Achtergrond: wie leidt de eerste vergadering?

woensdag 6 december 2023, 8:00

De Tweede Kamervergadering waarin de gekozen leden worden geïnstalleerd, wordt geleid door eerste ondervoorzitter Roelien Kamminga1 (VVD). Zij is, anders dan Vera Bergkamp2, wel herkozen.

Wat is er bepaald over het leiden van de eerste vergadering en wat veranderde daarin in de parlementaire geschiedenis?

Tot de grondwetsherziening van 1983 begon elk jaar een gewone jaarlijkse zitting op de derde dinsdag in september. Iedere zitting moest er een voorzitter worden benoemd door de Koning. Dat gebeurde aan de hand van een door de (nieuwe) Tweede Kamer opgestelde voordracht van drie personen. Nummer één werd altijd benoemd tot Voorzitter. De nummers twee en drie werden ondervoorzitter.

Tot 1918 werd de eerste vergadering van een nieuwgekozen Tweede Kamer geleid door het oudste lid (de 'doyen d'âge' of 'ouderdomsdeken'). Dat was in de periode 1874-1880 bijvoorbeeld Baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky3, die dat tot hoge leeftijd (84 jaar) deed. In 1898 was de toen 74-jarige J.F. Jansen4 als oudste lid voorzitter, hoewel hij nog slechts drie maanden Kamerlid was. De laatste 'deken' die de eerste vergadering leidde was jhr. De Savornin Lohman5.

Sinds 1918 is het niet meer de deken, maar de laatst afgetreden Voorzitter die de eerste vergadering leidt. Dat is nadien zo gebleven.

Als de (zittende) Voorzitter niet terugkeert in de nieuwgekozen Tweede Kamer dan neemt een laatst afgetreden Voorzitter die taak waar en anders de laatste oud-eerste ondervoorzitter (en eventueel een oud-tweede ondervoorzitter). Als er ook geen oud-ondervoorzitters zijn dan moet het lid met de meeste Kamerervaring de eerste vergadering leiden. Dat is nog nooit gebeurd.

Sinds 1983 zijn er geen jaarlijkse zittingen meer, maar geldt de verkiezing van de Tweede Kamervoorzitter in principe voor vier jaar.

Meer over ...

  • Voorzitter Tweede Kamer

  • 1. 
    Roelien Kamminga (1978) was van 31 maart 2021 tot 4 juni 2025 Tweede Kamerlid voor de VVD. Zij was daarvoor haar gehele carrière werkzaam bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), onder meer als adviseur van minister Plasterk en Ollongren. Zij was woordvoerder buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en regionale knelpunten en regionale deals en eerder hield zij zich bezig met Europese zaken. Sinds juli 2022 was mevrouw Kamminga fractiesecretaris en ondervoorzitter van de Kamer. In april 2025 werd zij voorgedragen als burgemeester van Groningen.
     
  • 2. 
    Vera Bergkamp (1971) was van 7 april 2021 tot 6 december 2023 Tweede Kamervoorzitter. Zij maakte van 20 september 2012 tot 6 december 2023 deel uit van de Tweede Kamerfractie van D66. Mevrouw Bergkamp was in 2010-2012 voorzitter van COC Nederland en daarvan eerder vicevoorzitter. Tevens was zij directeur human resources bij de Sociale Verzekeringsbank. Zij zat verder in de deelgemeenteraad van Amsterdam-Centrum. In de Kamer hield zij zich onder meer bezig met langdurige zorg en familierecht, en ze was fractiesecretaris. Mevrouw Bergkamp was lid van de enquêtecommissie Fyra en lid van het Presidium. Sinds 1 juni 2024 is zij lid van het bestuur van ouderenzorginstelling Zorgbalans.
     
  • 3. 
    Afgevaardigde van het district Maastricht uit een oorspronkelijk Pools adellijk geslacht. Militair, die zijn redevoeringen voorlas als een bevelgevende officier. Sprak regelmatig en met grote passie. Lange tijd prototype van de 'Papo-liberaal'. Na de liberale medewerking aan het opheffen van het gezantschap bij de Paus ging hij geleidelijk afstand nemen van de liberalen en in 1879 stak hij in de Kamer over naar de rechterzijde. Bleef tot op hoge leeftijd Kamerlid en leidde diverse malen als nestor de eerste Kamervergadering na Prinsjesdag. Stond bekend als een gemoedelijke, hartelijke figuur, die populair was bij zijn medeleden.
     
  • 4. 
    Burgemeester van Tilburg die op zijn 74ste Tweede Kamerlid werd en direct als oudste lid de eerste vergadering na Prinsjesdag mocht leiden. Was eerder burgemeester en gemeentesecretaris van Drunen. Was als burgemeester van Tilburg populair en werd daarom herdacht met een monument. Geen opvallend Kamerlid; voerde weinig het woord. Overleed kort na zijn herverkiezing in 1901.
     
  • 5. 
    Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.