Brief van de minister van BZK ter aanbieding van het ontwerpbesluit Modernisering van het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte - Wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enige andere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders (Wet betaalbare huur)

Deze voorhang is onder nr. B toegevoegd aan wetsvoorstel 36496 - Wet betaalbare huur1.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Bijlagen
  4. Meer informatie
  5. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enige andere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders (Wet betaalbare huur); Brief van de minister van BZK ter aanbieding van het ontwerpbesluit Modernisering van het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte
Document­datum 21-02-2024
Publicatie­datum 21-02-2024
Nummer KST36496B
Kenmerk 36496, nr. B
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-

2024

36 496

Wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enige andere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders (Wet betaalbare huur)

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 februari 2024

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (Modernisering van het waarderings-stelsel voor onzelfstandige woonruimte). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van artikel 46 jo. artikel 3, tweede lid, artikel 8, artikel 10, eerste lid en artikel 12, tweede lid van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het voorjaarsreces van uw Kamer verlengd tot 19 maart.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

kst-36496-B ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 496, B


  • origineel bericht: 'Wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 ...'

3.

Bijlagen

  • Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (Modernisering van het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte) (38 p.) (bijlage bij 36496,nr.B)
  • Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot wijziging van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte (10 p.) (bijlage bij 36496,nr.B)
 
 
 

4.

Meer informatie

  • 36496 - Wet betaalbare huur
 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    Dit wetsvoorstel leidt tot regulering van huren, in het bijzonder in de op dit moment vrije huursector. Dat gebeurt door het zogenoemde woningwaarderingsstelsel (WWS) uit de sociale huursector ook verplicht toe te passen op de vrije huursector tot een huurwaarde van € 1123 (regulering middenhuur). Daarnaast wordt voorgesteld om de rechtspositie van huurders te verbeteren door de maximale huren uit het WWS als dwingende norm op te leggen. Dit laatste geldt voor zowel de sociale als de vrije huursector. Het wetsvoorstel steunt op vier pijlers: 1. huurders beschermen tegen hoge huren, 2. een voldoende omvangrijk middenhuursegment realiseren, 3. de investeringsbereidheid van verhuurders in de vrije huursector op peil houden en 4. verduurzaming van huurwoningen stimuleren.