaal te voorzien. Een groot deel van Afghanistan is stabiel genoeg om vluchtelingen te kunnen opnemen, zodat de teruggekeerden niet alleen in Kaboel of de omgeving ervan terechtkomen. Dat krijgsheren in sommige delen van het land de dienst uitmaken, verhindert niet per definitie de terugkeer. Ook het bestaan van een discussie over de PRT’s bewijst dat er een klimaat is waarin terugkeer mogelijk is.
De minister van Defensie zegt op grond van gesprekken met enkele Afghaanse ministers en president Karzai de indrukte hebben dat zij betrokken zijn bij de ontwikkelingen elders in het land en dat zij er ten minste enige controle over hebben. Hoewel terecht is gewezen op een aantal ongunstige zaken in Afghanistan, zijn ook positieve punten te noemen. Ten eerste zijn de krijgsheren, voor zover ze geen deel uitmaken
van de regering, hiermee verbonden. Zij voelen zich verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een zelfstandige overheidsorganisatie in het land. Ten tweede is het in Kaboel relatief rustig. Mensen ondernemen er activiteiten zoals het opbouwen van huizen en het zoeken naar werk. Ten derde stellen zowel de kinderen als de ouderen van de stad zich positief op tegenover de ISAF. De leiders van de ISAF die met de overheid te maken hebben, merken dat zij gewaardeerd worden en dat er afspraken te maken zijn. In Afghanistan is daarentegen ook criminaliteit, corruptie en wijd verbreid wapenbezit. Het risico van gewelddadige incidenten en terroristische aanslagen is het meest zorgwekkend. Als gevolg van een eventuele aanval op Irak zal de spanning in Afghanistan kunnen toenemen, evenals de dreiging van aanslagen.
Een Nederlandse patrouille is bij een incident betrokken geraakt waarbij een granaat in een metalen buis, die bovendien was gevuld met stenen, van een afstand tot ontploffing werd gebracht. De stenen hebben vier mensen in de jeep geraakt. Een van hen was een Afghaanse tolk, die kort na het incident is overleden. Twee Nederlanders raakten heel licht gewond. Een derde Nederlander was ernstiger gewond. Hij is twee weken uit de roulatie geweest, maar is inmiddels weer aan het werk. Hoewel hem was aangeboden om terug te keren, wilde hij absoluut blijven. De militairen hebben het heel professioneel opgepakt; zij zijn natuurlijk bang voor aanslagen, maar beseffen dat dit een risico is dat zij moeten proberen te beheersen. In overleg met hen zijn veiligheidsmaatregelen genomen, zoals het dragen van helmen in plaats van mutsen. Als er langere patrouilles worden gemaakt, zijn er nu twee patrouille-eenheden die elkaar in de gaten houden en kunnen waarschuwen als er iets speelt. In het algemeen geldt voor alle Nederlandse militaire installaties, overal ter wereld, een verhoogde waakzaamheid wegens de dreiging van een oorlog in Irak. Er wordt rekening gehouden met een toegenomen risico van sabotage en/of terroristische aanslagen. Niet alleen wordt de toegang tot militaire terreinen nu scherp gecontroleerd, maar deze worden ook voortdurend onderzocht op verdachte voorwerpen. Bovendien worden meer patrouilles gelopen; waar dat nog niet gebeurde, gebeurt het nu wel. In Afghanistan zijn de militairen attent op personen die op onverwachte plaatsen zijn, en op de aanwezigheid van vreemde pakketten. Men bevindt zich daar momenteel in de eerste fase van een verhoogde staat van alertheid. Vanwege de positieve opstelling van de burgerbevolking tegenover de ISAF is er overigens geen grootschalige, georganiseerde dreiging, ofschoon het risico van incidenten voortdurend bestaat. In de zuidoostelijke provincies van Pakistan zijn strijders van de Taliban en Al Qaida inderdaad aan het hergroeperen, hoewel niet grootschalig. Infiltratie in de richting van Kaboel gebeurt wellicht, maar hoogstens incidenteel. Dit probleem is weliswaar onderdeel van de zorg van de ISAF, maar vergt geen extra aandacht.
In het algemeen bestaan voor alle mogelijke noodsituaties plannen. De gedetailleerde plannen voor extractie berusten op getekende overeenkomsten met de Verenigde Staten. De Amerikanen blijven ten minste tot medio 2004 in Afghanistan, niet alleen voor de ISAF, maar ook voor de provinciale plannen waarbij zij betrokken zijn. Naar nu kan worden voorzien kan Nederland, zolang het aanwezig is, vertrouwen op de Amerikanen. Het Duitse hoofd van de Duits-Nederlandse leidinggevende eenheid in ISAF, Van Heist, heeft bij zijn aantreden de extractieplanning bekeken en vastgesteld dat zij goed was. Nederland krijgt het geactualiseerde plan te zien; de chef Defensiestaf zal zich daarover weer een mening vormen. De Kamer wordt hierover vervolgens geïnformeerd. De minister zal de Kamer tegelijkertijd apart informeren over de inzet van helikopters in een noodsituatie.
Bevelhebber Van Heist heeft besloten tot een proactievere opstelling in de contacten met de Afghaanse autoriteiten en de internationale organisaties. Alle leidinggevenden deden dit al, maar zij zullen nog meer contact
zoeken met hen. Op die manier trachten zij raakvlakken te vinden en mogelijkheden om hen met hulp terzijde te staan. Zo probeert Nederland via zijn militairen bij te dragen aan de opbouw van veiligheidsstructuren en civiele overheidsinstellingen.
Hoewel Duitsland eventueel zelfs nog iets langer wil blijven als lead nation, is het uitgangspunt tot dusver dat Nederland zich in augustus helemaal terugtrekt uit de ISAF. De opvolger van de minister dient zich daarover evenwel een eigen oordeel te vormen en dit aan de Kamer mede te delen. Momenteel zijn er geen lege plekken in de ISAF; er zijn al 27 landen actief. Als door wisseling of verlenging ruimte ontstaat in de ISAF om andere landen binnen te halen, moet zeker aan islamitische landen worden gedacht. Hun inzet zou waardevol zijn, want daardoor kan nog eens heel duidelijk worden gemaakt dat de ISAF allerminst tegen moslims is gericht. De minister zet zich graag in voor de komst van islamitische landen.
Als het Nederlandse tankervliegtuig vertrekt uit de operatie Enduring Freedom, wordt de functie ervan overgenomen door Amerikaanse tankervliegtuigen. Denemarken, Noorwegen en Nederland nemen aan die operatie deel, elk met zes F-16’s. Het Nederlandse personeel omvat in totaal 150 mensen. De aanwezigheid van Deense en Nederlandse F-16’s wordt verlengd met zes maanden; de Noren vertrekken per 1 april aanstaande. Hun taak wordt bij voorkeur overgenomen door Amerikaanse vliegtuigen die werken vanuit Baghran, ten noorden van Kaboel. Als dit niet mogelijk is, moet eventueel het aantal vluchten worden beperkt of moeten meer Deense of Nederlandse vliegtuigen worden ingezet. De minister zal de Kamer hierover informeren, zodra hierover meer bekend is. De verlenging van de Nederlandse aanwezigheid is niet probleemloos. Het is voor de piloten erg zwaar, omdat vluchten acht à negen uur duren en zij al die tijd geconcentreerd moeten zijn. Omdat het aantal uren dat zij vliegen bovendien is gerelateerd aan het aantal uren dat zij oefenen om aan gevechtsacties te kunnen deelnemen, ontstaan er problemen. De piloten komen namelijk niet aan oefeningen toe. Een ander probleem is dat de vliegtuigen voortdurend vol beladen in de lucht zijn met allerlei apparatuur. Nederland heeft inmiddels ruim 400 vluchten uitgevoerd en het heeft drie keer opgetreden met gebruikmaking van wapens: tweemaal zijn bommen gedropt op grottencomplexen en eenmaal is geschoten. In het algemeen was de aanwezigheid van de Nederlandse militairen eveneens een vorm van optreden.
Nederland heeft voor Enduring Freedom een fregat in de wateren rond het Arabisch schiereiland. Dit zal er voorlopig blijven. Het eraan gekoppelde patrouillevliegtuig is gedeeltelijk in het voornoemde gebied actief en gedeeltelijk boven Afghanistan. De inzet boven dat land wordt zeer gewaardeerd, onder meer vanwege de speciale apparatuur die het vliegtuig aan boord heeft. Verder is een onderzeeër toegezegd voor vier maanden in 2003. Momenteel is deze boot onderweg. De eerste weken zal hij zich niet rond het Arabisch schiereiland bevinden. In totaal zijn voor fregat, vliegtuig en onderzeeër ongeveer 200 mensen actief. Volgens de raming bedraagt de Nederlandse financiële bijdrage aan ISAF-3 voor het hoofdkwartier en aanverwante ondersteuning 40 tot 50 mln euro en voor de compagnie en de medische eenheid in totaal 12 tot 18 mln euro. Deze bedragen kunnen worden gefinancierd uit de post Vredesoperaties van de HGIS. De bedragen overschrijden het budget niet. De verlenging van de aanwezigheid van de F-16’s met een halfjaar kost 15 tot 20 mln euro. Hoewel dat bedrag eveneens binnen het budget valt, is het maximum van de post Vredesoperaties daarmee bijna bereikt. Omdat geen nieuwe vredesoperaties zijn gepland, noch verlengingen, kan de minister vooralsnog geen extra budget vragen aan zijn collega van Financiën. Bij nieuwe besluiten worden de financiën opnieuw bekeken. Het lijkt erop dat Nederland voor alle geplande missies in 2003 binnen het budget
van 232 mln euro blijft. Noch over post-conflictactiviteiten in Irak, noch over de financiering daarvan zijn besluiten genomen. Het budget voor civiele operaties van Nederlandse militairen in Kaboel is krap. Voor eventuele aanvullende plannen hoopt de minister de financiering rond te krijgen. De inzet van CIMIC Group North was tot nu toe niet nodig, maar omdat een aantal plaatsen is vrijgekomen, zijn er inmiddels zes mensen namens die groep ingeschakeld. Over CIMIC-activiteiten, de financiering ervan en de inzet van de CIMIC Group North informeert de minister de Kamer bij een volgende gelegenheid. Alle militairen van de ISAF staan onder controle van hun eigen regeringen. Nederland heeft daarnaast een bijzondere verantwoordelijkheid, omdat het samen met Duitsland de leiding heeft. Als in die functie een besluit tot terugtrekking wordt genomen, heeft dat gevolgen voor heel de ISAF. Verder voelt Nederland zich verantwoordelijk voor andere niet-Afghanen die het land willen verlaten. Nederland en Duitsland beschikken door gezamenlijke vergaring en uitwisseling van gegevens over dezelfde informatie. De besluiten worden voorts gezamenlijk genomen. De Nederlandse en de Duitse opvatting over veiligheid komen overeen. De minister heeft er verder geen enkele aanwijzing voor dat Duitsland zelfstandig beslissingen zou nemen inzake de veiligheid.
Alle inlichtingen over Afghanistan die in Den Haag binnenkomen, worden één op één doorgegeven aan de Nederlandse militairen in dat land. De uitwisseling van inlichtingen met andere westerse landen is georganiseerd. De Nederlandse F-16’s maken deel uit van een grotere operatie die onder Amerikaans commando staat. Bij het commando heeft Nederland eigen mensen die informatie uitwisselen met Defensie. Nederland heeft richtlijnen gegeven over de wijze waarop het commando dient te handelen. Wil het daarvan afwijken, dan richt het zich tot de chef Defensiestaf, die vervolgens besluit. In dat verband heeft zich nog geen enkel probleem voorgedaan. De minister heeft uit de hem ter beschikking staande informatie nog niet kunnen opmaken dat zoons van Bin Laden zijn gearresteerd.
De Afghaanse regering is bezig een eigen leger op te bouwen. Zij heeft voor zichzelf een einddoel geformuleerd. Er is geregeld dat de mensen die nu in dienst zijn, worden betaald. Voor de afbouw van de niet-reguliere legers is een plan gemaakt. Voor de niet-reguliere militairen die niet kunnen worden gebruikt, moet ander werk worden gezocht. Frankrijk en de Verenigde Staten spelen daarbij een rol. De minister heeft de indruk dat minister van Defensie Kahn oprecht bezig is met de opbouw van het Afghaanse leger, hoewel daarbij nog van alles mis is. In het algemeen is zowel bij de regering als bij de burgers moed ontstaan om het land op te bouwen.
Frankrijk heeft gesuggereerd dat de Afghaanse regering geen behoefte heeft aan NAVO-activiteiten in haar land. President Karzai heeft de minister echter verzekerd dat hij daartegen geen enkel bezwaar heeft. Hij zou er zelfs geen bezwaar tegen hebben als er een NAVO-operatie zou komen, wat overigens niet de bedoeling is. Het gaat hem erom dat er een georganiseerd leger aanwezig is dat zorgt voor een goede basis voor de civiele regering in Afghanistan. De Nederlandse regering heeft tot nu toe geen verzoek om backfill te leveren geweigerd. Momenteel liggen zulke verzoeken niet voor; alle komende verzoeken worden op hun merites beoordeeld. Er zijn momenteel weliswaar Nederlandse commando’s in Kaboel, maar zij zijn er voor de ISAF. Buiten Kaboel zijn geen special forces aanwezig.
Nadere gedachtewisseling
De heer Van Winsen (CDA) vindt het van groot belang dat de PRT’s op korte termijn operationeel worden, zeker als de ngo’s in de verschillende regio’s een belangrijke rol willen spelen. Hij zou het betreuren als hieraan zowel in Den Haag als elders te weinig aandacht zou worden gegeven.
Mevrouw Eijsink (PvdA) wijst erop dat Nederland een van de grootste donoren is voor de ontwikkelingssamenwerking met Afghanistan. Kan de minister een overzicht geven van de activiteiten in dit verband? Welke verdere internationale ondersteuning vindt er plaats? Welke perspectieven zijn er daarvoor? Volgens een rapport van Amnesty International groeit de corruptie in Afghanistan. Wat moet daar volgens de minister verder tegen gebeuren? Hoe worden salarissen uitbetaald aan politieambtenaren?
De heer Van Bommel (SP) vindt niet dat het politieke proces goed gaat. De wens lijkt de vader van de gedachte bij de desbetreffende conclusie van de minister van Buitenlandse Zaken. Hetzelfde geldt voor wat de minister van Defensie heeft gezegd over de krijgsheren. Waarom gaat het zo slecht met DDR als zij zich verantwoordelijk voelen? De zorg van de minister van Defensie over gewelddadige incidenten en terroristische aanslagen is terecht. Het concept van tegelijkertijd oorlog voeren en vrede stichten in een land is evenwel onhoudbaar. Binnen een oorlog zoals Enduring Freedom ontstaat een vacuüm, waardoor de krijgsheren het proces van DDR kunnen verstoren. Het berekenend eigenbelang dat de regering in haar brief signaleert, vloeit daaruit logischerwijs voort. De positie van de regering-Karzai buiten Kaboel wordt hierdoor, zonder de ondersteunende ISAF, erg moeilijk. Enduring Freedom moet daarom worden gestopt. Binnen dertien dagen trekt Noorwegen zijn F-16’s terug. Wegens operationele vraagstukken en de mogelijke oorlog tegen Irak valt te betwijfelen of andere landen de vervanging daarvan kunnen leveren. Hoe denken Nederland en Denemarken dat het aantal F-16’s wordt aangevuld? Op welke manier vindt besluitvorming hierover plaats?
De minister van Buitenlandse Zaken benadrukt dat hij de PRT’s niet principieel afwijst, maar dat er nog veel vragen over bestaan. De Afghaanse regering probeert in nauwe samenwerking met de donoren en de VN mogelijkheden te vinden om de greep op de ontwikkelingen buiten Kaboel te versterken. Dit moet samengaan met DDR. De PRT’s kunnen daarbij een rol spelen. De Nederlandse ontwikkelingsinspanning voor Afghanistan loopt via het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF). De salarissen van de politie worden uit het ARTF betaald. Eventueel zouden ze uit het VN Trust Fund kunnen komen. Er is een apart Law and Order Trust Fund for Afghanistan (LOTFA), maar daarin hebben donoren tot dusver te weinig geld gestort. De regering heeft geprobeerd in de brief van 7 februari zoveel mogelijk recente informatie te geven over de activiteiten van Nederland voor de wederopbouw en de humanitaire situatie. De brief is volledig. De minister stelt vast dat hij over Enduring Freedom principieel van mening verschilt met de heer Van Bommel.
De minister van Defensie herinnert eraan dat Nederlandse militairen in Afghanistan zijn om vrede en veiligheid te bevorderen. Nederland is niet verantwoordelijk voor de opvolging van de vertrekkende Noorse F-16’s. De regering wacht dan ook af op welke manier zij wordt geregeld. De wereldgemeenschap heeft op dit moment 150 mln dollar gestort in het ARTF. 35 mln dollar daarvan komt uit Nederland. Om die reden was Karzai erg tevreden over de Nederlandse inzet.
De voorzitter stelt vast dat op de heer Van Bommel na alle aanwezige woordvoerders instemmen met de verlenging van de deelname van F-16’s
aan Enduring Freedom. De bewindslieden hebben toegezegd nadere informatie te sturen over de extractiefase en over de financiering en de inzet van CIMIC Group North.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, De Haan
De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Albayrak
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Oort
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.