Bijlagen - Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1997

Deze bijlage(n) is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 25000 XVI - Vaststelling begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1997.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1997; Bijlagen  
Document­datum 17-09-1996
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST16679
Kenmerk 25000 XVI, nr. 3
Van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1996–1997

25 000 XVI

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1997

Nr. 3

BIJLAGEN 1 T/M 16 BEHORENDE BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING

BIJLAGE 1A Overzicht inzake personeelssterkte VWS                          3 BIJLAGE 1B Overzicht inzake personeelssterkte Agentschap pen VWS                                                                              7

BIJLAGE 2A Tot stand gekomen wetgeving                                           8 BIJLAGE 2B Bij de Staten-Generaal aanhangige wetsvoorstellen                                                                                         9 BIJLAGE 2C In voorbereiding zijnde wetsvoorstellen                        10

BIJLAGE 3A Door de Staten-Generaal aanvaarde moties BIJLAGE 3B Door bewindslieden gedane toezeggingen

12 13

BIJLAGE 4           Bijlage inzake circulaires                                                  17

BIJLAGE 5           Bijlage inzake aanbevelingen Nationale Ombuds- man                                                                                    20

 

BIJLAGE 6A

De subsidiebijlage

21

BIJLAGE 6B

Beleidsevaluatie

31

BIJLAGE 7

De bijlage inzake economische en functionele

 
 

classificaties

36

BIJLAGE 8

Voorlichtingsuitgaven

40

BIJLAGE 9

Digitale duurzaamheid van archieven

41

BIJLAGE 10

Overzicht uitgavenrealisaties en -ramingen op

 

artikelonderdeel met de economische en functionele classificaties

44

BIJLAGE 11

BIJLAGE 12 BIJLAGE 13 BIJLAGE 14 BIJLAGE 15

BIJLAGE 16

Overzicht ontvangstenrealisaties en -ramingen op artikelonderdeel met de economische en functionele classificaties                                                              48

Conversietabel Artikel(onderdelen)                                 51

SociaalenCultureel Planbureau                                     52

Commissie voor Sociaal en Cultureel Beleid                 56

Werkprogramma van de Raad voor Gezondheidsonderzoek voor 1997–1998                                               58

Afkortingenlijst                                                                  63

BIJLAGE 1A

OVERZICHT INZAKE PERSONEELSSTERKTE MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Overzicht A: Samenvattend overzicht personeelssterkte Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Werkelijke Begro-bezetting            ting

Meerjarenraming

30-6-1996

1996

1997

1998

1999

2000

2001

Personeel en materieel algemeen kerndepartement

Inspectie Gezondheidszorg

Inspectie Gezondheidsbescherming

Inspectie Jeugdhulpverlening

Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieuhygiëne

Sociaal Cultureel Planbureau

College ter beoordeling Geneesmiddelen

Rijksinstituut Geneesmiddelenonderzoek

Veterinaire Inspectie

Gezondheidsraad

Bureau Nederlandse Filmkeuring

Raad voor Gezondheidsonderzoek

(voorlopige) Raad Maatschappelijke Ontwikkeling

(voorlopige)Raad voor de Volksgezondheid en

Zorggerelateerde dienstverlening

1126,26 1309,07 1159,60 1159,60 1159,60 1159,60 1159,60

 

300,36

328,44

380,44

390,44

400,44

409,44

409,44

818,10

846,06

846,07

846,07

846,07

846,07

846,07

27,55

27,00

30,00

30,00

30,00

30,00

30,00

1336,60

1401,00

1401,00

1401,00

1401,00

1401,00

1401,00

59,56

57,37

57,37

57,37

57,37

57,37

57,37

61,64

70,70

75,20

75,20

75,20

75,20

75,20

29,19

29,60

35,10

35,10

35,10

35,10

35,10

53,09

56,31

56,31

56,31

56,31

56,31

56,31

47,13

39,73

45,05

45,05

45,05

45,05

45,05

5,60

 

3,10

3,10

3,10

3,10

3,10

4,80

 

6,50

6,50

6,50

6,50

6,50

4,70

 

10,00

10,00

10,00

10,00

10,00

32,50

32,50

32,50

32,50

32,50

Totaal regulier personeel

3874,58 4165,28 4138,24 4148,24 4158,24 4167,24 4167,24

Waarvan plaatsen betaald door derden collectieve sector

Plaatsen betaald door derden niet collectieve sector Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Sociaal Cultureel Planbureau

211,43 246,83 256,83 266,83 275,83 275,83

 

65,46

125

125

125

125

125

125

7,90

7

17

17

17

17

17

Totaal niet collectieve sector

132

142

142

142

142

142

Resume´

totaal regulier personeel totaal niet collectieve sector

4165,28 132

4138,24 142

4148,24 142

4158,24 142

4167,24 142

4167,24 142

totaal generaal

3947,94 4297,28 4280,24 4290,24 4300,24 4309,24 4309,24

Algemene toelichting:

In 1995 is de gehele organisatiestructuur opnieuw bezien, hetgeen in 1996 heeft geleid tot de vorming van een kerndepartement. De DG-structuur is vervangen door een Bestuursraad, die de spil van de organisatie vormt en bij belangrijke beleidsstukken een sturende rol vervuld. Daarnaast zijn er beleidsdirecties, die verantwoording dragen voor het op «hun» terrein te voeren beleid en de daarbij in te zetten instrumenten. De stafeenheden en facilitaire diensten ondersteunen de Bestuursraad en de beleidsdirecties. Naast een kern bestaat het ministerie uit (buiten)diensten buiten het Rijswijkse die geheel of nagenoeg geheel zelfstandig opereren binnen de gestelde afspraken/convenanten.

Toelichting op mutaties in de totalen over de personele meerjarenraming.

Kerndepartement

De als gevolg van de reorganisatie gewijzigde organisatiestructuur heeft ertoe geleid dat de omvang van het kerndepartement 1159,6 fte bedraagt.

Ten opzichte van de meerjarenraming in de begroting 1996 heeft de gehele indicatieve raming van afslanking plaatsgevonden in het jaar 1996.

Inspectie Gezondheidszorg

In verband met de uitvoering van recente nieuwe wetgeving (o.a. Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen en Wet Medische Hulpmiddelen) is de begroting vanaf 1996 met f0,9 mln. oplopend tot structureel f4,5 mln. in het jaar 2000 verhoogd. Het betreft voornamelijk plaatsen gefinancierd door derden collectieve sector. De hiermede gemoeide uitbreiding bedraagt 49 fte in het jaar 2000. Voor het jaar 1997 betreft dit 20 fte, daarna jaarlijks met 10 fte oplopend. Voorts is in verband met de overgang van medewerkers van centrale diensten naar de IGZ de reguliere formatie uitgebreid met 25 fte. De totale uitbreiding van de inspectie bedraagt 52 fte in 1997 tot 81 fte in het jaar 2000 (1998 +10, 1999 +10 en 2000 +9).

Inspectie Gezondheidsbescherming

De Inspectie Gezondheidsbescherming heeft al in 1993 het voornemen tot een interne reorganisatie aangekondigd, maar kon om politieke redenen daar pas eind 1995 een vervolg aan geven. De departementsleiding van VWS heeft (gevolg gevend aan het in aantal terug te brengen Staatstoezicht-onderdelen) aan de reorganisatie van de IGB een extra doelstelling toegevoegd. De IGB moet in de nieuwe organisatie tevens een integratie met de Veterinaire Inspectie bewerkstelligen. Het organisatierapport voor de nieuwe organisatie verschijnt naar verwachting eind 1996, terwijl het formatierapport mogelijk begin 1997 klaar is. De nieuwe organisatie heet «Inspectie Gezondheidsbescherming voor Waren en Veterinaire Zaken».

Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming

De Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming is per 1 januari 1995 organisatorisch opgehangen aan de Secretaris-Generaal als afzonderlijk dienstonderdeel van VWS. De reguliere formatie wordt structureel verhoogd met 3 fte ten behoeve van de functies van plaatsvervangend hoofdinspecteur en de functie van inspecteur (noord-west). Deze formatieplaatsen komen met het bijbehorende budget over van het Ministerie van Justitie.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne

De invulling van de ombuigingen, indachtig de aanbevelingen uit het rapport Brede analyse gezondheidsonderzoek, hebben geleid tot een vermindering van 13,6 fte op het gebied van toxicologisch/farmacologisch onderzoek en een afslanking van het sector- en topmanagement. Daarnaast hebben de ombuigingen op het Milieuonderzoek tot gevolg dat er minder onderzoeksprojecten worden uitgevoerd. In verband hiermee kan de inzet op de categorie derden betaald door de collectieve sector structureel worden verlaagd met 24 fte. Het aantal derden collectieve sector komt hierdoor op 100 fte. Het achterblijven van de geplande onderzoeksprojecten ten behoeve van internationale organisaties leidt tot een structurele verlaging van 20 fte op de categorie derden betaald door het bedrijfsleven. Het aantal derden betaald door het bedrijfsleven komt hierdoor op 125 fte.

Sociaal Cultureel Planbureau

Het aantal fte van 57,37 wordt met ingang van 1 januari 1997 verhoogd met 10 fte met betrekking tot werkzaamheden die worden betaald door derden bedrijfsleven.

College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Met ingang van 1 januari 1996 heeft het CBG de agentschapstatus verkregen. De formatie bedroeg aanvankelijk 70,70 fte. In het kader van het toegenomen werkaanbod is 5,50 fte aan het RIGO overgedragen. De startformatie van het CBG vanuit het departement bedraagt derhalve als basis 65,2 fte. In het kader van nieuwe taken op het gebied van geneesmiddelenbewaking en uitbreiding van de registratietaken wordt de formatiestructureel verhoogd met 10 fte welke bekostigd worden door ontvangsten derden collectieve sector.

Rijks Instituut Geneesmiddelen Onderzoek

In het kader van een toegenomen werkaanbod bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is 5,50 fte overgedragen aan het RIGO. De integratie van het RIVM en het RIGO zal in 1997/1998 plaatsvinden.

Gezondheidsraad

Het aantal van 39,73 fte is per 1 januari 1997 verminderd met 4,28 fte, de formatie van de Raad voor Gezondheidsonderzoek. De basis formatie wordt daardoor 35,45 fte. Hier worden aan toegevoegd 7,60 fte (plaatsen betaald door VROM, collectieve sector) en 2 fte structurele uitbreiding als gevolg van werkzaamheden door oprichting van de stuurgroep gezonde voeding (als uitvloeisel van de Voedingsraad). De formatie wordt voor 1997 45,05 fte.

Raad voor Gezondheidsonderzoek

De basis formatie van de RGO is 4,28 fte plus een niet verwerkte GEO korting van 0,22 fte (4,50 fte). In het kader van de per 1 januari 1996 geïnstalleerde Voedingsraad is de Raad voor Gezondheidsonderzoek structureel uitgebreid met 2,0 fte tot 6,50 fte.

(Voorlopige) Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling

In het kader van «Raad op Maat» is per 1 juni 1996 deze Raad ingesteld. De formatieve omvang is bepaald op 10,0 fte. De Voorlopige Raad voor het Ouderenbeleid is eind 1995 opgeheven en de Raad voor het Jeugdbeleid wordt in 1996/1997 opgeheven.

(Voorlopige) Raad voor de Volksgezondheid & Zorggerelateerde dienstverlening

In het kader van «Raad op Maat» zal per 1 januari 1997 deze raad worden ingesteld. Vooralsnog is deze raad als «afsplitsing» van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid als voorlopige Raad van start gegaan. De formatieve omvang is bepaald op 32,50 fte.

Derden

In de personele meerjarenraming zijn 239,23 plaatsen opgenomen die worden betaald door derden, welke gerekend moeten worden tot de collectieve sector en 142 die behoren tot de niet-collectieve sector.

Bij de kern gaat het om 0,53 fte collectieve sector en 17 fte niet-collectieve sector ten behoeve van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het betreft werkzaamheden bij het SCP waar inkomsten uit de niet collectieve sector tegenoverstaan.

Bij de Inspectie Gezondheidszorg betreft het 51 fte collectieve sector in 1996 en 58 fte vanaf 1997, oplopend met 10 fte in 1998, 10 fte in 1999 en 9 fte in 2000.

Bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen betreft het 75,20 fte collectieve sector. Het Rijksinstituut Geneesmiddelenonderzoek verricht voor het College onderzoekswerkzaamheden en heeft hiervoor 5,50 fte derden collectieve sector ter beschikking gekregen.

Bij de gezondheidsraad zijn 7,6 fte collectieve sector ondergebracht die worden bekostigd door VROM.

Binnen de Rijksoverheid bestaat behoefte aan tijdelijk uit te voeren onderzoeksopdrachten. Hiervoor zijn bij het RIVM 100 fte collectieve sector beschikbaar. In het verlengde daarvan worden door internationale organisaties en subsidie-organen budgetten verstrekt voor tijdelijk uit te voeren onderzoeksprojecten. Hiervoor zijn 125 fte niet-collectieve sector beschikbaar.

BIJLAGE 1B

OVERZICHT INZAKE PERSONEELSSTERKTE AGENTSCHAPPEN

Overzicht B: Samenvattend overzicht personeelssterkte Agentschappen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Werkelijke Begro-bezetting            ting

Meerjarenraming

 
 

30-6-1996

1996

1997

1998

1999

2000

2001

College ter beoordeling Geneesmiddelen

61,64

70,70

75,20

75,20

75,20

75,20

75,20

Totaal personeel

61,64

70,70

75,20

75,20

75,20

75,20

75,20

Plaatsen betaald door derden collectieve sector

 

70,70

75,20

75,20

75,20

75,20

75,20

College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Met ingang van 1 januari 1996 heeft het CBG de agentschapstatus verkregen. De formatie bedroeg aanvankelijk 70,70 fte. In het kader van het toegenomen werkaanbod is 5,50 fte aan het RIGO overgedragen. De startformatie van het CBG vanuit het departement bedraagt derhalve als basis 65,2 fte. In het kader van nieuwe taken op het gebied van geneesmiddelenbewaking en uitbreiding van de registratietaken wordt de formatiestructureel verhoogd met 10 fte welke bekostigd worden door ontvangsten derden collectieve sector.

Derden

Bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen betreft het 75,20 fte collectieve sector. Het Rijksinstituut Geneesmiddelenonderzoek verricht voor het College onderzoekswerkzaamheden en heeft hiervoor 5,50 fte derden collectieve sector ter beschikking gekregen.

BIJLAGE 2A

TOT STAND GEKOMEN WETGEVING (periode 01-06-1995 tot 01-06-1996)

Citeertitel

Kamerstuk nr.

Staatsblad Inwerkingtreding

Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (decentralisatie-convenant

Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ivm gefaseerde invoering registratie verpleegkundigen

Wijziging van de Wet buitengewoon pensioen, de WUV en de WUBO (herziening aanpassingssysteem wetten van oorlogsgetroffenen)

Wijziging van artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen

Wijziging van de Destructiewet (vergoeding)

Wijziging van de AWBZ ea wetten ivm afschaffing van verzekeraarsbudgettering tav de kosten van AWBZ-verstrekkingen

Wijziging van de Ziekenfondswet (opneming artikel 3b)

Wet sociaal-fiscaal nummer Ziekenfondswet

Wijziging van de ZFW en de AWBZ ivm uitbreiding van de werkingssfeer van de ZFW met bepaalde AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de ZFR

Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen

Kwaliteitswet zorginstellingen

Wet geneesmiddelenprijzen

Wet orgaandonatie

Intrekking van de Wet voorzieningen gezondheidszorg

Wijziging van de Wet op de bejaardenoorden (correctie dubbele vakantietoeslag ivm Abw)

Wijziging van de WBPZO, WBPIV, WUV en WUBO 1940–1945 (uitvoeringslasten)

AMVB Raad voor het Ouderenbeleid

23 969

24 116

24 597

21  196

22 451

1995,421

1995,518

01-01-1996

03-11-1995

 

24 115

1995,570

01-12-1995

24 096

1995,576

06-12-1995

24 505

1995,636

28-12-1995

24 429

1995,681

01-01-1996

24 475

1995,682

29-12-1995

24 142

1995,684

01-03-1996

24 093

1995,695

29-12-1995

23 041

1996,204

01-06-1996

23 633

1996,80

01-04-1996

24 266

1996,90

23-02-1996

01-03-1997 gefaseerde

22 358

1996,370

inwerkingtreding

24 547

1996,312

25-06-1996

1996,318

ingetrokken ingetrokken

01-03-1996

BIJLAGE 2B

BIJ DE STATEN-GENERAAL AANHANGIGE WETSVOORSTELLEN

Wetsvoorstel

Kamerstuk          Op 01-06-1996

nummer              gevorderd t/m

Verwachting omtrent eerstvolgende fase

Inwerkingtreding

Wijziging van de Wet op de dierproeven

Wet inzake medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

Wet op de medische keuringen (initiatiefwet)

Wijziging van de Ziekenfondswet en de Wet financiering volksverzekeringen (vereenvoudiging verlening rijksbijdragen)

Wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie

Wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en de Gezondheidswet (reclame, registratie, bewaking, toezicht/handhaving inzake geneesmiddelen)

Wijziging van de artikelen 3a en 15 van de Ziekenfondswet

RIVM-wet

Overgangswet verzorgingshuizen

Wet op de Raad voor de volksgezondheid en de zorggerelateerde dienstverlening

Wet op de Raad voor maatschappelijke ontwikkeling

Wijziging van de Wet Bopz en de Wet afbreking zwangerschap

Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (medezeggenschap)

Wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (adviesorganen)

Wijziging van de Gezondheidswet in verband met continuering van de Gezondheidsraad als adviesorgaan

Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (klachtrecht)

 

22 485

Nadere vragen EK

antwoord op vragen EK juni 1996

24-11-1989

22 588

EV-TK

nota nav EV-TK zomer 1996

01-07-1997

23 259

Eerste termijn plenaire behandeling TK

voortzetting 03-09-1996

––

23 652

Beraad over evt.

brief aan Kabinet

01-01-1996

 

aanpassing wets-

augustus 1996

 
 

voorstel

   

23 805

Verslag TK

nota nav verslag TK juni 1996

01-01-1992

23 959

Brief aan TK

nota nav verslag TK

01-01-1994

 

gezonden

oktober 1996

 

24419

Verslag TK

nota nav verslag TK zomer 1996

01-10-1993

24 454

Verslag TK

nota nav verslag TK juni 1996

01-01-1997

24 606

Aangemeld voor

plenaire behandeling

01-01-1997

 

plenaire behande-

12-06-1996

 
 

ling TK

   

24 627

Verslag TK

nota nav verslag TK juni 1996

01-01-1997

24 628

Verslag TK

nota nav verslag TK juni 1996

01-01-1997

24 669

Verslag TK

nota nav verslag TK juli 1996

01-10-1996

24 681

Verslag TK

nota nav verslag TK september 1996

01-01-1997

24 682

Verslag TK

nota nav verslag TK juli 1996

01-01-1997

24 684

Verslag TK

nota nav verslag TK juli 1996

01-01-1997

24712

Inbrengdatum

nota nav verslag TK

01-01-1997

 

verslag TK 13-06-

oktober 1996

 
 

1996

   

Wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid

24 748

Ingediend TK

onbekend

01-01-1997

BIJLAGE 2C

IN VOORBEREIDING ZIJNDE WETSVOORSTELLEN

Wetsvoorstel inzake

Op 01-06-1996 gevorderd t/m

Verwachting omtrent eerstvolgende fase

Inwerkingtreding

Wijziging van de artikelen 29 en 31 van de Wet BIG

Wijziging van de ZFW, WZV, WTG, AWBZ, WFV e.a. (uitvoeringsorganen)

Wettelijke regeling inzake gebruik van geslachtscellen en embryo’s

Wet gebruik lichaamsmateriaal

Wet fertilisatietechnieken

Wet op bijzondere medische verrichtingen Wet ambulancehulpverlening

Intrekking van de Noodwet geneeskundigen

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Advies Raad van State

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

MR oktober 1996

afronding wetsvoorstel intern juli 1996

01-12-1997

01-01-1997

Raad van State najaar 1996 01-07-1997

kabinetsstandpunt tweede 01-01-1998 helft 1996

rapport Gezondheidsraad          01-07-1998

oktober 1996

nader rapport MR juni 1996 28-12-1996

kabinetsstandpunt tweede helft 1996

bepaling nader standpunt over intrekking oktober 1996

01-01-1998

Wet bouwbeheersing zorgvoorzieningen (deregulering           Gereed voor Ministerraad

Wzv)

Wijziging van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, de                   Advies Raad van State

Gezondheidswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (WAW-rapport)

Wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening Departementale voorberei-(nav IWG-rapport)                                                                             ding

Wijziging van de Wet op de medische hulpmiddelen (Rl.93/421)

Wijziging van de Wet BIG (klinisch psycholoog)

Wijziging van artikel 2 van de Wet op het bevolkingsonderzoek

Vleeskeuringswet (nieuw)

Wet op de organisatie Zorgonderzoek Nederland

Infectieziektenwet

Integrale wijziging van de Drank- en Horecawet

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Interdepartementale voorbereiding

Interdepartementale voorbereiding afgerond

Voorgelegd aan het veld

Interdepartementale voorbereiding

MR juli 1996                                   01-01-1998

er wordt afgezien van indiening van dit wetsvoorstel vormgeving in samenhang 01-01-2000 met maatregelen tot kostenbeheersing thans prioriteit aan kosten- 01-01-1998 beheersing hulpmiddelen

MR oktober 1996                          01-12-1997

MR augustus 1996                       01-01-1997

Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (inspec- Gereed voor RSCB tie)

Wijziging van de Wet op de filmvertoningen

Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (inzagerecht ea)

Wet integratie medisch-specialistische zorg

Wijziging van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (o.a. reserves SUO)

Interdepartementale voorbereiding

Interdepartementale voorbereiding

Raad van State

Departementale voorbereiding

Raad van State eerste helft 1997

MR juli 1996                                   01-07-1997

MR augustus 1996                       01-07-1998

behandeling in MDW-                 01-01-1998 werkgroep augustus 1996

MR juli 1996                                  01-07-1997

opstellen wetsvoorstel voor eind 1996

besluit over wetgevingstraject najaar 1996

adviestermijn onbekend             01-01-1998

Interdepartementaal                    01-07-1997

overleg juli 1996

Wetsvoorstel inzake

Op 01-06-1996 gevorderd t/m

Verwachting omtrent eerst- Inwerkingtre-volgende fase                               ding

Wijziging van de Wet tarieven gezondheidszorg ivm monitoring prijsvorming produkten zorgsector waarvoor geen WTG-tariefbeschikking is vereist

Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ivm opname sociaal-fiscaal nummer

Wijziging van de ZFW en de WTZ (o.a.reparatie Van Otterloo)

Uitvoeringstoets COTG in voorbereiding

Departementale voorbereiding

Departementale voorbereiding

Wijziging van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad Nader extern onderzoek

Subsidiewet volksgezondheid

Wijziging Tabakswet (nav Tabaksnota)

Departementale voorbereiding

Interdepartementale voorbereiding concept gereed najaar 1996 01-07-1997

concept gereed najaar 1996 01-01-1998

wetsvoorstel naar Raad van 01-01-1998 State januari 1997

oplevering onderzoek oktober 1996

MR eind 1996

MR begin 1997

01-01-1998

01-01-1998

01-01-1998

Afgevoerd zijn de volgende projecten (ten opzichte van de opgave van 1995): – Wet op het patiënten/consumentenfonds – Wijziging van de Tabakswet (reclame) – Convergentiewet – Wet verplicht eigen risico in ZFW

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Gezondheidswet ea ivm reorganisatie Staatstoezicht, dat vorig jaar afzonderlijk op de lijst was vermeld, is thans een onderdeel van een onder eerste verantwoordelijkheid van de minister van Justitie op te stellen wetsvoorstel Aanpassingswetgeving Awb derde tranche; het komt derhalve niet meer voor op dit overzicht.

BIJLAGE 3A

DOOR DE STATEN-GENERAAL AANVAARDE MOTIES

aangenomen moties 1995/1996

vindplaats stand van zaken

AWBZ-verstrekkingen. Motie-Van 24 429, nr. 7 Boxtel/Oudkerk over reservevorming van sociale zorgverzekeraars

Is betrokken bij AO d.d. 28-8-1996 inzake beheers- en sturingsinstrumenten gericht op zorgverzekeraars

Begroting 1996: Motie-Essers c.s. 24 400 XVI, over een integrale interdeparte-          nr. 50

mentale sportnota

De nota zal in oktober 1996 aan de Kamer worden aangeboden

Drugsbeleid: Motie-Oudkerk c.s. over de uitwerking van geformuleerde wenselijkheden

24 077, nr. 6               Sept/okt. 1996 ontwerp actieplan

Nov/dec. voorbereiding projecten Start per 1/1/1997

Drugsbeleid: Motie-Oudkerk/De Graaf overherijking van de verslavingszorg

24 077, nr. 7               In september 1996 opdracht

NCGV/NIAD tot onderzoek effectiviteit zorg

Drugsbeleid: Motie-De Graaf c.s. over het budget voor ambulante verslavingszorg

24 077, nr. 20             Wordt meegenomen in stand- punt «Borg voor Zorg» (najaar 1996)

Drugsbeleid: Motie-Marijnissen over wachttijden voor afkickprogramma’s

24 077, nr. 30

Augustus 1996 is de IGZ om advies gevraagd

Drugsbeleid: Motie-Van Wingerden/Verkerk over de voorlichting van scholieren

24 077, nr. 32

Campagne gaat in oktober 1996 van start

Overgangswet verzorgingshuizen: Motie-Van Boxtel c.s. over de eigen bijdragen van verpleeghuisbewoners

24 606, nr. 17             Is nog in beraad. Is punt van aandacht bij het (opstellen van het) JOZ

Overgangswet verzorgingshuizen: Motie-Van Boxtel/ Vliegenthart over een menu à la carte in de ouderenzorg

24 606, nr. 18

Is nog in beraad

Overgangswet verzorgingshuizen: Motie-Van Blerck-Woerdman c.s. over de scheiding van de kosten van wonen en zorg

24 606, nr. 19

Er wordt een projectplan opgesteld

Eigen bijdrage ZFW: Motie-Oudkerk over verbetering van de doelmatigheid in de gezondheidszorg

24 678, nr. 8               De motie is uitgevoerd.Op 9 mei

1996 is aan de SR advies gevraagd. Op 10 juni 1996 is de Ziekenfondsraad terzake benaderd.

Eigen bijdrage ZFW: Motie-                  24 678, nr. 9

Oudkerk over de werkzaamheden aan de convergentiewet

Het kabinetsstandpunt zal worden geformuleerd in samenhang met de voornemens tot herstructurering van de Ziekenfondswet, welke onder meer t.b.v. de verzekeringspositie van AOW-gerechtigden wordt overwogen

Thuiszorg/modernisering ouderenzorg: Motie-Vliegenthart c.s. over een toereikende groei van de financiële ruimte voor de ouderenzorg

23 235, nr. 15

Wordt meegenomen in het JOZ

Voorjaarsnota: Motie-Hoogervorst c.s. over een betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg

24 727, nr. 5               Wordt gehonoreerd. In het JOZ

1997 zal aan de beide verzoeken worden voldaan.

BIJLAGE 3B

DOOR BEWINDSLIEDEN GEDANE TOEZEGGINGEN

toezegging vindplaats stand van zaken informatie over de uitkomsten            24 400, XVI,

van het overleg met de academi-        nr. 13, antwoord sche ziekenhuizen over het                   60 hoofdlijnenakkoord voor 1996

uitvoeringstoets modernisering          23 335, nr. 24/

thuiszorg met voorstellen over de 24 333, nr. 24 definitieve eigen-bijdrageregeling (plus de doorrekening van twee alternatieven)

Brief wordt in augustus/ september aan TK gestuurd

In juni 1996 zijn toetsen voorgelegd aan Ziekenfondsraad en Cotg

– spoed advies RvS eind september 1996

– nader rapport half oktober 1996

– voorhangprocedure TK tussen half oktober en half november 1996

evaluatie van de meldingsprocedure euthanasie + kabinetsstandpunt informatie over bekostigingssystemen voor de 1) werkplaats-funcie, de 2) reguliere patienten-zorg en de 3) topreferentiefunctie academische ziekenhuizen

24 400, XVI, nr. 2, p. 27

24 404, nr. 1

Rond de jaarwisseling 1996/1997

  • 1) 
    Brief 31/5/1996 van Min. OCW (WJZ 96 010 193/4724) over rijksbijdrage AZ
  • 2) 
    Zie brief aan TK 12/7/1996 CSZ/ZT/967 276
  • 3) 
    Op zijn vroegst late najaar 1996 meer bekend over topreferentiefunctie lange termijnvisie over de vereveningscapaciteit in de intramurale ouderenouderenzorg en de thuiszorg brief over gentherapie kabinetsstandpunt over late zwangerschapsafbreking beleidsplan ontwikkelingsgeneeskunde 1996–1997

beleidsoverzicht academische ziekenhuizen ex art. 5 WZV

regeringsstandpunt over eventuele nadere regelgeving m.b.t. het gebruik van lichaamsmateriaal

Voortgangsrapportage huisartsenzorg

Vergoedingsregeling fysiotherapie en oefentherapie

Financiering abortusklinieken

Reactie op wervende folder Vre-linghuis te Utrecht

Brief brede maatschappelijke discussie over medisch ethische zaken

 

23 335, nr. 24/

Wordt opgenomen in JOZ op

24 333, nr. 24

basis van thans lopend onder-

 

zoek

24 400, XVI,

Wachten op advies van de

nr. 3, p. 18

Gezondheidsraad

brief d.d. 20/12/

Eind 1997

1995

 

24 126, nr. 9,

Brief aan TK eind september

  • p. 
    16

1996

23 407, nr. 6

Overzicht wordt begin 1997 aan

 

TK gestuurd

24 400, XVI,

Najaar 1996

nr. 3, p. 18

 

Brief d.d. 3/4/

Voor eind 1996 wordt opnieuw

1996. BSG/CB-

een voortgangsrapportage aan

U-968

TK gezonden

HTK 1995/96,

Najaar 1996

  • p. 
    2255 Aan-
 

hangsel

 

HTK 1996/96,

Brief aan TK oktober 1996

  • p. 
    6394 lk
 

HTK 1995/96,

Brief aan TK september 1996

  • p. 
    6394 mk
 

HTK 1995/96

Brief najaar 1996 aan TK

nr. 36, p. 2853

 

mk

 

toezegging vindplaats stand van zaken

Standpunt ICSI

Standpunt op advies Gezondheidsraad inzake klinische genetica

Standpunt op advies Gezondheidsraad inzake IVF

rapportage over de verbetering van voetbalstadions integrale sportnota nader standpunt over mogelijke oprichting van een waarborgfonds voor de volksgezondheid rapport over de arbeidsmarkt zorgsector (jaarlijks)

 

HTK 1995/96,

Standpunt september 1996

  • p. 
    2973 Aan-
 

hangsel

 

Brief aan TK

Wachten op advies

BRO/CB-U-

Gezondheidsraad. Voorjaar 1997

96 977

 

TK 23 016, nr. 7

Wachten op advies

 

Gezondheidsraad. Najaar 1996

24 400, XVI,

Rapportage in augustus 1996

nr. 3 (bijlage 4b)

naar TK

HTK 1995/96,

In oktober 1996 naar TK

nr. 36, p. 2866

 

mk

 

24 404, nr. 1

Het overleg met NZF is gaande

24 171, nr. 5,

De TK zal in oktober/november

  • p. 
    1

1996 nog geïnformeerd worden

over het jaarlijkse integrerend rapport van de OSA, over de Rapportageg Arbeidsmarkt Zorg-sectr (RAZ) en over de arbeidsmarkteffecten 1995

integrale tussenevaluatie van de regelingen voor persoonsgebonden budgetfinanciering in de verstandelijk gehandicaptenzorg en in de thuiszorg eerste actualisering/ voortgangsrapportage van de nota «de perken te buiten»/ meerjarenprogramma intersectoraal gehandicaptenbeleid regeringssstandpunt n.a.v. interimrapportage en eindrapportage van de commissie Nederlandse Gebarentaal plan van aanpak kleinschalige woonvormen voor gehandicapten

23 335, nr. 24/

24 333, nr. 24

24 170, nr. 6

HTK 1995/96, nr. 37, p. 2934

HTK 1995/96, nr. 36, p/2883 mk

De eerste tussenrapportage van het evaluatieonderzoek, dat in opdracht van de Ziekenfondsraad door ITS (Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen) wordt uitgevoerd, wordt aan het eind van 1996 naar TK gezonden

De rapportage wordt met Prinsjesdag aan de TK gezonden

Interimrapportage september/ oktober 1996 (beoogd als bijlage bij voortgangsrapportage); eindrapportage maart 1997; dan regeringsstandpunt

Maakt deel uit van de voortgangsrapportage Perken te Buiten

Onafhankelijk accountantsburo een onderzoek laten instellen naar kortingen en bonussen bij de apotheker

HTK 1995/96, nr. 33, p. 2549 rk

In augustus 1996 zijn offertes aangevraagd bij Moret, Ernst & Young en bij Anderson.

voorstellen voor een meer doelmatige en doeltreffende forensische psychiatrie evaluatie van de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen

24 400, XVI, nr. 2, p. 29

23 900, XVI, nr. 2, p. 19

Voorstellen gaan in najaar 1996 naar de TK

Regeringsstandpunt begin 1997 naar de TK

toezegging vindplaats stand van zaken evaluatie door het Staatstoezicht van de preventieve activiteiten van de ambulante verslavingszorg inzake XTC-gebruik standpunt over het vervolg van de landelijke voedselconsumptie-peilingen standpunt over het RGO-advies over de onderzoeksprioriteiten t.b.v. primaire en secundaire preventie binnen de zorgsector voortgangsrapportage over de werkzaamheden van de Nationale Commissie Chronisch zieken rapportage over het patienten/ consumentenbeleid informatie over de vordering van de programmacommissie SEGV-II en over de financiele verantwoording notitie over de nieuwste inzichten en activiteiten op het terrein van voeding en gezondheid resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg 0–19 jaar evaluatie ouderbijdrageregeling Boddaertcentra rapportage over een nader onderzoek naar de te verwachten zorgvraag van ouderen en de mogelijkheden om daaraan tegemoet te komen stappenplan en de resultaten van een nader onderzoek naar de mogelijkheden van het scheiden van wonen en zorg discussienota over ouderenbonden nadere voorstellen over de integratieprogramma’s voor allochtone jongeren

23 760, nr. 2, p. 9/10

24 400, XVI, nr. 2, p. 19

24 400, XVI, nr. 2, p. 53

22 025, nr. 9, p. 8

22 702, nr. 11

24 126, nr. 4, p. 20

24 400, XVI, nr. 2, p. 19

23 900, XVI, nr. 2, p. 10

HTK 1995,96, nr. 36, p. 2822 mk

23 335, nr. 24/

24 333, nr. 24

23 335, nr. 24/

24 333, nr. 24

HTK 1995/96, nr. 36, p. 2859 rk

24 400, XVI, nr. 13, p. 6

Evaluatie loopt nog

Zie Memorie van Toelichting begroting 1997

Het standpunt is eind september 1996 gereed

Zodra het jaarverslag 1996 van de NCCZ is ontvangen, volgt rapportage

In najaar 1996 wordt brief over patiëntenfonds naar TK gestuurd

Project is gestart op 1-1-1995 en loopt t/m 31-12-1999

Uitstel wordt gevraagd tot na uitbrenging VTV-2

Onderzoek in april 1996 gestart. Eindrapportage wordt verwacht in december 1996

Evaluatie is gereed, wordt na het zomerreces 1996 met standpuntbepaling naar TK gezonden

Dit betreft de risico-analyse voor de langere termijn die dit najaar in gang wordt gezet.

Wordt in september naar TK gezonden?

Voor eind van het kamerreces 1996 wordt nota aan TK gestuurd

Wordt opgenomen in het Jaaroverzicht Minderheden 1997 dat op Prinsjesdag 1996 door minister Biza aan TK wordt aangeboden informatie over Arachne (zodra overeenstemming met de minister van SoZaWe is bereikt)

HTK 1995/1996, nr. 36, p. 2882 lk

De brief wordt in september 1996 aan de TK gezonden evaluatie van de beperking van de aanspraken op fysiotherapie en oefentherapie brief over reserves verzekeraars

24 400, XVI, nr. 2, p. 35

HTK 1995/96, nr. 37, p. 2923

De evaluatie zal in het najaar 1996 aan TK worden gezonden

Wordt betrokken bij AO van 28/8/ 1996 over de beheersen sturingsinstrumenten toezegging vindplaats stand van zaken brief over samenwerking en afstemming van beleid tussen stichtingen ICODO en Pharos (n.a.v. onderzoek Berenschot)

samenwerking begeleidende instellingen/sociale rapportage taak

23 057, nr. 14

Brief gaat eind augustus/begin september 1996 naar TK

20 454, verslag         De minister zal de bevindingen

AO 19/6/1996             van de Werkgroep «Organisatie- model Sociale Rapportagetaak», voorzien van haar commentaar rond de jaarwisseling 1996/1997 aan TK zenden.

Uitwerking toekomstscenario’s begeleidende instellingen

Toekomst wetsuitvoering PUR/ second opinion

Rol van het Rode Kruis

20 454, verslag AO 19/6/1996

De uitwerking van de toekomstscenario’s wordt rond de jaarwisseling 1996/1997 aan TK gezonden

20 454, verslag         De bevindingen van het bureau

AO 19/6/1996             Boer & Croon in het kader van het onderzoek naar de toekomst van de wetsuitvoering, wordt rond de jaarwisseling 1996/1997, voorzien van het commentaar van de minister, aan TK gezonden

20 454, nr.                  In de beschouwingen over de toekomst van de wetsuitvoering PUR wordt de vraag meegenomen of het Rode Kruis een rol zou kunnen spelen

BIJLAGE 4

DE BIJLAGE INZAKE CIRCULAIRES

Geldende circulaires : categorie A, B en C

 

Datum verzen-

afdeling/org-nr.

Geadresseerden

onderwerp/titel

Cate-

ondertekening

ding

     

gorie

 

19-OCT-95

DGW/DOB/FEA-957 130

Bejaardenoorden met een bijzondere functie

richtlijnen indiening begroting 1996

A

DG-Welzijn

31-OCT-95

DGW/DVMA/M-953 184

Gemeenten waar opstap, opstapje en overstap projecten in uitvoering zijn

opstap en opstapje projecten in 1996 A DG-Welzijn

A

DG-Welzijn

18-NOV-95

DGVGZ/PAO/BOG-959 478

Inst. Gezondheidszorg

circulaire verklaring omtrent de vakbekwaamheid van de buitenlands gediplomeerde verpleegkundige

A

Minister

01-DEC-95

DGW/DGB/HGV-958 179

Ged. Stat. van de provincies

planning semi murale voorzieningen voor

A

DG-Welzijn

01-DEC-95 14-DEC-95

15-DEC-95 21-DEC-95 21-DEC-95 02-FEB-96 28-FEB-96

15-MAR-96

21-MAY-96 26-JUN-96 18-JUL-96 30-JUL-96

DGW/DGB/HGV-958 182

DGW/DGB/HOAG-958 211

DGW/DOB/FEA-958 993

DGW/DOB/HOA-9510 293 DGW/DOB/HOA-9510 292 DGW/DOB/FEA-96 871

DGW/DGB/HGV-961 004

DGW/DJB/FBZ-96 385

IGZ\CT\GB-962 598 IGZ\CT\GB-963 201 MOZ-U 965 836 IGZ CT GB-U 963 788

Diversen (zie geadresseerden op de Minuut)

zwakzinnigeninrichtingen aangemerkt als bopz instelling

Bejaardenoorden met een bijzondere functie Bestuur provincies en vier grote steden Gemeente Besturen in Nederland, alle Ged. Stat. van de provincies

Ged. Stat. van de Provincies

Gesubs. inst. ingevolge het bekostigingsbesluit welzijnsbeleid Registratiehouders van Geneesmiddelen, alle Huisartsen in Nederland, alle

Diversen (zie geadresseerden op de Minuut Artsen in Nederland, alle gehandicapten planning semi murale            A

voorzieningen voor gehandicapten besluit houdende wijzi-          B

ging bijlagen bij besluit administratieve bepalingen bopz budgettering bejaarden- A oorden 1996

modernisering ouderen- A zorg modernisering ouderen- A zorg modernisering ouderen- B zorg vaststelling landelijk               A

plan 1996 wonen en dagbesteding lichamelijk gehandicapten aanvraag tot subsidie-            B

vaststelling 1995

geneesmiddelenbewaking fto modernisering ouderenzorg fto

B

DG-Welzijn DG-Welzijn

DG-Welzijn

Staatssecretaris

Staatssecretaris

DG-Welzijn

DG-Welzijn

DG-Welzijn insp geneesmiddelen insp geneesmiddelen Staatssecretaris

Hoofdinspecteur

 

Aantal

geldende circulaires

           

Totaal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal 16

Cat. A 10

Cat. B 6

Cat. C

A+B+C

Cat. D

Cat. E

Cat. G

Cat. ?

B

A

B

Ingeschreven circulaires: categorie A, B en C

Datum verzending

Afdeling/org-nr.

Geadresseerden

Onderwerp/titel

Categorie

Ondertekening

02-AUG-95 19-OCT-95

31-OCT-95

03-NOV-95 18-NOV-95

01-DEC-95 01-DEC-95 14-DEC-95

15-DEC-95 21-DEC-95 21-DEC-95 03-JAN-96 16-JAN-96 02-FEB-96 09-FEB-96 28-FEB-96

15-MAR-96

12-APR-96 21-MAY-96 26-JUN-96 17-JUL-96 18-JUL-96 30-JUL-96

DGVGZ/GVC/ADT-95 813 DGW/DOB/FEA-957 130

DGW/DVMA/M-953 184

STTZ/IGZ/FMT-953 427

DGVGZ/PAO/BOG-959 478

DGW/DGB/HGV-958 179

DGW/DGB/HGV-958 182

DGW/DGB/HOAG-958 211

Verzendlijst, zie Bejaardenoorden met een bijzondere functie Gemeenten waar opstap, opstapje en overstap projecten in uitvoering zijn

Apothekers in Nederland, alle Inst. Gezondheidszorg

Ged. Stat. van de provincies

Diversen (zie geadresseerden op de Minuut)

zwakzinnigeninrichtingen aangemerkt als bopz instelling beperking tabaksreclame richtlijnen indiening begroting 1996 opstap en opstapje projecten in 1996

onderzoek ibopamine circulaire verklaring omtrent de vakbekwaamheid van de buitenlands gediplomeerde verpleegkundige planning semi murale voorzieningen voor gehandicapten planning semi murale voorzieningen voor gehandicapten besluit houdende wijziging bijlagen bij besluit administratieve bepalingen bopz

B A

 

DGW/DOB/FEA-958 993

Bejaardenoorden met

budgettering bejaarden-

A

 

een bijzondere functie

oorden 1996

 

DGW/DOB/HOA-

Bestuur provincies en

modernisering ouderen-

A

9510 293

vier grote steden

zorg

 

DGW/DOB/HOA-

Gemeente Besturen in

modernisering ouderen-

A

9510 292

Nederland, alle

zorg

 

STTZ/IGZ/FMT/GB-9616

Apotheekhoudende

vervolgonderzoek ibopa-

B

 

Artsen, alle

mine

 

STTZ/IGZ/FMT/GB-

Apotheekhoudende huis-

ibopamine onderzoek

B

96 256

artsen

   

DGW/DOB/FEA-96 871

Ged. Stat. van de provin-

modernisering ouderen-

B

 

cies

zorg

 

STTZ/IGZ/FMT/GB-

Apotheekhoudende

ibopamine onderzoek

B

96 860

Huisartsen

   

DGW/DGB/HGV-961 004

Ged. Stat. van de Provin-

vaststelling landelijk

A

 

cies

plan 1996 wonen en dagbesteding lichamelijk gehandicapten

 

DGW/DJB/FBZ-96 385

Gesubs. inst. ingevolge

aanvraag tot subsidie-

B

 

het bekostigingsbesluit

vaststelling 1995

 
 

welzijnsbeleid

   

FMT/FMT/GB-962 072

Apotheekhoudende Artsen, alle

ibopamine onderzoek

B

IGZ/GB-962 598

Registratiehouders van

geneesmiddelen-

B

 

Geneesmiddelen, alle

bewaking

 

IGZ/GB-963 201

Huisartsen in Nederland,

fto

B

S BCCT-961 105

Landelijke Sport-

aanvraag instellings-

A

 

organisaties

subsidie 1997

 

MOZ-U 965 836

Diversen (zie geadres-

modernisering ouderen-

A

 

seerden op de Minuut)

zorg

 

IGZ CT GB-U 963 788

Artsen in Nederland, alle

fto

B

Minister DG-Welzijn

DG-Welzijn

 

B

inspecteur

 

geneesm

A

Minister

DG-Welzijn DG-Welzijn DG-Welzijn

DG-Welzijn

Staatssecretaris

Staatssecretaris

Hoofdinspecteur insp geneesmiddelen DG-Welzijn insp.geneesmidde-len DG-Welzijn

DG-Welzijn hoofdinspecteur insp geneesmiddelen insp geneesmiddelen DG-Welzijn

Staatssecretaris

Hoofdinspecteur

 

Aantal

ingeschreven circulaires

         

Totaal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

Aanta l

Aantal

Aantal 24

Cat. A 11

Cat. B 13

Cat. C

A+B+C

Cat. D

Cat. E

Cat. G

Cat. ?

A

A

A

B

Vervallen circulaires: Categorie A, B en C

 

Verzending

Afdeling/org-nr.

Geadresseerden

Onderwerp/titel

Categorie

Ondertekening

02-AUG-95

DGVGZ/GVC/ADT-95 813

Verzendlijst, zie

beperking tabaksreclame

B

Minister

03-NOV-95

STTZ/IGZ/FMT-953 427

Apothekers in Nederland, alle

onderzoek ibopamine

B

inspecteur geneesm

03-JAN-96

STTZ/IGZ/FMT/GB-9616

Apotheekhoudende Artsen, alle

vervolgonderzoek ibopa-mine

B

Hoofdinspecteur

16-JAN-96

STTZ/IGZ/FMT/GB-

Apotheekhoudende

ibopamine onderzoek

B

insp geneesmidde-

 

96 256

Huisartsen

   

len

09-FEB-96

STTZ/IGZ/FMT/GB-

Apotheekhoudende

ibopamine onderzoek

B

insp geneesmidde-

 

96 860

Huisartsen

   

len

12-APR-96

FMT/FMT/GB-962 072

Apotheekhoudende Artsen, alle

ibopamine onderzoek

B

hoofdinspecteur

 

Aantal vervallen circulaires

     
 

Totaal

Aantal Aantal

Aantal Aantal Aantal

Aantal

Aantal Aantal

 

Aantal

Cat.A Cat. B

Cat.C A+B+C Cat. D

Cat. E

Cat.G Cat. ?

 

77

     

BIJLAGE5                                              DEBIJLAGE INZAKE AANBEVELINGEN NATIONALE

OMBUDSMAN

In het afgelopen heeft een aantal gesprekken plaatsgevonden met de Nationale Ombudsman over de klachtbehandeling in de gezondheidszorg. Klachten die door de Ombudsman op het terreinvan VWS worden onderzocht, gaan vrijwel steeds over de vraag of de Inspectie voor de Gezondheidszorg voldoende heeft kunnen duidelijk maken dat zij zich wel in klachten verdiept, maar niet als beroepsinstantie van de lokale klachtencommissies. Zoals in het jaarverslag van de Ombudsman beschreven, mist de Ombudsman een beroepsinstantie in de klachtbehandeling. Het aantal klachten is overigens niet heel erg groot; in de afgelopen jaren blijken er niet meer dan enkele tientallen te zijn gedeponeerd. Deze klachten zijn echter wel aanleiding geweest om de bestaande leidraad klachtbehandeling van de IGZ terug te trekken en in overleg met de Ombudsman een nieuwe te ontwikkelen.

Een enkele keer ontvangt de Ombudsman klachten over het niet adequaat reageren van het departement op al dan niet schriftelijk gestelde vragen van burgers. In overleg met de Ombudsman wordt geprobeerd in eerste instantie alsnog een goede oplossing te bereiken. Hierdoor kan worden voorkomen dat burgers weliswaar de kans hebben door de Ombudsman in het gelijk te worden gesteld, echter zonder dat de oorsprong van de klacht daarmee is weggenomen. Veelal zijn het misverstanden die aan de oorsprong van de klacht liggen, bijvoorbeeld omdat burgers veronderstellen dat het departement oplossingen kan bewerkstelligen, ook als de verantwoordelijkheid voor het beleid geheel en uitsluitend bij de gemeente of de provincie ligt.

BIJLAGE 6B

BELEIDSEVALUATIE

Beleidsevaluatie vindt plaats langs verschillende, elkaar aanvullende wegen en moet dan ook niet geïsoleerd worden bezien, maar als integraal onderdeel van het beleidsinstrumentarium. Zowel in hoofdstuk 6 «Financieel beleid en beheer» van het algemeen deel van de Memorie van Toelichting als in bijlage 6A «De subsidiebijlage» wordt uitgegaan van deze brede vorm van evaluatie.

Het criterium van de subsidie(regeling) vormt de invalshoek voor de informatie zoals opgenomen in bijlage 6A. De beleidsevaluatie op het terrein van VWS kent echter een bredere reikwijdte dan die van de subsidieregeling. In onderstaand overzicht wordt daarom in aanvulling op bijlage 6A een overzicht gegeven van de lopende en voorgenomen projectmatige beleidsevaluatie-onderzoeken die ten laste van de begroting worden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VWS.

Onderwerp

Doel

Art.nr.

Periode

Subsidie/Regeling/ Financieel kader

Produktkwaliteit farmaceutische produkten van indus-triële herkomst

Welzijnsbeleid in de lokale situatie

Monitoring nieuwkomers

Het onderzoek gaat in op de vraag naar de                  U2301.05

produktkwaliteit van farmaceutische produkten van industriële herkomst die zich in het handels- of distributiekanaal bevinden. Daarbij wordt gekeken naar de farmaceutische kwaliteit van ingeschreven en tot de handel toegelaten farmaceutische produkten in de handelsverpakking; de verpakking hiervan; de bijsluiter en de bijsluitertekst; de analyse-protokollen.

Het volgen van de ontwikkelingen van lokaal              U2409.01

welzijnsbeleid

Het doel van de monotoring is het verkrijgen van U2409.02 informatie over de effecten van de per 1 januari 1996 ingevoerde Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers (en de gehanteerde inburgeringscontracten)

1992–1993 JOZ (hoofdstuk 4)

1992–1996 Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

1996                  Welzijnswet, subsidie- regeling inburgering nieuwkomers

Evaluatie inburgeringsbeleid nieuwkomers

Arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen

Substitutieprojecten in de ouderenzorg

Sexueel geweld

Het doel van de evaluatie is het verkrijgen van informatie over de effecten van het gevoerde inburgeringsbeleid voor nieuwkomers

U2409.02

Het onderzoek is erop gericht inzicht te verkrijgen U2409.02 in de positie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt en de effecten van het gevoerde integratiebeleid op deze positie.

Doelstelling is het in kaart brengen van de effecten U2402.04 van de substitutieprojecten in de ouderenzorg. Onderzocht wordt of de doelstellingen van substitutie zijn gerealiseerd, dat wil zeggen of de verschuiving heeft plaatsgevonden van zwaardere vormen van zorg naar lichtere vormen van zorg bij gelijkblijvende kwaliteit van de zorg. Ook is in het onderzoek aandacht besteed aan de meer procesmatige aspecten.

Evalueren van het VWS werkprogramma «Bestrij- U2403.00 ding sexueel geweld»

1996

1995-1996

1988-1996

1995-1996

Welzijnswet, subsidieregeling inburgering nieuwkomers

Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

Welzijnswet,

subsidieregeling welzijnsbeleid

Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

Onderwerp

Doel

Art.nr.

Periode

Subsidie/Regeling/ Financieel kader

Discriminatie van mensen met Onderzoek in de volgende fasen op grond van de U2403.00 een handicap                                  Algemene Wet Gelijke behandeling (in dit geval gaat het om fase 3)

  • a) 
    wanneer is er sprake van discriminatie van mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap
  • b) 
    worden mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap gediscrimineerd
  • c) 
    wat zijn de juridische mogelijkheden om tegen discriminatie recht te halen.

1995–1996 – Algemene Wet Gelijke Behandeling – Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

Doeluitkering Wet op de jeugdhulpverlening

Werking convenant zoals is vastgelegd tussen Rijk U2404.01 en Provincies

1992-1995

Wet Jeugdhulpverlening, Besluit tijdelijke regeling bekostiging jeugdhulpverlening

Vroegtijdige hulpverlening tbv Doel van het onderzoek is de proces- en effect-ouders en kind                               evaluatie van de vroegtijdige hulpverlening die wordt verstrekt, gericht op jonge kinderen en hun ouders (Hanen Early Language Program).

U2404.02         1994–1995 Welzijnswet, subsidie- regeling welzijnsbeleid

Gezinsgerichte crisisinterven- Doelstelling van het onderzoek is de proces-tiejeugdhulpverlening                  effectevaluatie ten aanzien van de gezinsgerichte crisisinterventie jeugdhulpverlening («Homebuilding/Families First»).

Kinderopvang

Evaluatie van de resultaten van de stimuleringsmaatregel kinderopvang 1990–1995.

U2404.02         1994–1995 – Welzijnswet,

subsidieregeling welzijnsbeleid – Wet Jeugdhulpverlening, Besluit tijdelijke regeling bekostiging jeugdhulpverlening

U2404.03         1990–1995 Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1990–1995

Financieringssystematiek landelijke jeugdorganisaties

Het doel is inzicht te krijgen in het effect van het onderscheid tussen instellingssubsidie en projectsubsidie, de verhouding tussen beide, alsmede in de vraag of het ledental een goede grondslag biedt voor het bepalen van de instellingssubsidie.

U2404.03         1995–1998 Welzijnswet, subsidie- regeling welzijnsbeleid

Specifieke internaten voor kinderen van binnenschippers en kermisexploitanten

Inzicht verkrijgen in de werking van het convenant U2404.03 1994–1998 ter bepaling van de hoogte en inhoud van de financieringsmethodiek vanaf 1999.

1994-1998

Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

Tijdelijke vergoedingsregeling voor psychotherapie na-oorlogse generatie

Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in het functioneren van de tijdelijke (ministeriële ) vergoedingsregeling voor psychotherapie voor naoorlogse generatie voor wat betreft het doelgroepbereik. Het onderzoek vindt plaats in het kader van het beleid immateriële hulpverlening aan personen uit de na-oorlogse generatie van oorlogsgetroffenen en betreft voorgenomen onderzoek op basis van een toezegging van de Tweede Kamer. Afronding is gepland in 1997.

U2405.03

1994-1996

Tijdelijke vergoedingsregeling voor psychotherapie

Onderwerp

Doel

Art.nr.

Periode

Subsidie/Regeling/ Financieel kader

Instellingssubsidie landelijke Doel van het onderzoek is de beschrijving en sportorganisaties in de kosten analyse van de werking van de in 1992 ingevoerde van het algemeen functioneren instellingssubsidies Landelijke Sportorganisaties in de kosten van het algemeen functioneren, opgenomen in de Subsidieregeling Welzijnsbeleid. Aandacht wordt daarbij besteed aan inhoudelijke punten, administratief-technische knelpunten alsmede de ervaringen met de werking van de regeling. Op grond van de analyse zal een nadere uitwerking plaatsvinden van maatregelen ter oplossing van de geconstateerde knelpunten. Tenslotte zal mede aan de hand van de evaluatie worden bezien of aanpassing van de regeling nodig is.

U2407.01

1994–1996 Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

Evaluatie programma verster- Beoordeling project ontwikkeling/uitvoering en          U2407.01

king infrastructuur 1995               advisering/begeleiding van genoemd programma

(gericht op ondersteuning verenigingen, samenwerking sportorganisaties, vraag-aanbod-afstemming etc.). Evaluatie sportieve vernieu- Ontwikkelen van een adequaat instrumentarium U2407.02 wing                                                 waarmee lokaal sportbeleid–inhet bijzonder sportieve vernieuwing – eenvoudig en doeltreffend geëvalueerd kan worden.

Lokale initiatieven honorering Onderzocht wordt de inhoud van de raam-                  U2502.01

medisch specialisten                    overeenkomst per initiatief en de effecten van de raamovereenkomst op de kwaliteit- en doelmatigheidsprojecten en het declaratie bedrag.

1995–1998 Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

1996

1996-1997

Toepassing Wet BIG

DES actie- en informatiecentrum

In de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg U2501.02 (BIG) is als vereiste opgenomen dat binnen vijf jaar na inwerkingtreding, de wijze waarop de wet wordt toegepast dient te worden geëvalueerd.

Doelstelling van het onderzoek is om in het kader U2502.03 van het beleid op het terrein van de kankerbestrijding inzicht te verkrijgen in het functioneren van het DES Aktie- en Informatiecentrum.

Welzijnswet, subsidieregeling welzijnsbeleid

1994–1999 – JOZ (hoofdstuk 3 en

5)

Wet BIG

diversen           Chronische ziekten- bestrijding

Chronisch ziekenbeleid

Loopbaanbegeleiding voor chronisch zieke jongeren

Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de vraag of de in gang gezette werkzaamheden op het terrein van het chronisch ziekenbeleid hebben bijgedragen aan de realisering van de beleidsdoelstellingen, alsmede wat de bijdrage hieraan is geweest van de NCCZ.

Onderzocht wordt of de draagkracht van de experimenten van loopbaanbegeleiding voor chronisch zieke jongeren zodanig is dat na afloop van de experimentele fase de loopbaanbegelei-dingsmogelijkheden in geheel Nederland kunnen worden ingevoerd. Daarnaast bieden de tussentijdse evaluatiemomenten de mogelijkheid tussentijds een beslissing te nemen over de voortgang of beë indiging van het experiment.

U2502.03         1995–1999 Chronische ziekten- bestrijding

U2502.03         1993–1996 Chronische ziekten- bestrijding

Onderwerp

Doel

Art.nr.

Periode

Subsidie/Regeling/ Financieel kader

Experimenten met Coö rdinatie- Het onderzoek betreft de proces- en effectevaluatie U2502.03 centra Chronische Ziekenzorg van de drie experimenten met Coö rdinatiecentra

Chronische Ziekenzorg (CCZZ). Doel van het onderzoek is na te gaan of het zinvol is een landelijk netwerk van CCZZ op te zetten en indien ja, in welke vorm. De primaire doelstelling van het evaluatieonderzoek was dan ook inzicht verschaffen in de wijze waarop de drie centra gedurende de looptijd van de experimentele fase inhoudelijk en organisatorisch vorm hebben gekregen. Naast deze proces-evaluatie dient het onderzoek een effect-evaluatie te omvatten waarin de bijdrage van de CCZZ aan de verbetering van de kwaliteit van de zorg centraal staat. Tot slot dient in het kader van het evaluatieonderzoek het toekomstperspectief van de centra na de experimentele fase onderzocht te worden.

1994–1997 Chronische ziekten-bestrijding

Helen Dowling Instituut

Doelstelling van het onderzoek dat plaatsvindt in U2502.03 het kader van het beleid inzake de kankerbestrijding, is inzicht te verschaffen in de effectiviteit, kwaliteit en doelmatigheid van het onderzoeksbeleid van het Helen Dowling Instituut.

Chronische ziekten-bestrijding

Landelijke Coö rdinatiestructuur Evaluatie van het functioneren en de positionering U2502.03

voor de infectieziekten-                van de LCI.

bestrijding

1995–1997 Infectieziekten-bestrijding

Integratie van kruiswerk en gezinsverzorging

Nagaan of de doelstellingen van de integratie, zoals is neergelegd in het heroverwegingsrapport «Van samenwerken naar samengaan» (Tweede Kamer 1989–1990, 16 625, nr.120 en het definitieve kabinetstandpunt daarover (Tweede Kamer, 1990–1991, 16 625, nr 135) zijn gerealiseerd.

U2502.04         1990–1995 JOZ (hoofdstuk 3)

Programma-ondersteuning

Het onderzoek betreft de evaluatie van de bijdrage U2502.04 van het programma POKP aan de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid paramedische beroepsgroepen.

1994–1996 JOZ (hoofdstuk 3)

Experimentele verloskundige samenwerkingsverbanden

Het onderzoek gaat in op de vraag welke factoren U2502.04 bevorderend danwel belemmerend zijn voor het totstandkomen van samenwerking tussen diverse verloskundige beroepsbeoefenaren. Tevens wordt daarbij gekeken naar de vraag of door intensieve samenwerking de kwaliteit van de zorg hoger wordt.

1990–1997 JOZ (hoofdstuk 3)

Praktijkvoering verloskundigen Doel van het onderzoek is na te gaan in hoeverre U2502.04

verloskundige praktijken aandacht hebben besteed aan de door de Geneeskundige Inspectie gedane aanbevelingen. Deze aanbevelingen waren gebaseerd op een onderzoek naar de praktijkvoering door verloskundigen, zoals gepubliceerd in «Met zorg gebaard».

JOZ (hoofdstuk 3)

Wet Bijzondere opname               In het kader van het beleid voor geestelijke psychiatrische ziekenhuizen gezondheidszorg vindt evaluatie plaats van de (BOPZ)                                             (werking van de) wet BOPZenvan het effekt op

(verbetering van) de rechtspositie van patiënten bij gedwongen opname.

U2502.06

1994–1996 – JOZ (hoofdstuk 5) – Wet BOPZ

Alcoholbeleid ten aanzien van Het onderzoek vindt plaats in het kader van het

Surinamers, Antillianen en Arubanen alcoholpreventiebeleid en heeft tot doel de verbetering van de preventie onder, en hulpverlening aan, Surinamers, Antillianen en Arubanen die risicogedrag vertonen met betrekking tot alcoholgebruik.

U2502.07         1992–1995 Uitvoering landelijke preventie; Tijdelijk subsidiebesluit verslavingsbeleid

Onderwerp

Doel

Art.nr.

Periode

Subsidie/Regeling/ Financieel kader

Gebruik psychotrope stoffen

Overlastbeleid Overlastbeleid

Convenant Stichting Aids Fonds en VWS

Voedselconsumptiepeiling

Vuurwerkbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen

Het onderzoek betreft een prevalentiestudie naar U2502.07 psychotrope stoffen in het kader van het alcohol-, drug- en tabaksbeleid, teneinde inzicht te verschaffen in de actuele gebruikscijfers van psychotrope stoffen.

Evaluatie SVO-beleid.                                                       U2502.07

Evaluatie forensische verslavingsklinieken, IMC’s U2502.07 en begeleid wonen.

Beleidsmatige evaluatie van de uitvoering van het U2502.08 convenant tussen de Stichting Aids Fonds en VWS over het ontwikkelings- en onderzoeksbudget.

Het onderzoek betreft de evaluatie van de veilig- U2502.10 heid van levensmiddelen en consumptie voedingsstoffen/gezonde voeding. In 1997 zal een derde peiling naar de voedselconsumptie worden uitgevoerd.

Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de U2502.10 motieven voor het gebruik van illegaal vuurwerk.

1994–1995 Uitvoering landelijke preventie; Tijdelijk subsidiebesluit verslavingsbeleid

1996–1998 JOZ (hoofdstuk 5) 1996–2000 JOZ (hoofdstuk 5)

1997

1997

Chronische ziekten-bestrijding

Voedingsbeleid

1996–1997 – Veiligheid in de privé sfeer – Vuurwerkbesluit

Evaluatie Wet geneesmidde-lenprijzen

Doel van het onderzoek is om de wet binnen een U2502.11 half jaar nadat deze een vol jaar heeft gewerkt te evalueren.

1997–1998 JOZ (hoofdstuk 4)

Onderzoek bonussen en kortingen apothekers

Onderzoek Wet op de geneesmiddelenvoorziening

Evaluatie sectorfondsen

Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de U2502.11 aard en omvang van de bonussen en kortingen na de inwerkingtreding van de Wet geneesmiddelen-prijzen.

Evaluatie van de wet teneinde tot wijziging van de U2502.11 wet te komen.

1996–1997 JOZ (hoofdstuk 4)

Het onderzoek richt zich op de efficiency en de effectiviteit van de in het VWS-veld werkzame sectorfondsen. Daarnaast worden ook de huidige bestuurlijke verhoudingen met de sectorfondsen onder de loep genomen.

U2503.02

1997

JOZ (hoofdstuk 4)

1995–1996 Algemene subsidievoorwaarden sectorfondsen

BIJLAGE 7

ECONOMISCHE EN FUNCTIONELE CLASSIFICATIES (bedragen x f 1000)

 

Uitgaven per economische classificatie

             

Code Omschrijving

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

01 Uitgaven nader te verdelen over hoofdgroepen 1 t/m 9

0

33 007

20 001

15 521

14 077

18 056

23 474

0            Uitgaven en ontvangsten die niet of niet onmiddellijk over de hoofdgroepen 1 t/m 9 worden verdeeld

11.1 Eigenlijk loon

11.3 Overige sociale lasten van de werkgever

12.1 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid

385 121

33 007

20 001

15 521

14 077

18 056

23 474

 

357 535

363 516

366 059

362 707

360 510

361 769

361 769

31 344

42 413

68 836

61 963

55 129

50 171

44 953

369 634 358 675 348 366 332 579 330 276 329 776

1            Lopende uitgaven en ontvangsten voor goederen en diensten 33          Inkomensoverdrachten aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v.

gezinnen 34.2 Oorlogspensioenen

774 000 775 563 793 570 773 036 748 218 742 216 736 498

58 296 777 519

49 217          45 591           43 599          45 177          45 177           45 177

773 739 755 163 734 380 712 846 689 542 666 342

41

41.4

42

43.0

43.1

43.12

43.22

43.4

44

Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren

Inkomensoverdrachten aan de centrale overheid

Aan overige instellingen met landelijke reikwijdte

Inkomensoverdrachten aan de sociale verzekeringsinstellingen

Niet verdeeld

Aan provincies

Specifieke uitkeringen

Specifieke uitkeringen

Aan instellingen zonder winstoogmerk die op regionaal of lokaal gebied werkzaam zijn voor de overheid, dan wel door de overheid in overwegende mate worden gefinancierd

Inkomensoverdrachten aan het bijzonder/vrij niet-universitair onderwijs

835 815

16 803 324 992

5 215142 249 353

3 245 847 848 936 358 705

822 956

800 754

777 979

758 023

734 719

711 519

000000

359 279        278 971         266 914        260 642         259 208       259 208

6 007 527     6 675 961      6 755 576     6 770 866     6 759 232     6 769 360

187 746         164 846         163 463         164 562         164 562         164 562

3 302 618            8 732             8 732             8 732             8 732             8 732

906 405        935 094        936 054        947 934        947 934        947 934

130 475         105 040         104 954          94 770          94 770          94 770

314 653 330 984 317 414 311083 299 799 297 604 297 604 35 837           36 069          20 788           15 882           15 929           15 929           15 929

4            Inkomensoverdrachten binnen de sector overheid

51.2 Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven

10 610 268 11261103 8 506 846 8 562 658 8 563 234 8 547 971 8 558 099 872                900                    0                    0                    0                    0                    0

Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren

872

900                    0                    0                    0                    0                    0

Totaal hoofdstuk

12 220 935 12 893 529 10 121171 10 129 194 10 083 552 10 042 962 10 029 590

0

3

5

Ontvangsten per economische classificatie

Code Omschrijving

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

06          Ontvangsten nader te verdelen over hoofdgroepen 1 tot en met 9 08          Interne verrichtingen

 

65 706

22 972

17 712

17 534

17 292

17 260

17 260

0

5 517

5 516

5 515

5 515

5 515

5 515

0            Uitgaven en ontvangsten die niet of niet onmiddellijk over de hoofdgroepen 1 t/m 9 worden verdeeld

16.1 Verkoop van niet-duurzame goederen en van diensten aan andere sectoren dan de overheid

65 706           28 489          23 228          23 049          22 807           22 775           22 775

73 294          56 698          71 621           71 591           71 591           71 591           71 591

1            Lopende uitgaven en ontvangsten voor goederen en diensten

36          Indirecte belastingen en heffingen

38.5 Van gezinnen

73 294          56 698          71 621           71 591           71 591           71 591           71 591

25 376           13 953           14 942           18 233             5 178             5 062             5 062

9 978           24 320          24 320          24 420          24 420          24 420           24 420

46

Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren

Inkomensoverdrachten van de centrale overheid

35 354          38 273          39 262          42 653          29 598          29 482           29 482

113 711         100 753          96 544          94 526          94 016          94 016          93 516

4            Inkomensoverdrachten binnen de sector overheid

57.2 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven

113 711         100 753          96 544          94 526          94 016          94 016          93 516

0000000

5            Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren

76          Verkoop van grond en gebouwen in het binnenland

0000000

5 214             5 249

00000

7            Investeringen en desinvesteringen

87.2 Door gezinnen

5 214             5 249                    0                    0                    0                    0                    0

788             1 102             1 102             1 102             1 102             1 102             1 102

8            Kredietverleningen en aflossingen,

deelnemingen en liquidatie van deelnemingen

788             1 102             1 102             1 102             1 102             1 102             1 102

Totaal hoofdstuk

294 068 230 564 231757 232 921         219 114 218 966 218 466

3

Uitgaven per functionele classificatie

Code Omschrijving

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

01.1 Algemeen bestuur: uitvoerende en wetgevende lichamen, bestuursorganen 01.32 Planning en statistiek

 

234 069

226 393

231 062

225 239

212 765

214 649

214 649

4 281

4 132

4 064

3 995

4 056

4 056

4 056

1            Algemeen bestuur, buitenlandse betrekkin- gen en ontwikkelingssamenwerking

04.44 Overig hoger onderwijs

238 350 230 525 235 126 229 234 216 821         218 705 218 705

35 837           36 069          20 788           15 882           15 929           15 929           15 929

4

Onderwijs en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

05.0       Algemeen

05.1       Preventieve gezondheidszorg 05.21 Intramurale medische behandeling 05.3 Overige gezondheidszorg

35 837           36 069          20 788           15 882           15 929           15 929           15 929

348 851         316 532 311016 308 647 303 219 303 166 302 666

322 837 343 737 357 805 347 050 335 270 335 008 335 008

5 376 071 6 191256 6 324 380 6 310 934 6 323 224 6 296 590 6 296 718

0000000

5

Volksgezondheid

06.30 Algemeen

06.32     Maatschappelijke dienstverlening aan kinderen

06.33     Maatschappelijke dienstverlening aan bejaarden

06.34     Maatschappelijke dienstverlening aan gehandicapten

06.35     Oorlog- en rampschade

06.36     Overige maatschappelijke dienstverlening 06.43 Werkgelegenheid

6 047 759

108 366

1 300 193

3 265 472

29 121

887 748

249 353

0

6 851 525

104 078

1 142 374

3 332 163

28 933

883 092

187 746

0

6 993 201

106 117

1 120 911

36 394

27 885 857 330 164 846 455 240

6 966 631 95 370

1 122 223

35 806

28 116 832 406 163 463 548 240

6961 713 88 261

1 124 656

36 638

28 373 808 434 164 562 551 240

6 934 764 88 229

1 122 316

36 638

28 373 781 102 164 562 566 240

6 934 392 88 229

1 122 316

36 638

28 373 757 902 164 562 576 240

6            Sociale voorzieningen

08.3 Sport en recreatie

5 840 253 58 296

5 678 386 49 217

2 768 723 45 591

2 825 624 43 599

2 802 164 45 177

2 787 460 45 177

2 774 260 45 177

8            Cultuur, recreatieenerediensten                                 58296          49217          45591          43599          45177          45177          45177

13.9 Uitgaven en ontvangsten nader te verdelen overdehoofdgroepen01t/m12                                       460          47807          57742          48224          41748          40927          41127

13          Uitgaven en ontvangsten die niet of niet onmiddellijk over de hoofdgroepen 01 t/m 12 worden verdeeld

460

47 807

57 742

48 224

41 748

40 927

41 127

Totaal hoofdstuk

12 220 935 12 893 529 10 121171 10 129 194 10 083 552 10 042 962 10 029 590

 

Ontvangsten per functionele classificatie

             

Code Omschrijving

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

04.43     Universitair onderwijs

04.44     Overig hoger onderwijs

788 406

1 102 300

1 102 300

1 102 300

1 102 300

1 102 300

1 102 300

Onderwijs en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

1 194

1 402

1 402

1 402

1 402

1 402

1 402

05.0       Algemeen

05.1       Preventieve gezondheidszorg

05.2       Medische behandeling

40 453

26 257

26

37 124

19 223

20

49 424

22 611

20

49 424

25 901

20

49 424

12 846

20

49 424

12 730

20

49 424

12 730

20

 

5

Volksgezondheid

66 736

56 367

72 055

75 345

62 290

62 174

62 174

06.30

Algemeen

127

75

75

75

75

75

75

06.32

Maatschappelijke dienstverlening aan

             
 

kinderen

16 361

30 770

25 451

25 551

25 551

25 551

25 551

06.34

Maatschappelijke dienstverlening aan

             
 

gehandicapten

163

100

100 0 0 0 0

06.36

Overige maatschappelijke dienstverlening

48 173

24 740

24 740

24 740

24 740

24 740

24 740

6

Sociale voorzieningen

64 824

55 685

50 366

50 366

50 366

50 366

50 366

07.0

Algemeen

89 370

90 847

87 108

85 190

84 680

84 680

84 180

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu

89 370

90 847

87 108

85 190

84 680

84 680

84 180

13.9 Uitgaven en ontvangsten nader te verdelen over de hoofdgroepen 01 t/m 12

71 943

26 263

20 826

20 618

20 376

20 344

20 344

13          Uitgaven en ontvangsten die niet of niet onmiddellijk over de hoofdgroepen 01 t/m 12 worden verdeeld

71943           26 263          20 826          20 618          20 376          20 344          20 344

Totaal hoofdstuk

294 068 230 564 231757 232 921         219 114 218 966 218 466

4

7

BIJLAGE8                                              RAMING VANDEVOORLICHTINGSUITGAVEN 1997

(bedragen x f 1 000)

Component Hoofdbeleidsterrein

Artikelnummer

Art. Omschrijving                                                                                             Bedrag ond.

Het budget van de Directie Voorlichting en Communicatie

22                              ALGEMEEN

01                Personeel en materieel algemeen

01      Actief regulier personeel                                                                            1980 05 Materieel                                                                                                       1287

Totaal budget vandeDirectie VoorlichtingenCommunicatie                                              3 267

Het voorlichtingsbudget van andere departementsonderdelen

22                             ALGEMEEN

01                Personeel en materieel algemeen

05 Materieel                                                                                                       1684

26                             INSPECTIE GEZONDHEIDSBESCHERMING

01                Personeel en materieel Inspectie gezondheidsbescherming

04 Materieel                                                                                                           175

Agentschap            College ter Beoordeling van Geneesmiddelen                                            55

Totaal voorlichtingsbudget van andere departementsonderdelen                                      1 914

Subsidies met als doel voorlichting aan derden

24                             WELZIJN 07                Sportbeleid

02      Overige uitgaven landelijke taken                                                               450

25                             VOLKSGEZONDHEID

02                Volksgezondheidsbeleid 01 Herstructurering en ontwikkeling voorzieningen gezondheidszorg                                                                                                          930

03      Ziektenbestrijding                                                                                             25 07 Alcohol-, drug-entabaksbeleid 2043

Totaal subsidies met als doel voorlichting aan derden                                                          3448

Totaal hoofdstuk                                                                                                                            8629

BIJLAGE9                                              DIGITALE DUURZAAMHEID VAN ARCHIEVEN

Tijdens het algemene overleg op 8 februari 1996 inzake Digitale Duurzaamheid van archieven is de wens uitgesproken om in de memorie van toelichting informatie over de stand van zaken aangaande dit onderwerp te verstrekken.

Deze paragraaf is overeenkomstig de hoofdstructuur van het departement opgebouwd. Aan de orde komt achtereenvolgens de situatie bij het kerndepartement, alsmede bij de afzonderlijke diensten en instellingen.

  • 1. 
    Algemeen

Sinds kort wordt in de Archiefwet geen onderscheid meer met betrekking tot de dragers van informatie gehanteerd (onder meer papier en magneetband). Omdat deze wijziging van invloed is op de gehele organisatie, zijn er voor het departement algemene beheersregels opgesteld. In de naaste toekomst zal op detailniveau inhoud aan de uitvoerings- en beheersorganisatie gegeven moeten worden. In dit verband wordt het plan van aanpak «Digitale Duurzaamheid» van de ministeries van BIZA en OCenW als waardevol hulpmiddel gezien.

Besloten is de archivering en de postbehandeling verder te automatiseren en voor digitale documenten geschikt te maken. Dit zal onder meer leiden tot de invoering van DIS-systemen. Verwacht wordt, dat met name de beginfase van de overgang naar elektronische archivering een aanzienlijk beslag op personele en financiële capaciteit zal leggen.

Met de Centrale Archief Selectiedienst is inmiddels een convenant tot en met het jaar 2000 gesloten met als doel de aanwezige archieven te bewerken om te komen tot een goede en geordende staat. Met het op dit moment ter beschikking staande budget (fl. 2,175 miljoen) kan ca. 4 km1 archief bewerkt worden. Of een verlenging van dit convenant na het jaar 2000 tot de mogelijkheden behoort is nog niet bekend.

Alvorens echter tot bewerking kan worden overgegaan is per beleidsterrein de aanwezigheid van een Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) en Basisselectiedocument (BSD) vereist. Inmiddels zijn als resultaat van het PIVOT-project, een samenwerkingsverband tussen de Rijksarchiefdienst en de onderscheiden departementen, voor wat betreft VWS 10 RIO’s en 6 concept BSD’s gereed. (PIVOT staat voor Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn). Naar verwachting zullen ten behoeve van VWS nog 10 beleidsterreinen op deze wijze in kaart moeten worden gebracht.

De BSD’s kunnen uitsluitend worden toegepast nadat de minister van OCenW deze heeft vastgesteld, gehoord hebbende de Raad voor Cultuur. Mij is in het recente verleden gebleken, dat dit adviestraject meer tijd vergt dan dan uit oogpunt van bedrijfsvoering wenselijk is.

  • 2. 
    Het kerndepartement

Alhoewel de elektronische opmaak van documenten op grote schaal plaatsvindt wordt dit altijd gevolgd door een zo genaamde hard copy. De omvang van het dynamische- en semi-statische archief bij VWS beslaat respectievelijk ca. 3 000 m1 en 13 000 m1.

Een grote hoeveelheid werkzaamheden van het departement wordt door op maat gesneden applicaties met specifieke doelstellingen ondersteund. Momenteel zijn er 37 applicaties in gebruik. Verwacht wordt, dat een deel hiervan in de komende jaren wordt geïntegreerd. Dit heeft overigens niet automatisch een vermindering van het aantal applicaties tot gevolg. Het is eerder waarschijnlijk, dat nieuwe applicaties worden geïntroduceerd, die de werkprocessen nog beter ondersteunen.

Enkele grote departementale systemen.

+ Het intradepartementale financiële informatiesysteem (IFIS) bevat thans 300 mb en wordt jaarlijks geschoond.

+ De boekhouding en departementale administratie is tot 1993 op microfilm en -fiche vastgelegd. De conversie is gewaarborgd door de leverancier.

+ Gegevens omtrent de personeelsadministratie zijn opgeslagen op microfilm. Er is een ontwikkeling gaande om deze gegevens van microfilm over te zetten naar CD-Rom.

De applicaties die bij het ministerie operationeel zijn worden centraal ondersteund. Ten aanzien van de bewaring kan het volgende opgemerkt worden. Voor zover relevant wordt de informatie opgeslagen op magneetband. Dit is in de meeste gevallen een Open VMS Backup bestand. Een basale beheersorganisatie is belast met het beheer en behoud van deze bestanden. De procedure is zodanig dat de opgeslagen informatie ook later nog leesbaar is. De kans dat informatie verloren gaat is minimaal. Voor een goed, zorgvuldig en vooral efficiënt beheer zijn echter deugdelijke BSD’s vereist.

De groei van database-bestanden bedroeg in 1995 qua omvang ongeveer 10 procent. Dit komt overeen met een toename van 4,5 naar 5 GigaByte.

Daarnaast werken de individuele ambtenaren met persoonlijke pc toepassingen, die hoofdzakelijk betrekking hebben op tekstverwerking. De groei hiervan is niet aan te geven.

  • 3. 
    De departementale diensten

Zowel de Inspectie Gezondheidsbescherming (IGB) als ook de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) en de Veterinaire inspectie maken gebruik van diverse applicaties/databases ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. Op dit moment is de opgeslagen informatie eveneens als hard copy beschikbaar.

Bij het IGZ worden initiatieven genomen om de informatieinfrastructuur transparanter te maken en vervolgens te digitaliseren.

De inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming heeft geen digitale systemen in gebruik.

Sociaal en Cultureel Planbureau

Het bedrijfsarchief is beperkt van omvang. Daarentegen zijn er ongeveer 50 000 bestanden aanwezig die niet direct tot het primaire produktiepro-ces behoren. Er komen jaarlijks 30 bestanden bij. Alle bestanden worden regelmatig geconverteerd en blijven daarmee toegankelijk. Veelal is de opslag op magnitische tapes. In sommige gevallen op CD-ROM. Er zijn beheersregels opgesteld voor conversie procedures. Er wordt niet vernietigd.

  • 4. 
    Agentschappen

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen heeft geen gedigitaliseerde archieven.

  • 5. 
    Het RIVM

Voor de bedrijfvoering maakt het RIVM gebruik van meerdere bestandssystemen. De grotere systemen hebben betrekking op financieel-administratieve processen, bibliotheekcatalogi en bestel- en inkooptransacties. De omvang van de bestanden neemt jaarlijks toe. Er wordt periodiek opgeschoond.

Naast deze grotere systemen beschikt het RIVM over een aantal systemen waarin beheersinformatie wordt vastgelegd, ondermeer voor projectregistratie en -voortgangsbewaking, vaccinatieregistratie en gebouwbeveiligingssystemen.

Ook voor het wetenschappelijk onderzoek beschikt het RIVM over een groot aantal bestaande systemen. Bij een aantal projecten van het Meerjaren Activiteiten Programma komt een gegevensverzameling tot stand via digitale bestanden of informatiesystemen, waarbij gebruik gemaakt wordt van diverse gegevensdragers. De exacte omvang van de jaarlijkse groei van de door de laboratoria beheerde gegevensbestanden voor het wetenschappelijk onderzoek is niet bekend.

Het RIVM kent, binnen de kwaliteitssystemen beheersregels over het omgaan met digitale archiefbestanden. Er zijn geen specifieke systemen voor het beheer van digitale informatie in gebruik. Voor de digitale bestanden ten behoeve van de bedrijfsprocessen gelden vooralsnog dezelfde vernietigingstermijnen als voor het niet-digitale gegevensbeheer. Voor de digitale bestanden ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek gelden in principe dezelfde vernietigingstermijnen als voor hard-copy gegevensverzamelingen: 10 jaar na afsluiten van het onderzoek, tenzij het onderzoek betreft dat valt onder de Wet op de geneesmiddelen, de diergeneesmiddelen of de bestrijdingsmiddelen óf tenzij het gegevensverzamelingen betreft die een langere termijn beeld verschaffen en die niet op een andere wijze worden vastgelegd.

BIJLAGE 10

Uitgavenrealisaties en –ramingen

OVERZICHT UITGAVENREALISATIES EN –RAMINGEN OP ARTIKELONDERDEEL MET DE ECONOMISCHE EN FUNCTIONELE CLASSIFICATIES (bedragen x f 1000)

Hoofdbeleidsterrein

Artikelnummer

Art. Omschrijving ond.

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

 

Econo-

Func

mische

tionele

code

code

22

ALGEMEEN

01              Personeel en materieel algemeen

01     Actief regulier personeel

02     Overige personele uitgaven

03     Post-actieven

04     Personeel ten laste van derden

05     Materieel

Totaal artikel

02              VUT-uitkeringen en suppletie wachtgelden trendvolgers 00 VUT-uitkeringen en suppletie wachtgelden trendvolgers

Totaal artikel

03              Loonbijstelling 00 Loonbijstelling

Totaal artikel

04              Prijsbijstelling 00 Prijsbijstelling

Totaal artikel

05              Onvoorzien 00 Onvoorzien

Totaal artikel

06              Sociaal en cultureel planbureau 00 Sociaal en cultureel planbureau

Totaal artikel

07              Inspectie jeugdhulpverlening en bescherming 00 Inspectie jeugdhulpverlening en bescherming

Totaal artikel

Totaal hoofdbeleidsterrein

 

136 821

127 350

129 706

125 313

126 128

126 563

126 563

11.1

01.1

10 584

14 923

11 995

12 171

12 234

12 234

12 234

12.1

01.1

17 956

15 121

18 510

20 992

20 945

20 885

20 885

11.3

01.1

9 056

518

716

602

483

483

483

11.1

01.1

59 652

68 481

70 135

66 161

52 975

54 484

54 484

12.1

01.1

234 066

226 393

231 062

225 239

212 765

214 649

214 649

 

460

460

4 281

4 281

3 215

3 215

242 022

14 800             37 741

670

670

272

272

4 132

4 132

3 444

3 444

281 776

14 800             37 741

32 065             16 006

32 065             16 006

3 718

3 718

277

277

4 064

4 064

3 426

3 426

32 703

32 703

15 192

15 192

52

52

277

277

3 995

3 995

3 476

3 476

296 294           280 934

27 671

27 671

13 604

13 604

196

196

277

277

4 056

4 056

3 555

3 555

262 124

22 871

22 871

17 172

607

607

277

277

4 056

4 056

3 615

3 615

263 247

17 653

17 653

17 172            22 590

22 590

607

607

277

277

4 056

4 056

3 615

3 615

263 447

11.3

01

01

01

12.1

12.1

13.9

13.9

13.9

13.9

01.32

06.32

0

0

0

0

0

0

 
     

947 934 75 997 94 770

 

666 342 69 048 22 512

     

947 934 75 997 94 770

 

689 542 69 048 22 512

     

947 934 78 397 94 770

 

712 846 73 076 22 512

     

936 054

77 739

104 954

 

734 380 75 553 22 473

     

935 094

77 351

105 040

 

755 163 79 524 22 643

     

906 405 102 050 130 475

 

773 739 84 136 25 217

BIJLAGE 11

Ontvangstenrealisaties en -ramingen

«OVERZICHT ONTVANGSTENREALISATIES EN –RAMINGEN OP ARTIKELONDERDEEL MET DE ECONOMISCHE EN FUNCTIONELE CLASSIFICATIES (bedragen x f 1000)»

Hoofdbeleidsterrein Artikelnummer

Art. Omschrijving ond.

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

 

Econo-

Func

mische

tionele

code

code

22

ALGEMEEN

01

Algemeen

01    Ontvangsten als gevolg van in voorgaande jaren te hoog verstrekte subsidievoorschotten

02    Bijdragen van personeel

03    Ontvangsten personeel

04    Algemene ontvangsten

05    Diensten voor derden

Totaal artikel

 

0

0

0

0

0

0

0

06

13.9

0

0

0

0

0

0

0

16.1

13.9

723

982

870

850

850

850

850

16.1

13.9

3 441

1 139

1 074

1 064

1 064

1 064

1 064

16.1

13.9

2 073

1 170

1 170

1 170

1 170

1 170

1 170

16.1

13.9

02

Totaal artikel

Totaal hoofdbeleidsterrein

23                         STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID

01             Inspectie gezondheidszorg

01    Ontvangsten als gevolg van in voorgaande jaren te hoog verstrekte subsidievoorschotten

02    Algemene ontvangsten

03    Diensten voor derden Inspectie gezondheidszorg

04    Ontvangsten registraties volksgezondheid

05    Ontvangsten registraties Wet BIG

Totaal artikel

Totaal hoofdbeleidsterrein

24                         WELZIJN

01             Welzijn algemeen

01    Ontvangsten als gevolg van in voorgaande jaren te hoog verstrekte subsidievoorschotten

02    Algemene ontvangsten

Totaal artikel

6 237

Overige ontvangsten andere begrotingen en organisaties 00 Overige ontvangsten andere begrotingen en organisaties                                                                                                   6199

6 199

12 436

965

48 077 127

48 205

3 291

3 424

3 424

6 715

3 114

1 947

3 084

1 869

3 084

1 627

3 084

1 595

3 084

1 595

1 947

1 869

1 627

1 595

1 595

5 061

4 953

4 711

4 679

4 679

10 705

17 465 75

17 540

11 494

12 465 75

12 540

14 985

12 465 75

12 540

1 930

12 465 75

12 540

1 930

12 465 75

12 540

1 930

12 465 75

12 540

06

06 16.1

13.9

 

2

0

0

0

0

0

0

06

13.9

353

0

0

0

0

0

0

16.1

05.1

387

120

620

620

620

620

620

36

05.1

222

3

153

153

153

153

153

36

05.1

0

10 582

10 721

14 212

1 157

1 157

1 157

36

05.1

965

10 705

11 494

14 985

1 930

1 930

1 930

 

13.9 06.30

 
       

3 200 1 308

1 200

300

1 102

2 277

       
                 
                 
                 
                 
                 
                 
 
                 

16 500

31 840

5 200

12 384

     
                         
                         

BIJLAGE 12

CONVERSIETABEL ARTIKEL(ONDERDELEN)

 

Ontwerp-begroting 1996

Ontwerp-begroting 1997

Artikel/

Omschrijving

Artikel/

Omschrijving

onder-

 

onder-

 

deelnr.

 

deelnr.

 

Uitgaven

     

2401

Welzijn algemeen

2409/01

Sociaal beleid algemeen

2406

Vluchtelingen en minderheden

2409/02

Vluchtelingen en minderheden

 

NIEUW

2502/12

Illegalenfonds

 

NIEUW

2503/03

Melkertbanen

Ontvangsten

2505                 Bijdrage van begroting VI

inzake de Vereniging tegen kindermishandeling

VERVALLEN O.B. 1997 overgeboekt naar 2402/02

BIJLAGE13                                            SOCIAALENCULTUREEL PLANBUREAU

In het Sociaal en Cultureel Rapport 1996 heeft het SCP aandacht gevraagd voor een optimaal gebruik van de beschikbare wetenschappelijke informatie ten behoeve van de beleidsontwikkeling. Er is wel verondersteld dat een complexe en geïndividualiseerde samenleving weinig kenbaar zou zijn. Het lijkt het er op dat dit wel meevalt. Veranderingen in de Nederlandse samenleving vallen via wetenschappelijk onderzoek doorgaans op hoofdlijnen goed te traceren. Over het wel en wee van de Nederlandse burger is veel bekend. Het oordeel van de burgers over overheid en politiek en over concrete beleidsmaatregelen wordt veelvuldig onderzocht. Statistiek en wetenschappelijk onderzoek bedienen zich daarbij noodgedwongen van abstracties en stileringen. Hoewel de werkelijkheid kleuriger is dan kan worden samengevat in tabellen en modellen, kan desalniettemin worden gesteld, dat ten behoeve van politiek en beleid een grote hoeveelheid betrouwbare informatie beschikbaar is over een brede range van maatschappelijke ontwikkelingen en over een veelheid van beleidsonderwerpen.

Deze toelichting is niet de plaats voor beschouwingen over het wetenschap, beleid en politiek. Wel kan op enkele factoren worden gewezen die een optimaal gebruik van de beschikbare informatie in de weg staan.

In de eerste plaats brengt de overvloed aan onderzoek en statistiek een selectieprobleem met zich mee, dat ernstiger is naarmate het beleidsprobleem niet eenduidig is gedefinieerd. Het SCP dat een breed overzicht heeft van de beschikbare sociaal-wetenschappelijke kennis, kan aan de oplossing hiervan een bijdrage leveren door verkenningen uit te voeren en secundaire analyses te verrichten.

Het SCR biedt daarvan een tweejaarlijkse synthese van uit sociaal en cultureel gezichtspunt.

In de tweede plaats is er het probleem van de verregaande specialisatie in de informatievoorziening. Deze specialisatie beperkt zich niet tot de discipline van waaruit de samenleving wordt waargenomen, maar zet zich voort in beleidsinhoudelijke specialisaties. Politieke en publieke discussies zijn doorgaans noodgedwongen sectoraal en specialistisch, waardoor de samenhang in en de maatschappelijke context van het beleid onderbelicht blijven. Het planbureau besteedt veel aandacht aan dit soort vraagstukken. In het bijzonder het SCR heeft de pretentie de politiek te bereiken, die wordt geacht het geheel te overzien, het algemeen belang te dienen en het welzijn van de bevolking meer holistisch te benaderen. De doelgroepenrapportages zijn speciaal ingericht om vanuit verschillende invalshoeken een samenhangend zicht te verwerven op specifieke bevolkingscategorieën, die de aandacht hebben van het beleid.

In de derde plaats geeft de aansluiting tussen de informatie over het macro- en het microniveau in de samenleving vaak problemen, waardoor het beleid soms moeilijk een realistische taxatie kan maken van wat zich in werkelijkheid bij individuen en huishoudens afspeelt. De positie en gedragingen van individuele burgers en de (gecumuleerde) effecten van beleid op de leefsituatie is een gezichtspunt, dat in veel onderzoeken en adviezen van het planbureau is terug te vinden. Informatie over het grondvlak van de samenleving wordt echter nog niet op een wijze aangewend, die vergelijkbaar is met bijvoorbeeld macro-economische cijfers.

Eind 1995 heeft het kabinet ingestemd het werkprogramma 1996–1997 van het SCP. Zoals reeds in de memorie van toelichting 1996 aangekondigd vormt de problematiek van de grote steden een belangrijk aandachtspunt in dit werkprogramma. Inmiddels is conform planning het Cahier De beklemde stad verschenen, dat kan worden beschouwd als een eerste ordening van de grootstedelijke problemen op basis van longitudinale analyses op de kernterreinen economie, arbeidsmarkt en volkshuisvesting. Het SCR 1996 bevat uitgebreidere analyses van de sociale problematiek in de grote steden. Het schetst in volle omvang de vele negatieve maatschappelijke trends die moeten worden omgebogen om de leefsituatie in de grote steden te verbeteren. In de komende maanden verschijnt een vergelijkende analyse van de buurten en wijken in de grote steden en die in de omringende gemeenten. Deze publicatie kan als een achtergrondstudie worden beschouwd. Voor 1997 zal de thematiek van de beklemde stad verder worden uitgediept en in internationaal kader worden geplaatst. De te verschijnen studie zal een aantal concrete beleidsaanbevelingen omvatten.

Een tweede belangrijk aandachtspunt van het kabinet is de armoedebestrijding. In het lopende werkprogramma is een armoedemonitor aangekondigd. In de SCV 1996 zijn de resultaten van de eerste verkenningen gepresenteerd. Voorts is een bijdrage voorzien aan de bundel voor de Sociale Conferentie van 31 oktober 1996.

In het begrotingsjaar 1997 wordt een synthetiserende beschouwing gepresenteerd over een aantal aspecten van armoede. Ook zal in het kader van de begin volgend jaar te verschijnen rapportage ouderen aandacht worden besteed aan de inkomenspositie en de bestedingen van ouderen. Op de langere termijn zal het SCP, mits de informatievoorziening verbetert, een integrale armoedemonitor ontwikkelen, waarin armoede-verschijnselen systematisch in kaart worden gebracht. Periodiek zal het bureau een beeld geven van oorzaken, incidentie, duur en gevolgen van armoede; effectmeting van meer specifieke beleidsmaatregelen zal in een ander kader plaats vinden. Het ministerie van SZW heeft in maart jl. met deze voornemens ingestemd. Voor de informatievoorziening zal worden samengewerkt met het CBS.

Tijdens de Algemene beschouwingen bij de begroting 1996 is de maatschappelijke positie van het gezin aan de orde gesteld tegen de achtergrond van de maatschappelijke veranderingen die zich in de afgelopen decennia hebben voorgedaan. De staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft namens het kabinet het SCP verzocht een probleemverkennend onderzoek te verrichten dat tot doel heeft het functioneren van gezinnen in de Nederlandse samenleving in kaart te brengen. Centraal staat de vraag, hoe in de Nederlandse samenleving vorm wordt gegeven aan de verdeling van verantwoordelijkheid ten opzichte van opgroeiende kinderen en jeugd tussen enerzijds de ouders en anderzijds andere sociale instituties, zoals onderwijs, sportorganisaties en gezondheidszorg. Het SCP zal een rapportage opleveren in het voorjaar van 1997. De Nederlandse Gezinsraad is ingeschakeld bij de uitvoering van het noodzakelijke onderzoek.

Ter uitvoering van het verzoek van de Tweede Kamer de ramingen in de zorgsector te verbeteren heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het Centraal planbureau en het SCP verzocht een ramingsmodel voor de zorgsector te ontwikkelen. Dit ramingsmodel dient allereerst voor het maken van prognoses van kosten- en volume-ontwikkelingen in de zorgsector op de middellange termijn (4 à 5 jaar vooruit). Deze prognoses kunnen VWS van dienst zijn bij het opstellen van het Financieel Overzicht Zorg. Daarnaast dient het model aanknopingspunten te bieden om de effecten van beleidsmaatregelen door te rekenen, met name in de financieel-economische sfeer. Voorbeelden zijn de invoering van eigen bijdragen in het Ziekenfonds of een verandering van de honoreringsstructuur van specialisten.

Inmiddels zijn twee voortgangsrapportages uitgebracht. Hierin komt de economische modellering van patië nten, huisartsen, specialisten, ziekenhuizen en ouderenvoorzieningen aan de orde. Volgens de planning dient het project in het begin van 1997 bruikbare resultaten af te leveren. Naast de genoemde voorzieningen komen daarbij de fysiotherapeuten, tandartsen en geneesmiddelen aan de orde.

Het accent in het project heeft tot nu toe gelegen op de opbouw van modellen die een solide basis hebben binnen de economische theorie. In 1997 zal het accent liggen op de empirische vulling van deze modellen. Duidelijk is daarbij nu reeds dat de gegevensvoorziening op verschillende gebieden gebreken kent, die op korte termijn slechts voor een beperkt deel zijn op te lossen. Dit maakt het noodzakelijk om in een aantal gevallen schattingen op basis van externe bronnen in het model in te brengen.

Dit laatste project is een voorbeeld van de geïntensiveerde samenwerking tussen de verschillende planbureaus. In 1995 is het Overleg directeuren planbureaus officieel van start gegaan. Deelnemers zijn de directeuren van CPB, RIVM en SCP en de directeur-generaal van de Rijksplanologische dienst. Deze formalisering van het overleg is het resultaat van de bezinning op de positie van de planbureaus binnen de rijksdienst naar aanleiding van het rapport van de externe commissie Organisatie en functioneren van de Rijksdienst (Commissie-Wiegel). Dit overleg heeft tot taak tijdig informatie uit te wisselen, de werkprogramma’s van de betrokken instituten op elkaar af te stemmen en de samenwerking in diverse projecten aan te sturen. Het SCP heeft behalve op het terrein van de zorg met het CPB samenwerkingsprojecten met het RIVM op het terrein van milieu en gezondheid, en met de RPD ten aanzien van het Grote steden beleid en de verkenningen ten aanzien van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling. Deze samenwerkingsprojecten zullen in 1997 uitmonden in enkele studies.

In het verlengde hiervan zij voorts vermeld, dat het bureau door vertegenwoordigers van recent ingestelde of nog te hervormen adviesorganen is benaderd met informatie- en onderzoeksvragen. Het bureau heeft zich in principe bereid verklaard de raden desgevraagd te ondersteunen. Met de Raad voor milieubeheer is een voorlopige samenwerkingsovereenkomst gesloten, die in 1997 zal worden geëvalueerd.

Bij deze toelichting is een bijlage gevoegd, waarin de lijst van publicaties van het SCP over de periode juli 1995 augustus 1996 is opgenomen. De publicaties zijn uiteraard niet de enige producten van het bureau. Het bureau verschaft daarnaast adviezen aan het kabinet en de departementen, verricht kleine onderzoekingen over specifieke onderwerpen, bijvoorbeeld de Remigratieregeling, participeert in ad-hoc-adviescommissies en ondersteunt de Commissie sociaal en cultureel beleid. Daarnaast publiceren medewerkers in (vak)tijdschriften en nemen zij deel aan wetenschappelijke en maatschappelijke discussies via presentaties. In het komende jaar worden hiervoor indicatoren ontwikkeld, waarover in het kader van de begroting zal worden gerapporteerd.

LIJST VAN PUBLIKATIES (JULI 1995 T/M JULI 1996) Sociale en Culturele Studies

22                  Tijdopnamen.J. de Hart (1995) ISBN 90–5250–909–3 (f 48,00)

23                  Leesgewoonten.W. Knulst (1996) ISBN 90–5250–915–8 (f 60,00)

Cahiers

121                Processen van schaalvergroting in het onderwijs; een tussenstand. S. Boef-van der Meulen en H.M. Bronneman

(1995) ISBN 90–5250–908–5 (f 34,00)

122                Inkomensgevolgen van het Regeerakkoord 1994–1998. E. Pommer en L. Ruitenberg. (1995) ISBN 90–5250–910–7 (f 24,00)

123                Rapportage minderheden 1995. P.T.M. Tesser et al. (1995) ISBN 90–5250–911–5 (f 48,00)

124                Publieke opinie en milieu.J.W. Beckter et al. (1996) ISBN 90–5250–912–3 (f 35,00)

125                Patië nt en professie.S.E. Kooiker en M. Mootz (red.) (1996) ISBN 90–5250–913–1 (f 35,00)

126                De beklemde stad.H.C. van der Wouden (1996) ISBN 90–5250–914-X (f 30,00)

127                Milieurelevant consumentengedrag. R. Hoevenagel et al.

(1996) ISBN 90–5250–916–6 (f 35,00) 128k Rapportage gehandicapten 1995.J. Timmermans (1996)

ISBN 90–5250–917–4 (f 35,00)

129                Sociale en Culturele Verkenningen 1996. (1996) ISBN 90–5250–918–2 (f 35,00)

130                Welzijn en sociale vernieuwing. Van der Pennen et al. (1996) ISBN 90–5250–919–0 (f 35,00)

Overig

juni 95           Het gedeelde erfgoed. Een tussentijds rapport. Jos de

Haan.

sep. 95          Planning in overleg. (i.s.m. Centraal Planbureau, Rijks- instituut voor volksgezondheid en milieuhygiëne en Rijksplanologische dienst).

okt. 95           Prognoseperikelen, een tussenrapport over de voorspel- kracht van prognoses van het voorzieningengebruik nov. 95          Zeggenschap in het onderwijs, bundel naar aanleiding van gelijknamig symposium nov. 95          Voorstudie naar de produktiviteit van de arbeidsvoorzie-

ning. Evelien Eggink.

dec. 95          Interimrapportage. Allochtoneouderen. J.G.F. Merens jan. 96           Documentatie Tijdbestedingsonderzoek TBO-bestanden

1975–1990. A. van den Broek, J. de Haan, D. Niggebrugge en R.S. Batenburg.

apr. 96           Gevolgen van schaalvergroting in het basisonderwijs

(Schooljaar 1995/’96) E. Eggink en F.D.E. Niggebrugge.

BIJLAGE 14                                            COMMISSIE VOOR SOCIAAL ENCULTUREEL BELEID

In de afgelopen verslagperiode, die loopt van augustus 1995 tot en met juli 1996, heeft de commissie 11 keer vergaderd en over 26 onderwerpen advies uitgebracht. Van die onderwerpen kwam het merendeel van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (12) met Volksgezondheid, Welzijn en Sport als goede tweede (10). Binnenlandse Zaken, Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid brachten elk een onderwerp in. De discussienotitie jeugdproblematiek was een co-produktie van Justitie en Volksge-zondsheid, Welzijn en Sport.

Over het wetsvoorstel regeling gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid heeft de commissie tezamen met de Interdepartementale Coö rdinatiecommissie Minderhedenbeleid advies uitgebracht.

Een relatief groot aantal van de behandelde onderwerpen (6) vloeide voort uit de herstructurering van het (wettelijke) adviesstelsel die thans zijn beslag krijgt. Aan de orde kwamen de instelling van de verschillende raden op sociaal en cultureel terrein, te weten de Voorlopige raad voor de volksgezondheid en zorggerelateerde dienstverlening, de (voorlopige) Raad voor maatschappelijke ontwikkeling en de Onderwijsraad, alsmede het adviesprogramma van de Voorlopige raad voor maatschappelijke ontwikkeling. Voor de commissie alle aanleiding om zich te beraden over de programmering van de adviescolleges, en met name over de vraag hoe de politiek gewenste sturing van deze colleges in de praktijk gestalte kan krijgen. De discussie heeft onder meer geresulteerd in de afspraak dat de commissie de concept-adviesprogamma’s in het voorjaar zal bespreken, en daarbij de verslagen van werkzaamheden, die deze colleges op basis van de Kaderwet verplicht zijn uit te brengen, zullen betrekken.

In het afgelopen najaar is de notitie «Tussen risico en initiatief» verschenen. In deze notitie wordt ingegaan op de veranderingen binnen de rijksdienst en de zich wijzigende verhouding tussen staat en burger, alsook tussen overheden en maatschappelijk middenveld. De contouren worden geschetst van een garantiestaat op rijksniveau, terwijl op lokaal niveau de overheid meer mogelijkheden krijgt voor het voeren van een integraal, probleemgericht beleid.

Begin dit jaar heeft de commissie een mini-conferentie gehouden met als doel om een vaker voorkomend thema nader uit te diepen. Aan de hand van een drietal inleidingen door deskundigen op dit terrein uit de sfeer van de wetenschap heeft de commissie bij die gelegenheid gediscussieerd over decentralisatie. Naar aanleiding van de positieve reacties zal dit initiatief een vervolg worden gegeven.

In mei heeft de commissie besloten tot de instelling van een subcommissie sociaal effect rapportage. Deze commissie heeft tot taak het ontwikkelen van een sociaal effectrapportage als instrument ter verhoging van de doelmatigheid en integraliteit van de ambtelijke en politieke besluitvorming over vérstrekkende c.q. ingrijpende beleidsmaatregelen. Eerste aanzetten tot een dergelijke rapportage zijn reeds uitgewerkt door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het Sociaal en Cultureel Planbureau zal de ontwikkeling van een Sociaal Effectrapportage ondersteunen.

Overzicht van door de commissie uitgebrachte adviezen

– regeling verlenging verblijfsduur leerlingen mavo/vbo – Hoger onderwijs- en onderzoeksplan 1996

– Regeling wetsvoorstel gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid – wetsvoorstel subsidiëring landelijk onderwijsondersteunende instellingen

– notitie jeugdcriminaliteit

– wetsvoorstel Wet op de Voorlopige raad voor de volksgezondheid en zorggerelateerde dienstverlening

– wetsvoorstel Wet op de Raad voor maatschappelijke ontwikkeling

– Besluit Voorlopige raad voor de volksgezondheid en zorggerelateerde dienstverlening

– Besluit Voorlopige raad voor maatschappelijke ontwikkeling

– Nota Koersbepaling emancipatiebeleid

– Werkprogramma 1996/1997 van het SCP

– wet op de onderwijsraad

– wijziging van bepalingen van de mediawet in verband met een herziening van de organisiatie van de landelijke publieke omroep

– Evaluatierapport Afstemming onder handen van de Interdepartementale Stuurgroep Gehandicaptenbeleid

– Discussienotitie jeugdproblematiek

– notitie over de gevolgen van de invoering van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor de zorg voor risicogroepen

– uitwerkingsnotitie Weer Samen Naar School (WSNS)

– wetsvoorstel profielen voortgezet gezet onderwijs

– wijziging van de wet op de jeugdhulpverlening

– voortgangsverslag sociale vernieuwing

– adviesprogramma van de Voorlopige raad voor maatschappelijke ontwikkeling

– wijziging onderwijswetten in verband met de invoering van schoolplan, schoolgids en klachtrecht

– Sociaal en Cultureel Rapport 1996

– cultuurnota 1997–2000

– beleidsnota en evaluatierapport BSM

– brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer inzake Gezondheids-effectscreening

– de Voorzitter van de commissie is op verzoek van het ministerie van VWS lid van de begeleidingscommissie van het onderzoeksproject «Vernieuwing lokaal welzijnsbeleid» en was voorzitter van de interdepartementale begeleidingscommissie «Monitor lokaal preventief jeugdbeleid».

BIJLAGE15                                            WERKPROGRAMMA RGO 1997–1998

  • 1. 
    Inleiding

De gezondheidszorg heeft zich in de afgelopen periode ontwikkeld tot een omvangrijke, gedifferentieerde en mede daardoor complexe sector van de samenleving, waarin ruim 10% van het BNP omgaat. De begrippen «cure» en «care» – hoewel qua doelstelling door de jaren heen niet wezenlijk gewijzigd – hebben een andere invulling gekregen en er is een stijgend inzicht in het belang van preventie. Maatschappelijk en politiek is de aandacht voor de sector sterk toegenomen. De vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal chronisch zieken vormen twee belangrijke aandachtspunten. Daarnaast bestaat al een aantal jaren bezorgdheid over de stijging van de kosten in de gezondheidszorg. Deze stijging dwingt tot grotere aandacht voor doelmatigheid en kosteneffectiviteit van de gezondheidszorg in al haar facetten.

Terugkijkend op de afgelopen periode ziet men dat ook langs een andere lijn ontwikkelingen hebben plaatsgehad. Aan gezondheid en kwaliteit van leven in het algemeen, alsmede aan het zelfbeschikkingsrecht van het individu wordt een hoge waarde toegekend. Veel eerder en frequenter dan vroeger wordt een beroep gedaan op het zorgsysteem, in de verwachting dat de kwaliteit van de zorg is aangepast aan de laatste stand van de technologie en wetenschap.

De Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) heeft als sectorraad de taak de bewindslieden met name van VWS, OC&W en EZ te adviseren, doorgaans op basis van concrete adviesvragen, over onderwerpen met betrekking tot het gezondheidsonderzoek. De onderwerpen kunnen inhoudelijke zaken betreffen: prioriteiten voor onderzoek, vooral gezien vanuit een maatschappelijk perspectief, maar daarnaast ook organisatorische vraagstukken. De adviezen van de RGO zijn formeel gericht aan de overheid, maar hebben impliciet een bredere doelgroep, in de zin dat ze als een soort oriëntatiepunt fungeren voor de verschillende allocerende instanties (Gebied Medische Wetenschappen van NWO, Zorgonderzoek Nederland en collectebusfondsen) en de relevante uitvoerende onderzoek-instanties (binnen medische faculteiten en instituten).

De betekenis die aan een maatschappelijke invalshoek wordt gegeven houdt in dat bij de voorbereiding van de adviezen de hulp wordt ingeroepen van breed samengestelde werkgroepen, waarvan zowel deskundigen als gebruikers van onderzoek deel uitmaken, en dat er naar wordt gestreefd een indruk te verkrijgen zowel van het lopend onderzoek als van de problematiek op het betrokken terrein. Deze even zorgvuldige als tijdrovende benadering betekende in de eerste jaren van het bestaan van de Raad dat in overleg met de departementen van VWS en OC&W werd besloten tot een selectieve benadering: in plaats van te streven naar een totaalbeeld werd gekozen voor (prioritering binnen) een aantal geselecteerde gebieden zoals aids, chronische aandoeningen, kwaliteit van zorg, en gezondheidszorgonderzoek. In een later stadium werden programmeringsstudies verricht op de gebieden van preventie, en arbeid en gezondheid. Daarnaast is een op de organisatie van het gezondheidsonderzoek gericht advies uitgebracht in de vorm van de Brede Analyse Gezondheidsonderzoek (BAGO). Op deze wijze kon een goede legitimering worden gegeven aan onderzoekbeleid en -prioritering en daarmee aan de sturing en financiering van onderzoek.

  • 2. 
    Meerjarenadvies

Op het moment dat de RGO voor de eerste maal was begonnen met de voorbereidingen tot het opstellen van een meerjarenadvies, bleek dat de Overlegcommissie Verkenningen (OCV) tot taak had gekregen een alle wetenschapsterreinen overdekkende visie te geven die tot doel had onderzoekprioriteiten op te stellen. Omdat de activiteiten, nodig voor de advisering van de RGO resp. de OCV, elkaar (deels) zouden overlappen, is besloten tot samenwerking. De resultaten van een door een gezamenlijke werkgroep (RGO-OCV) voorbereide verkenning afgesloten door een strategische conferentie, dienen voor de OCV als basis voor haar rapport «Een vitaal kennissysteem. Nederlands onderzoek in toekomstig perspectief», en zullen voor de RGO de grondslag vormen van zijn meerjaren-advies.

De RGO zal in de loop van 1997 als onderdeel van dit advies een keuze doen uit een groot aantal prioriteiten die hem door bovengenoemde werkgroep zijn voorgelegd in het rapport «Verkenning naar prioriteiten voor het gezondheidsonderzoek».

Door de gezamenlijke werkgroep van RGO en OCV is via een uitvoerige procedure nagegaan welk gezondheidsonderzoek in de komende jaren bij voorrang gestimuleerd zou moeten worden. Uitgangspunt bij de keuzebepaling was de vraag welk gezondheidsonderzoek naar verwachting een wezenlijke bijdrage kan leveren aan verbetering van de volksgezondheid, in combinatie met de vraag op welk van deze terreinen een discrepantie bestaat tussen de vraag naar en het aanbod van wetenschappelijk onderzoek. Uitgaande van ongeveer tweehonderd thema’s waarin het totale veld van het gezondheidsonderzoek aanvankelijk was onderverdeeld, werden via het uitgebreide selectieproces uiteindelijk in totaal ongeveer vijftig thema’s geprioriteerd. «Verbetering van de volksgezondheid» is een abstract begrip. In de praktijk gaat het om de gezondheid en het welbevinden van de individuele burger. Als invalshoek bij de ordening van de geprioriteerde thema’s is daarom gekozen voor de behoeften van het individu aan gezondheidszorg. De aard van die behoeften evenals de mogelijkheden van zorgaanbod zijn evenwel niet statisch, maar worden in belangrijke mate bepaald door ontwikkelingen als geschetst in de inleiding.

Uitgaande van de bovengenoemde overwegingen zijn door de werkgroep vijf aandachtsvelden gekozen, waarin de geprioriteerde themas zijn ondergebracht:

A.  Verruiming van de mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling. De hoogste prioriteit binnen dit aandachtsveld kreeg een aantal aandoeningen die op iedere leeftijd kunnen voorkomen of zelfs vroeg in de jeugd kunnen beginnen. Het zijn over het algemeen chronische of chronisch recidiverende ziekten die moeilijk zijn te behandelen, gepaard gaan met sterke aantasting van de kwaliteit van leven, veel inzet vragen van naast-bestaanden, waarbij een groot beroep wordt gedaan op de zorg, en waarbij stimulering van potentieel veelbelovend wetenschappelijk onderzoek nodig is. Sommige van deze aandoeningen zijn overwegend psychisch, andere zijn somatisch van aard.

B.  Adequate zorg bij ouderdomsziekten en -beperkingen Hier gaat het om aandoeningen die – hoewel niet uitsluitend – vooral in de laatste levensfase voorkomen en die door de toenemende vergrijzing een steeds grotere rol zullen gaan spelen. Wederom gaat het om chronische kwalen die gepaard gaan met een verminderde kwaliteit van leven en een groot zorgbeslag. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans tegelijkertijd te lijden aan verschillende aandoeningen sterk toe. Ook nader onderzoek van deze zogenaamde multimorbiditeit werd aanbevolen.

C.  Bevordering autonomie en zelfredzaamheid: zorg op maat. De burger wordt mondiger en wil in toenemende mate zelf invloed uitoefenen op de zorg die wordt verleend. Bovendien is het streven van zieken en gehandicapten erop gericht zo zelfstandig mogelijk te leven. Onderzoek naar de wijze waarop aan deze behoeften kan worden tegemoetgekomen is van groot belang. Dit onderzoek moet niet alleen gericht worden op de patiënt zelf, maar ook op diens sociale omgeving. In dit kader dient de ontwikkeling van thuiszorgtechnologie te worden gestimuleerd, alsmede onderzoek naar de toepasbaarheid van deze technologie in de extramurale zorgsituatie.

D.  Primaire en secundaire preventie. In overeenstemming met het recent verschenen RGO-advies werden de volgende onderzoekthema’s als belangrijk aangewezen: onderzoek naar nieuwe preventiemethoden, effectiviteits- en doelmatigheidsonderzoek naar bestaande preventiemaatregelen, en onderzoek naar de mogelijkheden van implementatie van preventiemaatregelen, zowel gericht op organisatorische als op maatschappelijke en ethische aspecten van preventie. Voorts dient onderzoek op het brede terrein van de determinanten van ongezondheid met inbegrip van de genetische predispositie te worden gestimuleerd. In dit kader is extra aandacht nodig voor specifieke groepen in de bevolking die een aanzienlijk slechtere gezondheidstoestand hebben dan de gemiddelde Nederlandse bevolking, respectievelijk relevante referentiegroepen.

E.  Kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Omdat de «evidence» waarop de huidige medische praktijk steunt vaak onvoldoende wetenschappelijke basis bezit, is stimulering nodig van «medical technology assessment» en van overige evaluatiemethoden van bestaande praktijken in diagnostiek en behandeling. Onder andere op het gebied van de chirurgie zou dit onderzoek moeten worden versterkt. De uitkomsten moeten (op alle terreinen) als basis dienen voor de ontwikkeling van protocollen. In dit kader is ook belangrijk te onderzoeken welke strategie ertoe bijdraagt dat artsen daadwerkelijk conform de opgestelde richtlijnen te werk gaan.

De Raad zal in overleg met de departementen van VWS, OC&W en EZ nader bezien over welke van de door de werkgroep genoemde thema’s bij voorrang zal worden geadviseerd.

  • 3. 
    Revalidatieonderzoek

De minister van VWS heeft mede namens de minister van OC&W in augustus 1995 de RGO gevraagd een advies uit te brengen over de vraag hoe het terrein van het revalidatieonderzoek tot ontwikkeling kan worden gebracht en wat de gewenste infrastructuur daarvoor is. De adviesaanvraag is voortgekomen uit een eerder advies van de Raad (BAG, deel 1). Hierin is onder meer geconcludeerd dat het revalidatieonderzoek geen duidelijke structuur heeft en dat de financiering divers en ad hoc van karakter is. Het onderzoekterrein wordt conform de adviesaanvraag breed opgevat en omvat revalidatiegeneeskunde, (incl. paramedische behandelwijzen), -psychologie, en -techniek, medisch-klinisch en sociaalwetenschappelijk patiëntgericht revalidatieonderzoek alsmede onderzoek gericht op de produktontwikkeling van hulpmiddelen.

De afgelopen tijd is een uitgebreide enquête uitgevoerd onder alle organisaties en instituten op revalidatiegebied, uitgaande van een brede omschrijving van het begrip revalidatie, ter verkrijging van de basisinformatie, waarop het in de eerste helft van 1997 uit te brengen advies zal worden gestoeld.

  • 4. 
    Medische Technology Assessment (MTA)

De minister van VWS heeft in haar beleidsbrief van november 1995 over Medical Technology Assessment (MTA) en doelmatigheid van zorg aan de RGO gevraagd een advies uit te brengen over de coördinatie, afstemming en prioriteiten betreffende het MTA-onderzoek. Ook heeft zij verzocht om een advies over de haalbaarheid en invulling van een nationaal programma doelmatigheidsonderzoek. Eind 1996 zal een systematische inventarisatie plaatsvinden van MTA-onderzoek door middel van een uitvoerige enquête onder onderzoekers en onderzoekorganisaties in Nederland die zich met MTA bezighouden. Hierbij zal een brede definitie van het begrip MTA-onderzoek worden gehanteerd, die inhoudt dat naast aspecten van medische en economische evaluatie van een nieuwe of bestaande technologie ook andere aspecten worden onderzocht, zoals juridische, ethische, culturele, organisatorische en sociale aspecten. Tijdens een workshop waaraan de leden van de RGO en deskundigen op het gebied van MTA-onderzoek en MTA-beleid zullen deelnemen, zullen de resultaten van de inventarisatie worden besproken en beoordeeld. Tevens wordt een voorstel over hoe MTA-onderzoek in de toekomst cyclisch te coö rdineren en te prioriteren besproken. Vervolgens zal in nauwe samenwerking met de Gezondheidsraad worden overgegaan tot een daadwerkelijke prioritering van MTA-onderzoek op hoofdlijnen. Het advies zal waarschijnlijk in de eerste helft van 1997 worden uitgebracht. In een later stadium zullen voorstellen worden gedaan ten aanzien van voortzetting en verdere toepassing van MTA-onderzoek.

  • 5. 
    KWAZO-2

Het onderzoekprogramma Kwaliteit van Zorg dat n.a.v. het desbetreffende RGO-advies (1990) is opgesteld en uitgevoerd wordt onder verantwoordelijkheid van het GB-MW, loopt in 1996 af. Door de programmacommissie KWAZO werd een sterke behoefte gevoeld aan een vervolg op dit programma, waarbij de vervolgvraagstellingen mede op basis van de huidige ontwikkelingen en onderzoekresultaten zouden moeten worden bijgesteld. De RGO is betrokken bij de advisering hiervoor, waarbij ook de samenstelling, de positionering en de werkwijze van de (vervolg)KWAZO-commissie ter sprake zal komen.

  • 6. 
    Geestelijke Gezondheidszorg

Zowel uit de BAG-exercitie als uit het rapport van de RGO/OCV-werkgroep die belast was met de integrale verkenning van de gezondheidszorg, en tevens uit de programmeringsstudie inzake preventie-onderzoek, blijkt het belang van het onderzoek op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. Het betreft hier een breed en belangrijk terrein met veel verschillende zorgvormen en zorgaanbieders (zoals RIAGG’s, APZ, dagactiviteitencentra, psychologen, RIBW’s en verslavingszorg). Daarnaast zijn de vraagstukken die de infrastructuur en omvang het wetenschappelijk onderzoek betreffen complex. Onderzoek wordt uitgevoerd door zowel universitaire afdelingen van medische en sociale faculteiten als door buitenuniversitaire instituten. De verwachting is dat met het advies (en het proces van advisering) de doelmatigheid van het onderzoek op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg vergroot kan worden. Het is te voorzien dat in het bijzonder op de thema’s van psychische problemen bij kinderen en jeugdigen, depressie, schizofrenie en verslaving door middel van onderzoek grote gezondheidswinst te behalen is.

Gedurende de voorbereiding van het advies zal, conform het regeringsstandpunt op BAGO 3, zowel het universitaire als het niet-universitaire onderzoek worden geanalyseerd. Dit biedt de mogelijkheid de samenwerking en taakverdeling tussen de universitaire en buitenuniversitaire organisaties te bestuderen, als voorbeeld van de wijze waarop deze samenwerking en taakverdeling bij het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen gestalte wordt gegeven.

  • 7. 
    De werkplaatsfunctie van extramurale organisaties

In zijn advisering over de organisatorische doelmatigheid van onderzoek (BAGO 3) heeft de Raad gesteld dat de zogeheten werkplaatsfunctie ten behoeve van de faculteiten, die nu alleen aan de academische ziekenhuizen is toebedeeld, ook een pendant zou moeten hebben buiten die ziekenhuizen.Terreinen als de sociale geneeskunde, de huisartsgeneeskunde, de verpleeghuisgeneeskunde, de geestelijke gezondheidszorg en de revalidatiegeneeskunde hebben geen formeel bestuurlijk verband met de universiteiten en beschikken derhalve niet over de benodigde onderzoekfinanciering. De Raad zal hierover advies worden gevraagd. Verwacht wordt dat in 1997 met de voorbereidingen van het advies kan worden begonnen.

  • 8. 
    «Orphan drugs»

Bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen door de farmaceutische industrie krijgen over het algemeen die substanties voorrang, waarvan wordt verwacht dat er een grote omzet mee zal kunnen worden behaald. Op zich zinvolle geneesmiddelen die slechts voor een relatief klein groep patiënten zijn bestemd, de zogeheten «orphan drugs», dreigen derhalve door hun geringe marktwaarde niet in ontwikkeling te worden genomen. In deze situatie zou wellicht door gerichte stimulering verbetering kunnen worden gebracht. De RGO verwacht over dit probleem in de loop van 1997 een adviesaanvraag te ontvangen.

  • 9. 
    De industriële aspecten van gezondheidsonderzoek

De grotere betrokkenheid van de minister van EZ bij de activiteiten van de Raad zal in de loop van 1997 en 1998 naar verwachting zichtbaar worden door adviesaanvragen op het gebied van de economische en de industriële aspecten van het gezondheidsonderzoek. Hierbij is te denken aan thema’s als de informatietechnologie en thuiszorgtechnologie.

  • 10. 
    Internationalisering

De Raad zal zich op verzoek van drie ministeries nader beraden over de mogelijkheid de betrokkenheid van de RGO te versterken bij allerlei initiatieven die tot doel hebben de internationale oriëntatie van het Nederlandse gezondheidsonderzoek te vergroten. Hierbij valt te denken aan activiteiten die plaatsvinden in verband met de ontwikkeling van het Vijfde Kaderprogramma van de EU en aan activiteiten die op het werkterrein van de Raad verricht worden in het kader van de OECD.

  • 11. 
    Programmeringsstudie «Research Programme on Health and Development»

In samenwerking met de Raad van Advies voor het Wetenschappelijk Onderzoek in het kader van Ontwikkelingssamenwerking (RAWOO) wordt een programmeringsstudie verricht naar de wijze waarop de afstemming tussen onderzoekbehoeften in ontwikkelingsland enerzijds en het Nederlandse onderzoekaanbod anderzijds kan worden verbeterd. Het is de bedoeling onderzoekers en gebruikers in een of meer ontwikkelingslanden, in de publieke en particuliere sfeer, bij het opstellen van het programma de hoofdrol te geven. Er zal worden begonnen in Ghana, daarna zullen waarschijnlijk Benin en Mozambique aan de orde komen.

De resultaten van de studie worden in de loop van 1997 verwacht.

BIJLAGE 16

AFKORTINGENLIJST

ABP             Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

AFBZ           Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten

ASGI           Algemene Subsidiebepalingen Gesubsidieerde Instellingen

ASP             Algemene Subsidiebepalingen voor Projecten

AWBZ         Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

BAGO         Brede Analyse van het Gezondheidsonderzoek

BIG              Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

BKZ             Budgettair Kader Zorg

BON            Besturen Op Niveau

BOPZ          Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen

CBG            Colleg ter Beoordeling van Geneesmiddelen

CLB             Centraal Laboratorium voor de Bloedtransfusiedienst

COA            Centrale Opvang Asielzoekers

CPA             centrale post ambulancevervoer

DGIS           Directoraat-Generaal voor Internationale Samenwerking

EU               Europese Unie

GAK            Gemeenschappelijk Administratie Kantoor

GGD            gemeentelijke gezondheidsdiensten

GHR            geneeskundige hulpverlening bij rampen

IARC            International Agency for Research on Cancer

ICODO        Stichting Informatie- en Coö rdinatie-orgaan Dienstverlening

Oorlogsgetroffenen

IFIS              Implementatie Financieel Informatiesysteem

IGB              Inspectie Gezondheidsbescherming

IGC              Intergouvernementele Conferentie

IOC              Internationaal Olympisch Comite´

IOG             Indicatie Overleg GGZ

IPO              Interprovinciaal Overleg

ISG              Interdepartementale Stuurgroep Gehandicaptenbeleid

IWG             Interdepartementale Werkgroep Geneesmiddelendistributie

JOZ             Jaaroverzicht Zorg

LVGGD        Landelijke Vereniging van Gemeentelijke Geneeskundige en

Gezondheidsdiensten

LBIO            Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

M&O           misbruik en oneigenlijk gebruik

MAP            meerjaren aktiviteiten programma

MDW          Marktwerking Deregulering en Wetgevingskwaliteit

MOU           Memoranda of Understanding

NCAB          Nationale Commisie AidsBestrijding

NIA              Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden

NIVEL          Nederlands Instituut voor Eerstelijnsgezondheidszorg

NIZW          Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn

NKI              Nederlands Kanker Instituut

NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie

NWO           Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

OC&W        Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

OCV            Overlegcommissie Verkenningen

OSA            Stichting Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek ova              overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling

PEO             Projecten Experimenten Onderzoek

PUR             Pensioen- en Uitkeringsraad

RAZ             Rapportage Arbeidsmarkt Zorgsector

RIGO           Rijksinstituut voor Geneesmiddelenonderzoek

RGO            Raad voor Gezondheidsonderzoek

RIVM           Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygië ne

RMO           Voorlopige raad voor maatschappelijke ontwikkeling

RVP             Rijksvaccinatie programma

RVZ             voorlopige Raad voor de Volksgezondheid en de Zorggerelateerde Dienstverlening

SCP             Sociaal Cultureel Planbureau

SGZ             Staat van de Gezondheidszorg

SWAB         Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid

TNO            Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek

TWSSV       Tijdelijke Wet Stimulering Sociale Vernieuwing

UNAIDS      United Nations AIDS Programme

UNDCP       United Nations Drug Contol Programme

UNDP          United Nations Development Programme

UNESCO     United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation

UNICEF       Kinderfonds van de VN

VBF             Verzorgingshuizen met een Bijzondere Functie

VI                 Veterinaire Inspectie

VN               Verenigde Naties

VNG            Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VTV             Volksgezondheidstoekomstverkenningen

WBO           Wet op de bejaardenoorden

Wbp            Wetten buitengewoon pensioen

Wcpv          Wet collectieve preventie volksgezondheid

WHO           Wereldgezondheidsorganisatie

WIN             Welzijnsregeling Inburgering Nieuwkomers

WML           Wet Minimumloon

WPG           Wet geneesmiddelenprijzen

WTG           Wet tarieven gezondheidszorg

WTZ            Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen

Wubo          Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945

WVA            Wet vermindering afdracht loonbelasting

WZV            Wet ziekenhuisvoorzieningen

ZFW            Ziekenfondswet

ZN               Zorgverzekeraars Nederland

ZON            ZorgOnderzoek Nederland

ZRS             ZorgRegistratie Systeem

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.