Toelichting bij COM(2022)645 - Wijziging van Verordening (EU) 2021/2283 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Autonome tariefcontingenten van de Unie zijn noodzakelijk voor producten die in de Unie in ontoereikende mate worden vervaardigd om in een bepaalde contingentperiode aan de behoeften van de industriële afnemers in de Unie te voldoen. De opening van tariefcontingenten van de Unie moet het mogelijk maken dat producten in passende hoeveelheden tegen een nulrecht of tegen een verlaagd recht kunnen worden ingevoerd zonder dat de betrokken markten worden verstoord.

Op 20 december 2021 heeft de Raad van de Europese Unie Verordening (EU) 2021/2283 1 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten aangenomen, om onder de meest gunstige voorwaarden aan de vraag naar die producten in de Unie te kunnen voldoen.

Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie.

De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefcontingenten onderzocht.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 van de Raad zijn vermeld, autonome tariefcontingenten te openen. Voor een aantal andere producten moet de omschrijving worden aangepast, een nieuwe Taric-code worden toegekend of de oorspronkelijke hoeveelheid van het contingent worden verhoogd. Producten waarvoor een tariefcontingent niet langer in het economische belang van de Unie is, moeten worden geschrapt.

Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk om een geconsolideerde versie van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 van de Raad te publiceren, die de vorige bijlage integraal vervangt.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Unie hebben, of landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst met de Unie (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de handelsregeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), of vrijhandelsovereenkomsten).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling, milieu en buitenlandse betrekkingen.

De in dit voorstel vervatte handelsliberaliseringsmaatregelen hebben tot doel te waarborgen dat de tijdelijke schorsing van het gemeenschappelijk douanetarief van de Unie geschiedt in het kader van de in artikel 21 VEU neergelegde beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, en dat er samenhang bestaat tussen de diverse onderdelen van het externe optreden van de Unie, en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. Daarom is het passend een aantal producten van oorsprong uit Rusland en Belarus van de tariefverlaging uit te sluiten, om te zorgen voor samenhang met de beperkende maatregelen die de Unie naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne tegen deze landen heeft genomen. Om echter een toereikende aanvoer te waarborgen en ernstige verstoringen op sommige EU-markten te voorkomen, moeten de tariefcontingenten voor bepaalde producten van oorsprong uit Rusland worden gehandhaafd.


2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beoogde maatregelen sluiten aan bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 2 . Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de “rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie”. Een verordening van de Raad is derhalve het passende instrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In een studie uit 2013 waarin het systeem van autonome tariefschorsingen werd geëvalueerd 3 , is ook het systeem van autonome tariefcontingenten aan de orde gesteld, omdat beide maatregelen vergelijkbaar zijn, behalve dan dat autonome tariefcontingenten de invoerhoeveelheid beperken, terwijl autonome tariefschorsingen de volledige of gedeeltelijke ontheffing van de normale rechten die van toepassing zijn op bepaalde goederen die in de EU worden ingevoerd, voor een onbeperkte hoeveelheid toestaan. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de Unie), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie. Nadere informatie over de besparingen die deze verordening oplevert, is opgenomen in punt 4 en in het bijgevoegde financieel memorandum.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft dit voorstel voorbereid met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, die bestaat uit delegaties van alle lidstaten en Turkije.

Elk verzoek (om nieuwe maatregelen of een wijziging van bestaande maatregelen) is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor EU-producenten en aan het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep en raadpleging van de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen door de lidstaten.

Alle in de lijst vermelde tariefcontingenten zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is geen potentieel ernstig risico met onomkeerbare gevolgen vastgesteld.

Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is louter technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 opgenomen tariefcontingenten. Er is geen effectbeoordeling verricht omdat de voorgestelde wijzigingen in de lijst van producten die in aanmerking zouden komen voor de autonome contingenten van het gemeenschappelijk douanetarief, naar verwachting geen significante gevolgen zullen hebben.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten. De bijlage bevat acht nieuwe producten. De derving van rechten voor de desbetreffende tariefcontingenten wordt berekend op basis van de prognoses voor 2021 van de lidstaat die het contingent heeft aangevraagd. Doordat vijftien contingenten wordt geschrapt en er opnieuw tarieven worden ingesteld, zal er naar raming echter jaarlijks een extra bedrag van 14 miljoen EUR aan douanerechten worden geïnd. Het positieve effect op de traditionele eigen middelen van de EU-begroting wordt in totaal geraamd op 10,5 miljoen EUR per jaar (75 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde maatregelen worden beheerd in het kader van het geïntegreerd tarief van de Europese Unie “Taric” (zij zijn geïntegreerd in Taric en worden beheerd door de Quota-databank) en toegepast door de douanediensten van de lidstaten.