Motie inzake uitbreiding van politie, openbaar ministerie, rechtspraak, gevangeniswezen en bestrijding jeugdcriminaliteit - Miljoenennota 1996 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën)

Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 24400 - Miljoenennota 1996.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Miljoenennota 1996 (Nota over de toestand van 's Rijks Financiën); Motie inzake uitbreiding van politie, openbaar ministerie, rechtspraak, gevangeniswezen en bestrijding jeugdcriminaliteit 
Document­datum 21-09-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST9882
Kenmerk 24400, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1995–1996

24 400

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 3

MOTIE VAN HET LID HEERMA

Voorgesteld 21 september 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

constaterende, dat ter bestrijding van de criminaliteit een extra inspanning nodig is ter versterking van de gehele justitiële keten;

verzoekt de regering een bedrag van 200 miljoen gulden extra te investeren in de uitbreiding van de politie, het openbaar ministerie, de rechtspraak en het gevangeniswezen en in de bestrijding van de jeugdcriminaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

Heerma

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 24400 - Miljoenennota 1996
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.