Prof.Dr. E.M.H. (Ernst) Hirsch Ballin

foto Prof.Dr. E.M.H. (Ernst) Hirsch Ballin
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Eerste Kamer der Staten-Generaal
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III i en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 i af vanwege de IRT-affaire i en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.

CDA
functie(s) in de periode 1989-2010: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister, lid Raad van State

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Ernst Maurits Henricus (Ernst)

geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 15 december 1950

2.

Partij/stroming

partij(en)
CDA (Christen-Democratisch Appèl)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (14/16)

  • hoogleraar staats- en bestuursrecht, Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg, van 1 juli 1981 tot 7 november 1989
  • minister van Justitie, van 7 november 1989 tot 27 mei 1994
  • minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, van 14 november 1989 tot 27 mei 1994
  • minister van Binnenlandse Zaken, van 10 januari 1994 tot 18 januari 1994 (na het overlijden van minister Dales)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 mei 1994 tot 1 juni 1995
  • hoogleraar internationaal recht, Katholieke Universiteit Brabant (thans Universiteit van Tilburg), van november 1994 tot 22 september 2006 (0,2 werkweek, vanaf juli 1998 0,8 werkweek)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 juni 1995 tot 1 november 2000
  • hoogleraar wetgevingsvraagstukken, Katholieke Universiteit Brabant, van januari 1996 tot juni 1998 (0,6 werkweek)
  • lid Raad van State, van 1 november 2000 tot 22 september 2006
  • minister van Justitie, van 22 september 2006 tot 14 oktober 2010
  • minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 23 februari 2010 tot 14 oktober 2010
  • deeltijd hoogleraar 'rechten van de mens', Universiteit van Amsterdam, van 1 maart 2011 tot september 2021
  • hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht, Universiteit van Tilburg, van 1 april 2011 tot 1 januari 2021
  • lid WRR (Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid), van 1 juli 2014 tot 1 juli 2024

takenpakket (bewindspersoon)
  • Was vanaf 14 december 2006 tot 22 februari 2007 tevens belast met het vreemdelingenbeleid

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

vorige (2/35)
  • voorzitter T.M.C. Asser-instituut, vanaf januari 2015
  • voorzitter Stichting Praemium Erasmianum, vanaf 20 januari 2017

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.


afgeleide functies, presidia etc. (2/3)
  • lid Parlementaire Assemblée van de NAVO, omstreeks november 1999
  • voorzitter afdeling bestuursrechtspraak (Raad van State), van 1 augustus 2003 tot 22 september 2006

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich als Tweede Kamerlid vooral bezig met hoger onderwijs en defensie. Voerde onder meer het woord bij de behandeling van de ratificatie van het Verdrag tot verbod van chemische wapens.
  • Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met justitie, buitenlandse zaken en defensie (veiligheidsbeleid). Voerde onder meer in 1998 het woord bij de behandeling van de Telecommunicatiewet en het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Verdrag van Amsterdam.

als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/17)
  • In 2007 verwierp de Eerste Kamer het door hem en minister Ter Horst verdedigde wetsvoorstel Wet bestuurlijke boete fout parkeren en ander lichte verkeersovertredingen. Het wetsvoorstel was in 2005 ingediend door de ministers Remkes en Donner. (30.098)
  • In 2008 verwierp de Eerste Kamer het door hem verdedigde wetsvoorstel om als proef drie jaar kansspelen via internet toe te staan aan Holland Casino. Het wetsvoorstel was in 2005 ingediend door minister Donner. (30.362)
  • In 2010 verwierp de Eerste Kamer het door hem verdedigde wetsvoorstel affectieschade (schadevergoeding aan naasten van geweldsmisdrijven). Het wetsvoorstel was in 2003 ingediend en in 2005 in de Tweede Kamer verdedigd door minister Donner. (28.871)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/60)
  • Bracht in 2010 een wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in het Staatsblad (Stb. 244). Hierdoor wordt de procedure verbeterd en de mogelijkheid tot indiening van herhaalde aanvragen zoveel mogelijk beperkt. De rechtbank wordt opgedragen om, meer dan thans het geval is, nieuwe gegevens bij de beoordeling van het beroep te betrekken. Het wetsvoorstel was in 2009 in de Tweede Kamer verdedigd door staatssecretaris Albayrak. (31.994)
  • Bracht in 2010 een wijziging (Stb. 270) van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot stand over de maatregel terbeschikkingstelling (tbs). De maximale duur van de tbs met voorwaarden wordt verlengd van vier naar negen jaar. De maximale gevangenisstraf die in combinatie met tbs met voorwaarden kan worden overlegd, gaat naar vijf jaar. Tevens wordt tijdelijke crisisopname mogelijk. (31.823)
  • Bracht in 2010 een wet (Stb. 325) tot stand tot wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen. De burgemeester en de officier van justitie kan bij herhaalde overtredingen een stadion- of gebiedsverbod en een meldingsplicht opleggen. Het wetsvoorstel was in 2008 mede-ingediend en in 2009 medeverdedigd door minister Ter Horst (31.467)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/6)
  • Schaarde zich tijdens een debat in de Tweede Kamer op 7 april 1994 achter de conclusies van het rapport van de commissie-Wierenga over opheffing van het IRT (Interregionaal Rechercheteam) en nam daarmee een andere positie in dan zijn collega Van Thijn. Hij wees directe verantwoordelijkheid voor door het OM inzake het IRT gemaakte fouten af en legde de schuld voor de ontbinding van het IRT bij de Amsterdamse korpsleiding. Een motie van afkeuring werd verworpen, maar de Kamer bedong wel dat hij en Van Thijn 'functioneringsgesprekken' zouden voeren met de voormalige leiding van het IRT.
  • Trad op 27 mei 1994 af als minister nadat de Tweede Kamer een dag eerder een motie had aangenomen, waarin de Kamer de vormgeving van nieuwe interregionale rechercheteams opdroeg aan een nieuw kabinet. De nieuw samengestelde Tweede Kamer, waarin de regeringsfracties van CDA en PvdA inmiddels hun meerderheid waren kwijtgeraakt, vond dat de gesprekken met de voormalige leiding van het IRT te vrijblijvend waren geweest. Bovendien constateerde de Kamer dat de ministers ernstig tekort waren geschoten in hun samenwerking. Hij voelde zich door de motie 'vleugellam' gemaakt. Hijzelf had, hoewel hij op dat moment tevens Tweede Kamerlid was, geen deel genomen aan de stemming over de motie.
  • Sprak zich op het buitengewone CDA-congres op 2 oktober 2010 uit tegen het regeer- en gedoogakkoord met VVD en PVV

uit de privésfeer
  • Zijn vader was van Duitse afkomst en vluchtte naar Nederland
  • Zijn vader was hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam
  • Promoveerde bij prof. L. Prakke

anekdotes en citaten
  • Zei in 2010 op het CDA-congres waarop over samenwerking met de PVV werd beslist: "Doe dit de mensen niet aan, doe dit de partij niet aan, doe dit het land niet aan."

verkiezingen
  • Was bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 nummer drie op de CDA-kandidatenlijst

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/7)
  • Staatscourant, 8 november 1989
  • Vrij Nederland, 5 september 1992
  • Elsevier, 3 november 1990
  • "In Ernst" (bundel, 1995)
  • Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995)
  • Barbara Rijlaardsam en Pieter van Os, "Ernst is de spil", NRC Weekblad, 9 januari 2010

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.