Verslag over adres van M.Boughaba te Amsterdam mbt kwijtschelding of betalingsregeling voor een belastingaanslag - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften - Hoofdinhoud

Deze verslagen van de commissies voor de verzoekschriften is onder nr. 14 toegevoegd aan dossier 27464 - Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer 2000-2001.

Officiële titel	Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften; Verslag over adres van M.Boughaba te Amsterdam mbt kwijtschelding of betalingsregeling voor een belastingaanslag
Document­datum	09-11-2000
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST49210
Kenmerk	27464, nr. 14
Van	Staten-Generaal (SG)
Commissie(s)	de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (VERZ)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2000–2001

27 464

Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

Nr. 14

¹  Deze adressen en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op de griffie van de commissie voor de Verzoekschriften, Lange Poten 4, ter inzage van de leden.

²  De commissie bestaat uit de leden: Van den Berg (SGP), Apostolou (PvdA) (voorzitter), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Giskes (D66), Passtoors (VVD), De Haan (CDA), Van Wijmen (CDA), Duijkers (PvdA), Remak (VVD) en de plaatsvervangende leden De Wit (SP), Van der Hoek (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ter Veer (D66), Niederer (VVD), Stroeken (CDA), Mosterd (CDA), Van Heemst (PvdA) en Van den Doel (VVD).

VERSLAG OVER HET ADRES¹ VAN M. BOUGHABA TE AMSTERDAM BETREFFENDE KWIJTSCHELDING VAN OF EEN BETALINGSREGELING VOOR EEN BELASTINGAANSLAG

Vastgesteld 9 november 2000

De commissie², gelet op de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hem geen kwijtschelding wordt verleend van dan wel een betalingsregeling wordt toegestaan voor een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1994, voorzover nog openstaand,

dat adressant in dat jaar van een WAO-uitkering over 151 maanden een nabetaling ineens heeft ontvangen,

dat de hoogte van de aanslag voor een belangrijk deel voortvloeit uit het feit dat alleen de belastingvrije som over één jaar, te weten 1994, is vergolden, terwijl het een betaling betreft die op ruim 12 jaren betrekking heeft,

dat in gevallen als deze de zogenoemde uitsmeerregeling zowel het genoemde effect als de nadelen van het progressieve belastingtarief kan voorkomen, welke regeling in het geval van adressant echter niet is toegepast omdat hij daarom bewust niet heeft verzocht, vermoedelijk vanuit onjuiste vooronderstellingen over de gevolgen,

dat adressant bereid is gebleken een dergelijk verzoek alsnog te doen en de Belastingdienst bereid is gebleken daar alsnog uitvoering aan te geven, zodat de onderhavige aanslag aanmerkelijk zal worden verminderd,

dat een beoordeling van adressants verzoek om kwijtschelding dan wel een betalingsregeling derhalve thans achterwege kan blijven;

van oordeel,

dat er voor de Kamer thans geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder te treden,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie, Apostolou

De griffier van de commissie, Van Dijk