Toelichting bij COM(2024)42 - Inschrijving door de EU op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en tot wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO wat betreft de beperkte en incrementele uitbreiding van het geografische toepassingsgebied van de activiteiten van de EBWO tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak, en tot opheffing van de wettelijke kapitaalbeperking op gewone activiteiten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) werd in 1991 opgericht om de overgang naar marktgerichte economieën in Midden- en Oost-Europese landen te ondersteunen na de ineenstorting van de communistische regimes. De Europese Unie, de Europese Investeringsbank (EIB) en 40 landen (waaronder alle toenmalige EU-lidstaten) waren stichtende leden. De EBWO is momenteel1 in eigendom van 72 landen, de EU en de EIB. Na twee uitbreidingen van haar oorspronkelijke geografische toepassingsgebied steunt de EBWO vandaag investeringen in 38 landen waar zij actief is2 en die gehecht zijn aan en toepassing geven aan de beginselen van meerpartijendemocratie, pluralisme en markteconomie, met als doel particuliere initiatieven en ondernemerschap te ontwikkelen3.

Het voorgestelde besluit strekt ertoe de Unie in staat te stellen in te schrijven op nieuwe volgestorte aandelen in de EBWO in de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Gouverneurs op 15 december 2023 heeft besloten. Het is de bedoeling de steun van de bank te waarborgen voor veerkracht en wederopbouw in Oekraïne na 2023, en om in al de landen waar zij actief is, steun te blijven verlenen om de meest dringende transitieproblemen aan te pakken in overeenstemming met het mandaat en de strategische koers van de EBWO.

Het voorgestelde besluit is ook bedoeld om wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO goed te keuren die i) de beperkte en geleidelijke uitbreiding van de geografische reikwijdte van de EBWO-activiteiten tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak mogelijk maken en ii) de wettelijke kapitaalbeperking voor gewone activiteiten opheffen en de Raad van Bewind van de EBWO belasten met de vaststelling en handhaving van passende limieten met betrekking tot maatstaven inzake kapitaaltoereikendheid.

Het voorgestelde besluit machtigt de gouverneur die de Unie in de EBWO vertegenwoordigt, de vereiste akte van inschrijving op nieuwe aandelen te deponeren en de EBWO in kennis te stellen van de verklaring van instemming met de hierboven beschreven wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO.

De Europese Unie werd lid van de EBWO ingevolge Besluit 90/674/EEG van de Raad4 van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO5. Het aanvangskapitaal van de EBWO werd vastgesteld op 10 miljard ECU, waarop de Unie voor 3% inschreef.

In 1996 besloten de gouverneurs van de EBWO het maatschappelijk kapitaal van de EBWO te verdubbelen, waarbij de Unie inschreef op 30 000 nieuwe aandelen van elk 10 000 EUR. Daarmee kwam het kapitaal waarop de Unie had ingeschreven, op 600 miljoen EUR6. Het aandeel van de Unie in het totale maatschappelijke kapitaal werd gehandhaafd. De inschrijving op nieuwe aandelen geschiedde krachtens Besluit 97/135/EG van de Raad7 van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen. In 2010 besloot de EBWO haar maatschappelijk kapitaal met 10 miljard EUR te verhogen, bestaande uit 100 000 volgestorte aandelen en 900 000 opvraagbare aandelen, teneinde voldoende kapitaal aan te houden om op middellange termijn een redelijk niveau van activiteit te handhaven in de landen waar zij actief is. De Unie heeft dienovereenkomstig ingetekend op nieuwe aandelen overeenkomstig Besluit 1219/2011/EU, vastgesteld op 16 november 20118.

Tijdens zijn jaarvergadering van gouverneurs in Samarkand op 18 mei 2023 heeft de Raad van Gouverneurs van de EBWO drie strategische besluiten genomen, die de toekomst van de EBWO vorm zullen geven.

Ten eerste heeft de Raad van Gouverneurs Resolutie nr. 258 aangenomen, volgens welke verdere aandeelhouderssteun nodig zal zijn om de EBWO in staat te stellen haar missie in Oekraïne te vervullen door het verstrekken van voortdurende steun na 2023. De resolutie kwam er in het licht van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne van februari 2022, die de steun van de regering van Belarus kreeg. De EBWO is de grootste institutionele investeerder en de meest betrokken partner in Oekraïne sinds de Oekraïense onafhankelijkheid van augustus 1991.

Vanwege haar unieke mandaat en haar comparatieve voordelen moet de EBWO volgens het duidelijke oordeel van de aandeelhouders een kritieke rol blijven spelen in de internationale inspanningen – in nauwe samenwerking met de Unie en andere internationale financiële instellingen – om de reële economie van Oekraïne tijdens de oorlog en de wederopbouw na de oorlog te ondersteunen, waarbij haar financiële soliditeit moet worden behouden. De Raad van Gouverneurs heeft de steun voor Oekraïne nu en in de toekomst dan ook aangemerkt als de hoogste prioriteit van de EBWO.

De Raad van Gouverneurs heeft ook verklaard dat de EBWO al de landen waar zij actief is, moet blijven steunen. Veel landen ondervinden nog steeds negatieve gevolgen van de oorlog, onder meer wanneer zij vluchtelingen opvangen en hun economie grotendeels afhankelijk is van Rusland.

De Raad van Gouverneurs heeft voorts geconcludeerd dat gestort kapitaal de meest efficiënte vorm van aandeelhouderssteun is en dat hij voornemens was tegen eind 2023 een definitief besluit te nemen over het bedrag en het tijdstip van de kapitaalverhoging. De kapitaalverhoging is bedoeld om de EBWO de nodige middelen te geven om Oekraïne te blijven steunen en tegelijkertijd zijn financiële draagkracht en AAA-rating te beschermen. Dit is met name noodzakelijk om te zorgen voor een duurzaam niveau van activiteit in oorlogstijd en een hoog niveau van investeringen in de fase van wederopbouw van Oekraïne.

Dienovereenkomstig heeft de Raad van Gouverneurs op 15 december 2023 Resolutie nr. 2659 aangenomen, waarbij de EBWO wordt gemachtigd haar aantal aandelen met ingang van 31 december 2024 te verhogen met 400 000 nieuwe aandelen, tegen een prijs van 10 000 EUR elk, voor een totaal van 4 miljard EUR.

De deelneming van de Unie in de kapitaalverhoging zal ervoor zorgen dat de Unie haar rechtstreekse aandeel van 3 % in het totale geplaatste kapitaal van de EBWO behoudt. De EIB (3 %) en de lidstaten afzonderlijk (EU27, ongeveer 48,4 %) zijn ook aandeelhouders van de EBWO, waardoor de Unie momenteel een gezamenlijk meerderheidsbelang van 54,4 % heeft.

De Unie zal in staat zijn op evenredige wijze in te schrijven op 12 102 nieuwe aandelen met elk een nominale waarde van 10 000 EUR, waarmee het aantal volgestorte aandelen van de Unie op 102 146 komt. De aandelen zouden gedurende meer dan vijf jaar in gelijke termijnen worden betaald.


Tabel 1: Deelneming van de Unie in de EBWO na de kapitaalverhoging

[zie origineel document voor tabel]

Bestaand aantal aandelenAantal nieuwe aandelenAantal aandelen na kapitaalverhogingBedrag nieuw gestort kapitaal (in EUR)Bedrag in EUR van elke betalingstermijn
90 04412 102102 146121 020 00024 204 000

Ten tweede heeft de Raad van Gouverneurs in mei 2023 in Resolutie nr. 25910 besloten over te gaan tot een beperkte en incrementele uitbreiding tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak, door de geografische reikwijdte van de activiteiten van de EBWO, zoals bepaald in artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO, te wijzigen. In het verslag van de Raad van Bewind van de EBWO aan de Raad van Gouverneurs werd geconcludeerd dat het mandaat en het bedrijfsmodel van de EBWO het meest geschikt zouden zijn voor zes landen in Afrika bezuiden de Sahara, namelijk Benin, Ivoorkust, Ghana, Kenia, Nigeria en Senegal; de eerste investeringen zouden naar verwachting vanaf 2025 plaatsvinden, mits deze landen het lidmaatschap van de EBWO en de status van ontvangend land aanvragen en de goedkeuring daarvan verkrijgen door de Raad van Gouverneurs van de EBWO. Het besluit weerspiegelt de groeiende economische banden tussen de landen waar de EBWO momenteel actief is, en Afrika bezuiden de Sahara en Irak en haar potentieel voor de ontwikkeling van de particuliere sector in die economieën in overeenstemming met het transitiemandaat van de Bank. Dit is des te belangrijker vanwege de destabiliserende rol van Rusland in de regio.

De analyse van de EBWO bevestigt dat een beperkte en incrementele uitbreiding tot de bovengenoemde zes landen in Afrika bezuiden de Sahara en Irak 1) geen afbreuk zal doen aan haar vermogen om de landen waar zij momenteel actief is, te ondersteunen, 2) haar AAA-kredietrating niet in het gedrang zal brengen, of 3) niet zal leiden tot een verzoek om bijkomende kapitaalbijdragen. Voorts zal een dergelijke beperkte en incrementele uitbreiding van de geografische reikwijdte van haar activiteiten mogelijk worden gemaakt door artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO te wijzigen. De Raad van Gouverneurs heeft duidelijk gesteld dat de uitbreiding van de reikwijdte op zodanige wijze moet worden uitgevoerd dat de focus van de EBWO op de ondersteuning van haar bestaande landen van activiteiten, waaronder Oekraïne en andere landen die getroffen zijn door de Russische oorlog, niet verslapt.

Volgens de aangenomen resolutie worden aanvragen voor de status van ontvangend land in behandeling genomen na de bekrachtiging en inwerkingtreding van de desbetreffende wijziging van artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO11. Alle ontvangen aanvragen worden beoordeeld volgens de door de EBWO vastgestelde bestuursprocedures.

De EBWO is niet voornemens vóór 2025 in deze landen te investeren.

Ten derde heeft de Raad van Gouverneurs in mei 2023, in overeenstemming met de aanbevelingen van de G20 inzake de toetsing van het kader voor kapitaaladequaatheid, in Resolutie nr. 26012 besloten uit artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO de wettelijke beperking van het kapitaal van de gewone EBWO-activiteiten op te heffen en alle aspecten van het kader voor kapitaaltoereikendheid van de EBWO te delegeren aan de Raad van Bewind13. Dit effent de weg voor een flexibeler en dynamischer kapitaalbeheer en zorgt tegelijkertijd voor voortdurende controle van de belangrijkste kapitaalmaatstaven door de aandeelhouders.

Artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO voorziet momenteel in een formele beperking van de nominale waarde van de gewone kapitaalverplichtingen die de EBWO kan aangaan. Deze bepaling is vergelijkbaar met die van de basisdocumenten van andere multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s).

De afgelopen tien jaar zijn aandeelhouders echter steeds meer belang gaan hechten aan het innoverend vermogen van MDB’s bij het gebruik van hun kapitaal, met als doel hun kapitaalcapaciteit optimaal te benutten en op die manier de effecten daarvan te maximaliseren. De meest recente en meest uitgebreide reeks voorstellen ter ondersteuning van deze doelstelling werd gepresenteerd in de onafhankelijke evaluatie door de G20 van de kaders voor kapitaaltoereikendheid van MDB’s. Deze evaluatie bevatte uitgebreide aanbevelingen, die de EBWO en haar Raad van Gouverneurs zorgvuldig in overweging hebben genomen. In de evaluatie werd met name aanbevolen dat MDB’s specifieke becijferde hefboomdoelstellingen – zoals die van artikel 12, lid 1 – overhevelen van de MDB-statuten naar hun kaders voor kapitaaltoereikendheid. Met deze maatregelen zou er meer flexibiliteit ontstaan doordat de EBWO in staat wordt gesteld de doelstellingen in de toekomst aan te passen zonder dat haar basisdocumenten hoeven te worden gewijzigd.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het partnerschap van de Unie met de EBWO is sterker dan ooit. De EBWO is betrokken bij de uitvoering van de begroting van de Unie onder indirect beheer (subsidies, financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties) en ondersteunt zo de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen binnen het meerjarig financieel kader van de EU. Zij levert ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de Global Gateway. De Unie is sinds de oprichting van de EBWO goed voor 40 % van de totale donormiddelen en is dus de grootste donor van de Bank. In 2022 heeft de Unie bijgedragen aan de steun van de EBWO voor de landen waarin deze actief is, door 998 miljoen EUR aan donorfinanciering en garanties te verstrekken ter ondersteuning van gezamenlijke prioriteiten, zowel binnen als buiten de Unie.

In 2022 alleen hebben de Unie en de EBWO belangrijke toekomstgerichte overeenkomsten getekend, zoals de kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap, de InvestEU-garantieovereenkomst en twee garantieovereenkomsten voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ (EFDO+). Bij de uitvoering van EU-middelen moet de EBWO zich blijven houden aan de regels en procedures van het Financieel Reglement14.

De EBWO is de grootste institutionele investeerder in Oekraïne en heeft de afgelopen dertig jaar de overgang van het land naar een duurzame markteconomie ondersteund. Na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft de EBWO nauw samengewerkt met de Unie en andere internationale partners, zoals het IMF, om gemeenschappelijke doelstellingen in Oekraïne te bevorderen. De omvang van de steun die op lange termijn in Oekraïne nodig is, maakt doelmatige en doeltreffende coördinatie met de andere spelers, waaronder de MDB’s en IFI’s, uiterst noodzakelijk om ervoor te zorgen dat eindige hulpbronnen maximale effecten sorteren. De gemeenschappelijke doelstellingen vloeien voort uit de toezegging van de regering van Oekraïne om de macro-economische stabiliteit te herstellen en te handhaven en vooruitgang te boeken in de richting van het lidmaatschap van de Unie.

In dit verband zijn de doelstellingen van de Unie met betrekking tot de EBWO: i) haar stemgerechtigde aandeel ten minste op het huidige niveau te handhaven, zodat zij de beleidsprioriteiten van de EU in Oekraïne en andere landen van activiteit van de EBWO kan blijven verwezenlijken; ii) de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO te wijzigen om a) het geografische toepassingsgebied van de EBWO in beperkte mate en geleidelijk uit te breiden tot bepaalde landen in Afrika bezuiden de Sahara en Irak; en b) de wettelijke beperking van het eigen vermogen op gewone activiteiten op te heffen en alle aspecten van het kader voor kapitaaltoereikendheid van de EBWO aan de Raad van Bewind over te dragen, in overeenstemming met de aanbevelingen in de onafhankelijke evaluatie van de G20. Zo wordt een flexibel en dynamisch kapitaalbeheer mogelijk en wordt tegelijkertijd gezorgd voor voortdurende controle van de belangrijkste kapitaalmaatstaven door de aandeelhouders.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De EBWO werd opgericht met de opdracht in Midden- en Oost-Europa, Centraal-Azië, sinds 2006 in Mongolië en sinds 2012 in het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied “de overgang naar een open markteconomie te bevorderen en het particuliere initiatief en de ondernemingsgeest aan te moedigen in de landen die de beginselen van een democratie met een meerpartijenstelsel, pluralisme en een markteconomie aanhangen en toepassen”. Zij richt zich bij haar activiteiten doorgaans op de toepassing en bevordering van de normen en beleidsvereisten van de Unie. Via haar projecten maakt de EBWO gebruik van beleidsdialoog en de toepassing van voorwaarden (bv. transitie-impact, normen inzake corporate governance, aanbestedingen, milieunormen enz.) om te voldoen aan de Unievereisten op gebieden als sociaal en milieubeleid.

De EBWO heeft krachtig gereageerd op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, hetgeen in overeenstemming is met het beleid van de Unie, aangezien de bank snel een alomvattend pakket heeft aangekondigd dat gericht is op de inzet van 3 miljard EUR aan investeringen ter ondersteuning van Oekraïne in de periode 2022-2315. De respons van de bank omvatte ook aanzienlijke steun, via haar kader voor weerbaarheid en inkomstenbronnen, voor de andere door de oorlog getroffen landen waar zij actief is. De EBWO neemt actief deel aan het stuurcomité van het coördinatieplatform voor donoren, dat bestaat uit hoge ambtenaren uit Oekraïne, de G7 en de Unie. Dit platform coördineert de financiering voor de onmiddellijke behoeften van Oekraïne alsmede het economische herstel en de inspanningen voor de wederopbouw. Deelname aan de verhoging van het gestorte kapitaal van de EBWO is het meest doeltreffende en doelmatige instrument om de grootste hefboomwerking te bereiken en een stabiele basis te bieden voor de aanhoudende investeringen van de EBWO in Oekraïne.

In de kandidaat-lidstaten sluit het nastreven van transitiedoelstellingen door de EBWO goed aan bij de doelstelling van vooruitgang op weg naar toetreding tot de Unie. Uit de voorlopige analyse van Oekraïnes status als kandidaat-lidstaat van de Unie door de Commissie blijkt dat over de hele linie ingrijpende hervormingen nodig zullen zijn om het land in overeenstemming te brengen met de normen van de Unie. De inspanningen van de EBWO – en de voorwaarden die daaraan verbonden zullen worden – zullen consistent zijn met de succesvolle verwezenlijking van deze hervormingen ter ondersteuning van de toetredingsdoelstellingen van Oekraïne.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het kapitaal van de EBWO werd tweemaal verhoogd, in 1996 en 201116. De Unie heeft in beide gevallen op basis van haar aandeel in het kapitaal ingeschreven op aanvullend kapitaal.

Na de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) werd het besluit tot deelname aan de kapitaalverhoging van 2011 genomen via de medebeslissingsprocedure, op grond van artikel 212 VWEU volgens hetwelk de Unie activiteiten voor economische, financiële en technische samenwerking kan ondernemen, met name bijstand aan derde landen.

Besluit 602/2012/EU betreffende de wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO om de uitbreiding van de activiteiten van de EBWO naar het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied mogelijk te maken, was ook gebaseerd op artikel 212 VWEU.

Gelet op het bovenstaande en het feit dat de kapitaalverhoging tot doel heeft de EBWO in staat te stellen de veerkracht en wederopbouw van Oekraïne te ondersteunen, lijkt het passend het voorgestelde besluit te baseren op artikel 212 VWEU, met inbegrip van de aanvullende wijziging van artikel 12, lid 1.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorgestelde besluit heeft betrekking op het rechtstreekse lidmaatschap en de deelneming van de Unie in de EBWO.

Evenredigheid

Niet van toepassing

Keuze van het instrument

Het doel kan alleen worden bereikt door middel van een besluit van de Raad en het Parlement.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Tussen 2021 en 2023 verrichtte de EBWO een diepgaande analyse van haar toekomstige strategische koers. De aandeelhouders van de EBWO (waaronder alle EU-lidstaten, de EIB en de Commissie die de EU vertegenwoordigt) zijn actief bij het proces betrokken. In dit verband heeft de EBWO de opties voor kapitaalsverhoging geanalyseerd op basis van haar interne kapitaalbehoeften, het behoud van haar AAA-kredietbeoordeling, alsook het effectieve en efficiënte gebruik van het aandeelhouderskapitaal. Het huidige besluit over de kapitaalverhoging van de EBWO, de uitbreiding van de activiteiten tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak en de afschaffing van het kapitaalgebruik als wettelijke limiet, weerspiegelt diepgaande analyses, discussies en onderhandelingen tussen de aandeelhouders van de EBWO.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

1.

Kapitaalverhoging


De Raad van Gouverneurs van de EBWO heeft de ontwikkeling van de werkzaamheden van de EBWO in Oekraïne sinds het begin van de oorlog regelmatig geëvalueerd. In een reeks verslagen van de Raad van Bewind van de EBWO is de rol beoordeeld die de EBWO kan spelen om de weerbaarheid van Oekraïne in oorlogstijd te ondersteunen en de aanzienlijke inspanningen voor de ondersteuning van de wederopbouw op lange termijn op te voeren. Tegelijkertijd blijft de voortdurende steun gewaarborgd aan al de landen waar zij actief is. In deze verslagen is de potentiële aard en omvang van de activiteiten van de EBWO onderzocht, rekening houdend met name met haar institutionele en operationele sterkte, haar bijzondere positie in Oekraïne en de ondersteuning die anderen aan het land verlenen. Ook is in de verslagen systematisch nagegaan welke maatregelen van aandeelhouders noodzakelijk zouden kunnen zijn om Oekraïne optimaal te laten ondersteunen door de EBWO. Deze werkzaamheden hebben geresulteerd in de goedkeuring door de Raad van Gouverneurs van Resolutie nr. 258 van 18 mei 2023 over de EBWO-steun voor veerkracht en wederopbouw in Oekraïne: hierin is de Raad van Bewind van de EBWO opgedragen om vóór eind 2023 een concreet voorstel voor een verhoging van het gestorte kapitaal uit te werken.

2.

Wijziging van artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO


In mei 2022 hechtte de Raad van Gouverneurs zijn goedkeuring aan Resolutie nr. 248 getiteld “Toward a Limited and Incremental Expansion of the Geographic Scope of the operations of the EBRD to SubSaharan Africa and Iraq”. In de resolutie, die op een grondige beoordeling van de potentiële toegevoegde waarde van de EBWO in de regio en de kapitaal- en financiële gevolgen van een beperkte en incrementele uitbreiding voor de EBWO was gebaseerd, werd in beginsel goedkeuring verleend aan een beperkte en incrementele uitbreiding van de geografische reikwijdte van de EBWO-activiteiten tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak.

Vervolgens heeft de Raad van Bewind de kapitaal- en financiële gevolgen van een beperkte en incrementele uitbreiding tot Afrika bezuiden de Sahara en Irak opnieuw beoordeeld in het kader van de algemene beoordeling van de financiële draagkracht van de EBWO. Uit de nieuwe beoordeling is gebleken dat in de periode van het huidige strategische en kapitaalkader tot 2025 en daarna tot eind 2030 elke uitbreiding een beperkt effect zou hebben op de kapitaalpositie van de EBWO en op zich geen afbreuk zou doen aan het vermogen van de EBWO om haar bestaande landen van activiteit te ondersteunen, de AAA-kredietrating van de EBWO niet in gevaar zou brengen of niet de noodzaak van een nieuwe kapitaalverhoging zou meebrengen.

3.

Wijziging van artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO


De belangrijkste reden voor de wijziging van artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO om de wettelijke kapitaallimiet af te schaffen, is het verplaatsen van de limieten voor de benutting van het nominale kapitaal naar het kader voor kapitaaltoereikendheid, dat op het niveau van de Raad van Bewind wordt beheerd, teneinde de efficiëntie en flexibiliteit bij het gebruik van het EBWO-kapitaal te vergroten. Zoals in de onafhankelijke evaluatie van de kaders voor kapitaaltoereikendheid door de G20 is erkend, bestaat op lange termijn het risico dat de nominale wettelijke limiet een bindende beperking wordt, waardoor de EBWO verhinderd zou kunnen worden haar ontvangende landen te ondersteunen, zelfs wanneer er extra risicodragende capaciteit beschikbaar is. Uit de analyse van de EBWO is gebleken dat het theoretische maximale niveau van operationele activa dat overeenkomstig het kader voor kapitaaltoereikendheid kon worden bereikt, hoger was dan onder de nominale ratio. Door de wettelijke limiet te schrappen en de Raad van Bewind toe te staan de passende niveaus van nominaal kapitaalgebruik te overwegen als onderdeel van zijn beleidskeuzes inzake het kader voor kapitaaltoereikendheid, zou een holistische beoordeling van de kapitaalpositie van de EBWO mogelijk zijn om haar kredietverleningsactiviteiten te sturen.

Effectbeoordeling

Rekening houdend met de overwegingen van de twee voorgaande delen heeft de Commissie in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en met de werkwijze van het verleden geen formele effectbeoordeling opgesteld.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het aandeel van de Unie in het geplaatste kapitaal van de EBWO bedraagt ongeveer 3,03 %, waardoor de Unie haar gestorte kapitaal met 121 020 000 EUR zou verhogen in de vorm van volgestorte aandelen tegen de prijs van 10 000 EUR per aandeel. De leden van de EBWO kunnen inschrijven op of vóór 30 juni 2025 of een niet later dan 31 december 2025 vallende datum, zoals de Raad van Bewind op of vóór 30 juni 2025 kan vaststellen.

De eerste tranche wordt door elk lid van de EBWO betaald op de laatste van de data i) 30 april 2025; of ii) 60 dagen nadat haar akte van inschrijving van kracht is geworden. De resterende vier tranches worden uiterlijk betaald op 30 april 2026; 30 april 2027; 30 april 2028 en 30 april 2029.

Dit initiatief vereist het gebruik van de niet-toegewezen marge in rubriek 6 of het gebruik van de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening. Dit zal worden bepaald bij de opstelling van het voorstel van de Commissie voor de ontwerpbegroting 2025 en zal worden onderhandeld tussen de Raad en het Europees Parlement.

De wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO hebben geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De gouverneur van de EBWO die de Unie vertegenwoordigt, brengt jaarlijks verslag uit aan het Parlement en de Raad over:

- de bevordering van de doelstellingen van de EU;

- het gebruik van het EBWO-kapitaal;

- de maatregelen om de transparantie van de EBWO-transacties via financiële intermediairs te garanderen;

- de bijdragen van de EBWO aan het nemen van risico’s en de doeltreffendheid bij het aantrekken van extra financiering uit de private sector;

- de samenwerking tussen de EIB en de EBWO buiten de Unie.