Motie over politiek-bestuurlijk kader voor de ontwikkelingen van Schiphol tot 2003 - Interpellatie geluidzone Schiphol

Deze motie1 is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 25849 - Interpellatie-Rosenmöller - geluidzone Schiphol.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Interpellatie geluidzone Schiphol; Motie over politiek-bestuurlijk kader voor de ontwikkelingen van Schiphol tot 2003 
Document­datum 22-01-1998
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST27102
Kenmerk 25849, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1997–1998

25 849

Interpellatie geluidzone Schiphol

Nr. 2

MOTIE VAN DE LEDEN VAN GIJZEL EN VAN ’T RIET

Voorgesteld 22 januari 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Commissie Geluidhinder Schiphol op 3 december 1997 gevraagd heeft om een politiek-bestuurlijk kader voor de ontwikkeling van Schiphol tot (tenminste) 2003 waaraan het gebruiksplan 1998 getoetst kan worden;

overwegende, dat een dergelijk kader tot op heden niet is opgesteld;

verzoekt de regering haar adviesaanvraag over het gebruiksplan 1998 bij de Commissie Geluidhinder Schiphol alsnog te completeren met een politiek-bestuurlijk kader voor de ontwikkelingen van Schiphol tot (tenminste) 2003,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gijzel Van ’t Riet

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 25849 - Interpellatie-Rosenmöller - geluidzone Schiphol
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.