Artikel 112: Harmonisatie steunmaatregelen bij uitvoer naar derde landen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
-
1.Onverminderd de verplichtingen door de Lid-Staten aangegaan in het kader van andere internationale organisaties, worden vóór het einde van de overgangsperiode de steunregelingen, door de Lid-Staten bij uitvoer naar derde landen toegepast, geleidelijk met elkaar in overeenstemming gebracht, in de mate waarin zulks noodzakelijk is om te vermijden dat de mededinging tussen de ondernemingen van de Gemeenschap wordt vervalst.
De Raad stelt met eenparigheid tot aan het einde van de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen daarna, op voorstel van de Commissie, de daartoe noodzakelijke richtlijnen vast.
-
2.Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op de teruggave van douanerechten of heffingen van gelijke werking noch op de teruggave van indirecte belastingen met inbegrip van omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen verleend bij de uitvoer van goederen van een Lid-Staat naar een derde land, voor zover deze teruggaven niet hoger zijn dan de belastingen welke al dan niet rechtstreeks op de uitgevoerde produkten drukten.
Op één punt gaat het Verdrag iets verder [v.w.b. het formuleren van richtlijnen voor de handelspolitiek] en schrijft het concrete maatregelen voor. Dit punt heeft betrekking op de exportsubsidies, welke ter sprake komen in artikel 112.
Dat hiervoor nadere regelen zijn gesteld, vindt echter minder zijn oorzaak in handelspolitieke overwegingen dan wel in het feit, dat de concurrentiepositie van de ondernemingen op de Gemeenschappelijke Markt hierdoor kan worden beïnvloed. Indien men nl. de export van een bepaalde onderneming subsidieert, zal dit indirect de concurrentiemogelijkheden van deze onderneming op de Gemeenschappelijke Markt kunnen steunen.
Eigenlijk had artikel 112 dus evengoed kunnen worden opgenomen bij de concurrentieregels. Slechts om redenen van systematiek heeft het in dit hoofdstuk zijn plaats gevonden.
De eerste regel van dit artikel is volledigheidshalve opgenomen om aan te geven, dat men door deze regels geen inbreuk heeft willen maken op besluiten van andere organisaties als b.v. de O.E.E.S., die bepaalde exportsubsidies geheel en al verbieden. Dergelijke verder gaande regels behouden uiteraard volledig hun gelding. Eveneens volledigheidshalve is in het tweede lid van dit artikel bepaald, dat de in de meeste landen gebruikelijke restitutie van invoerrechten en accijnzen niet als subsidies in de zin van dit artikel zijn aan te merken.
Wat de institutionele opzet betreft moge er in de eerste plaats op worden gewezen, dat het Verdrag duidelijk de Commissie aanwijst als degene, die de onderhandelingen in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek zal voeren.
De Raad heeft slechts toestemming tot onderhandeling te geven en kan daarbij richtlijnen verstrekken. Een uitgewerkt mandaat van de Raad als bij de E.G.K.S. is hier niet voorzien. Wel moet de Raad achteraf het te sluiten Verdrag goedkeuren. Hij beslist dan met gekwalificeerde meerderheid (welke in dit geval ten minste vier landen moet omvatten). Om bij deze bevoegdsheidsverdeling een soepele samenwerking tussen de Raad en de Commissie te verzekeren, zal de Commissie bij haar onderhandelingen worden geadviseerd maar ook niet meer dan dat door een speciaal comité, dat door de Raad wordt aangewezen en dus normaliter zal bestaan uit regeringsvertegenwoordigers op handelspolitiek gebied van. de zes partnerlanden.
-
1.Onverminderd de verplichtingen door de Lid-Staten aangegaan in het kader van andere internationale organisaties, worden vóór het einde van de overgangsperiode de steunregelingen, door de Lid-Staten bij uitvoer naar derde landen toegepast, geleidelijk met elkaar in overeenstemming gebracht, in de mate waarin zulks noodzakelijk is om te vermijden dat de mededinging tussen de ondernemingen van de Gemeenschap wordt vervalst.
De Raad stelt met eenparigheid tot aan het einde van de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen daarna, op voorstel van de Commissie, de daartoe noodzakelijke richtlijnen vast.
-
2.Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op de teruggave van douanerechten of heffingen van gelijke werking noch op de teruggave van indirecte belastingen met inbegrip van omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen verleend bij de uitvoer van goederen van een Lid-Staat naar een derde land, voor zover deze teruggaven niet hoger zijn dan de belastingen welke al dan niet rechtstreeks op de uitgevoerde produkten drukten.
-
1.Onverminderd de verplichtingen door de lidstaten aangegaan in het kader van andere internationale organisaties, worden de steunregelingen, door de lidstaten bij uitvoer naar derde landen toegepast, geleidelijk met elkaar in overeenstemming gebracht, in de mate waarin zulks noodzakelijk is om te vermijden dat de mededinging tussen de ondernemingen van de Gemeenschap wordt vervalst.
De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, de daartoe noodzakelijke richtlijnen vast.
-
2.Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op de teruggave van douanerechten of heffingen van gelijke werking noch op de teruggave van indirecte belastingen met inbegrip van omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen verleend bij de uitvoer van goederen van een lidstaat naar een derde land, voorzover deze teruggaven niet hoger zijn dan de belastingen welke al dan niet rechtstreeks op de uitgevoerde producten drukten.