Schengen: Europarlementariërs bekritiseren voorzitterschap van de Raad - Hoofdinhoud

Morten Bødskov , de Deense minister voor justitie, tijdens het debat over Schengen in het Europees Parlement i in Straatsburg op 12 juni

Europarlementariërs overwegen naar het Europees Hof van Justitie i te stappen over het besluit van EU regeringen om het Parlement buiten te sluiten over beslissingen over het functioneren van de Schengenzone. Tijdens een debat in de plenaire sessie bekritiseerden de meeste sprekers van de politieke groepen het Deense voorzitterschap voor wat ze als een aanval op de basiswaarden van de EU beschouwden.

Terwijl de onderhandelingen met de andere EU instituties nog bezig waren, besloten ministers voor justitie en binnenlandse zaken in de EU op 7 juni om de wettelijke basis voor de evaluatie van Schengen te veranderen van artikel 77 naar artikel 70 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie i. Dit betekent dat het Parlement niet meer kan meebeslissen. Ministers beloofden alleen om het Parlement te informeren over toekomstige beslissingen.

De Deense justitieminister Morten Bødskov vertelde europarlementariërs dat het initiatief van de lidstaten "een juridische beslissing gebaseerd op inhoud" was en vroeg ze om het in een breder perspectief te zien.

De meeste voorzitters van de politieke groepen reageerden erg fel. EPP-voorzitter Joseph Daul i uit Frankrijk noemde de beslissing "volstrekt onacceptabel" en de Oostenrijke S&D-voorzitter Hannes Swoboda waarschuwde de Raad dat "het de deur naar populisme had geopend" en voegde toe: "We zullen alle politieke and juridische middelen gebruiken om dit te stoppen."

Guy Verhofstadt i, de Belgische voorzitter van ALDE i, dreigde ook met een juridische actie tegen de beslissingen van de regeringen, terwijl Rebecca Harms, de Duitse covoorzitter van de Groenen, de regeringen beschuldigde van Schengen te gebruiken om de aandacht van burgers af te leiden van de crisis. Cornelia Ernst, een Duits lid van de GUE/NGK groep, had het over "een verachtelijk, antidemocratisch and anti-Europees" initiatief.

Aan de andere kant zei Anthea McIntyre, een Brits lid van de ECR i-groep, dat ze verbaasd was over het initiatief van de Raad, maar ook over de "kinderachtige driftbui" van andere europarlementariërs. Ze herinnerde ze eraan dat nationale veiligheid een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten was. Auke Zijlstra i, van de Partij van de Vrijheid in Nederland, zei dat de beslissing van de Raad redelijk was.

"Ik ben ervan overtuigd dat we het laatste woord hierover nog niet gehoord hebben," benadrukte Cecilia Malmström i, commissaris voor binnenlandse zaken, die zei dat ze teleurgesteld was over de beslissing.