Brief ministers over de voortgang van het project Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) - Veiligheidsbeleid 1995-1998

Deze brief is onder nr. 24 toegevoegd aan dossier 24225 - Veiligheidsbeleid 1995-1998.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Veiligheidsbeleid 1995-1998; Brief ministers over de voortgang van het project Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) 
Document­datum 21-07-1998
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST30632
Kenmerk 24225, nr. 24
Van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Binnenlandse Zaken
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

24 225

Veiligheidsbeleid 1995–1998

Nr. 24

BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 21 juli 1998

Inleiding

Op 12 juli 1996 zonden wij u een voortgangsbrief over het project Geïntegreerd MeldkamerSysteem (GMS) (TK, 1995–1996, 24 225 nr.8). In de afgelopen twee jaar heeft de projectorganisatie GMS in samenwerking met de vertegenwoordigers van de brandweer, de ambulancediensten en de politie een aantal belangrijke vorderingen gemaakt. Over deze vorderingen en een aantal politiek relevante ontwikkelingen willen wij u in het onderstaande informeren.

Het GMS project maar ook de projecten C2000 en 112 vormen schakels in de keten «van hulpvraag tot hulpverlening». In die keten is er sprake van onderlinge samenhang tussen de projecten. Zo kunnen bij het samenbrengen van meldkamers de technische mogelijkheden van GMS en 112, in combinatie met een daarop toegesneden organisatie, er aan bijdragen dat de burger maar één keer zijn hulpvraag hoeft te stellen en dat de relevante informatie over de melding inclusief de naam- en adresgegevens snel en gelijktijdig bij alle betrokken diensten beschikbaar kan zijn. Het GMS ondersteunt de centralist vervolgens bij het bepalen, registreren en afhandelen van de feitelijke inzet van de operationele eenheden. En met C2000 worden onder andere de mogelijkheden tot communicatie tussen de operationele eenheden en de meldkamers en tussen de operationele eenheden onderling sterk verbeterd. Op 27 oktober 1997 rapporteerden wij aan de Tweede Kamer over de voortgang van het project C2000. In deze brief staat de voortgang van het project GMS centraal.

Oplevering GMS

Als resultaat van een Europese aanbestedingsprocedure is Siemens Nederland NV als leverancier voor het GMS gekozen. Na de ondertekening van het contract, juni 1996 heeft Siemens haar bestaande systeem aangepast aan de eisen uit het Logisch Ontwerp GMS. Uit de acceptatietest bleek dat het opgeleverde systeem nog niet geheel voldeed. Een foutherstelperiode en een tweede acceptatietest werden daardoor noodzakelijk. De resultaten van de tweede acceptatietest waren zodanig dat het systeem eind juli 1997 wel geaccepteerd kon worden.

Eerste ronde pilots

Een meldkamersysteem is het hart van de meldkamer. De eisen met betrekking tot de betrouwbaarheid, de gebruikersvriendelijkheid en de performance zijn zeer hoog. De vervanging van een meldkamersysteem door een nieuw systeem dient zorgvuldig te worden voorbereid om zekerheid te verkrijgen over de mate waarin een nieuw systeem aan deze eisen voldoet. Daarom is in een aantal pilotregio’s een situatie gecreëerd waarbinnen het GMS-systeem onder operationele omstandigheden kan functioneren. Daarbij gaat het niet alleen om het GMS-systeem zelf maar ook om de operationele beproeving van de koppelingen met een aantal systemen in en rond de meldkamer. De pilotregio’s worden intensief door de projectorganisatie GMS begeleid. De ervaringen met het systeem worden zorgvuldig vastgelegd en geëvalueerd.

In de voorbereiding op de pilot is veel aandacht besteed aan de opleiding van de bij de pilots betrokken centralisten en de voorbereiding en de invoering van omvangrijke gegevensbestanden in GMS. Naar aanleiding daarvan ontstonden in de pilotregio’s aanvullende gebruikerswensen. Deze gebruikerswensen zijn zo veel mogelijk verwerkt in het GMS.

De operationele fase van de eerste serie pilots is uiteindelijk vanaf april 1998 gestart bij de brandweer in het Regionaal Openbaar Lichaam Regio Twente, bij de politie in de politieregio Zaanstreek-Waterland en bij de brandweer samen met de Centrale Post Ambulance vervoer bij respectievelijk de Regionale brandweer Zuidoost Noord-Brabant en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Deze eerste ronde pilots wordt in de komende zomer afgerond waarna het systeem aan de hand van de opgedane ervaringen zorgvuldig zal worden geëvalueerd. De eerste ervaringen zijn positief. Kleine aanloopproblemen en de onvermijdelijke kinderziekten konden snel worden verholpen. Deze ervaringen sterken ons vertrouwen in dit systeem en in de verdere voortgang van het project.

Portering GMS

Op aandringen van het politieveld wordt het softwarepakket van GMS aangepast zodat het functioneert op een besturingssysteem dat beter inpasbaar is in de technische infrastructuur van de Nederlandse politie. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Korpsbeheerdersberaad bereikten hierover in juni 1996 overeenstemming. Het Korpsbeheerdersberaad is op grond hiervan bereid de implementatie van GMS in het politieveld te bevorderen.

De functionaliteit van GMS blijft ongewijzigd alleen de software zal voor de politie worden aangepast. Zo zal deze versie van de GMS-software worden ontwikkeld voor het besturingssysteem Digital-UNIX op de server en Windows NT op de cliënt. Om technische en financiële redenen blijft het Relationeel Database Managementsysteem (RDBMS) ongewijzigd. Met deze alternatieve configuratie wordt voor een belangrijk deel tegemoet gekomen aan de wensen van de Nederlandse politie. Bijkomend voordelen zijn dat door deze configuratie ook de keuzevrijheid van de brandweer en de CPA’s wordt vergroot en de afhankelijkheid van één leverancier wordt doorbroken.

Tweede ronde pilots

Het softwarepakket voor GMS zal nog dit jaar worden aangepast. Ook voor deze versie geldt dat zij moet voldoen aan de eisen van het Logisch Ontwerp GMS. Het GMS op de alternatieve configuratie zal dan ook opnieuw worden getest en samen met een aantal koppelingen in een praktijksituatie worden beproefd. Daarom zal medio volgend jaar een tweede ronde pilots worden uitgevoerd.

Invoering en beheer van GMS

Bij het GMS-project is een belangrijke rol weggelegd voor het agentschap Organisatie Informatie- en Communicatietechnologie OOV (de ITO). De ITO ressorteert onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en is belast met verschillende taken rond de informatievoorziening op het terrein van de openbare orde en veiligheid. Daarbij wil het ITO zich eveneens ontwikkelen tot een dienstverlenende organisatie ten behoeve van alle bij dit beleidsterrein betrokken organisaties. Het ligt daarom voor de hand dat de ITO ook bij het GMS-project een actieve rol vervult.

Aan de hand van de ervaringen met de invoering van het GMS in de pilotregio’s gaan de projectorganisatie GMS en de ITO de landelijke invoering voorbereiden. De ITO is uiteindelijk verantwoordelijk voor die landelijke invoering. In goede samenwerking met het projectbureau bereidt de ITO zich nu reeds voor op deze taak.

Het versiebeheer zal eveneens door de ITO worden uitgevoerd. Zo zal op basis van de wensen en inzichten van de gebruikers en binnen de daarvoor beschikbaar gestelde middelen door de ITO nieuwe versies van de GMS programmatuur worden ontwikkeld. Om de beheerskosten in de hand te houden zal er steeds maar één nieuwe versie worden ontwikkeld die kan draaien op beide configuraties.

In de oorspronkelijke begroting werden de kosten voor het versiebeheer geraamd op circa 1,5 miljoen per jaar. In het bovenstaande is uiteengezet dat de huidige versie van GMS functioneert op twee configuraties en voorzien is van meer functionaliteiten en koppelingen dan in eerste instantie was voorzien. Daardoor zullen de kosten van het versiebeheer wat hoger uitvallen. Omdat het rijk eigenaar is van het systeem en wij graag invloed willen blijven uitoefenen op de verdere ontwikkeling van GMS zijn wij bereid om bij te dragen aan de kosten voor het versiebeheer. Daarvoor verstrekken wij jaarlijks een bijdrage van 50% in de kosten voor normaal onderhoud en beheer van de GMS-applicatie. De regio’s die voor GMS kiezen dragen gezamenlijk alle overige kosten waaronder de aanschaf en onderhoud van de eigen computerprogrammatuur en -apparatuur.

Draagvlak

De trend tot samenwerking op het terrein van de meldkamers zet verder door. Van de 65 regionale meldkamers zijn er thans 39 waarin één discipline is vertegenwoordigd (9 brandweer, 10 Centrale Posten Ambulancevervoer (CPA’s) en 20 politie); 21 waarin een co-lokatie, dan wel integratie van brandweer en CPA is gerealiseerd en 5 waarin zowel brandweer als CPA en politie zijn gehuisvest. Tevens zijn er in verschillende regio’s plannen tot samenwerking in voorbereiding. Wij gaan er van uit dat het beschikbaar komen van GMS en C2000 hieraan een bijdrage heeft geleverd.

In hoeverre onze verwachtingen over het daadwerkelijk gebruik van GMS met feiten kan worden gestaafd zal blijken na de eerste ronde pilots. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zal dan ook in het kader van de voorbereiding op de landelijke invoering de regionale besturen opnieuw benaderen. Aan hen zal worden gevraagd of zij tot daadwerkelijke aanschaf van GMS zullen overgaan. Wij zullen u over de uitkomst in de volgende voortgangsbrief informeren.

Ontwikkelingen rond meldkamers

De projecten GMS en C2000 zijn van groot strategisch belang. Wij gaan er van uit dat de regionale besturen ons beleid ten aanzien van deze projecten ondersteunen. Het gaat immers om de verbetering van de dienstverlening aan de burger, een optimale ondersteuning aan de operationele eenheden op straat als ook om het bevorderen van de onderlinge samenwerking tussen de parate diensten.

De projecten vormen in zekere zin een uitnodiging aan de regionale besturen en het management van de meldkamers om de inrichting, de bedrijfsvoering en de samenwerking rond de meldkamers opnieuw te doordenken. Bij de invoering in de meldkamer van GMS en C2000 maar ook bij het beheer worden de regio’s en het rijk onvermijdelijk geconfronteerd met een groot aantal onderling samenhangende technische en organisatorische vraagstukken. Wij zijn dan ook tot het inzicht gekomen dat aanvullende maatregelen gericht op het in samenhang invoeren en beheren van deze systemen noodzakelijk zijn. Over de uitwerking hiervan zullen wij u in een volgende voortgangsbrief nader informeren.

Circulaire VWS

In onze voortgangsbrief van 12 juli 1996 zijn wij ingegaan op het belang van de aanwezigheid van voldoende medisch kennis in de meldkamer. Dit ten behoeve van de adequate afhandeling van hulpvragen waarbij de inzet van de ambulance-diensten moet worden afgewogen. Hierover zal binnenkort een circulaire worden uitgebracht.

Planning

De projectorganisatie heeft om de kwaliteit van het systeem te kunnen garanderen de afgelopen twee jaren op sommige momenten een pas op de plaatsgemaakt. Bijvoorbeeld bij de oplevering en acceptatie van het systeem. Op andere punten heeft de projectorganisatie een aantal extra stappen gedaan om het systeem zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de wensen en inzichten van de gebruikers. En tenslotte is de uitgestippelde route van het project op een aantal punten verlengd, met name door de aanpassingen van GMS ten behoeve van het politieveld en de daarbij behorende tweede ronde pilots. Deze ontwikkelingen leiden tot een beperkte aanpassing van de planning.

In de huidige planning gaan wij er van uit dat in september 1998 de eerste ronde pilots wordt afgerond. De aanpassing van het softwarepakket GMS wordt in 1998 gerealiseerd en in de loop van 1999 getest in een tweede ronde pilots. Na de tweede ronde pilots worden eventuele wijzigingen verwerkt en de laatste onvolkomenheden verholpen waarna de feitelijke invoering van het systeem zal plaatsvinden. De landelijke invoering is gepland vanaf het laatste kwartaal van 1999.

Financiën

In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken d.d. 5 november 1996 heeft de minister van Binnenlandse Zaken aangegeven dat de toen beschikbare financiële middelen niet toereikend zijn. De in het bovenstaande beschreven ontwikkelingen maakten het inderdaad noodzakelijk het beschikbare budget voor de ontwikkeling en de beproeving van GMS bij te stellen. De meerkosten tot en met het jaar 1999 bedragen circa 14 miljoen. Voor deze meerkosten is reeds binnen de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken de nodige dekking gevonden. Daarmee kan de ontwikkeling en beproeving van GMS worden afgerond.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.