Toelichting bij COM(2023)55 - Standpunt EU in het Handelscomité met Vietnam inzake het wijzigen van de definitie van “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité dat is opgericht bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam 1 (“de overeenkomst”) in verband met de voorgenomen vaststelling van een besluit van het Handelscomité tot wijziging van Protocol 1 bij de overeenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam

De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam is ondertekend op 30 juni 2019. De overeenkomst is vastgesteld bij Besluit (EU) 2020/753 van de Raad van 30 maart 2020 en is op 1 augustus 2020 in werking getreden.

2.2.Het Handelscomité en het Douanecomité

Het Handelscomité wordt opgericht bij artikel 17.1 (“Handelscomité”) van de overeenkomst. Het Handelscomité houdt onder meer toezicht op en coördineert de werkzaamheden van alle in het kader van deze overeenkomst ingestelde gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen, beveelt deze entiteiten eventuele noodzakelijke maatregelen aan, en beoordeelt en neemt besluiten, in de in deze overeenkomst bedoelde gevallen, met betrekking tot elk onderwerp dat die entiteiten naar hem doorverwijzen.

In artikel 36 (“Douanecomité”) van Protocol 1 bij de overeenkomst is het volgende bepaald: “Het krachtens artikel 17.2 (Gespecialiseerde comités) van deze overeenkomst opgerichte Douanecomité kan de bepalingen van dit protocol herzien en een voorstel voor een door het Handelscomité aan te nemen besluit indienen om het protocol te wijzigen”.

2.3.Het beoogde besluit van het Douanecomité tot wijziging van Protocol 1 bij de overeenkomst betreffende de definitie van “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Overeenkomstig artikel 36 van Protocol 1 bij de overeenkomst dient het Douanecomité via de schriftelijke procedure een voorstel in bij het Handelscomité voor een besluit tot wijziging van Protocol 1 bij de overeenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, en de bijlagen daarbij. Het Handelscomité moet dat besluit na zijn tweede vergadering op 25 oktober 2022 via de schriftelijke procedure aannemen.

Het beoogde besluit heeft tot doel Protocol 1 bij de overeenkomst te wijzigen op de volgende punten:

–aanpassing van Protocol 1 aan de recentste versie van de nomenclatuur waarop het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van toepassing is;

–verduidelijking van het woord “afzonderlijke” in de regel voor producten die zijn ingedeeld in hoofdstuk 19 van het geharmoniseerde systeem;

–toevoeging van een regel voor producten die zijn ingedeeld in hoofdstuk 41 van het geharmoniseerde systeem;

–toevoeging van een regel voor producten van brei- of haakwerk van post 6212 van het geharmoniseerde systeem;

–verduidelijking van de toepassing van toegestane afwijkingen voor textielproducten die zijn ingedeeld in hoofdstuk 62 van het geharmoniseerde systeem.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 17.1 van de overeenkomst.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Het namens de Unie in het Handelscomité in te nemen standpunt is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Handelscomité.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 2 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Handelscomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam.

De door het Handelscomité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 17.1 van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van het Handelscomité bijlage II bij Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam zal wijzigen, is het passend deze handeling na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.