Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2025
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad heeft momenteel een voorstel
voor een EU-verordening in behandeling tot vaststelling van een gemeenschappelijk
systeem voor de terugkeer van illegaal in de Unie verblijvende onderdanen van derde
landen (hierna: de Terugkeerverordening).1 De commissie is van oordeel dat dit voorstel van zodanig politiek belang is dat de
Kamer over de behandeling daarvan op bijzondere wijze dient te worden geïnformeerd.
Derhalve stelt de commissie de Kamer voor een parlementair behandelvoorbehoud bij
het voorstel te plaatsen als bedoeld in artikel 4 van de Rijkswet houdende goedkeuring
van het Verdrag van Lissabon.
De Terugkeerverordening beoogt terugkeerprocedures in de hele Europese Unie sneller,
eenvoudiger en doeltreffender te maken. Het voorstel biedt een nieuw rechtskader voor
terugkeer en vormt een belangrijke aanvulling op het in 2024 aangenomen Asiel- en
Migratiepact, waarin een brede aanpak van migratie staat omschreven. De commissie
acht het instellen van een parlementair behandelvoorbehoud voor de Terugkeerverordening
wenselijk omdat het een voorstel van substantiële reikwijdte en omvang betreft, maar
het tegelijkertijd moeilijk te beoordelen is of het voorstel daadwerkelijk bijdraagt
aan het doel om het terugnamesysteem te verbeteren. Immers, ondanks een toezegging
van de Europese Commissie ontbreekt het aan een impact assessment. Gelet hierop is
de Eerste Kamer naar het oordeel van de commissie niet goed in staat om het voorstel
te beoordelen op doeltreffendheid, noodzakelijkheid, evenredigheid en verenigbaarheid
met bestaande (inter)nationale wetgeving. Een beeld hierbij ontbreekt niet alleen
op Europees niveau, maar ook op nationaal niveau ontbreekt het aan onderbouwde inzichten
in wat de gevolgen (juridisch, beleidsmatig, uitvoeringspraktijk) zijn van de voornemens.
Op grond van het voorgaande acht de commissie overleg met de regering over het bijzondere
politieke belang van het voorstel bijzonder wenselijk. In dit overleg kunnen afspraken
worden gemaakt over de wijze van informatieverstrekking door de regering, over het
verloop van de onderhandelingen en van de wetgevingsprocedure alsmede over een eventueel
vervolgoverleg.
Ik verzoek u het voorstel van de commissie ter besluitvorming aan de Kamer voor te
leggen. Indien de Kamer het voorstel aanvaardt, zal de commissie conform artikel 112
van het Reglement van Orde met de verantwoordelijke Minister overleg voeren over het
bijzonder politieke belang van het voorstel.
De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad, A.W.J.A. van Hattem