Motie om de scheefgroei in het inkomensbeleid in de begroting van 1996 te corrigeren - De besteding van de belastingmeevaller

Deze motie1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 24105 - Interpellatie-Rosenmöller - Besteding van de belastingmeevaller2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel De besteding van de belastingmeevaller; Motie om de scheefgroei in het inkomensbeleid in de begroting van 1996 te corrigeren 
Document­datum 02-03-1995
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST6919
Kenmerk 24105, nr. 1
Van Staten-Generaal
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1994–1995

24 105

De besteding van de belastingmeevaller

Nr. 1

MOTIE VAN HET LID ROSENMÖLLER

Voorgesteld 2 maart 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat 1994 een flinke scheefgroei heeft laten zien tussen de inkomens uit werk en uit sociale uitkeringen;

overwegende, dat een dergelijke scheefgroei ook in 1995 zou kunnen optreden;

constaterende, dat dit kabinet streeft naar evenwichtige inkomensverhoudingen;

verzoekt de regering een eventueel in 1995 optredende scheefgroei in het inkomensbeleid alsnog te corrigeren in de begroting van 1996, bijvoorbeeld door het anders inrichten van de lastenverlichting,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rosenmöller

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 24105 - Interpellatie-Rosenmöller - Besteding van de belastingmeevaller
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
     
  • 2. 
    Deze interpellatie werd gehouden op 2 maart 1995 na te zijn aangevraagd door Tweede Kamerlid Paul Rosenmöller van de GroenLinks op 1 maart 1995. De interpellatie richtte zich tot minister-president Wim Kok.