AMvB houdverbod katten met vouworen en naaktkatten

1.

Kerngegevens

Document­datum 17-06-2024
Publicatie­datum 17-06-2024
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Concept voor internetconsultatie

Besluit van........., houdende wijziging van het Besluit houders van dieren in verband

met het verbod op het houden van katten met vouworen en naaktkatten

(dd maand jaar)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nr. WJZ.........;

Gelet op artikel 2.2, tiende lid, van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van.........nr.......);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van ........., nr. WJZ.........;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit houders van dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1.1 wordt in de alfabetische volgorde toegevoegd:

Verordening (EU) 2017/625: verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PbEU L 95);

B

Aan hoofdstuk 3 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 5. Houdverbod gezelschapsdieren met voor hen schadelijke kenmerken

Artikel 3.33 Houdverbod katten met vouworen en naaktkatten

  • 1. 
    Het is verboden om huiskatten (Felis silvestris catus) te houden die:
  • a. 
    homo- of heterozygoot zijn voor de p.V342F substitutie (c.1024G>T) in TRPV4, of
  • b. 
    permanent geen wimpers, functionele vacht of functionele snor- en tastharen hebben.
  • 2. 
    Een huiskat wordt vermoed homo- of heterozygoot te zijn voor de p.V342F substitutie (c.1024G>T) in TRPV4 als het voorwaarts neerhangende oren heeft.

Artikel 3.34 Uitzonderingen op houdverbod katten met vouworen en naaktkatten

Het verbod in artikel 3.33, eerste lid, is niet van toepassing op het houden van in dat lid bedoelde katten:

  • a. 
    in een inrichting voor de opvang van gezelschapsdieren,
  • b. 
    als zij afkomstig zijn van een inrichting voor de opvang van gezelschapsdieren en dit blijkt uit een op schrift gestelde verklaring van de desbetreffende inrichting,
  • c. 
    door diergeneeskundigen in de uitoefening van hun praktijk voor het verrichten van diergeneeskundige handelingen bij dat dier,
  • d. 
    door degene die ze onder zich houdt vanwege vervoer daarvan vanuit een ander land via een Nederlandse zee- of luchthaven naar een ander land, voor de duur van ten hoogste vier werkdagen, of zoveel langer indien dat met het oog op de uitreiking van een officieel certificaat onder toepassing van artikel 87 van verordening (EU) 2017/622 noodzakelijk is.
  • e. 
    degene die opzettelijk die katten als die zich in een noodsituatie bevinden vangt en onder zich houdt met het oog op het vervoeren van die dieren.

Artikel 3.35 Overgangsrecht houdverbod katten met vouworen en naaktkatten

In afwijking van artikel 3.33, eerste lid, mag een kat als bedoeld in dat artikellid gehouden worden, als de kat al voor ../../.. werd gehouden en dit door de houder aangetoond kan worden op basis van een schriftelijk bewijs van de datum waarop de microchip van de kat is geplaatst of geregistreerd.

Artikel 3.36 Wedstrijden en vertoningen met katten die onder de uitzonderingen of het overgangsrecht vallen

Het is verboden om een kat die op grond van artikel 3.34 of 3.35 gehouden mag worden deel te laten nemen aan wedstrijden of vertoningen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 juli/1 januari ....

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

NOTA VAN TOELICHTING

I ALGEMEEN

1.    Inleiding

In Nederland worden gezelschapsdieren gehouden die lijden onder hun uiterlijke kenmerken, onder andere omdat deze kenmerken als 'schattig' worden gezien. De leden Wassenberg (PvdD), Boswijk (VVD) en van Campen (CDA) hebben daarom op 2 december 2021 een motie ingediend over een verbod op de handel in en import van doorgefokte gezelschapsdieren (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 64). In 2022 zijn de mogelijkheden tot een dergelijk verbod verkend. In de verzamelbrief dierenwelzijn van 14 april 2022 staat uiteengezet dat deze motie niet uitgevoerd kan worden omdat een dergelijk verbod knelpunten met betrekking tot handhaafbaarheid, geschiktheid en proportionaliteit kent (Kamerstuk 28 286, nr. 1255). De motie was wel de aanleiding voor het voornemen tot een houd- en vertoningsverbod voor gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken (te starten met katten en honden), waarbij het houdverbod alleen ziet op kenmerken die objectief bij individuele dieren vastgesteld kunnen worden en die bij ieder individueel dier met het kenmerk lijden veroorzaken (Kamerstuk 28 286, nr. 1288). Een handels- en importverbod wordt door een houdverbod overbodig, want als een dier niet gehouden mag worden, kan het dier ook niet verhandeld/geïmporteerd worden. Bovendien wordt met een houdverbod ook de koper verantwoordelijk gehouden.

In de Kamerbrief "Aanpak gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken" d.d. 20 januari 2023 (Kamerstuk 28 286, nr. 1288) en het Commissiedebat dierenwelzijn d.d. 26 januari 2023 (Kamerstuk 28 286, nr. 1289) is toegezegd om het houden van katten met vouworen (e.g. Scottish Fold katten) zo snel mogelijk te verbieden. Deze voorwaarts neerhangende oren zijn een symptoom van een afwijkende ontwikkeling van het kraakbeen, niet alleen in de toppen van de oorschelpen, maar ook in de extremiteiten (poten en staart). Katten met deze afwijking lijden pijn door op jonge leeftijd optredende artrose. Een ander schadelijk uiterlijk kenmerk bij katten is het permanent ontbreken van (functionele) vacht, snor- en tastharen. Deze zogenoemde naaktkatten hebben hierdoor een grotere kans op gezondheidsproblemen en zijn zintuiglijk beperkt. Het ontbreken van deze beharing is bovendien een inbreuk op de integriteit van de kat.

Bij het fokken van gezelschapsdieren moet voor zover mogelijk worden voorkomen dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten en voor het welzijn of de gezondheid schadelijke uiterlijke kenmerken worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen1. Het fokken van katten met vouworen en naaktkatten is daarom verboden in Nederland2. Desondanks zijn er nog steeds mensen die deze dieren verhandelen en (willen) bezitten. Vandaar de noodzaak om het houden van katten met vouworen en van naaktkatten uitdrukkelijk te verbieden.

Het voorliggende Besluit tot wijziging van het Besluit houders van dieren (hierna: het besluit) bevat een verbod op het houden van katten met vouworen en van naaktkatten. In hoofdstuk 2 wordt de problematiek nader toegelicht; in hoofdstuk 3 wordt de beleidswijziging nader toegelicht.

2.    Problematiek

2.1 Vouworen bij katten

Het kenmerk 'gevouwen oren' bij katten wordt veroorzaakt door een mutatie in één autosomaal dominant gen3. Dit kenmerk is door selectie gecultiveerd nadat het in 1961 is ontstaan door een spontane mutatie bij Schotse boerderijkat Susie. De vouworen zijn zichtbaar bij kittens vanaf een leeftijd van 3-4 weken en komen onder andere voor bij de Scottish Fold, Highland-Fold, Foldex en "de Poedelkat" (een kruising tussen een Rex en Scottish Fold kat). De mutatie in het TRPV4- of Fd-gen veroorzaakt echter niet alleen de gewenste afwijking van de ontwikkeling van het kraakbeen in de toppen van de oorschelpen, maar zorgt ook voor progressieve bot- en kraakbeenwoekeringen in de extremiteiten (poten en staart), waardoor deze gewrichten en wervels dik en stijf worden4. De ernst van de gewrichts- en skeletafwijkingen die een kat ontwikkelt is afhankelijk van het aantal kopieën van het gemuteerde gen dat een kat heeft. Een kat die de mutatie op beide allelen heeft (i.e. homozygoot is voor dit gen) zal tussen de leeftijd van 4 maanden en 3 jaar oud zulke ernstige osteodystrofie hebben dat deze niet meer normaal kan functioneren5. Een kat die de mutatie op één allel heeft (i.e. heterozygoot is voor dit gen) loopt ook een groot risico op het ontwikkelen van skeletafwijkingen, maar deze komen mogelijk pas later in het leven aan het licht6. De aangedane katten zullen door pijn mank en stijf gaan lopen en minder of niet willen springen, of zelfs verlammingen krijgen7,8. Er is geen genezende behandeling voor deze aandoening, alleen de pijn die het gevolg is van artrose kan onderdrukt worden9.

2.2 Naaktkatten

Naaktkatten zijn niet volledig haarloos, maar bezitten fijn, donsachtig haar op het lijf en wat dikker, langer haar op de oren, snuit, staart, poten en (bij mannelijke dieren) scrotum. Deze beharing wordt als een niet-functionele vacht gezien. De wimpers ontbreken bij alle naaktkatten.

De snor- en tastharen ontbreken bij de meeste naaktkatten, wanneer deze wél aanwezig zijn, zijn deze kort, dun en/of gekruld en daardoor niet functioneel. Deze kenmerken zijn direct bij de geboorte zichtbaar en komen onder andere voor bij de Sphynx, Bambino Sphynx, Don Sphynx en de Peterbald. De Peterbald vormt hierop een uitzondering: kittens van dit ras kunnen met vacht geboren worden, die ze gedurende de eerste twee levensjaren verliezen. De haarloosheid bij Sphynx katten is door selectie gecultiveerd vanuit een in 1966 haarloos geboren Canadese boerderijkater, die is teruggekruist met zijn moeder om vervolgens verder te fokken met de daaruit voortgekomen haarloze kittens10,11. De alopecia bij Sphynx katten wordt veroorzaakt door een mutatie in een autosomaal recessief gen (het haarloos-allel, hr, in het KRT71 gen)12. De haarloosheid van Don Sphynx en Peterbald katten wordt veroorzaak door een tot op heden onbekende, andere, mutatie in een dominant gen13. Naaktkatten lijden door het ontbreken van een functionele vacht, snor- en tastharen. De huid van een naaktkat wordt namelijk niet beschermd tegen onder andere zonnebrand en huidkanker door de vacht14. Een vachtloze huid is daarnaast gevoeliger voor gistinfecties door Malassezia15,16. Naaktkatten hebben ook weinig tot geen haar in hun gehoorgang om vuil op te vangen en te beschermen tegen opeenhoping van onzuiverheden in hun oren, waardoor ze gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van oorontsteking. Door het gebrek aan haar hebben kittens veel problemen met het reguleren van hun lichaamstemperatuur en zijn ze gevoelig voor luchtweginfecties. Ook de volwassen katten hebben problemen met thermoregulatie, omdat ze meer lichaamswarmte verliezen dan katten met een vacht. Tot slot zijn de snor- en tastharen een vitaal onderdeel van de zintuiglijke waarneming van katten. Deze dikkere haren met diepe wortels voorzien de kat van informatie over de omgeving en de positie van het lijf ten opzichte van objecten in die omgeving. Met de snor- en tastharen kan een kat objecten die zich dichtbij bevinden en daardoor niet scherp te zien zijn, toch lokaliseren. Door het ontbreken van snor- en tastharen wordt het gevoel van veiligheid van een naaktkat beperkt en kan de kat niet volledig voldoen aan zijn ethologische behoeften. Bij naaktkatten vindt er bovendien inbreuk op de integriteit van het dier plaats: de soortspecifieke heelheid en compleetheid van de (gedomesticeerde) kat is aangepast door selectie op het ontbreken van een functionele vacht, snor- en tastharen.

3. Doel en hoofdlijnen van het voorstel

Het doel van dit besluit is het verbeteren van het welzijn van katten, specifiek het stoppen van het fokken van katten met vouworen en van naaktkatten voor de Nederlandse markt en het volledig laten verdwijnen van deze schadelijke erfelijke afwijkingen uit de (Nederlandse) populatie katten.

Wettelijke grondslag

De wettelijke grondslag voor het verbod op het houden van katten met vouworen en van naaktkatten is gelegen in artikel 2.2, tiende lid, van de Wet dieren. Dat artikel geeft de bevoegdheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen over het houden van dieren. Die opsomming uit het tiende lid is niet limitatief en het is daarom mogelijk ook andere regels te stellen die betrekking hebben op het houden van dieren. Hoewel de wetgever geen specifiek verbod voor het houden van dieren met voor hen schadelijke kenmerken in de wet heeft opgenomen, blijft een dergelijk verbod op basis van artikel 2.2, tiende lid, binnen de kaders van de wet. Artikel 2.2, eerste lid, is immers kaderstellend voor de reikwijdte van de regels over het houden van dieren: "het uitgangspunt van artikel 2.2 is dat het houden van dieren verboden is. Op dit verbod kan voor bepaalde diersoorten of categorieën een uitzondering worden gemaakt." (Kamerstukken 31389, nr. 3). Dat maakt dat alleen dieren worden aangewezen die wel mogen worden gehouden. De kat als zodanig is nu weliswaar aangewezen als diersoort die gehouden mag worden (huis- en hobbydierenlijst), maar door een categorie katten met een specifiek uiterlijk kenmerk daarvan uit te sluiten geldt daarvoor de hoofdregel weer en is het verboden die categorie katten te houden. Katten met vouworen en naaktkatten zijn aldus niet langer uitgezonderd van het fundamentele uitgangspunt van de wetgever dat het houden van dieren verboden is. Omdat de huis- en hobbydierenlijst zich niet goed leent voor het expliciteren dat het houden van katten met vouworen en naaktkatten verboden is, wordt dit met dit voorstel expliciet geregeld in het Besluit houders van dieren.

Verbod op het houden van katten met vouworen en naaktkatten

Hoewel het in Nederland verboden is om katten met vouworen en naaktkatten te fokken17, worden deze katten nog op grote schaal aangeboden op online handelsplaatsen, en ook afgenomen. Een kat mag in verband met de verplichte rabiës vaccinatie pas vanaf een leeftijd van 15 weken geïmporteerd worden18. Aangeboden kittens met vouworen en naaktkatten die jonger zijn dan 15 weken, zijn dus illegaal geïmporteerd óf het resultaat van verboden fokpraktijken in Nederland. Vanwege het ontbreken van een verplichting tot identificatie en registratie van katten is het voor toezichthouders echter veelal niet mogelijk om een fokker te traceren of om aan te tonen dat een aanbieder van een kat met vouworen of een naaktkat deze dieren ook gefokt heeft. Een verplichting tot identificatie en registratie is wel aangekondigd zowel nationaal als Europees (voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de raad inzake het welzijn van honden en katten en hun traceerbaarheid, COM(2023) 769 final). Bovendien kan een koper van een kat momenteel op geen enkele wijze aangesproken worden op het aanschaffen van een onverantwoord of illegaal gefokt dier. Met een houdverbod kan de houder (i.e. fokker, koper en opvolgende houders) wél verantwoordelijk gehouden worden, bijvoorbeeld wanneer zij een nakomeling van verboden fokkerijpraktijken aanschaffen.

Een houdverbod is een ingrijpende maatregel, omdat het de persoonlijke levenssfeer van de liefhebbers van deze katten raakt. Het basale plezier van mensen mag echter niet zwaarder wegen dan het permanente lijden van de betreffende huisdieren, dat strijdig is met de intrinsieke waarde van het dier.

Bewijsvermoeden

Artikel 3.33, tweede lid, bevat een bewijsvermoeden. Dit houdt in dat wanneer iemand een huiskat met voorwaarts neerhangende oren houdt, er van uit wordt gegaan dat die houder een kat houdt in strijd met het verbod van artikel 3.33, eerste lid. Die voorwaarts neerhangende oren zijn een zo kenmerkend en duidelijk te constateren symptoom van de c.1024G>T substitutie in het TRPV4- of Fd-gen, dat dit met het oog op de handhaving van het verbod een bewijsvermoeden rechtvaardigt. Genetisch onderzoek bij 42 katten met vouworen wees uit dat er slechts één kat was die niet homo- of heterozygoot was voor de c.1024G>T substitutie in het TRPV4-gen. De 21 katten zonder vouworen die zijn onderzocht hadden allemaal niet de c.1024G>T substitutie in het TRPV4-gen 19. Het vermoeden past bij het fundamentele rechtsbeginsel dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen en heeft niet tot gevolg dat de houder in kwestie zijn onschuld moet bewijzen (geen omkering van de bewijslast). Bij een bewijsvermoeden is er naar de aard (want het is een vermoeden) ruimte voor degene die het betreft om redelijke twijfel te wekken aan de juistheid van het vermoeden in zijn geval, zodat dit vermoeden wordt ontzenuwd20. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft zich in rechtspraak uitgesproken over de toelaatbaarheid van bewijsvermoedens in het licht van het fundamentele uitgangspunt dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen (de onschuldpresumptie), namelijk "dat het gebruik van, wettelijke of feitelijke, vermoedens binnen redelijke grenzen op zich niet in strijd is met de in artikel 6, tweede lid, van het EVRM neergelegde onschuldpresumptie. Bij het gebruik van dergelijke vermoedens dient rekening te worden gehouden met het belang dat op het spel staat en het gebruik van een vermoeden vindt in ieder geval zijn grens in de eerbiediging van de rechten van de verdediging"21Het in dit besluit opgenomen vermoeden is begrensd tot het direct met de c.1024G>T substitutie in het TRPV4- of Fd-gen samenhangende en duidelijk te constateren uiterlijke kenmerk (voorwaarts neerhangende oren). Het vermoeden levert een belangrijke bijdrage aan de handhaving van het verbod op het houden van katten met vouworen op omdat zo op basis van dat uiterlijke kenmerk kan worden gehandhaafd. Het kunnen handhaven op basis van het uiterlijke kenmerk is ook vanuit het perspectief van dierenwelzijn en de intrinsieke waarde van het dier wenselijk, want zo is het niet noodzakelijk om bij een kat bloed of wangslijmvlies af te nemen om de aanwezigheid van de

c.1024G>T substitutie in het TRPV4- of Fd gen aan te tonen. Het belang dat hier aan de orde is, is dierenwelzijn omdat het kenmerk ernstige negatieve gevolgen voor het welzijn van die katten heeft (zie paragraaf 2). Het vermoeden is bovendien weerlegbaar voor een houder, wat in het licht van dit houdverbod er op neerkomt dat de weerlegging zou moeten leiden tot het wekken van redelijke twijfel dat de voorwaarts neerhangende oren bij een huiskat in dat geval door de mutatie in het TRPV4- of Fd-gen zijn veroorzaakt.

Reikwijdte van het verbod en overgangsrecht

Het verbod in dit besluit is beperkt tot huiskatten (Felis silvestris catus) met:

  • a. 
    voorwaarts neerhangende oren, veroorzaakt door het TRPV4- of Fd-gen.

De vouworen zijn zichtbaar bij kittens vanaf een leeftijd van 3-4 weken en komen onder andere voor bij de Scottish Fold, Highland-Fold, Foldex en "de Poedelkat".

  • b. 
    katten waarbij permanent de wimpers, (functionele) vacht of (functionele) snor- en tastharen ontbreken. De haarloosheid is direct bij de geboorte zichtbaar (m.u.v. de Peterbald) en komt onder andere voor bij de Sphynx, Bambino Sphynx, Don Sphynx en de Peterbald. Onder permanente haarloosheid wordt niet verstaan tijdelijk verlies van vacht, snor- of tastharen, bijvoorbeeld door ziekte, behandeling tegen ziekte of overmatig poetsgedrag door de kat zelf of door soortgenoten.

Uitzonderingen op de verboden

Op de houdverboden voor katten met vouworen en naaktkatten worden enkele uitzonderingen gemaakt:

Het verbod is niet van toepassing op katten met vouworen en naaktkatten die worden gehouden in een inrichting voor de opvang van gezelschapsdieren. Dit gaat bijvoorbeeld over een pension, asiel of opslaghouder. Het betreft hier enkel inrichtingen die voor deze activiteit zijn aangemeld (artikel 3.7 en 3.8 Besluit houders van dieren).

Het is niet in het belang van dierenwelzijn als katten met vouworen en naaktkatten die in een asiel terechtkomen, daar levenslang moeten verblijven. Daarom is het verbod niet van toepassing op katten met vouworen en naaktkatten die zijn herplaatst door een inrichting voor de opvang en herplaatsing van gezelschapsdieren, zoals een asiel, die voor deze activiteit zijn aangemeld (artikel 3.7 en 3.8 Besluit houders van dieren). Ten behoeve van de handhaafbaarheid dient herplaatsing vergezeld te gaan met een op schrift gestelde verklaring van de inrichting dat de herkomst van de kat bevestigt.

De katten waarvan het verboden is die te houden, lijden onder het uiterlijke kenmerk en moeten diergeneeskundige behandelingen kunnen krijgen. Daarom is het verbod niet van toepassing op het houden van katten met vouworen en van naaktkatten voor diergeneeskundigen die in het kader van hun praktijk een diergeneeskundige behandeling aan zo'n kat geven.

Het verbod is niet van toepassing op handelaren en vervoerders van dieren van katten met vouworen en naaktkatten voor zover het doorvoer betreft. Zij mogen die dieren wel van en naar een Nederlandse haven of luchthaven vervoeren voor zover dit plaatsheeft in het kader van doorvoer door Nederland. In het kader daarvan mogen zij de dieren ook maximaal vier werkdagen, of zoveel langer als nodig is voor de uitreiking van een officieel certificaat onder toepassing van artikel 87 van de verordening (EU) 2017/625, in Nederland houden, bijvoorbeeld als de kat in Nederland eerst in quarantaine moet voordat het mag worden doorgevoerd. Indien die uitzonderingen voor de handel en het vervoer niet zou worden toegestaan zou dat als een niet toegelaten handelsbelemmering of maatregel van gelijke strekking kunnen worden aangemerkt.

Tot slot is voorzien in uitzonderingen voor mensen die katten met vouworen of naaktkatten die zich in een noodsituatie bevinden vervoeren. Hierbij kan gedacht worden aan het vervoeren van een gewond dier naar een opvangcentrum of naar een diergeneeskundige.

Katten met vouworen en naaktkatten die al in het bezit zijn van een houder op het moment van inwerkingtreding van dit besluit, mogen worden gehouden. Om onder deze overgangsregeling te vallen moeten houders van één of meerdere katten met vouworen of naaktkatten deze laten voorzien van een microchip (voor zover dit nog niet is gebeurd) voor de datum van inwerkingtreding van dit verbod. De houder moet de datum van plaatsing van deze microchip kunnen aantonen, bijvoorbeeld door registratie in een databank of een gedateerd bewijs van plaatsing bij de dierenarts. Dit is nodig om na de inwerkingtreding van het verbod aan te kunnen tonen dat de kat al voor het ingaan van het verbod werd gehouden. Eigendomsoverdracht van katten die onder de overgangsregeling vallen blijft mogelijk. Vanwege het al geldende verbod om katten met vouworen en naaktkatten te fokken, is het niet nodig om een uitzondering op te nemen voor katten die nog niet zijn geboren. Over de invoering van het verbod en de voorwaarden om onder het overgangsrecht te vallen zal tijdig worden gecommuniceerd.

Verbod op deelname aan wedstrijden en vertoningen

Katten met vouworen en naaktkatten die onder de uitzonderingen of het overgangsrecht vallen, mogen gehouden worden. Het is echter onwenselijk om deze dieren deel te laten nemen aan een tentoonstelling, keuring, wedstrijd of ander evenement. Aanvullende stressoren die het welzijn en de gezondheid van deze dieren nog verder aantast moeten namelijk zo veel mogelijk vermeden worden. Bovendien is het ongepast om het type dieren waar een houdverbod voor geldt aan het publiek te tonen. Daarom is het verboden om een kat die onder het overgangsrecht of de uitzonderingen valt aan een tentoonstelling, keuring, wedstrijd of ander evenement deel te laten nemen.

Ontheffing

Niet is uit te sluiten dat het verbod onevenredig kan uitvallen voor onvoorziene situaties waarin een kat met vouworen of een naaktkat niet tijdig kón zijn geregistreerd en dus niet op die wijze onder het overgangsrecht valt. In voorkomende gevallen kan op basis van artikel 10.1 van de Wet dieren bezien worden of voor een bepaald individueel geval een ontheffing kan worden verleend. Daarbij zal gewogen moeten of worden of het belang van het welzijn van het dier zich niet tegen de ontheffing verzet.

Intrinsieke waarde

Een houdverbod voor katten met vouworen en naaktkatten voorkomt dat er inbreuk gepleegd wordt op de intrinsieke waarde van katten. De kenmerken 'vouworen' en "haarloosheid" hebben ernstige negatieve gevolgen voor het welzijn van het dier, terwijl het slechts esthetische waarde heeft voor de mens. Bij naaktkatten vindt er bovendien inbreuk op de integriteit van het dier plaats: de soortspecifieke heelheid en compleetheid van de (gedomesticeerde) kat is aangepast door selectie op het ontbreken van een functionele vacht, snor- en tastharen. Het overgangsrecht voor katten die al gehouden worden op het moment van inwerkingtreding van het verbod conflicteert hiermee. Het lijden van katten met vouworen kan al ontstaan tussen de leeftijd van vier maanden en drie jaar oud, terwijl een kat 15-20 jaar oud kan worden. Voor deze katten is het dan ook van essentieel belang dat de houder alert is op symptomen van artrose en regelmatig een dierenarts (bij voorkeur een orthopedisch specialist) consulteert en het advies opvolgt.

4.    Gevolgen

Deze algemene maatregel van bestuur heeft als gevolg dat katten met vouworen en naaktkatten niet meer gehouden mogen worden, tenzij ze onder het overgangsrecht vallen. De verwachting is dat de hoogte van de boete mensen afschrikt om een kat met vouworen of een naaktkat aan te schaffen, waardoor de vraag naar deze katten daalt en het illegaal fokken en importeren van katten met deze schadelijke kenmerken stopt. Een houdverbod geeft bovendien een sterk signaal af, waardoor mensen minder geneigd zijn een dergelijk dier te fokken of te verhandelen. Naast (potentiële) houders en handelaren van katten met vouworen en naaktkatten, heeft het verbod ook gevolgen voor raskattenverenigingen die shows of keuringen organiseren waar katten met vouworen en naaktkatten toegelaten worden. Die gevolgen zullen voor evenementen met katten met vouworen echter zeer beperkt zijn, aangezien deze katten veelal niet tot een erkend ras behoren en daarom doorgaans al niet worden toegelaten tot shows en keuringen. Voor evenementen met naaktkatten zullen de gevolgen groter zijn, omdat dit wel een erkend ras is dat wordt toegelaten tot shows en keuringen.

5.    Fok- en vertoningsverbod

Onder artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren is het verboden om te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld. Dit houdt al in dat het niet is toegestaan om katten met vouworen en naaktkatten te fokken. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is om een vertoningsverbod in te stellen voor gezelschapsdieren met voor hen schadelijke uiterlijke kenmerken (Kamerstuk 28 286, nr. 1288). Dit heeft mogelijk gevolgen voor de online activiteiten die houders van katten met vouworen of naaktkatten die onder het overgangsrecht vallen kunnen ondernemen met hun dier.

6.    Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van de voorschriften in het besluit zijn belast degenen die op grond van artikel 8.1 van de wet daartoe zijn aangewezen. Dit betreft de Rijksdienst voor Ondernemend

Nederland (RVO), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) en politie. Het betreft hier toezicht dat bestuursrechtelijk wordt uitgevoerd.

Een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens artikel 2.2, tiende lid, is een overtreding22. Een houdverbod is uitvoerbaar omdat de constatering dat iemand een kat met vouworen of een naaktkat houdt, zonder dat deze beschikt over een microchip die is geplaatst voordat het verbod in werking treedt, voldoende is om een overtreding vast te stellen. Omdat herstel niet mogelijk is (de kat is in Nederland en het lijden van de katten die ondanks het verbod gehouden worden kan niet gestopt worden), zal handhaving plaatsvinden middels een bestuurlijke boete23. De zaak kan, indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder zij is begaan daartoe aanleiding geven, worden voorgelegd aan het Openbaar Ministerie (OM)24.

P.M. De uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid zijn getoetst door de toezichthouders op het besluit. Onderhavig besluit is als [wel/niet] uitvoerbaar en handhaafbaar beoordeeld. De wijzigingen gaven [geen/wel] aanleiding tot het maken van opmerkingen in relatie tot fraudebestendigheid.

7.    Monitoring en evaluatie

Uit de handhaving zal blijken of in lijn met het verbod wordt gehandeld. Over de jaren heen zullen er steeds minder katten met vouworen en naaktkatten in Nederland moeten voorkomen en uiteindelijk (na 15-20 jaar, de levensduur van een kat) helemaal niet meer aanwezig moeten zijn. Het aanbod van katten met vouworen en naaktkatten op (online) handelsplaatsen zal direct bij inwerkingtreding sterk moeten afnemen, waarbij enkel nog katten die onder het overgangsrecht vallen voor herplaatsing worden aangeboden. Evaluatie zal 5 jaar na inwerkingtreding van het verbod plaatsvinden, waarbij het aanbod van katten via online handelsplaatsen en het aantal meldingen en overtredingen van dit verbod in ieder geval meegenomen zullen worden.

8.    Advies en consultatie

Regeldruk

[P.M. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft een formeel advies uitgebracht over de verwachte regeldrukeffecten van het besluit.]

Deze AMvB zal naar verwachting leiden tot een toename van de regeldruk. Houders van katten met vouworen en houders van naaktkatten moeten hun kat namelijk voorzien van een microchip (voor zover dat nog niet is gebeurd) en in het bezit zijn van een gedateerd bewijs van plaatsing of registratie van de microchip om onder het overgangsrecht te vallen. Dit moet bezien worden in het kader van de aangekondigde landelijke chip- en registratieplicht voor katten (Kamerstuk 28 286, nr. 1287). Een microchip kan door de dierenarts geplaatst worden tijdens een regulier consult van gemiddeld vijftien minuten en kan gecombineerd worden met een reguliere gezondheidscontrole of vaccinatie. Dit zal een houder ongeveer een uur kosten, inclusief het maken van de afspraak en het vervoer naar en van de dierenartspraktijk (regeldrukkosten €17,- per uur). De gemiddelde kosten voor het door de dierenarts laten plaatsen van een microchip bij een kat zijn €40,-. De kosten voor registratie van de microchip bij een databank zijn €7,50. Dit brengt de totale eenmalige regeldrukkosten voor burgers per kat die nog niet is voorzien van een microchip op €64,50. Naar schatting zijn er duizenden katten met vouworen en naaktkatten in Nederland, waarvan de grote meerderheid al is voorzien van een microchip die is geregistreerd bij een databank. De toename van de regeldruk zal naar verwachting dan ook zeer klein zijn. De naleving van de regeling zal gecontroleerd en gehandhaafd worden door de toezichthouder, wat een toename van de handhavingslasten met zich meebrengt. Dit zal naar verwachting in de reguliere werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden.

Bedrijfseffecten

Het (bedrijfsmatig) fokken van katten met vouworen of naaktkatten is al verboden, de bedrijfseffecten van deze AMvB zijn daarom beperkt tot importeurs/handelaren van deze katten en organisatoren van wedstrijden en vertoningen met katten. De effecten voor importeurs en handelaren zullen beperkt zijn, het betreft namelijk een gering aantal bedrijven, die zich bovendien kan richten op het verhandelen van een ander type kat. Beheerders van inrichtingen die katten opvangen moeten in geval van herplaatsing van een kat met vouworen of een naaktkat een op schrift gestelde verklaring opstellen ten behoeve van deze herplaatsing. Deze bedrijven moeten kennisnemen van deze verplichting en eventueel het herplaatsingscontract op dit punt aanpassen. Dit kost naar verwachting gemiddeld twee uur per overkoepelende organisatie (uurtarief €54,- tot €77,-). Deze beperkte lasten wegen voor de inrichting op tegen het niet kunnen herplaatsen en onder zich moeten houden van de dieren.

Organisatoren van evenementen met katten zullen zich ervan moeten vergewissen dat zij geen katten met vouworen of naaktkatten toelaten tot hun evenement. Hiervoor zullen zij hun voorwaarden en mogelijk het inschrijfformulier moeten aanpassen en eventuele niet-toegestane dieren de toegang tot het evenement ontzeggen. Dit brengt voor hen een beperkte stijging van de regeldruk met zich mee, omdat de kenmerken duidelijk zichtbaar zijn en voor aanvang van de shows vaak al een veterinaire keuring plaatsvindt, waar verboden individuen geïdentificeerd kunnen worden. Bovendien worden katten met vouworen nu al niet toegelaten worden tot de meerderheid van de evenementen. Organisatoren van evenementen met katten zullen de inschrijfkosten van katten met vouworen (voor zover die worden toegelaten) en naaktkatten mislopen. Er worden ieder jaar enkele (internationale) kattenshows georganiseerd, de inschrijfkosten variëren van €15,- tot €50,-.

Grenseffecten

In buurlanden geldt geen houdverbod voor katten met vouworen en naaktkatten, wel geldt in Vlaanderen een verbod om met katten met vouworen te fokken en deze te verhandelen25 (anders dan via erkende asielen en herplaatsingsorganisaties) en in Berlijn heeft een rechter in 2015 geoordeeld dat een Sphynx kater gecastreerd moet worden, omdat het fokken met dit dier een overtreding van de dierenwelzijnswet is. De grenseffecten zullen zich dus beperken tot verkopers van deze katten, voor zover de fok en handel is toegestaan in het eigen land.

Internetconsultatie

Het ontwerpbesluit heeft vier weken opengestaan voor internetconsultatie. De internetconsultatie heeft [x] reacties opgeleverd. [P.m. beschrijving inhoud consultatiereacties en hoe die tot aanpassingen van het ontwerp hebben geleid].

Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoetsen

De resultaten van de uitvoerings- en handhavingstoetsen van uitvoerders en toezichthouders zijn besproken in paragraaf 6. Toezicht en handhaving.

Notificatie

[p.m].

Financiële gevolgen 0 euro.

Voorhangprocedure

Op grond van artikel 10.10, eerste lid, van de Wet dieren, wordt een voordracht van een krachtens artikel 2.2, tiende lid, van die wet, vast te stellen algemene maatregel van bestuur niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Met het oog op deze voorhangprocedure is bij brief van [dd maand jaar] het ontwerpbesluit aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer toegezonden (Kamerstukken [...] en [...]). [p.m. beschrijving resultaten voorhang en hoe die tot aanpassingen van het ontwerp hebben geleid].

9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juli/1 januari ....

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

1

   Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onder a en b.

2

   https://www.nvwa.nl/onderwerpen/honden-en-katten/fokken-met-uw-hond-of-kat/fokken-met-katten

3

   Jackson (1975) Congenital bone lesions in cats with fold-ears. Bull. Fel. Advis. Bur. 14:2-4.

4

   Gandolfi et al. (2016) A dominant TRPV4 variant underlies osteochondrodysplasia in Scottish fold cats. Osteoarthr Cartil. 24(8). Https://doi.ora/10.1016/i.ioca.2016.03.019

5

   https://www.ufaw.org.uk/cats/scottish-fold-osteochondrodvsplasia

6

   Takanosu et al. (2008) Incomplete dominant osteochondrodysplasia in heterozygous Scottish Fold cats. Journal of Small Animal Practice 49(4):197-199. https://doi.ora/10.1111/i.1748-5827.2008.00561.x

7

   Malik et al. (1999) Osteochondrodysplasie in Scottish Fold cats. Australian Vet J 77(2): 85-92. https://doi.ora/10.1111/i.1751-0813.1999.tb11672.x

8

   Aydin et al. (2015). Hereditary osteochondrodysplasia in Scottish Fold cats. Universiteit Kafkas 21(4).

9

   Hubler et al. (2004) Palliative irradiation of Scottish Fold Osteochondrodysplasia. Veterinary Radiology & Ultrasound 45(6):582-585. https://doi.ora/10.1111/i.1740-8261.2004.04101.x

10

   https://nrkv.eu/Rasbeschrijvina/Sphynx/

11

   Robinson (1973) The Canadian hairless or Sphinx cat. Journal of Heredity 64(1):47-49. https://doi.ora/10.1093/oxfordiournals.ihered.a108339

12

   Gandolfi et al. (2010) The naked truth: Sphynx and Devon Rex cat breed mutations in KRT71. Mammalian Genome 21:509-515. https://doi.ora/10.100'7/s00335-010-9290-6

13

   Dierks et al. (2013) Elimination of keratin 71 as candidate for hairlessness in Don Sphynx cats. Animal Genetics 44(5):607. https://onlinelibrarv.wilev.com/doi/10.1111/aae.12068

14

   Medical, Genetic & Behavioral Risk Factors of Sphynx Cats (2017) Ross D. Clark DVM. ISBN 978-1524570781

15

   Ahman & Bergstrom (2009) Cutaneous carriage of Malassezia species in healthy and seborrheic Sphynx cats and a comparison to carriage in Devon Rex cats. Journal of Feline Medicine and Surgery 11:970-976. https://doi.ora/10.1016/i.ifms.2009.04.01

16

   Volk et al. (2010) Malassezia pachydermatis and M nana predominate amongst the cutaneous microbiota of Sphynx cats. Journal of Feline Medicine and Surgery 12:917-922. https://doi.ora/10.1016/i.ifms.2010.07.002

17

   Artikel 3.4 Besluit houders van dieren, https://www.nvwa.nl/onderwerpen/honden-en-katten/fokken-met-uw-hond-of-kat/fokken-met-katten

18

   https://www.nvwa.nl/onderwerpen/honden-en-katten/reaels-voor-stichtinaen-die-honden-of-katten-uit-

buitenland-invoeren

19

   Gandolfi et al. (2016) A dominant TRPV4 variant underlies osteochondrodysplasia in Scottish fold cats. Osteoarthr Cartil. 24(8). Https://doi.org/10.1016/j.joca.2016.03.019

20

   Zie bijvoorbeeld: ECLI:NL:HR:2013:63, ECLI:NL:CRVB:2016:1878, ECLI:NL:CRVB:2017:3310.

21

   Zie Salabiaku tegen Frankrijk, arrest van het EHRM van 7 oktober 1988, nr. 10519/83, NJ 1991/351. In de recente Conclusie over de verhouding tussen het overtrederschap in de rechtspraak van de Afdeling en het strafrechtelijke (functionele) daderschap wordt door de Afdeling advisering van de Raad van State ook ingegaan op dat arrest van het EHRM (ECLI:NL:RVS:2023:579, zie onder 1.12).

22

   Artikel 8.6 van de Wet dieren

23

   Artikel 8.7 van de Wet dieren

24

   Artikel 8.10 van de Wet dieren

25

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de dieren die een erfelijke aandoening vertonen als vermeld in artikel 19, § 2, en 27, § 1, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren. https://codex.vlaanderen.be/PrintDocument.ashx?id = 1035502&datum=&geannoteerd=false&print=false

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.