25394 - Wijziging begroting Buitenlandse Zaken 1997 (Voorjaarsnota)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 13 juni 1997 ingediend door de minister van Buitenlandse Zaken, Van Mierlo1, en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Pronk2.

 

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Documenten
  4. Disclaimer
  5. Uitgebreide versie
  6. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werd een amendement ingediend.

3.

Documenten

(9 stuks)

2 13 juni 1997, voorstel van wet, nr. 1     KST21982
Voorstel van wet
publicatie: 18 juni 1997
 
2 13 juni 1997, memorie van toelichting, nr. 2     KST21983
Memorie van toelichting
publicatie: 18 juni 1997
 
2 23 juni 1997, verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden, nr. 3     KST22349
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
publicatie: 1 juli 1997
 

4.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

5.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

6.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    Voornaamste oprichter en lange tijd voorman van D66. Was afkomstig uit een katholiek ondernemersgezin en was journalist bij het Handelsblad. Wist in 1967, na een op Amerikaanse wijze gevoerde campagne en dankzij een uitstekende p.r., zijn partij met 7 zetels in de Kamer te loodsen. Voorstander van samenwerking met de PvdA. Trad na de verkiezingsnederlaag van D66 in 1972 terug als partijleider. Keerde in 1981 terug in de politiek als minister van Defensie en in 1986 als leider van D66. Onder zijn leiding behaalde zijn partij in 1989 en 1994 zeer goede verkiezingsuitslagen. Bekroonde die tweede winst met de vorming van een 'paars' kabinet (Kok I), zonder confessionelen. Werd daarin zelf minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier. Levensgenieter, die vele contacten in de culturele wereld had en charmante intellectueel, die mensen wist te binden.
     
  • 2. 
    Bevlogen en vaak emotioneel betrokken PvdA-politicus, die gold als exponent van de linkervleugel van zijn partij. Zeer begaan met de problematiek van armoede in de wereld en deskundig op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Vooral tijdens het kabinet-Den Uyl mikpunt van kritiek van behoudend Nederland vanwege de steun aan de bevrijdingsbewegingen in Afrika en aan Cuba. Na een periode in de Kamer en een functie bij de UNCTAD keerde hij terug in Den Haag. Als medeauteur van het rapport 'Schuivende Panelen' droeg hij bij aan een koerswijziging van de PvdA. Werd in 1989 wederom minister van Ontwikkelingssamenwerking. In het tweede kabinet-Kok minister van VROM. Kreeg veel waardering als voorzitter van de Wereldmilieuconferentie. Werd in 2001 gepasseerd voor de post van Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
     
  • 3. 
    Principiële pacifiste, die vóór zij Tweede Kamerlid werd werkzaam was bij organisaties op het gebied van vredesvraagstukken. Was daarnaast zeer actief in het Interkerkelijk Vredesberaad en als voorzitter van de werkgroep Vrouwen tegen kernwapens. In 1993 was zij samen met Paul Rosenmöller kandidaat voor het (duo-)lijsttrekkerschap van GroenLinks. In de Kamer had behalve de internationale politiek ook het vreemdelingenbeleid haar aandacht. Was na haar Kamerlidmaatschap burgemeester in Noord-Holland.
     
  • 4. 
    CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.