Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 11 juni 2020.

De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en het Oostelijk Partnerschap hielden een videoconferentie

Voornaamste resultaten

De videoconferentie van de ministers van het Oostelijk Partnerschap, waaraan ook EU-commissaris Olivér Várhelyi deelnam, werd voorgezeten door Josep Borrell, de hoge vertegen­woordiger.

De videoconferentie bracht de EU-ministers van Buitenlandse Zaken samen met hun tegenhangers uit de 6 landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne) om voorbereidingen te treffen voor de video­conferentie van de leiders van het Oostelijk Partnerschap op 18 juni.

Videoconferentie van de leiders van het Oostelijk Partnerschap (18 juni 2020)

Tijdens de ministeriële videoconferentie, 1 jaar na de viering van het 10-jarige bestaan van het Oostelijk Partnerschap, konden de ministers ingaan op de verwezenlijkingen uit het verleden en de uitdagingen voor de toekomst. In de aanloop hiernaar hadden de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger in maart 2020 een gezamenlijke mededeling uitgebracht over de toekomst van het Oostelijk Partnerschap.

Gezamenlijke mededeling over het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020, 18 maart 2020

Josep Borrell, hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheids­beleid

Het Oostelijk Partnerschap is een succesverhaal. Wij willen dat dit succesverhaal een vervolg krijgt waar al onze burgers beter van worden. Ook na 11 jaar succesvol beleid ben ik ervan overtuigd dat we samen nog veel meer kunnen bereiken.

Josep Borrell, hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheids­beleid

De ministers bevestigden het strategische belang van de betrekkingen tussen de EU en het Oostelijk Partnerschap en hun krachtige voornemen om die verder te ontwikkelen. Zij betuigden ook hun wederzijdse solidariteit en steun voor het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-pandemie op gezondheids- en sociaal-economisch gebied.

Vervolgens hielden ze een eerste debat over de langetermijn­agenda van het Oostelijk Partnerschap om het pad te effenen voor concrete en operationele streefdoelen voor de periode na 2020. Daarbij bouwden ze voort op de gezamenlijke mededeling en de daarbij aansluitende Raads­conclusies.

De ministers kwamen overeen de komende maanden te blijven voortwerken aan streefdoelen voor de toekomst, zodat die kunnen worden gepresenteerd en goedgekeurd tijdens de fysieke top van het Oostelijk Partnerschap die in 2021 zal plaatsvinden.

Het debat spitste zich vervolgens toe op de gevolgen van de COVID-19-pandemie.

De ministers wezen erop dat het EU-optreden in de regio van het Oostelijk Partnerschap paste in een wereld­wijde operatie op basis van samen­werking via multi­laterale inspanningen.

In het kader van het pakket Team-Europa trok de EU ongeveer € 1 miljard uit voor onmiddellijke hulp aan de 6 landen van het Oostelijk Partnerschap in de strijd tegen het virus, maar ook voor maatregelen op middel­lange termijn in verband met de economische en sociale gevolgen van de pandemie.

Tot slot gingen de ministers ook in op de aan de pandemie gerelateerde "infodemie", met name de dagelijkse verspreiding van nepnieuws, desinformatie en verkeerde informatie, met gevolgen voor de gezondheid van burgers. Ze kwamen overeen de toegang tot op feiten gebaseerde informatie te bevorderen en mensen bewust te maken van het gevaar van desinformatie.

EU-achtergrond

De vorige top van het Oostelijk Partnerschap vond 2,5 jaar geleden plaats in Brussel (november 2017). De partners bevestigden toen hun toezeggingen rond de 4 belangrijkste samenwerkings­gebieden (economische ontwikkeling en marktkansen; versterken van instellingen en behoorlijk bestuur; connectiviteit; energie-efficiëntie, milieu en klimaat­verandering; en mobiliteit en intermenselijke contacten) en kwamen 20 streefdoelen overeen voor de beleids­agenda 2020.

Top van het Oostelijk Partnerschap, 24 november 2017

Kort geleden, op 18 maart 2020, verscheen een EU-mededeling over het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020, en de Raad nam op 11 mei 2020 conclusies over de toekomst van het Oostelijk Partnerschap aan.

De mededeling en de Raadsconclusies schetsen een reeks nieuwe langetermijn­beleids­doelstellingen voor de periode na 2020, zoals de Europese Raad in juni 2019 had gevraagd. Meer bepaald bevatten ze het voorstel veerkracht als overkoepelend beleidskader te versterken, en 5 langetermijn­beleids­doelstellingen voor de periode na 2020:

economie en connectiviteit

verantwoordingsplichtige instellingen, de rechtsstaat

de groene transformatie

de digitale transformatie

rechtvaardige en inclusieve samenlevingen

Gezamenlijke mededeling over het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020, 18 maart 2020

Conclusies van de Raad over het beleid van het Oostelijk Partnerschap na 2020, 11 mei 2020

Het Oostelijk Partnerschap (achtergrond­informatie)

EU-reactie op de coronavirus­pandemie in het Oostelijk Partnerschap (factsheet van de Commissie)

Oostelijke partners: feiten en cijfers

Factsheet betrekkingen EU-Armenië

Factsheet betrekkingen EU‑Azerbeidzjan

Factsheet betrekkingen EU‑Belarus

Factsheet betrekkingen EU-Georgië

Factsheet betrekkingen EU-Moldavië

Factsheet betrekkingen EU‑Oekraïne

Informatie over de zitting

11 juni 2020