Europese Economische Gemeenschap (EEG)
De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie1. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome2 opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
In 1967 werden de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal3 (EGKS), het Europese Atoomenergie Gemeenschap (EAG; ook wel bekend als Euratom4) en de EEG, samengebracht onder de verzamelnaam Europese Gemeenschappen5 (EG). De drie organisaties kregen samen één Commissie, één Raad en één budget. Toen het Verdrag van Maastricht6 in 1993 werking trad, werden de Europese Gemeenschappen één van de drie pijlers van de Europese Unie7.
Inhoudsopgave
De EEG werd opgericht met het streven om in het onstabiele Europa van na de Tweede Wereldoorlog duurzame vrede tot stand te brengen. Volgens het Schuman plan, dat vernoemd werd naar de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman8, zouden de West-Europese staten bevoegdheden op gebied van de kolen- en staalproductie moeten overdragen aan een Europees orgaan 'boven' de deelnemende staten. Dit was essentieel voor het bewaren van de vrede, omdat op deze manier door de voormalige vijanden Frankrijk en Duitsland gezamenlijk controle werd uitgeoefend op de productie van de belangrijkste grondstoffen van de oorlogsindustrie.
De uitvoerende en wetgevende macht van de EEG lag in handen van drie politieke instellingen: de Raad vertegenwoordigde de regeringen van de deelnemende landen, het Parlement vertegenwoordigde de bevolking van de lidstaten en de Commissie vertegenwoordigde het Europese belang. Deze drie instellingen zouden later ook de belangrijkste drie instellingen van de Europese Unie1 worden.
Het Europees Parlement9 had ten tijde van de EEG nog weinig macht. Het Parlement adviseerde de Raad en de Commissie over wetgevingsvoorstellen, maar dit advies werd door de Raad en de Commissie vaak genegeerd.
Het Gerechtshof10 van de Europese Gemeenschappen was de juridische instelling die uitspraak deed over geschillen tussen de lidstaten over toepassing van het Gemeenschapsrecht.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 3.Dit verdrag regelde de gemeenschappelijke controle over de zware industrie en mijnbouw in zes Europese landen: de Beneluxlanden, Duitsland, Frankrijk en Italië. Het in augustus 1952 ondertekende verdrag was een eerste stap naar Europese integratie. De EGKS had een Hoge Autoriteit die als supranationaal college fungeerde en een eigen parlement, bestaande uit parlementariërs uit de lidstaten.
- 4.De Europese gemeenschap voor Atoomenergie (EGA) of Euratom is opgericht om de onderzoeksprogramma's voor ontwikkeling en vreedzaam gebruik van kernenergie van de lidstaten op elkaar af te stemmen. Tegenwoordig ligt het accent vooral op het verzamelen van de benodigde kennis, infrastructuur en financiering, zodat de continuïteit van de energievoorziening en de veiligheid voor de bevolking zijn gewaarborgd.
- 5.Vanaf 1967 vormden de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) samen de Europese Gemeenschappen (EG).
- 6.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 7.Tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in december 2009 kende de Europese Unie drie 'pijlers'. Die pijlers omvatten clusters van beleidsterreinen die een eigen besluitvormingsprocedure hadden.
- 8.Uit Elzas-Lotharingen afkomstige advocaat, parlementslid en Frans minister, die een leidende rol speelde bij de Europese eenwording. Als inwoner van een gebied dat centraal stond in drie oorlogen tussen Frankrijk en Duitsland was hij na 1945 doordrongen van de noodzaak om tot samenwerking te komen tussen beide landen. In 1950 kondigde hij als minister van Buitenlandse Zaken, in een naar hem genoemde verklaring, het Plan-Monnet aan, dat de aanzet gaf tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Was later enkele jaren voorzitter van het Europees Parlement.
- 9.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 10.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.