Amendement Keijzer over het niet opnemen van de bepaling over de verschoonbare termijnoverschrijding - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 36349 - Verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken; Amendement; Amendement van het lid Keijzer over het niet opnemen van de bepaling over de verschoonbare termijnoverschrijding |
---|---|
Documentdatum | 16-04-2024 |
Publicatiedatum | 16-04-2024 |
Nummer | KST363497 |
Kenmerk | 36349, nr. 7 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken
AMENDEMENT VAN HET LID KEIJZER
Ontvangen 16 april 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I vervalt onderdeel B.
De indiener is van mening dat de regering de term «bijzondere omstandigheden» voor de verschoonbare termijnoverschrijding uit de uitspraak van het Hof breder heeft geïnterpreteerd dan strikt noodzakelijk. De genoemde voorbeelden, «de situatie dat de vreemdeling onjuist of te laat is voorgelicht door derden van wiens ondersteuning hij of zij afhankelijk is (dat zijn vaak vrijwilligers en medewerkers van Vluchtelingenwerk Nederland, Nidos of andere belangenorganisaties)» en «een taalbarrière», omvatten vrijwel alle nareizigers. De indiener is van mening dat de regering op een later moment met een strakkere interpretatie van «bijzondere omstandigheden» kan komen om op te nemen in nationale wetgeving. Het amendement dient om de overblijvende goede bepalingen in het wetsvoorstel wel zo snel mogelijk doorgang te laten vinden.
Keijzer
kst-36349-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 349, nr. 7