28747 - Wet extern klachtrecht
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 24 december 2002 ingediend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Remkes1, en de minister van Justitie, Donner2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het, gelet op de artikelen 78a, derde lid, en 107, tweede lid, van de Grondwet wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door een ombudsman, alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een landelijk dekkend stelsel van externe klachtvoorzieningen en in verband daarmee wijzigingen aan te brengen in de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Inhoudsopgave
Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman, alsmede daarmee samenhangende wijziging van de Wet Nationale Ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wet extern klachtrecht)
Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging en twee amendementen ingediend.2 |
24 december 2002, memorie van toelichting, nr. 3
KST66068 Memorie van toelichting publicatie: 8 januari 2003 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
- 2.Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
- 3.Jurist en PvdA-politicus en -bestuurder. Begon zijn loopbaan bij de rechtelijke macht en was rechter in Amsterdam en vicepresident van de rechtbank in Haarlem. Kwam in mei 2002 als één van de weinige nieuwkomers in de PvdA-fractie en ontpopte zich daar snel als een gewaardeerde justitie-woordvoerder. Sprak onder meer over strafrecht, terrorismebestrijding, rechtshandhaving, het Openbaar Ministerie en personenrecht en diende enkele initiatiefvoorstellen in. Hield zich ook bezig met Koninkrijksaangelegenheden. Werd in 2008 burgemeester van Utrecht, maar zag na zes jaar af van een tweede termijn. Sinds 1 augustus 2016 is hij voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens.
- 4.Hoffelijke en bezadigde VVD-bestuurder en politicus. Na het voortijdige aftreden van Van Aartsen in maart-juni 2006 als 'tussenpaus' voorzitter van de VVD-Tweede Kamerfractie. Maakte in die functie de kwestie-Hirsi Ali mee. Hij was sinds mei 1998 lid van die Kamer en bleef dat tot september 2012. Was woordvoerder openbaar bestuur. Verder was hij ondervoorzitter van de Tweede Kamer, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie en fractiesecretaris. Voor hij Kamerlid werd werkte hij bij Philips en was hij wethouder van Maarheeze en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, onder meer belast met financiën en nutsbedrijven. In 2012-2013 was hij waarnemend burgemeester van Bernheze en daarna zes jaar (eerst als waarnemer) commissaris van de Koning in Utrecht. In 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van Gennep. Sinds 2023 is hij dat in Bladel.