Artikel 40: Middelen

39
Artikel 40
41
  • 1. 
    De Lid-Staten ontwikkelen tijdens de overgangsperiode geleidelijk het gemeenschappelijk landbouwbeleid en brengen het uiterlijk aan het einde van die periode tot stand.
  • 2. 
    Om de in artikel 39 gestelde doeleinden te bereiken zal een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand worden gebracht.

    Naar gelang van de produkten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 3. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 2 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel 39 omschreven doelstellingen te bereiken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de produktie als voor het in de handel brengen der verschillende produkten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    Zij moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel 39 i genoemde doeleinden en elke discriminatie tussen producenten of verbruikers van de Gemeenschap uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op éénvormige berekeningswijzen berusten.

  • 4. 
    Om de in lid 2 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.

1.

Toelichting Nederlandse regering

Lid 3

Het begrip "systemen van opslag" is de vertaling van de Franse term "systèmes de stockage et de report". Met "report" wordt bedoeld het Amerikaanse systeem waarbij in tijden van overschot wordt opgeslagen voor afzet in tijden van schaarste.

Lid 4

Met "oriëntatiefonds" wordt bedoeld een in Frankrijk bestaand instituut, dat ten doel heeft om de produktie in een bepaalde gewenste richting te leiden.

2.

Algemene beschouwing

Zoals reeds eerder werd opgemerkt, gaat het bij de verwezenlijking van de doeleinden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid er vooral om een modus te vinden voor de wijze, waarop de thans bestaande vele en onderling verschillende nationale regelingen zullen worden vervangen door "Gemeenschapsregelingen".

Van zeer groot belang acht de Regering in dit verband, dat in artikel 40, lid 1, de Lid-Staten zich verbinden uiterlijk aan het einde van de overgangsperiode de gemeenschappelijke landbouwpolitiek te realiseren.

3.

Ontwikkeling artikel

1957
  • 1. 
    De Lid-Staten ontwikkelen tijdens de overgangsperiode geleidelijk het gemeenschappelijk landbouwbeleid en brengen het uiterlijk aan het einde van die periode tot stand.
  • 2. 
    Om de in artikel 39 gestelde doeleinden te bereiken zal een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand worden gebracht.

    Naar gelang van de produkten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 3. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 2 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel 39 omschreven doelstellingen te bereiken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de produktie als voor het in de handel brengen der verschillende produkten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    Zij moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel 39 i genoemde doeleinden en elke discriminatie tussen producenten of verbruikers van de Gemeenschap uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op éénvormige berekeningswijzen berusten.

  • 4. 
    Om de in lid 2 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.
2002
  • 1. 
    Om de in artikel 33 i gestelde doeleinden te bereiken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht.

    Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel 33 omschreven doelstellingen te bereiken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    Zij moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel 33 i genoemde doeleinden en elke discriminatie tussen producenten of verbruikers van de Gemeenschap uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.