Toelichting bij COM(2009)236 - Goedkeuring van de wijzigingen van bijlage II en bijlage III bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Ospar-verdrag) met betrekking tot de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De Europese Gemeenschap is krachtens Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997[1] verdragsluitende partij bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Ospar-verdrag).

2. Dat verdrag heeft ten doel verontreiniging te voorkomen en te beëindigen en het zeegebied te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van menselijke activiteiten. Het is op 25 maart 1998 in werking getreden.

3. De uitvoerende instantie van het Ospar-verdrag (de Ospar-commissie) kan wijzigingen van het verdrag en van de bijlagen en aanhangsels goedkeuren. In haar vergadering van juni 2007 in Oostende (België) heeft zij bij consensus tussen de verdragsluitende partijen wijzigingen van de bijlagen II en III bij het verdrag goedgekeurd. Deze wijzigingen hebben betrekking op de opslag van kooldioxidestromen in ondergrondse geologische formaties, teneinde activiteiten met betrekking tot het afvangen en opslaan van kooldioxide (CCS) in het Ospar-zeegebied wettelijk mogelijk te maken.

4. De mededeling van de Commissie betreffende duurzame elektriciteitsproductie met behulp van fossiele brandstoffen (COM (2006) 843) brengt onder de aandacht dat er een regelgevend kader inzake CCS moet komen en ondersteunt de goedkeuring van wijzigingen van het Ospar-verdrag teneinde milieuvriendelijke opslag van CO2 in geologische formaties onder de zeebodem toe te staan.

5. In zijn vergadering van maart 2007 nam de Europese Raad in het kader van zijn actieplan (2007-2009) inzake een energiebeleid voor Europa (EBE) de volgende conclusies aan met betrekking tot het afvangen en opslaan van kooldioxide:

"De Raad is zich bewust van de enorme potentiële voordelen wereldwijd van een duurzaam gebruik van fossiele brandstoffen en hij:

- benadrukt hoe belangrijk het is dat het opwekkingsrendement en de schone fossielebrandstoftechnologieën wezenlijk worden verbeterd;

- roept de lidstaten en de Commissie op te ijveren voor de versterking van O&O en de ontwikkeling van het technische, economische en regelgevende kader dat nodig is om de technologie voor het milieuveilig afvangen en opslaan van kooldioxide, indien mogelijk tegen 2020, op de markt te brengen;

- is ermee ingenomen dat de Commissie een mechanisme tot stand wil brengen om de bouw en de werking van een 12-tal demonstratiecentrales van duurzame fossielebrandstoftechnologieën in commerciële stroomopwekking tegen 2015 te stimuleren."

6. Door de coördinatie van de Gemeenschap in het kader van de Ospar-onderhandelingen zijn er wezenlijke verbeteringen aangebracht in de Ospar-ontwerp-besluiten betreffende CCS die de wijzigingsvoorstellen van de bijlagen begeleiden, inzonderheid met betrekking tot duidelijkere eisen voor risicobeheer en publieksparticipatie. De EU-delegatie heeft in de vergadering van de Ospar-commissie waarin deze instrumenten zijn aangenomen, verklaard dat ze, met betrekking tot de onder EG-bevoegdheid vallende kwesties, blij was zich te kunnen aansluiten bij de consensus over de goedkeuring van het pakket en dat dit een goede basis zou verschaffen voor de ontwikkeling van Europese wetgeving in navolging van de conclusies van de Europese Raad inzake CCS. De EU verklaarde evenwel ook dat ze Ospar wellicht zal meedelen dat ze de termijn van 200 dagen voor de inwerkingtreding [van Ospar-besluiten 2007/1 en 2007/2] moet opschorten indien deze termijn voor haar niet haalbaar blijkt. Een dergelijk verzoek om uitstel moet echter niet als een negatief signaal worden beschouwd omdat de EU wel voornemens is de ratificering op een passend moment uit te voeren.

7. De Europese Commissie is voornemens alle onderdelen van het CCS-regelgevingskader te implementeren zodat CCS onder de beste omstandigheden en conform de conclusies van de Europese Raad kan plaatsvinden. De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de opslag van kooldioxide in geologische formaties, die een vergunningsstelsel tot stand zal brengen met betrekking tot onder meer de samenstelling van de CO2-stroom, de selectie van locaties, monitoring- en rapporteringsverplichtingen, de sluiting van locaties, corrigerende maatregelen in geval van lekkage, financiële zekerheid en de voorwaarden voor de overdracht van de verantwoordelijkheid aan de staat, teneinde te verzekeren dat aan alle eisen voor een veilige opslag van CO2 is voldaan.

Het is derhalve dienstig dat de Gemeenschap onderstaande wijzigingen van de bijlagen II en III bij het Ospar-verdrag goedkeurt.