Een ander perspectief: Kathalijne Buitenweg over politiegeweld

Met dank overgenomen van K.M. (Kathalijne) Buitenweg i, gepubliceerd op vrijdag 12 juni 2020.

Soms zetten gesprekken je flink aan het denken. Zoals gisteravond, met Vincent Thepass. Vincent had laten weten het niet eens te zijn met het fractiestandpunt over een wet die regelt of en hoe politiemensen worden vervolgd na het gebruik van geweld. We spraken af om eens goed de tijd te nemen om te begrijpen waar onze ideeën nu eigenlijk uiteenliepen.

Eerder in de week had ik ook met ‘Controle Alt Delete’ en vele anderen gesproken. Steeds bleek dat we het over veel eens waren, maar dat we uiteindelijk toch een andere conclusie trokken. Gisteravond begreep ik beter waarom dat zo was.

Buitensporig politiegeweld leidt nu eigenlijk nooit tot een veroordeling. Het OM blijkt keer op keer te huiverig om het strafrecht in te zetten. Kijk bijvoorbeeld naar de mishandeling van een arrestant in Den Haag, in 2018. De agenten gingen echt alle perken te buiten: ze logen in het proces verbaal, ze filmden hoe de jonge arrestant kreupel door de gangen liep en deelden dat filmpje met anderen. Alle reden dus om hen te vervolgen wegens valsheid in geschrifte en buitenproportioneel geweld. Maar aan het einde van de rit kwamen de agenten ervan af met een (lichte) disciplinaire straf.

Het nieuwe wetsvoorstel maakt het mogelijk om misstanden door de politie sneller via het strafrecht aan te pakken. Ook Control Alt Delete stelt dat de drempel om agenten te vervolgen met de wet wordt verlaagd. In mijn ogen is dat pure winst.

Het is wel zo dat de strafdreiging ook lager is, namelijk maximaal 3 jaar gevangenisstraf. Al zijn daar wel uitzonderingen op mogelijk als agenten geweld plegen dat niets meer met de gweldsinstructie van doen heeft. Een situatie zoals in de Verenigde Staten zou, volgens minister Grapperhaus, in Nederland waarschijnlijk leiden tot vervolging voor doodslag.

Veel mensen hebben me de afgelopen dagen gevraagd waarom er überhaupt een aparte status voor agenten nodig is. Zij maken zich zorgen dat dit door agenten als een vrijbrief wordt opgevat.

In de inschatting van het gevaar hiervan, spelen eigen ervaringen een rol. De meeste agenten die ik ken zijn professionals, gericht op het de-escaleren van conflicten en het opbouwen van goede contacten in de wijk. Ik voel me veilig als ik ze zie, en ben door hen nooit onheus bejegend. Als deze agenten op een conflict afgaan, en ze zich gedwongen zien om geweld te gebruiken, dan vind ik het logisch dat zij weten dat zij hier niet strafrechtelijk voor worden vervolgd. Mits zij de geweldsinstructies goed opvolgen natuurlijk. En als ze in alle hektiek toch een fout maken, dan kan ik het billijken dat zij daarvoor een straf krijgen die niet hoger uitpakt dan 3 jaar cel. Want waar wij 112 bellen en hard wegrennen, moeten zij naar voren stappen. Ook als de situatie onoverzichtelijk is.

Maar het is een feit dat veel mensen ook andere ervaringen hebben: negatieve ervaringen met agenten die etnisch profileren en die onnodig hard optreden. De angst van deze mensen is dat kwaadwillende agenten zich gesteund kunnen voelen door de wet om hun gang te gaan. Dat het een cultuur van straffeloosheid zal bevorderen, in plaats van aanpakken.

We zijn het eens dat het wetsvoorstel kán leiden tot meer strafrechtelijke vervolgingen. Maar zal dat ook gebeuren? Het vertrouwen in de wet valt en staat niet alleen met een tekst, maar hangt mede af van eerdere ervaringen en inschattingen.

Daarnaast is de formulering van de geweldsinstructie nogal van belang. Die maakt geen onderdeel uit van de wet, maar bepaalt wel de reikwijdte. Hoe breder de geweldsinstructie is, hoe minder vaak agenten zich hoeven te verantwoorden voor het toepassen van geweld. Maakt de instructie het mogelijk dat een agent een taser gebruikt tegen een wildplasser? Of is het evident dat zoiets buitenproportioneel is?

Ons Eerste Kamerlid Gala Veldhoen heeft inmiddels, samen met de PvdA, een lange lijst met vragen ingediend. Het is aan de minister om die eerst te beantwoorden. Daarna zal de Eerste Kamerfractie een eigen oordeel vormen. Gala heeft in onze vele gesprekken deze week laten weten dat ze met een zeer kritisch oog naar het wetsvoorstel zal kijken, en het bovendien breder wil trekken. Het gaat haar niet alleen om de wet die voorligt, maar ook om de geweldsinstructie. Is die voldoende ingeperkt en gericht op de-escalatie? Expliciet besteedt ze ook aandacht aan racisme, als motief bij politie-geweld. De wet mag niet leiden tot minder maatregelen tegen agenten wanneer zij over de schreef gaan. Niet volgens de letter, en niet in de praktijk.

Dat is ook in het belang van de politie. Want voor een veilig Nederland is een breed gedragen vertrouwen in de politie broodnodig.