Linkse samenwerking

Met dank overgenomen van Parlement.com.

In februari 2025 omarmde Frans Timmermans1, leider van GroenLinks-PvdA, het voorstel om een nieuwe progressieve partij op te richten. Eerder had Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop2 die gedachte eerst tijdens de Höftenlezing in Almelo en daarna in dagblad Trouw gelanceerd. Naast PvdA en GroenLinks zouden andere partijen worden uitgenodigd om deel uit te gaan maken van een nieuwe partij.

Inhoudsopgave

  1. Ontwikkeling
  2. 1946: Fusie PvdA
  3. 1972: Keerpunt '72
  4. 1990: De start van GroenLinks
  5. 2010: Cohen en Halsema komen er niet uit
  6. 2017: Asscher en Klaver gaan voor eigen kans
  7. 2020: Marijnissen behoudt afstand
  8. 2021: Geen coalitie-, wel oppositieakkoord
  9. 2022-2023: Gezamenlijke Eerste Kamerfractie en plannen voor verdere samenwerking
  10. Tweede Kamerverkiezingen 2023
  11. Gesprekken fusering

1.

Ontwikkeling

Na de Tweede Wereldoorlog hebben linkse partijen meermaals gepoogd om in verschillende vormen samen te werken. De ene poging bleek hierin succesvoller dan de ander. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 werd linkse samenwerking opnieuw onderwerp van gesprek nadat de PvdA3 en GroenLinks4 aankondigden vaker de verbinding met elkaar te gaan zoeken.

In juni 2022 werd een volgende stap gezet in de samenwerking tussen de twee progressieve partijen. De leden van beide partijen besloten na de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 een gezamenlijke Eerste Kamerfractie te vormen. In een referendum stemde in juli 2023 een meerderheid van de leden van beide partijen voor een gezamenlijke kieslijst en verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 20235.

Er bestaan verschillende vormen van politieke samenwerking, waarbij de ene verbinding verdergaand is dan de ander. Partijen kunnen besluiten te fuseren, een gezamenlijk verkiezingsprogramma te presenteren, als één blok te onderhandelen tijdens de kabinets(in)formatie of door het sluiten van een coalitie- of oppositieakkoord. Politieke partijen die de verbinding met elkaar zoeken is van alle tijden. Dat geldt ook voor partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum.

2.

1946: Fusie PvdA

Een eerste succesvolle poging van 'linkse samenwerking' vond plaats in 1946 toen verschillende progressieve partijen samen de PvdA vormden. De verzuiling van de Nederlandse samenleving was ook jarenlang zichtbaar in de politiek. Na de Tweede Wereldoorlog heerste het idee om zowel confessionele als niet-confessionele progressieven te verenigen in één partij.

Vanuit dit idee werd in 1946 de Partij van de Arbeid opgericht uit de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij6 (SDAP) en de Vrijzinnig-Democratische Bond7 (VDB). Later ging ook de sociaal-christelijke, pacifistische CDU8 hierin op. Lange tijd waren de ‘karakters’ van de originele partijen nog zichtbaar in de nieuwe fractie. Bij de verkiezingen van 1952 haalde de partij voor het eerst het meeste aantal stemmen. De gewenste overstap van confessionele progressieve kiezers naar de PvdA bleef echter grotendeels uit.

3.

1972: Keerpunt '72

Zoals eerder is aangehaald, behaalden niet alle pogingen om samen te werken het gewenste resultaat. Begin jaren ’70 deden de progressieve partijen PvdA, Politieke Partij Radikalen9 (PPR) en D6610 een poging zich te verenigen. Deze vereniging zou moeten leiden tot één Progressieve Volkspartij. In 1971 werd daarom een ‘schaduwkabinet’ gepresenteerd dat bestond uit leden van de PvdA, PPR en D66. Bij de Tweede Kamerverkiezingen boekten deze partijen winst, maar dit was niet voldoende voor een meerderheid in de Tweede Kamer waardoor een volledig progressief kabinet uitbleef.

In de aanloop naar de vervroegde verkiezingen van 1972 kwamen PvdA, D66 en PPR met een gezamenlijk conceptverkiezingsprogramma dat ‘Keerpunt ‘72’ werd genoemd. Er werd een handreiking gedaan naar de confessionele Anti-Revolutionaire Partij11 (ARP), de Katholieke Volkspartij12 (KVP) en de Christelijk-Historische Unie13 (CHU), mits zij progressiever beleid zouden gaan voeren. De confessionele partijen zagen dit echter niet zitten waardoor de progressieve partijen opteerden voor een minderheidskabinet. Kandidaten hiervoor werden gepresenteerd in een zogenoemd 'deelkabinet'. Na de verkiezingen moest echter samengewerkt worden met de KVP en ARP waardoor er geen ruimte was voor alle kandidaten van het zogenoemde deelkabinet. In 1973 werd vervolgens een federatie tussen de drie progressieve partijen afgewezen waardoor de Progressieve Volkspartij er niet kwam.

4.

1990: De start van GroenLinks

De volgende succesvolle linkse fusie stamt uit 1990 toen vier kleinere linkse partijen fuseerden tot GroenLinks. De Pacifistisch-Socialistische Partij14 (PSP), de Politieke Partij Radicalen (PPR), de Communistische Partij van Nederland15 (CPN) en de Evangelische Volkspartij16 (EVP) waren hierbij betrokken. In de jaren '80 wisten deze partijen slechts enkele zetels te bemachtigen en om hun positie te verstevigen werd er gesproken over samenwerking en een mogelijke fusie.

Niet iedereen stroomde direct over van enthousiasme en leden van de partijen stapten over naar de PvdA of scheidden zich af. Uiteindelijk kwamen de partijen in 1989 tot een gezamenlijke kandidatenlijst voor de verkiezingen onder de huidige naam GroenLinks. Een jaar later werd de fusie beklonken en nog een jaar later hielden de oorspronkelijke partijen op te bestaan.

5.

2010: Cohen en Halsema komen er niet uit

Ook in een recenter verleden zijn toenaderingspogingen 'op links' gedaan. Zo spraken Job Cohen17 (PvdA) en Femke Halsema18 (GroenLinks) in 2010 over vergaande politieke samenwerking. Het conservatieve kabinet van VVD19 en CDA20 dat regeerde met gedoogsteun van PVV21 frustreerde de oppositiepartijen. Die frustratie leidde ertoe dat progressieve partijen in gesprek gingen over samenwerking om de fragmentatie in de oppositie te doorbreken. Voornaamste splijtzwam in deze mogelijke samenwerking bleek de missie naar Kunduz in Afghanistan. Waar PvdA tegenstemde, stemde GroenLinks voor en hierdoor beseften beide partijen dat er op dat moment niet meer in zat dan samenwerking op een aantal concrete punten.

6.

2017: Asscher en Klaver gaan voor eigen kans

Dichtbij een daadwerkelijke fusie waren de PvdA en GroenLinks in 2017 onder leiding van Diederik Samson22 en Bram van Ojik23. In dat jaar lagen er plannen om samen campagne te voeren en vervolgens één Tweede Kamerfractie te vormen. De grootste partij zou de premierskandidaat leveren en de kleinste de fractievoorzitter. Zowel Halsema als Ahmed Aboutaleb24 (PvdA) waren al gepolst voor deze functies, maar de plannen gingen later onder nieuwe partijleiders Lodewijk Asscher25 (PvdA) en Jesse Klaver26 (GroenLinks) de ijskast in.

7.

2020: Marijnissen behoudt afstand

Begin 2020 organiseerden GroenLinks, de PvdA en de SP een gezamenlijke bijeenkomst die er vooral op gericht was om de belastingplannen van het kabinet bij te sturen. Een mogelijke fusie was voor de partijen echter nog een brug te ver, benadrukte vooral Lilian Marijnissen27 (SP). GroenLinks en PvdA gaven in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar al aan niet zonder elkaar in een kabinet te willen en dat ze de SP daar graag bij zouden zien aansluiten. Marijnissen behield echter de afstand tussen de SP en de andere linkse partijen door te wijzen op de verschillen. Ze wilde op concrete punten maximaal samenwerken, maar was blij dat het niet van een gezamenlijk verkiezingsprogramma is gekomen.

8.

2021: Geen coalitie-, wel oppositieakkoord

In 2021 besloten de PvdA en GroenLinks als één blok te onderhandelen tijdens de kabinetsformatie, omdat beide partijen alleen samen zitting wilden nemen in een nieuw kabinet. Tot kabinetsdeelname bleek het uiteindelijk niet te leiden, waarop Lilianne Ploumen28 (PvdA) en Klaver later in het jaar een gezamenlijk oppositieakkoord presenteerden.

9.

2022-2023: Gezamenlijke Eerste Kamerfractie en plannen voor verdere samenwerking

In de zomer van 2022 besloten de PvdA en GroenLinks na de Eerste Kamerverkiezingen van 2023 een gezamenlijke fractie in de Eerste Kamer te willen vormen. De partijen voerden samen campagne, maar zagen af van een gemeenschappelijke kandidatenlijst. Enkele maanden later bepleitte GroenLinks-leider Jesse Klaver nog nauwere samenwerking. Hij opperde om bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen een gezamenlijk partijprogramma te presenteren. PvdA-fractieleider Attje Kuiken noemde deze ontwikkeling logisch en steunde de plannen voor verdere samenwerking, maar legde zich niet toe op een specifieke vorm.

Op 4 februari 2023 hielden de PvdA en GroenLinks voor het eerst op dezelfde locatie in Den Bosch een partijcongres. Op deze congressen werd door beide partijen een gezamenlijke campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen afgetrapt. Ook stemden de leden van de partijen hier voor het opstellen van een gezamenlijk verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen in 2024 en voor het mogelijk maken van een ledenreferendum voor een mogelijke gezamenlijke lijst bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen.

In mei 2023 werd bekend dat de PvdA en GroenLinks niet met een gezamenlijk verkiezingsprogramma aan de Europese verkiezingen van 2024 deelnamen. De voornaamste reden hiervoor is dat beide partijen deel uitmaken van een eigen Europese fractie (PvdA van de sociaaldemocraten, GroenLinks van de groenen). Wel werd er meegedaan met een gezamenlijke lijst waar om en om GroenLinks- en PvdA-kanditaten op stonden. Met deze lijst werden zij de grootste partij met 8 van de 31 zetels. Naast de afzonderlijke verkiezingsprogramma's schreven de twee partijen samen wel een manifest over hun gemeenschappelijke visie op de toekomst van de EU.

10.

Tweede Kamerverkiezingen 2023

Op 9 juli 2023 kondigden GroenLinks en de PvdA een ledenreferendum aan over een gezamenlijke kandidatenlijst en een gezamenlijk verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. 17 juli werd bekend dat een grote meerderheid van de leden van GroenLinks (91,8%) en PvdA (87,9%) voor deze verdere samenwerking heeft gestemd.

Nadat zowel PvdA-fractievoorzitter Attje Kuiken als GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver aangaven niet beschikbaar te zijn voor het lijsttrekkerschap werd op 11 augustus 2023 Eurocommissaris Frans Timmermans door de besturen van de twee partijen voorgedragen als lijsttrekker voor de gezamenlijke lijst GroenLinks-PvdA. Op 22 augustus werd zijn lijsttrekkerschap bevestigd nadat hij in een ledenreferendum 91,8% van de stemmen had gekregen. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen werd de partij na de PVV de grootste.

11.

Gesprekken fusering

Na het behalen van 25 zetels zijn de gesprekken over een verdergaande samenwerking op verschillende manieren voortgezet. Er zijn al lange tijd zowel positieve als negatieve geluiden te horen vanuit beide partijen. Vooral bij de PvdA zijn veel twijfels te horen. Onder de naam 'Rood Vooruit' is daar een beweging tegen de samenwerking ontstaan met onder andere een aantal partijprominenten, zoals Ad Melkert, Rob Oudkerk en Gerdi Verbeet. Zij vinden dat een samenwerking met GroenLinks gelijkstaat aan identiteitsverlies. Er is vooral te horen dat de focus op sociaaldemocratie en arbeiders verloren zou gaan.

De discussie kwam in een stroomversnelling door de Höftenlezing in Almelo van Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop. Hij pleitte hier met de volgende woorden voor de oplossing van de twee partijen in één nieuwe partij: "De paringsdans die we nu al een tijd aan het opvoeren zijn, heeft lang genoeg geduurd: het is tijd voor een nieuwe politieke partij. En wat mij betreft komt die er nog dit jaar."

Als eventuele namen voor deze nieuwe partij noemde hij 'Verenigd Links', 'Nieuwe Progressieve Alliantie' en 'Samen Vooruit'.


  • 1. 
    Frans Timmermans (1961) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is hij Tweede Kamerlid en eerder was hij dat in 1998-2007 en 2010-2012 voor de PvdA. Van 1 november 2014 tot 22 augustus 2023 was de heer Timmermans vicevoorzitter van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker was hij verantwoordelijk voor 'betere regulering' en duurzame ontwikkeling en in de Commissie-Von der Leyen voor de Europese Green Deal. De heer Timmermans was in 2012-2014 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Daarvoor was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking) in het kabinet-Balkenende IV. Eerder was hij adviseur en particulier secretaris van dr. M. van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE.
     
  • 2. 
    Habtamu de Hoop (1998) is sinds 31 maart 2021 Tweede Kamerlid. Tot 27 oktober 2023 was dat voor de PvdA en sindsdien is hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. Hij was in de periode 2018-2021 lid van de gemeenteraad van Súdwest-Fryslan en was eerder ook presentator van 'Het Klokhuis' bij de NTR. De heer De Hoop is woordvoerder verkeer, openbaar vervoer en volkshuisvesting.
     
  • 3. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 4. 
    GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 5. 
    Op 22 november 2023 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een vervroegde verkiezing na de val het kabinet-Rutte IV op 7 juli 2023. Tevens lag een voorstel voor over opneming van het correctief referendum in de Grondwet. Oorspronkelijk stonden de volgende verkiezingen gepland voor het voorjaar van 2025.
     
  • 6. 
    De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
     
  • 7. 
    De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
     
  • 8. 
    De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid.
     
  • 9. 
    De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
     
  • 10. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 11. 
    De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
     
  • 12. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 13. 
    De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
     
  • 14. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 15. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
     
  • 16. 
    De EVP was een progressief-christelijke partij. De partij werd opgericht in maart 1981 als fusie van de Evangelische Progressieve Volkspartij (EPV) en een deel van de werkgroep Niet bij Brood Alleen (NBBA) van het CDA. In maart 1991 hief de partij zich op om op te gaan in een progressieve partij zonder christelijk signatuur, GroenLinks.
     
  • 17. 
    Beminnelijke bestuurder die als 'verbinder' populair werd als burgemeester van Amsterdam, maar die als politiek leider van de PvdA minder goed uit de verf kwam. Was hoogleraar in Maastricht en stapte vanuit de wetenschap over naar het kabinet-Lubbers III waarin hij staatssecretaris voor het hoger onderwijs werd. Was daarna lid en fractievoorzitter in de Eerste Kamer. In het tweede kabinet-Kok als staatssecretaris belast met asielbeleid. Wist toen een strengere Vreemdelingenwet door het parlement te loodsen. Was bij de verkiezingen van 2003 PvdA-kandidaat voor het premierschap. Toen hij begin 2010 Wouter Bos opvolgde als PvdA-leider leidde dat tot enthousiasme in eigen kring, maar zijn kwaliteiten lagen meer op bestuurlijk terrein dan in de (harde) Haagse politiek. In 2012 trok hijzelf de conclusie dat hij de hoge verwachtingen niet had waargemaakt. Hij was daarna onder meer voorzitter van Cedris, landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en reïntegratie.
     
  • 18. 
    Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
     
  • 19. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 20. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 21. 
    De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een populistische partij, met zowel conservatieve, 'rechtse' als 'linkse' standpunten. De PVV is op 22 februari 2006 geregistreerd bij de Kiesraad door Geert Wilders, na zijn vertrek bij de VVD. Hij is sindsdien ook de politiek leider.
     
  • 22. 
    Uit de milieubeweging afkomstige politiek leider van de PvdA in de periode 2012-2017. Was campagneleider bij Greenpeace en directeur van een 'groen' energiebedrijf en stapte in 2003 over naar de politiek. Met Dijsselbloem en Depla één van de drie 'rode' ingenieurs in de fractie. Als Kamerlid woordvoerder duurzaamheid en later asielbeleid. Nadat hij begin 2012 via een interne verkiezing Job Cohen was opgevolgd, leidde hij zijn partij naar nieuwe regeringsdeelname in het kabinet-Rutte II. Werkte goed samen met premier Rutte en droeg sterk bij aan veel beleidsresultaten van dat kabinet, maar kon neergang van zijn partij niet keren. Nadat hij eind 2016 de strijd om het lijsttrekkerschap van Lodewijk Asscher had verloren, verliet hij de Nederlandse politiek. Stond bekend als slim, inventief, dossiertijger en vasthoudend debater. In 2019-2024 was hij kabinetschef van de Nederlandse eurocommissaris en nu voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Gasunie.
     
  • 23. 
    Internationaal georiënteerde politicus van de PPR en GroenLinks, die met een onderbreking van achttien jaar twee perioden Tweede Kamerlid was. Was in 1988-1990 voorzitter van de PPR en zat in 1993-1994 voor die partij in de Kamer. Speelde een belangrijke rol bij de fusie met PSP, CPN en EVP tot GroenLinks. Na zijn eerste periode als Kamerlid ambtenaar op Buitenlandse Zaken en diplomaat. Keerde in 2012 terug in de Kamer en volgde al korte tijd later Jolande Sap op als fractievoorzitter en politiek leider, om in 2015 het stokje over te geven aan Jesse Klaver. Werd in 2017 echter opnieuw voor vier jaar Kamerlid. Gerespecteerd woordvoerder op het gebied van buitenlandse zaken, vreemdelingenbeleid en (internationaal) milieubeleid, wiens bijdragen in debatten zich enerzijds kenmerkten door principiële stellingname en anderzijds door een zekere bezadigdheid en milde wijsheid.
     
  • 24. 
    Ahmed Aboutaleb (1961) was van 5 januari 2009 tot 1 oktober 2024 burgemeester van Rotterdam. Hij was van 22 februari 2007 tot 12 december 2008 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (onder andere voor arbeidsmarktbeleid en armoedebestrijding) in het kabinet-Balkenende IV. De heer Aboutaleb was eerder onder meer journalist, hoofd voorlichting van de SER, directeur van de sector Maatschappelijke, Economische en Culturele Ontwikkeling, Bestuursdienst van de gemeente Amsterdam. Van februari 2004 tot februari 2007 was hij voor de PvdA wethouder van Amsterdam.
     
  • 25. 
    Lodewijk Asscher (1974) was van 23 maart 2017 tot 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Tot 14 januari 2021 was hij tevens fractievoorzitter, totdat hij die functie neerlegde vanwege zijn vertrek als beoogd lijsttrekker. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was de heer Asscher vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte II. Hij was in 2006-2012 wethouder van Amsterdam (sinds 2010 was hij belast met financiën, onderwijs en jeugdbeleid). Eerder deed hij onderzoek naar communicatiegrondrechten. In 2010 was hij enige maanden waarnemend burgemeester van Amsterdam. Sinds maart 2022 is hij consultant bij organisatiebureau Van der Bunt.
     
  • 26. 
    Jesse Klaver (1986) is sinds 17 juni 2010 Tweede Kamerlid. Tot 27 oktober 2023 was dat voor GroenLinks en sindsdien is hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. Van 27 oktober 2023 tot 6 december 2023 was hij voorzitter van de gezamenlijke fracties van PvdA en GroenLinks en eerder (sinds 12 mei 2015) fractievoorzitter en politiek leider van GroenLinks. Bij de verkiezingen van 2017 en 2021 was hij lijsttrekker van GroenLinks. Jesse Klaver is sedert 17 juni 2010 lid van de Tweede Kamer. Hij was voorzitter van CNV-jongeren en was eerder voorzitter van DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks. Hij is woordvoerder Europese zaken van de GL-PvdA-fractie en voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.
     
  • 27. 
    Van jongsaf politiek betrokken SP-politica, die zes jaar politiek leider van haar partij was. Stapte daarmee in de voetsporen van haar vader Jan Marijnissen. Werd al op zeer jonge leeftijd tot gemeenteraadslid in Oss gekozen en moest enige tijd wachten voor zij zitting kon nemen. Was later onder meer cao-onderhandelaar voor Abvakabo FNV en later FNV. Werd al na een half jaar fractievoorzitter. Was sinds haar aantreden als Kamerlid in maart 2017 tevens woordvoerder zorg van de SP-fractie. Bepleitte onder meer succes een parlementair onderzoek naar dienstverlening van en fraudebestrijding door overheidsdiensten. Vriendelijk Kamerlid, dat echter fel oppositie voerde tegen in haar ogen doorgeschoten marktwerking.
     
  • 28. 
    Lilianne Ploumen (1962) was van 23 maart 2017 tot 22 april 2022 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Van 14 januari 2021 tot en met 12 april 2022 was zij fractievoorzitter en bij de verkiezingen van 2021 lijsttrekker. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was mevrouw Ploumen minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Rutte II. Eerder was zij van 6 oktober 2007 tot 22 januari 2011 voorzitter van de PvdA. Daarvoor was mevrouw Ploumen onder meer werkzaam bij Plan International, Mama Cash en Cordaid. Bij laatstgenoemde organisatie was zij directeur in de periode 2004-2007. In de Tweede Kamer was zij tevens woordvoerster buitenlandse zaken en zorg (cure).