Artikel 130: Doelstellingen

129
Artikel 130
131

De Europese Investeringsbank heeft tot taak, met een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt in het belang van de Gemeenschap. Te dien einde vergemakkelijkt zij, door zonder winstoogmerk leningen en waarborgen te verstrekken, de financiering van de volgende projecten in alle sectoren van het economisch leven:

  • a) 
    projecten tot ontwikkeling van minder-ontwikkelde gebieden,
  • b) 
    projecten tot modernisering of overschakeling van ondernemingen of voor het scheppen van nieuwe bedrijvigheid, voortvloeiende uit de geleidelijke instelling van de gemeenschappelijke markt, welke projecten door hun omvang of hun aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in elk van de Lid-Staten voorhanden zijn,
  • c) 
    projecten, welke voor verscheidene Lid-Staten van gemeenschappelijk belang zijn en die door hun omvang of aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in elk van de Lid-Staten voorhanden zijn.

1.

Toelichting Nederlandse regering

De oprichting van de Europese investeringsbank is voorzien om door verlening van kredieten bij te dragen aan evenwichtige en geleidelijke ontwikkeling van de Gemeenschappelijke Markt. In dit verband heeft men zich drieërlei terrein gedacht, waarop de Investeringsbank zich zou dienen te bewegen (artikelen 129 en 130) :

  • 1. 
    de financiering van de ontwikkeling in achtergebleven gebieden;
  • 2. 
    de financiering van projecten, welke in het kader van de Gemeenschappelijke Markt een omschakeling en uitbreiding van ondernemingen beogen, projecten, welke door hun omvang dan wel door hun aard niet door één land kunnen worden gefinancierd;
  • 3. 
    de financiering van projecten van een gemeenschappelijk belang, die niet door een land kunnen worden gefinancierd.

Ontwikkeling in achtergebleven gebieden

Het eerstgenoemde aspect behoeft heden ten dage eigenlijk nauwelijks toelichting. Zowel het sociale als het economische belang om tot een grotere spreiding van de welvaart en een zekere egalisatie van de economische ontwikkeling te komen, geldt niet alleen mondiaal, maar geldt welhaast a fortiori ook voor West-Europa. De ervaring heeft aangetoond, dat een vrije en zelfs ook een normale gezonde concurrentie geenszins vanzelf tot deze spreiding zal behoeven te leiden. De ontwikkeling b.v. in Italië in de afgelopen 75 jaar is een sprekend voorbeeld van de mogelijkheid, dat een krachtige economische industriële ontwikkeling sterk de neiging heeft zich in bepaalde centra te concentreren.

Met minder ernstige gevolgen heeft een soortgelijke ontwikkeling b.v. in Duitsland in het Ruhr-bekken en ook in Nederland (de randstad Holland) plaatsgevonden. Ten einde binnen de Gemeenschappelijke Markt door middel van een stimulering van de spreiding der economische ontwikkeling de expansie van de Gemeenschap als geheel te bevorderen, is een gezamenlijke financiële inspanning der Lid-Staten nodig.

Deze inspanning zal dan vooral gericht moeten zijn op de versterking van de infrastructuur in die gebieden, welke duidelijk in ontwikkeling dreigen achter te blijven.

Grensoverschrijdende projecten

De activiteiten van de Bank zullen zich in de tweede plaats moeten richten op de reconversie van ondernemingen, noodzakelijk geworden door de totstandkoming van de Gemeenschappelijke Markt.

Het nauwe verband, dat hier bestaat met de Gemeenschappelijke Markt, rechtvaardigt een deelname van de Bank, op leningsbasis. Hierdoor zal ongetwijfeld de wijziging van de economische structuur, welke immers het uiteindelijke doel is van de Gemeenschappelijke Markt, worden bevorderd. De deelname van de Bank is overigens beperkt tot die reconversieprojecten, welke de bestaande financieringsmogelijkheden in een land te boven gaan.

Projecten met een Europees Belang

Ook de derde soort van activiteiten heeft een typisch Europees karakter. Indien er sprake is van projecten, waarvan de realisering een Europees belang vormt, kan de Europese Investeringsbank een lening verstrekken. Zonder op enigerlei wijze vooruit te lopen op de uiteindelijke bestemming der middelen, kan hierbij b.v. gedacht worden aan projecten op het gebied van kernenergie.

2.

Ontwikkeling artikel

1957

De Europese Investeringsbank heeft tot taak, met een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt in het belang van de Gemeenschap. Te dien einde vergemakkelijkt zij, door zonder winstoogmerk leningen en waarborgen te verstrekken, de financiering van de volgende projecten in alle sectoren van het economisch leven:

  • a) 
    projecten tot ontwikkeling van minder-ontwikkelde gebieden,
  • b) 
    projecten tot modernisering of overschakeling van ondernemingen of voor het scheppen van nieuwe bedrijvigheid, voortvloeiende uit de geleidelijke instelling van de gemeenschappelijke markt, welke projecten door hun omvang of hun aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in elk van de Lid-Staten voorhanden zijn,
  • c) 
    projecten, welke voor verscheidene Lid-Staten van gemeenschappelijk belang zijn en die door hun omvang of aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in elk van de Lid-Staten voorhanden zijn.
2002

De Europese Investeringsbank heeft tot taak, met een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt in het belang van de Gemeenschap. Te dien einde vergemakkelijkt zij, door zonder winstoogmerk leningen en waarborgen te verstrekken, de financiering van de volgende projecten in alle sectoren van het economische leven:

  • a) 
    projecten tot ontwikkeling van minder ontwikkelde gebieden;
  • b) 
    projecten tot modernisering of overschakeling van ondernemingen of voor het scheppen van nieuwe bedrijvigheid, voortvloeiende uit de geleidelijke instelling van de gemeenschappelijke markt, welke projecten door hun omvang of hun aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in ieder van de lidstaten voorhanden zijn;
  • c) 
    projecten welke voor verscheidene lidstaten van gemeenschappelijk belang zijn en die door hun omvang of aard niet geheel kunnen worden gefinancierd uit de verschillende middelen welke in ieder van de lidstaten voorhanden zijn.

Bij de vervulling van haar taak vergemakkelijkt de Bank de financiering van investeringsprogramma's in samenhang met bijstandsverlening van de structuurfondsen en van de andere financieringsinstrumenten van de Gemeenschap.