Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad van 8 april 2003 tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

32003R0670

Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad van 8 april 2003 tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten

Publicatieblad Nr. L 097 van 15/04/2003 blz. 0006 - 0010

Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad

van 8 april 2003

tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten dienen gepaard te gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwbeleid, en dit beleid moet met name passende maatregelen omvatten die naar gelang van de producten verschillende vormen kunnen aannemen.
  • (2) 
    Het gemeenschappelijk landbouwbeleid is erop gericht de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag te verwezenlijken; dit kan worden bereikt door instrumenten in te voeren waarmee de ontwikkeling van de markt, zowel intern als op het gebied van de handel met derde landen, beter kan worden gevolgd.
  • (3) 
    De verwerking van bepaalde landbouwgrondstoffen tot ethylalcohol uit landbouwproducten is nauw verbonden met de economie voor deze grondstoffen. Deze verwerking kan in belangrijke mate bijdragen tot het economisch nut van de betrokken grondstoffen: nu eens is zij van zeer bijzondere economische en sociale betekenis voor de economie van bepaalde regio's van de Gemeenschap, dan weer verschaft zij een niet te verwaarlozen deel van het inkomen van de producenten van deze grondstoffen. In andere gevallen biedt zij een mogelijkheid tot het wegwerken van producten van onbevredigende kwaliteit of van conjuncturele overschotten die bij bepaalde producten de oorzaak van tijdelijke economische problemen kunnen zijn.
  • (4) 
    Er moet een kader van specifieke maatregelen voor ethylalcohol uit landbouwproducten tot stand worden gebracht waardoor het mogelijk wordt economische gegevens te vergaren en statistische informatie te analyseren met het oog op het volgen van de markt; voorzover de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten verbonden is met de markt voor ethylalcohol in het algemeen, moeten tevens gegevens over de markt voor niet uit landbouwproducten verkregen ethylalcohol beschikbaar worden gesteld.
  • (5) 
    Opdat de ontwikkeling van de markt in de sector ethylalcohol kan worden gevolgd, moeten de lidstaten de Commissie de gegevens verstrekken die nodig zijn voor de opstelling van een voorzieningsbalans met betrekking tot deze markt.
  • (6) 
    Ethylalcohol uit voor alcoholbereiding geschikte landbouwproducten waarvoor interventiemaatregelen of andere bijzondere maatregelen zijn toegepast, moet worden afgezet volgens specifieke procedures in het kader van de op die producten betrekking hebbende verordeningen om adequate concurrentieverhoudingen te garanderen en te voorkomen dat de traditionele alcoholmarkt wordt verstoord.
  • (7) 
    Om specifieke maatregelen voor de Gemeenschap in de sector ethylalcohol uit landbouwproducten te kunnen invoeren, moet een regeling voor het handelsverkeer worden ingesteld die wordt toegepast aan de buitengrenzen van de Gemeenschap. Een regeling voor het handelsverkeer die een stelsel van douanerechten omvat, kan in beginsel de communautaire markt stabiliseren. Deze regeling voor het handelsverkeer is gebaseerd op de overeenkomsten die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde zijn gesloten.
  • (8) 
    Opdat de ontwikkeling van het handelsverkeer voortdurend kan worden gevolgd, dient de mogelijkheid te worden geboden om een stelsel van invoer- en uitvoercertificaten op te zetten dat voorziet in het stellen van een zekerheid die moet garanderen dat de transacties waarvoor deze certificaten zijn aangevraagd, daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Om een doeltreffende controle bij de invoer van deze producten mogelijk te maken moet deze regeling ook gelden voor onverpakte producten op basis van ethylalcohol uit landbouwproducten die worden ingevoerd onder bepaalde GN-codes 2208, en die alle kenmerken van een ethylalcohol uit landbouwproducten bezitten.
  • (9) 
    Het is wenselijk de Commissie de bevoegdheid te verlenen om de tariefcontingenten te openen en te beheren die voortvloeien uit overeenkomstig het Verdrag gesloten internationale overeenkomsten of uit andere wetgevingsbesluiten van de Raad.
  • (10) 
    Ter aanvulling van de hierboven beschreven regeling dient, voorzover dat voor de goede werking ervan noodzakelijk is, de mogelijkheid te worden geboden om de toepassing van de regeling inzake actieve veredeling te reguleren en, wanneer de marktsituatie dit vereist, te verbieden.
  • (11) 
    Het stelsel van douanerechten maakt het mogelijk af te zien van elke andere beschermende maatregel aan de buitengrenzen van de Gemeenschap. Het mechanisme van de interne markt en de douanerechten kan evenwel in uitzonderlijke omstandigheden tekortschieten. Om in dergelijke gevallen de communautaire markt niet onbeschermd te laten tegen de verstoringen die daaruit kunnen voortvloeien, dient de Gemeenschap in staat te worden gesteld om snel alle nodige maatregelen te nemen. Deze maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten.
  • (12) 
    De totstandbrenging van de interne markt zou door sommige steunmaatregelen in gevaar worden gebracht. Daarom dienen de Verdragsbepalingen inzake de beoordeling van de steunmaatregelen van de lidstaten en het verbod op deze maatregelen als zij onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt, te worden uitgebreid tot alcohol uit landbouwproducten. Gezien de bijzondere situatie in Duitsland, waar thans nationale steun wordt verleend aan een groot aantal kleine producenten van dergelijke alcohol uit hoofde van de specifieke omstandigheden van het Duitse alcoholmonopolie, moet de voortzetting van deze steunverlening gedurende een beperkte periode worden toegestaan. Tevens moet worden voorzien in een verslag over de werking van deze afwijking, vergezeld van passende voorstellen, aan het einde van die periode.
  • (13) 
    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(4).
  • (14) 
    Bij de bij deze verordening ingestelde maatregelen moet tegelijk en op passende wijze rekening worden gehouden met de in de artikelen 33 en 131 van het Verdrag omschreven doelstellingen.
  • (15) 
    Tevens moeten bij de bij deze verordening ingestelde maatregelen de overeenkomsten worden nageleefd die zijn gesloten overeenkomstig artikel 300, lid 2, van het Verdrag, en met name die welke deel uitmaken van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, waaronder meer in het bijzonder de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen.
  • (16) 
    Om te garanderen dat de regeling correct zal functioneren, moet de Commissie overgangsmaatregelen kunnen vaststellen. Tevens moet de Commissie worden gemachtigd om specifieke praktische problemen op te lossen door middel van tijdelijke uitzonderingsmaatregelen.
  • (17) 
    Bij de toepassing van deze verordening mogen geen maatregelen worden genomen waardoor effecten worden teweeggebracht die discriminatie tussen ethylalcohol uit landbouwproducten en niet uit landbouwproducten verkregen ethylalcohol veroorzaken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer

  • 1. 
    In de sector ethylalcohol uit landbouwproducten worden specifieke maatregelen vastgesteld die gelden voor de volgende producten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • 2. 
    Artikel 4 is tevens van toepassing op producten op basis van ethylalcohol uit landbouwproducten van de GN-codes 2208 die worden aangeboden in recipiënten met een inhoud van meer dan 2 liter en die alle kenmerken vertonen van een ethylalcoholsoort als omschreven in lid 1.

Artikel 2

Wijze van verkrijging

De wijze van verkrijging en de kenmerken van een ethylalcoholsoort verkregen uit een in bijlage I bij het Verdrag genoemd specifiek landbouwproduct, kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Artikel 3

Informatieverstrekking

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie de volgende gegevens:
  • de productie van ethylalcohol uit landbouwproducten in hectoliters zuivere alcohol (hza), uitgesplitst naar het gebruikte voor alcoholbereiding geschikte product;
  • de afzet van ethylalcohol uit landbouwproducten in hza, uitgesplitst naar de verschillende sectoren van bestemming;
  • de aan het einde van het voorafgaande jaar in hun land beschikbare voorraden ethylalcohol uit landbouwproducten;
  • ramingen betreffende de productie in het lopende jaar.

De nadere bepalingen voor deze gegevensverstrekking en meer bepaald de frequentie ervan en de definitie van de sectoren van bestemming, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

  • 2. 
    Op basis van die gegevens en andere beschikbare gegevens stelt de Commissie een communautaire balans op inzake de voorziening van de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten in het voorafgaande jaar, en een raming van die balans voor het lopende jaar.
  • 3. 
    De communautaire voorzieningsbalans bevat eveneens gegevens over alcohol die niet uit landbouwproducten is verkregen. De precieze inhoud en de nadere bepalingen voor het verzamelen van die gegevens worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Onder "ethylalcohol die niet uit landbouwproducten is verkregen" wordt verstaan producten die vallen onder de GN-codes 2207, 2208 90 91 en 2208 90 99 die niet verkregen zijn uit een in bijlage I bij het Verdrag genoemd specifiek landbouwproduct.

  • 4. 
    De Commissie deelt de betrokken voorzieningsbalansen aan de lidstaten mee.

Artikel 4

Invoer- en uitvoercertificaten

  • 1. 
    Voor alle invoer van de in artikel 1 bedoelde producten in de Gemeenschap kan overlegging van een invoercertificaat verplicht worden gesteld. Voor alle uitvoer van de aldaar bedoelde producten kan overlegging van een uitvoercertificaat verplicht worden gesteld.
  • 2. 
    Het certificaat wordt, onverminderd de bepalingen voor de toepassing van artikel 6, door de lidstaten afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap. Het certificaat is geldig in de hele Gemeenschap.
  • 3. 
    De afgifte van het certificaat is afhankelijk van het stellen van een zekerheid als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot in- of uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat; behoudens overmacht wordt deze zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd als de in- of uitvoer niet of slechts ten dele binnen deze termijn plaatsvindt.
  • 4. 
    De geldigheidsduur van de certificaten en de andere bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Artikel 5

Toepassing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief

Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening gelden voor de in artikel 1 bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.

Artikel 6

Tariefcontingenten

  • 1. 
    Tariefcontingenten voor de onder artikel 1 vallende producten die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten of uit een ander besluit van de Raad, worden door de Commissie geopend en beheerd overeenkomstig nadere bepalingen die worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.
  • 2. 
    De contingenten kunnen worden beheerd door toepassing van één van de volgende methoden of een combinatie ervan:
  • a) 
    op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel "wie het eerst komt, het eerst maalt");
  • b) 
    evenredige verdeling op basis van de bij de indiening van de aanvragen verlangde hoeveelheden (methode van het "gelijktijdig onderzoek");
  • c) 
    rekening houdend met de traditionele handelsstromen (methode van de "traditionele marktdeelnemers/nieuwkomers").

Andere passende methoden kunnen worden vastgesteld. Deze methoden moeten elke vorm van discriminatie tussen de betrokken marktdeelnemers voorkomen.

  • 3. 
    Bij de vaststelling van de beheersmethode wordt in voorkomend geval rekening gehouden met de voorzieningsbehoeften van de markt van de Gemeenschap en met de noodzaak het evenwicht op deze markt te vrijwaren, terwijl daarbij tevens kan worden uitgegaan van de methoden die in het verleden zijn gehanteerd voor de contingenten die met de in lid 1 bedoelde contingenten overeenkomen, onverminderd de rechten die voortvloeien uit de in het kader van de handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomsten.
  • 4. 
    In de in lid 1 bedoelde nadere bepalingen wordt voorzien in de opening van de contingenten op jaarbasis, zo nodig met een passende spreiding in de tijd, en wordt de toe te passen beheersmethode vastgesteld; in voorkomend geval hebben deze nadere bepalingen tevens betrekking op:
  • a) 
    de waarborgen ten aanzien van de aard, de herkomst en de oorsprong van het product;
  • b) 
    de erkenning van het document aan de hand waarvan de onder a) bedoelde waarborgen kunnen worden geverifieerd;
  • c) 
    de voorwaarden voor de afgifte van de invoercertificaten en de geldigheidsduur van die certificaten.

Artikel 7

Regeling inzake actieve veredeling

Voorzover nodig voor de goede werking van de markt in de sector ethylalcohol uit landbouwproducten, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 12, lid 2, de toepassing van de regeling inzake actieve veredeling volledig of gedeeltelijk uitsluiten voor de in artikel 1 bedoelde producten.

Artikel 8

Interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur

  • 1. 
    De algemene bepalingen voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de bijzondere regels voor de toepassing ervan gelden voor de indeling van de onder deze verordening vallende producten; de tariefnomenclatuur die uit de toepassing van deze verordening voortvloeit, wordt overgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief.
  • 2. 
    Behoudens andersluidende bepalingen die in deze verordening of krachtens een bepaling daarvan zijn vastgesteld, is in het kader van de handel met derde landen het volgende verboden:
  • a) 
    de inning van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht;
  • b) 
    de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking.

Artikel 9

Spoedmaatregelen

  • 1. 
    Indien in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 bedoelde producten als gevolg van de invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan die de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat de verstoring is opgeheven of het gevaar daarvoor is geweken.

Bij de beoordeling van de vraag of de situatie de toepassing van deze maatregelen rechtvaardigt, wordt met name rekening gehouden met de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven of aangevraagd, en met de gegevens in de voorzieningsbalans voor het verkoopseizoen.

Volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van het Verdrag stelt de Raad de algemene regels inzake de toepassing van dit lid vast en bepaalt hij in welke gevallen en binnen welke grenzen de lidstaten conservatoire maatregelen mogen treffen.

  • 2. 
    Wanneer de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, beslist de Commissie op verzoek van een lidstaat of uit eigen beweging over de noodzakelijke maatregelen, die aan de lidstaten worden meegedeeld en onmiddellijk van toepassing zijn. Wanneer de Commissie een verzoek van een lidstaat ontvangt, beslist zij daarover binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek.
  • 3. 
    Iedere lidstaat kan de maatregel van de Commissie binnen drie werkdagen, volgende op de dag van de mededeling ervan, voorleggen aan de Raad. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betrokken maatregel binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de datum waarop deze hem is voorgelegd, met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen bevestigen, wijzigen of vernietigen.
  • 4. 
    4. De bepalingen van dit artikel worden toegepast met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 300, lid 2, van het Verdrag gesloten internationale overeenkomsten.

Artikel 10

Nationale steun

  • 1. 
    De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn van toepassing op de productie van en de handel in de onder deze verordening vallende producten.
  • 2. 
    Onverminderd Verordening (EEG) nr. 26/62 inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten(5), is lid 1 niet van toepassing op steun die tot 31 december 2010 door Duitsland wordt verleend in het kader van het Duitse alcoholmonopolie voor producten die, na verdere bewerking, door het monopolie in de handel worden gebracht als ethylalcohol uit landbouwproducten die vermeld worden in bijlage I van het Verdrag. Het totaalbedrag van deze steun mag niet hoger zijn dan 110 miljoen EUR per jaar.
  • 3. 
    Duitsland dient ieder jaar vóór 30 juni bij de Commissie een verslag over de werking van de regeling in. Vóór 31 december 2009 legt de Commissie aan het Europees Parlement een verslag voor over de toepassing van de afwijking, met inbegrip van een evaluatie van de in het kader van het Duitse alcoholmonopolie verleende steun, alsmede eventuele passende voorstellen.

Artikel 11

Uitwisseling van informatie

De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens. De voor deze uitwisseling geldende nadere bepalingen, met inbegrip van die betreffende de aard en de presentatie van de te verstrekken gegevens, de termijnen voor de mededeling ervan en de verspreiding van de verzamelde gegevens, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

Artikel 12

Comité

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 74 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad(6) opgerichte Comité van beheer voor wijn ("het comité").
  • 2. 
    Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 13

Het comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat, aan de orde wordt gesteld.

Artikel 14

Inachtneming van het Verdrag en de internationale overeenkomsten

Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat tegelijkertijd en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 33 en 131 van het Verdrag omschreven doelstellingen.

Artikel 15

Overgangsmaatregelen

De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 12, lid 2, vast:

  • a) 
    de noodzakelijke maatregelen om de overgang naar de bij deze verordening ingestelde regeling te vergemakkelijken;
  • b) 
    de noodzakelijke en naar behoren gemotiveerde maatregelen om in spoedgevallen praktische, specifieke en onvoorziene problemen op te lossen.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 april 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    Drys
  • (1) 
    PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 146.
  • (2) 
    Advies van 13 juni 2002 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
  • (3) 
    PB C 260 van 17.9.2001, blz. 33.
  • (4) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
  • (5) 
    PB 30 van 20.4.1962, blz. 993/62.
  • (6) 
    Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2585/2001 (PB L 345 van 29.12.2001, blz. 10).

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.